31991R0295

Verordening (EEG) nr. 295/91 van de Raad van 4 februari 1991 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor compensatie bij instapweigering in het geregeld luchtvervoer

Publicatieblad Nr. L 036 van 08/02/1991 blz. 0005 - 0007
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 7 Deel 4 blz. 0007
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 7 Deel 4 blz. 0007


VERORDENING (EEG) Nr. 295/91 VAN DE RAAD van 4 februari 1991 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor compensatie bij instapweigering in het geregeld luchtvervoer

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 84, lid 2,

Gezien het voorstel van de Commissie [1],

[1] PB nr. C 129 van 24. 5. 1990, blz. 15.

Gezien het advies van het Europese Parlement [2],

[2] PB nr. C 19 van 28. 1. 1991.

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité [3],

[3] PB nr. C 31 van 6. 2. 1991.

Overwegende dat de liberalisatiemaatregelen die de Raad in juli 1990 heeft vastgesteld, een nieuwe stap zijn op de weg naar de totstandbrenging van een volwaardig gemeenschappelijk luchtvervoerbeleid;

Overwegende dat een gemeenschappelijke actie op het gebied van de bescherming van de belangen van luchtvervoergebruikers is vereist om een harmonische uitbouw te waarborgen van een sector die zich moet ontwikkelen in een zich sterk wijzigende omgeving;

Overwegende dat de huidige praktijk op het gebied van de compensatie bij instapweigering van luchtvaartmaatschappij tot luchtvaartmaatschappij sterk uiteenloopt;

Overwegende dat een aantal gemeenschappelijke minimumnormen op het gebied van compensatie bij instapweigering het mogelijk moet maken de kwaliteit van de dienstverlening van de luchtvaartmaatschappijen in een context van toegenomen concurrentie te handhaven;

Overwegende dat de luchtvaartmaatschappijen moeten worden verplicht regels vast te stellen voor het instappen bij overboeking;

Overwegende dat de rechten van de passagiers aan wie het instappen wordt geweigerd, moeten worden omschreven;

Overwegende dat de luchtvaartmaatschappijen moeten worden verplicht passagiers aan wie het instappen wordt geweigerd, een compensatie toe te kennen en hun extra diensten te verlenen;

Overwegende dat de passagiers duidelijk over de geldende regels dienen te worden geïnformeerd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

Artikel 1

Deze verordening stelt gemeenschappelijke minimumregels vast die van toepassing zijn wanneer aan passagiers de toegang wordt geweigerd tot een overboekte geregelde vlucht waarvoor zij in het bezit zijn van een geldig vervoerbiljet waarbij bevestiging van boeking heeft plaatsgevonden en die vertrekt van een op het grondgebied van een Lid-Staat gelegen luchthaven waarop het Verdrag van toepassing is, ongeacht de Staat waar de luchtvaartmaatschappij gevestigd is, de nationaliteit van de passagier en de plaats van bestemming.

Artikel 2

In de zin van deze verordening wordt verstaan onder

a) "instapweigering", het niet toelaten tot een vlucht van passagiers die

- beschikken over een geldig vervoerbiljet,

- beschikken over een bevestigde boeking op die vlucht, en

- zich binnen de gestelde tijdslimiet en met inachtneming van de gestelde voorwaarden voor het inchecken hebben aangemeld;

b) "bevestigde boeking", het feit dat in een door de luchtvaartmaatschappij of haar erkende agent verkocht vervoerbiljet

- het nummer, de datum en het uur van de vlucht worden gespecificeerd, en

- in de daarvoor bestemde ruimte op het vervoerbiljet de vermelding "OK" is opgenomen of een andere vermelding ten bewijze van de registratie en de uitdrukkelijke bevestiging van de boeking door de luchtvaartmaatschappij;

c) "geregelde vlucht", een vlucht die de volgende kenmerken bezit :

- zij wordt uitgevoerd tegen betaling, door luchtvaartuigen die bestemd zijn voor het vervoer van passagiers of van passagiers en vracht en/of post, op zodanige wijze dat op elke vlucht plaatsen ter beschikking van het publiek worden gesteld, hetzij rechtstreeks door de luchtvaartmaatschappij, hetzij via door haar erkende agenten, en

- zij wordt uitgevoerd om de verbinding te verzorgen tussen twee of meer punten

i) volgens een bekendgemaakte dienstregeling, dan wel

ii) met een zodanige regelmaat of frequentie, dat de vlucht deel uitmaakt van een duidelijke systematische reeks;

d) "overboekte vlucht", een vlucht waarop het aantal passagiers dat beschikt over een bevestigde boeking en dat zich binnen de gestelde tijdslimiet en met inachtneming van de gestelde voorwaarden voor het inchecken aanmeldt, groter is dan het aantal beschikbare zitplaatsen;

e) "vrijwilliger", een persoon

- die beschikt over een geldig vervoerbiljet, en

- die beschikt over een bevestigde boeking, en

- die zich binnen de gestelde tijdslimiet en met inachtneming van de gestelde voorwaarden voor het inchecken heeft aangemeld en die ingaat op het verzoek van de luchtvaartmaatschappij om zijn bevestigde boeking in ruil voor een compensatie af te staan;

f) "eindbestemming", de bestemming vermeld op het aan de incheckbalie overgelegde vervoerbiljet of, wanneer er sprake is van opeenvolgende vluchten, op de laatste vluchtcoupon van het vervoerbiljet. Er wordt geen rekening gehouden met aansluitende vluchten die zonder moeilijkheden kunnen worden uitgevoerd, ook al ontstond er vertraging door instapweigering.

