31990D0342

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 7 juni 1990 tot vaststelling van de selectiecriteria voor investeringen ter verbetering van de voorwaarden inzake verwerking en afzet van land- en bosbouwprodukten (90/342/EEG)

Publicatieblad Nr. L 163 van 29/06/1990 blz. 0071 - 0074


*****

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 7 juni 1990

tot vaststelling van de selectiecriteria voor investeringen ter verbetering van de voorwaarden inzake verwerking en afzet van land- en bosbouwprodukten

(90/342/EEG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 866/90 van de Raad van 29 maart 1990 inzake de verbetering van de verwerking en de afzet van landbouwprodukten (1), en met name op artikel 8, lid 3,

Overwegende dat krachtens artikel 8 van Verordening (EEG) nr. 866/90 de selectiecriteria dienen om, in overeenstemming met het communautaire beleid, richting te geven aan de onderhandelingen over de sectoriële communautaire bestekken ten einde hun samenhang te garanderen met de agrarische marktpolitiek en om de categorieën investeringen aan te geven waaraan prioriteit wordt gegeven voor een bijdrage uit het Fonds of welke niet voor een gemeenschappelijke financiering in aanmerking komen;

Overwegende dat artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 867/90 van de Raad van 29 maart 1990 betreffende de verbetering van de voorwaarden inzake verwerking en afzet van bosbouwprodukten (2) een uitbreiding vormt op Verordening (EEG) nr. 866/90 voor zover het een gemeenschappelijke actie in de sector ontwikkeling en rationalisatie van de verwerking en de afzet van bosbouwprodukten betreft;

Overwegende dat de in deze beschikking vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Permanent Comité voor landbouwstructuur en plattelandsontwikkeling,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

De gemeenschappelijke criteria voor de selectie van investeringen die in aanmerking komen voor communautaire bijstand in het kader van de Verordeningen (EEG) nr. 866/90 en (EEG) nr. 867/90, zijn opgenomen in de bijlage bij deze beschikking.

Artikel 2

Deze beschikking is gericht tot de Lid-Staten.

Gedaan te Brussel, 7 juni 1990.

Voor de Commissie

Ray MAC SHARRY

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 91 van 6. 4. 1990, blz. 1.

(2) PB nr. L 91 van 6. 4. 1990, blz. 7.

