31992D0353

92/353/EEG: Beschikking van de Commissie van 11 juni 1992 tot vaststelling van de criteria voor de erkenning van organisaties en verenigingen die stamboeken voor geregistreerde paardachtigen bijhouden of aanleggen

Publicatieblad Nr. L 192 van 11/07/1992 blz. 0063 - 0065
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 43 blz. 0078
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 43 blz. 0078


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 11 juni 1992 tot vaststelling van de criteria voor de erkenning van organisaties en verenigingen die stamboeken voor geregistreerde paardachtigen bijhouden of aanleggen (92/353/EEG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 90/427/EEG van de Raad van 26 juni 1990 tot vaststelling van zooetechnische en genealogische voorschriften voor het intracommunautaire handelsverkeer in paardachtigen (1), en met name op artikel 4, lid 2, onder a),

Overwegende dat in alle Lid-Staten de stamboeken worden bijgehouden of aangelegd door organisaties of verenigingen, dan wel door officiële diensten; dat derhalve de criteria voor de erkenning van die organisaties en verenigingen moeten worden vastgesteld;

Overwegende dat, overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder a), van Richtlijn 90/427/EEG, zodanige criteria moeten worden vastgesteld dat wordt gegarandeerd dat de erkende organisaties en verenigingen de beginselen naleven die zijn opgesteld door de organisatie of vereniging die het oorspronkelijke stamboek van het ras bijhoudt;

Overwegende dat de organisatie of vereniging de aanvraag om erkenning moet indienen bij de bevoegde autoriteiten van de Lid-Staat op het grondgebied waarvan de maatschappelijke zetel is gevestigd;

Overwegende dat, wanneer een organisatie of vereniging aan bepaalde criteria voldoet en haar doelstellingen heeft vastgesteld, zij officieel moet worden erkend door de autoriteiten van de Lid-Staat bij wie de aanvraag is ingediend;

Overwegende dat de in deze beschikking vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Permanent Zooetechnisch Comité,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Om officieel te worden erkend, dienen de organisaties of verenigingen die stamboeken bijhouden of aanleggen een aanvraag in bij de autoriteiten van de Lid-Staat op het grondgebied waarvan de maatschappelijke zetel is gevestigd.

Artikel 2

1. De autoriteiten van de betrokken Lid-Staat erkennen officieel elke organisatie of vereniging die stamboeken bijhoudt of aanlegt, voor zover zij aan de in de bijlage vastgestelde voorwaarden voldoet.

2. Wanneer evenwel in een Lid-Staat voor een ras reeds één of meer officieel erkende organisaties of verenigingen bestaan, kunnen de autoriteiten van de betrokken Lid-Staat besluiten een nieuwe organisatie of vereniging niet te erkennen,

a) indien deze de instandhouding van het ras in gevaar zou brengen of de goede werking of het selectie- of veredelingsprogramma van een bestaande organisatie of vereniging zou kunnen verstoren, of

b) indien de paardachtigen van dat ras kunnen worden ingeschreven of geregistreerd in een bijzondere sectie van een stamboek dat wordt bijgehouden door een organisatie of vereniging die met name voor deze sectie de beginselen in acht neemt die, conform punt 3, onder b), van de bijlage, zijn vastgesteld door de organisatie of vereniging die het oorspronkelijke stamboek voor dat ras bijhoudt.

3. De Lid-Staten stellen de Commissie in kennis van de verleende officiële erkenningen en van de weigeringen tot erkenning.

4. Wanneer aan een organisatie of vereniging in een Lid-Staat een officiële erkenning wordt geweigerd, worden de redenen voor die weigering schriftelijk aan de organisatie of vereniging meegedeeld.

Artikel 3

De autoriteiten van de betrokken Lid-Staat trekken de officiële erkenning in van een organisatie of vereniging die een stamboek bijhoudt, wanneer zij niet meer aan de in de bijlage vastgestelde voorwaarden voldoet.

Artikel 4

Deze beschikking is gericht tot de Lid-Staten. Gedaan te Brussel, 11 juni 1992. Voor de Commissie

Ray MAC SHARRY

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 224 van 18. 8. 1990, blz. 55.

BIJLAGE

Om officieel te kunnen worden erkend moeten de organisaties en verenigingen die voor geregistreerde paardachtigen stamboeken bijhouden, secties van stamboeken aanleggen en stamboeken aanleggen, aan de volgende voorwaarden voldoen:

1. zij moeten rechtspersoonlijkheid bezitten overeenkomstig de wetgeving in de Lid-Staat waar de aanvraag wordt ingediend;

2. bij controle door de bevoegde autoriteiten moeten zij aantonen dat zij:

a) doeltreffend functioneren,

b) de beginselen die, conform punt 3, onder b), zijn vastgesteld door de organisatie of vereniging die het oorspronkelijke stamboek voor het ras bijhoudt, in acht nemen, wanneer het gaat om een organisatie of vereniging die niet zelf het oorspronkelijke stamboek van het ras bijhoudt,

c) over de middelen beschikken om de voor het bijhouden van de afstamming vereiste controles uit te voeren,

d) voldoende paardachtigen omvatten om een programma voor rasverbetering en rasveredeling te kunnen uitvoeren of om de instandhouding van het ras te kunnen garanderen wanneer dat noodzakelijk wordt geacht,

e) over de middelen beschikken om de voor de uitvoering van het programma voor rasverbetering, voor rasveredeling, of voor de instandhouding van het ras vereiste gegevens (bij voorbeeld inzake zooetechnische prestaties) te verstrekken;

3. zij moeten beginselen hebben vastgesteld inzake:

a) het systeem voor de beschikbaarstelling van de nodige gegevens (bij voorbeeld inzake zooetechnische prestaties) voor de beoordeling van de paardachtigen met het oog op rasverbetering, rasveredeling of de instandhouding van het ras,

b) en, wanneer het gaat om een organisatie of vereniging die het oorspronkelijke stamboek van het ras bijhoudt:

- het systeem voor registratie van de afstamming,

- de omschrijving van de kenmerken van het ras (of de rassen) of van de populatie waarvoor het stamboek geldt,

- het systeem voor identificatie van de paardachtigen,

- de bepaling van de doelstellingen van de principes van rasveredeling,

- de indeling van het stamboek indien er verschillende procedures zijn voor de inschrijving van paardachtigen in dat boek, of indien er verschillende methoden zijn voor de indeling van in het boek ingeschreven paardachtigen,

- de wijze waarop, indien nodig, gegevens over de voorouders moeten worden opgevraagd bij een of meer andere stamboeken;

4. zij moeten beschikken over statuten waarin wordt bepaald dat tussen de fokkers niet mag worden gediscrimineerd. Wanneer evenwel voor hetzelfde ras meerdere organisaties of verenigingen bestaan die op het gehele grondgebied van de Gemeenschap actief zijn, kan in de statuten van een organisatie of vereniging worden bepaald dat alleen paardachtigen die in een bepaald deel van dat grondgebied geboren zijn, kunnnen worden ingeschreven bij aangifte van hun geboorte. Deze beperking geldt niet ten aanzien van de inschrijving voor de fokkerij.