Artikel 3

1. De luchtvaartmaatschappij moet de regels vaststellen die zij in geval van overboeking voor het aan boord toelaten van passagiers zal toepassen. Zij deelt deze regels en alle eventuele wijzigingen mee aan de betrokken Lid-Staat en aan de Commissie, die ze ter beschikking stelt van de andere Lid-Staten. Eventuele wijzigingen worden van kracht een maand nadat zij zijn meegedeeld.

2. De in lid 1 bedoelde regels liggen ter inzage voor het publiek bij de agentschappen en incheckbalies van de maatschappij.

3. De in lid 1 bedoelde regels moeten voorzien in de mogelijkheid dat een beroep wordt gedaan op passagiers die bereid zijn vrijwillig van instappen af te zien.

4. De luchtvaartmaatschappij moet in ieder geval de belangen in aanmerking nemen van passagiers die om gegronde redenen voorrang moeten krijgen, zoals minder validen en kinderen zonder begeleiding.

Artikel 4

1. Ingeval het instappen wordt geweigerd, heeft de passagier het recht te kiezen uit :

- terugbetaling, zonder boete, van de prijs van het biljet voor het gedeelte van de reis dat niet wordt afgelegd,

- een andere vlucht die hem zo spoedig mogelijk naar zijn eindbestemming brengt,

- een latere vlucht naar zijn eindbestemming, naar keuze van de passagier.

2. Los van de keuze van de passagier in het in lid 1 bedoelde geval betaalt de luchtvaartmaatschappij de passagier onmiddellijk na de instapweigering, onverminderd de leden 3 en 4, een minimumcompensatie van :

- 150 ecu voor vluchten tot 3 500 km;

- 300 ecu voor vluchten boven de 3 500 km;

gerekend naar de eindbestemming vermeld op het biljet.

3. Wanneer de luchtvaartmaatschappij een andere vlucht naar de eindbestemming aanbiedt waarvan het uur van aankomst voor vluchten tot 3 500 km maximaal 2 uur en voor vluchten boven de 3 500 km maximaal 4 uur later ligt, mogen de in lid 2 genoemde compensaties met 50 % verminderd worden.

4. Het bedrag van de compensaties mag beperkt blijven tot de prijs van het biljet naar de eindbestemming.

5. De compensaties worden in contant geld uitbetaald of, met toestemming van de passagier, in de vorm van reisbonnen en/of andere diensten.

6. Ingeval een passagier op een overboekte vlucht ermee instemt om in een lagere klasse te reizen dan die waarvoor het biljet is betaald, heeft hij recht op terugbetaling van het prijsverschil.

7. De in de leden 2 en 3 vermelde afstanden worden gemeten volgens de grootcirkelmethode (orthodromische lijn).

Artikel 5

1. In geval van instapweigering op een vlucht die in het kader van een pakketreis wordt verkocht, betaalt de luchtvaartmaatschappij de compensatie aan de touroperator die een overeenkomst met de passagier heeft afgesloten en die jegens deze uit hoofde van Richtlijn 90/314/EEG van de Raad van 13 juni 1990 betreffende pakketreizen, met inbegrip van vakantiepakketten en rondreispakketten [4] aansprakelijk is voor de goede uitvoering van de overeenkomst inzake deze pakketreis.

[4] PB nr. L 158 van 23. 6. 1990, blz. 59

2. Onverminderd de uit Richtlijn 90/314/EEG voortvloeiende rechten en verplichingen is de touroperator gehouden de krachtens lid 1 ontvangen bedragen ten goede te doen komen van de passagier.

Artikel 6

1. Naast de in artikel 4 vermelde minimumvergoedingen biedt de luchtvaartmaatschappij aan passagiers aan wie het instappen wordt geweigerd kosteloos het volgende aan :

a) de kosten van een telefoongesprek en/of telex-/telefaxbericht naar de plaats van bestemming;

b) maaltijden en verfrissingen die in redelijke verhouding staan tot de wachttijd;

c) hotelaccommodatie in gevallen waarin de passagiers een of meer nachten moeten wachten.

2. Wanneer een stad of een regio verschillende luchthavens heeft en een luchtvaartmaatschappij een passagier aan wie het instappen werd geweigerd, een vlucht aanbiedt naar een andere luchthaven dan de luchthaven waarvoor hij had geboekt, komen de volledige reiskosten tussen de alternatieve luchthavens of naar een met de passagier overeengekomen alternatieve nabije bestemming ten laste van de maatschappij.

Artikel 7

De luchtvaartmaatschappij is niet tot betaling van een compensatie voor instapweigering verplicht wanneer de passagier kosteloos reist of tegen een verlaagd tarief dat niet, rechtstreeks of indirect, voor het publiek toegankelijk is.

Artikel 8

De luchtvaartmaatschappijen stellen iedere passagier aan wie het instappen geweigerd wordt een formulier ter hand waarin de compensatieregels bij instapweigering zijn uiteengezet.

Artikel 9

1. De toepassing van de bepalingen van deze verordening vormt geen beletsel voor een latere rechtsvordering voor de bevoegde gerechtelijke instanties ter verkrijging van extra schadevergoeding.

2. Lid 1 is niet van toepassing op de in artikel 2, onder e), omschreven vrijwilligers die uit hoofde van de in artikel 3 bedoelde voorschriften een compensatie hebben aanvaard.

Artikel 10

Deze verordening treedt in werking twee maanden na haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 4 februari 1991.

Voor de Raad

De Voorzitter

J. F. POOS