31989L0384

Richtlijn 89/384/EEG van de Raad van 20 juni 1989 tot vaststelling van de wijze van de controle van de naleving van het in bijlage A van Richtlijn 85/397/EEG bedoelde vriespunt van rauwe melk

Publicatieblad Nr. L 181 van 28/06/1989 blz. 0050 - 0050
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 29 blz. 0189
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 29 blz. 0189


*****

RICHTLIJN VAN DE RAAD

van 20 juni 1989

tot vaststelling van de wijze van de controle van de naleving van het in bijlage A van Richtlijn 85/397/EEG bedoelde vriespunt van rauwe melk

(89/384/EEG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 85/397/EEG van de Raad van 5 augustus 1985 inzake hygiënische en veterinairrechtelijke problemen bij het intracommunautaire handelsverkeer in warmtebehandelde melk (1), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3768/85 (2), inzonderheid op artikel 11, lid 6,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende dat in bijlage A, hoofdstuk VI, onder D, van Richtlijn 85/397/EEG de normen staan vermeld waaraan rauwe melk dient te voldoen bij de ontvangst in de melkinrichting, het centrale melkdepot of het centrum voor standaardisering;

Overwegende dat, om rekening te houden met verschillen bij de verzameling, gepreciseerd dient te worden in welk stadium het vriespunt gecontroleerd kan worden, opdat deze norm uniform wordt toegepast,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

De Lid-Staten zien erop toe dat de in bijlage A, hoofdstuk VI, onder D, van Richtlijn 85/397/EEG bedoelde controle van het vriespunt van rauwe melk op de volgende wijze wordt uitgevoerd:

1. De rauwe melk van elk bedrijf moet regelmatig worden gecontroleerd door middel van steekproefsgewijs te nemen monsters:

Ingeval de melk van één enkel bedrijf rechtstreeks aan de melkinrichting wordt geleverd, worden deze monsters genomen hetzij bij de verzameling van de melk op het bedrijf, mits er voorzorgsmaatregelen zijn genomen om elke fraude tijdens het vervoer uit te sluiten, hetzij vóór het afleveren bij de melkinrichting, wanneer de melk daar rechtstreeks door het bedrijf wordt geleverd.

Indien de resultaten van een controle de bevoegde instantie aanleiding geven tot de verdenking dat er water aan de melk is toegevoegd, neemt deze op het bedrijf een authentiek monster. Een authentiek monster wordt getrokken uit de melk afkomstig van een volledig onder toezicht uitgevoerde ochtend- of avondmelkbeurt die minimaal 11 uur en maximaal 13 uur na de vorige melkbeurt plaatsheeft.

Indien de geleverde melk van meer dan één bedrijf afkomstig is, mogen de monsters worden genomen bij de ontvangst van de rauwe melk in de melkinrichting, het centrale melkdepot of het centrum voor standaardisering, echter op voorwaarde dat op de bedrijven toch een controle door middel van steekproeven plaatsvindt.

Indien uit de resultaten van een controle blijkt dat de in bijlage A, hoofsdstuk VI, onder D, van Richtlijn 85/397/EEG voorgeschreven norm wordt overschreden, worden monsters genomen op alle bedrijven waarvan de desbetreffende rauwe melk afkomstig is.

Zo nodig neemt de bevoegde instantie authentieke monsters in de zin van punt 1, derde alinea.

2. Indien de verdenking dat water is toegevoegd wordt ontzenuwd door de resultaten van de controle, kan de rauwe melk worden gebruikt voor de produktie van warmtebehandelde melk.

Artikel 2

De Lid-Staten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 1 juli 1990 aan deze richtlijn te voldoen.

Artikel 3

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten.

Gedaan te Luxemburg, 20 juni 1989.

Voor de Raad

De Voorzitter

C. ROMERO HERRERA

(1) PB nr. L 226 van 24. 8. 1985, blz. 13.

(2) PB nr. L 362 van 31. 12. 1985, blz. 8.