BIJLAGE

1.2 // 1. // Prioriteiten en beperkingen die voor alle sectoren gelden // // a) Prioriteit wordt gegeven aan de volgende investeringen: // // - investeringen die voor een belangrijk deel betrekking hebben op technologische innovatie of het vervaardigen van nieuwe produkten beogen; // // - investeringen waardoor de vervaardiging van verwerkte produkten minder seizoengebonden en minder wisselvallig wordt; // // - investeringen waarmee de prijs van verwerkte produkten of vers bereide produkten kan worden gedrukt, via verlaging van de intermediaire kosten van ophaling, het geschikt maken voor verwerking, verpakking, opslag of afzet van de produkten; // // - investeringen die leiden tot een betere kwaliteit of betere hygiëne. // // b) De volgende investeringen komen niet voor bijstand in aanmerking: // // - investeringen op het gebied van de vervaardiging van verwerkte produkten waarvoor geen reële afzetmogelijkheden zijn aangetoond; // // - investeringen met betrekking tot koelhuizen voor het opslaan van gekoelde of diepvriesprodukten, behalve wanneer deze nodig zijn voor het normaal functioneren van de verwerkingsinstallaties. // 2. // Prioriteiten en beperkingen die voor specifieke sectoren gelden // 2.1. // Granen // // a) Prioriteit wordt gegeven aan investeringen in de produktiegebieden die leiden tot een betere kwaliteit van het produkt buiten de bedrijven. // // b) De volgende investeringen komen niet voor bijstand in aanmerking: // // - investeringen met betrekking tot zetmeelproduktie, maalderijen en mouterijen; // // - investeringen voor havensilo's die ook worden gebruikt voor de internationale handel; // // - investeringen voor de diervoederproduktie behalve voor eenheden van kleine omvang. In deze gevallen mogen de investeringen niet leiden tot een uitbreiding van de produktiecapaciteit, behalve: // // - wanneer evenveel capaciteit in het betrokken bedrijf of in andere bedrijven wordt afgestoten of // // - wanneer het investeringen betreft die gericht zijn op valorisatie van de bijprodukten van de graanteelt of // // - wanneer de produktie bestemd is voor de plaatselijke bevoorrading in de Franse overzeese departementen. // 2.2. // Groenten en fruit // // a) Prioriteit wordt gegeven aan de volgende investeringen: // // - oprichting van veilingen, met name in gebieden waar dit type markt niet bestaat; // // - aanschaf van installaties voor bereiding en verpakking van verse produkten of diepvriesprodukten; // // - aanschaf van voorkoelinstallaties; // // - aanschaf van inrichtingen voor prijsvorming en verspreiding ten behoeve van de verbetering van de markttransparantie. // // b) De volgende investeringen komen niet voor bijstand in aanmerking: // // - investeringen voor de verhoging van de produktie van tomatenpuree en gepelde tomaten, behalve wanneer in het betrokken bedrijf of in andere bedrijven een even grote capaciteit wordt afgestoten; // // - investeringen voor de uitbreiding van de produktiecapaciteit voor perziken of peren op siroop, behalve wanneer in het betrokken bedrijf of in andere bedrijven een even grote capaciteit wordt afgestoten. // 2.3. // Koemelk en koemelkprodukten // // a) Prioriteit wordt gegeven aan investeringen die betrekking hebben op de vervaardiging van verse produkten en kaasspecialiteiten. // // b) De volgende investeringen komen niet voor bijstand in aanmerking: // // - investeringen op het gebied van de warmtebehandeling van vloeibare melk met het oog op lange bewaring ervan, behalve in Griekenland, Spanje, de Franse overzeese departementen, in Corsica, de Mezzogiorno, in Sardinië en Portugal; // // - investeringen die leiden tot een uitbreiding van de verwerkingscapaciteit voor melk, behalve wanneer in het betrokken bedrijf of in andere bedrijven evenveel capaciteit wordt afgestoten of wanneer extra afzetmogelijkheden worden aangetoond voor produkten met een hoge toegevoegde waarde; daarbij mogen de capaciteiten in geen geval de ter beschikking staande hoeveelheid waarover het verwerkingsbedrijf in het kader van het melkquotasysteem beschikt, te boven gaan; // // - investeringen met betrekking tot de volgende produkten: boter (behalve in de Franse overzeese departementen), weipoeder, melkpoeder, butteroil, lactose, caseïne, caseïnaten en andere produkten die voor het EOGFL, afdeling Garantie, uitgaven meebrengen welke gezien de marktsituatie niet verantwoord zijn. // 2.4. // In de sector vlas en hennep wordt prioriteit gegeven aan de volgende investeringen: // // - investeringen voor de verbetering van de aanbiedingsvorm van vlasstro voor de vezelproduktie; // // - investeringen voor de verbetering van de aanbiedingsvorm van vezels voor verwerking. // 2.5. // Oliehoudende gewassen, eiwithoudende gewassen en voedergewassen // // a) Alle investeringen zijn uitgesloten voor bijstand met uitzondering van investeringen in eenheden van kleine omvang, op voorwaarde dat deze // // - niet leiden tot een uitbreiding van de produktiecapaciteit, behalve wanneer evenveel capaciteit in het betrokken bedrijf of in andere bedrijven wordt afgestoten; // // - niet voor een belangrijk deel betrekking hebben op het drogen van bietenpulp. // // b) In de toegelaten gevallen onder a) wordt prioriteit toegekend aan de volgende investeringen: // // - investeringen op het gebied van de diervoeding die gericht zijn op rechtstreekse bijmenging van uit de Gemeenschap komende oliehoudende zaden in mengvoeders; // // - investeringen op het gebied van de diervoeding die leiden tot een verlaging van de energiebehoefte van drogerijen; // // - investeringen voor verwerking van erwten, tuin- en veldbonen en lupinen in de diervoeding. // 2.6. // Olijven // // a) Prioriteit wordt gegeven aan investeringen voor verwerking of afzet van tafelolijven en aan investeringen om de kwaliteit van het produkt te verbeteren. // // b) De volgende investeringen komen niet voor bijstand in aanmerking: // // - investeringen die leiden tot een uitbreiding van de totale produktiecapaciteit van de oliefabrieken, behalve wanneer in het betrokken bedrijf of in andere bedrijven een even grote capaciteit wordt afgestoten; // // - investeringen voor de extractie van olie uit afvallen van olijven of de raffinage daarvan. // 2.7. // In de sector aardappelen: // // a) wordt prioriteit verleend aan investeringen op het gebied van kwalitatieve verbetering van produkten, met name voor installaties voor opslag, sortering en verpakking; // // b) komen investeringen op het gebied van zetmeel niet voor bijstand in aanmerking. // 2.8. // In de sector suiker met inbegrip van isoglucose komen geen investeringen voor bijstand in aanmerking met uitzondering van die investeringen die voorzien in: // // a) rationalisatie, zonder capaciteitsverhoging, in de Franse overzeese departementen; // // b) het gebruik van de quota voorzien in de Akte van Toetreding van Portugal (voor het vasteland: 60 000 ton suiker en 10 000 ton isoglucose). // 2.9. // In de sector tabak komen de volgende investeringen niet voor bijstand in aanmerking: // // - investeringen die leiden tot een verhoging van de produktiecapaciteit voor Oriënttabak; // // - investeringen die noch op kwaliteitsverbetering, noch op concentratie van de verwerking zijn gericht. // 2.10. // Vlees en eieren // // a) Prioriteit wordt gegeven aan investeringen voor: // // - de vestiging van aan slachthuizen verbonden uitsnijderijen, met name in produktiegebieden waar deze activiteit niet of nauwelijks wordt beoefend. // // b) De volgende investeringen komen niet voor bijstand in aanmerking: // // - investeringen die leiden tot een grotere capaciteit voor het sorteren en verpakken van kippeeieren; // // - investeringen op het gebied van in varkens gespecialiseerde veemarkten; // // - investeringen die leiden tot een uitbreiding van de slachtcapaciteit voor varkens, runderen, schapen en pluimvee, behalve wanneer in het betrokken bedrijf of in andere bedrijven evenveel capaciteit wordt afgestoten, of wanneer voor varkens, runderen, schapen evenals voor pluimvee anders dan kippen, de regionale produktiecapaciteit ontoereikend is. // 2.11. // Wijn // // a) Prioriteit wordt gegeven aan de volgende investeringen: // // - investeringen voor de bereiding van v.q.p.r.d.'s, met uitzondering van de onder b) genoemde investeringen; // // - investeringen met betrekking tot het bottelen van wijn en de opslag van de gebottelde wijn voor zover het gaat om tafelwijnen die normaliter worden verkocht onder de naam van een geografische eenheid die kleiner is dan de Lid-Staat. // // b) De volgende investeringen komen niet voor bijstand in aanmerking: // // - investeringen in distillatie-installaties en installaties voor de bereiding en de verpakking van door distillatie verkregen produkten; // // - investeringen voor de bereiding van geconcentreerde druivemost, al dan niet gerectificeerd, met uitzondering van investeringen voor de vervaardiging van druivesap; // // - investeringen voor de ontvangst van druiven voor of voor de bereiding van tafelwijn die niet wettig verkocht wordt onder de naam van een geografische eenheid die beperkter is dan de Lid-Staat; // // - investeringen voor de bereiding van v.q.p.r.d.'s waarvan de prijs voor de witte wijn drie maal en voor de rode wijn drie en een half maal zo hoog is als de communautaire oriëntatieprijs in het jaar waarin de bijstandsaanvraag door de begunstigde bij de bevoegde instantie van de betrokken Lid-Staten is ingediend; // // - investeringen in technische apparatuur voor de verrijking van wijn.