31994D0381

94/381/EG: Beschikking van de Commissie van 27 juni 1994 betreffende bepaalde beschermende maatregelen ten aanzien van boviene spongiforme encefalopathie en het vervoederen van van zoogdieren afkomstig eiwit (Voor de EER relevante tekst)

Publicatieblad Nr. L 172 van 07/07/1994 blz. 0023 - 0024
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 58 blz. 0243
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 58 blz. 0243


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 27 juni 1994 betreffende bepaalde beschermende maatregelen ten aanzien van boviene spongiforme encefalopathie en het vervoederen van van zoogdieren afkomstig eiwit (Voor de EER relevante tekst) (94/381/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 90/425/EEG van de Raad van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zooetechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en produkten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 92/118/EEG (2), en met name op artikel 10, lid 4,

Overwegende dat er in het Verenigd Koninkrijk en enige andere Lid-Staten gevallen van boviene spongiforme encefalophatie (BSE) zijn gesignaleerd; dat bekend is dat er in verschillende Lid-Staten ook scrapie heerst;

Overwegende dat wordt aangenomen dat BSE bij rundvee veroorzaakt wordt door van herkauwers afkomstig eiwit dat het scrapie-agens, en later het BSE-agens bevatte, en dat niet afdoende was behandeld om de besmettelijke agentia te inactiveren; dat het Wetenschappelijk Veterinair Comité heeft meegedeeld dat volgens recente studies, op het ogenblik geen procédé bestaat waarmee kan worden gegarandeerd dat de agentia in commerciële destructiebedrijven volledig kunnen worden geïnactiveerd;

Overwegende dat bekend is dat herkauwers langs orale weg met BSE- en scrapie-agentia kunnen worden besmet;

Overwegende dat de Commissie te zamen met het Wetenschappelijk Veterinair Comité de situatie grondig heeft onderzocht en dat dit onderzoek de conclusie heeft opgeleverd dat van weefsel van herkauwers afkomstig eiwit de enige belangrijke potentiële bron van spongiforme encefalophatie-agentia is voor vatbare soorten; dat daarom, wanneer zou worden bepaald dat dergelijk eiwit niet in voeder voor die soorten mag worden gebruikt, de mogelijkheid van besmetting tot een minimum zou worden beperkt;

Overwegende dat van herkauwers afkomstig eiwit moeilijk te onderscheiden is van eiwit dat afkomstig is van andere zoogdieren; dat derhalve met het oog op de uitvoerbaarheid van de maatregel, vervoedering van alle van zoogdieren afkomstig eiwit aan herkauwers moet worden verboden en de betrokken maatregel in de gehele Gemeenschap dient te worden toegepast;

Overwegende evenwel dat wanneer een Lid-Staat een systeem kan toepassen waarmee eiwit van herkauwers kan worden onderscheiden van eiwit van niet-herkauwers, deze Lid-Staat door de Commissie volgens de procedure van artikel 17 van Richtlijn 90/425/EEG moet worden gemachtigd om vervoedering van eiwit van niet-herkauwers aan herkauwers toe te staan;

Overwegende dat de in deze beschikking vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Permanent Veterinair Comité,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

1. Binnen 30 dagen na de kennisgeving van deze beschikking verbieden de Lid-Staten het gebruik van van weefsel van zoogdieren afkomstig eiwit voor de voedering van herkauwers.

2. Lid-Staten evenwel die een systeem toepassen waarmee eiwit van herkauwers kan worden onderscheiden van dat van niet-herkauwers, worden door de Commissie volgens de procedure van artikel 17 van Richtlijn 90/425/EEG gemachtigd om vervoedering van eiwit van niet-herkauwers aan herkauwers toe te staan.

Artikel 2

Deze beschikking moet worden aangepast aan de stand van de wetenschap en, met name, op grond van de uitkomsten van wetenschappelijk onderzoek dat momenteel wordt verricht met betrekking tot destructiesystemen.

Artikel 3

Deze beschikking is gericht tot de Lid-Staten.

Gedaan te Brussel, 27 juni 1994.

Voor de Commissie

René STEICHEN

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 224 van 18. 8. 1990, blz. 29.

(2) PB nr. L 62 van 15. 3. 1993, blz. 49.