31989L0338

Richtlijn 89/338/EEG van de Raad van 27 april 1989 tot wijziging van Richtlijn 85/3/EEG betreffende de gewichten, de afmetingen en sommige andere technische kenmerken van bepaalde wegvoertuigen

Publicatieblad Nr. L 142 van 25/05/1989 blz. 0003 - 0006
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 13 Deel 19 blz. 0005
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 13 Deel 19 blz. 0005


RICHTLIJN VAN DE RAAD van 27 april 1989 tot wijziging van Richtlijn 85/3/EEG betreffende de gewichten, de afmetingen en sommige andere technische kenmerken van bepaalde wegvoertuigen ( 89/338/EEG )

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 75,

Gezien het voorstel van de Commissie ( 1 ),

Gezien het advies van het Europese Parlement ( 2 ),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ( 3 ),

Overwegende dat in Richtlijn 85/3/EEG ( 4 ), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 88/218/EEG ( 5 ), bepaalde gewichten en afmetingen en andere technische kenmerken van bepaalde voor goederenvervoer bestemde wegvoertuigen worden vastgesteld;

Overwegende dat ook bepaalde gewichten en afmetingen van andere voertuigen, met inbegrip van voor personenvervoer bestemde voertuigen, te weten twee -, drie - en vierassige motorvoertuigen, met inbegrip van gelede bussen, en vierassige voertuigcombinaties, dienen te worden vastgesteld;

Overwegende dat rekening dient te worden gehouden met de uitrusting van het voertuig ( dubbele banden en luchtvering of op communautair vlak als gelijkwaardig erkende vering ) om de maximaal toegestane gewichten van drie - en vierassige motorvoertuigen alsmede van de twee-assenstellen van motorvoertuigen vast te stellen;

Overwegende dat wegens de staat van bepaalde gedeelten van het wegennet in Ierland en het Verenigd Koninkrijk aldaar momenteel niet alle bepalingen van de onderhavige richtlijn kunnen worden toegepast; dat bijgevolg de toepassing van sommige van die bepalingen in deze beide Lid -

Staten tijdelijk dient te worden uitgesteld; dat de Raad op voorstel van de Commissie vóór 1 juli 1989 de datum moet vaststellen waarop die afwijkingen zullen zijn afgelopen,

PB nr . C 16 van 18 . 1 . 1979, blz . 3, en

PB nr . C 173 van 2 . 7 . 1988, blz. 12 .

PB nr . C 144 van 15 . 6 . 1981, blz . 80, en

PB nr . C 187 van 18 . 7 . 1988, blz . 209 .

PB nr . C 113 van 7 . 5 . 1980, blz . 14, en

PB nr . C 208 van 8 . 8 . 1988, blz . 56 .

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD :

Artikel 1

Richtlijn 85/3 /EEG wordt als volgt gewijzigd :

1 . in artikel 1 wordt lid 1, onder a ), vervangen door :

"a ) op de afmetingen van voertuigen die bestemd zijn voor het wegverkeer, met ten minste vier wielen en een maximumsnelheid van meer dan 25 km/uur, en die dienen voor :

- hetzij goederenvervoer, wanneer hun maximaal gewicht in beladen toestand meer dan 3,5 ton bedraagt,

- hetzij personenvervoer, wanneer zij meer dan negen zitplaatsen, die van de bestuurder inbegrepen, bevatten;";

2 . artikel 2 wordt vervangen door :

"Artikel 2

Voor de toepassing van deze richtlijn wordt verstaan onder :

- "motorvoertuig ": een gemotoriseerd voertuig dat zich op eigen kracht over de weg voortbeweegt;

- "aanhangwagen ": een voertuig dat is bestemd om aan een motorvoertuig te worden gekoppeld, met uitzondering van opleggers, en dat op grond van constructie en inrichting voor goederenvervoer wordt gebezigd;

- "oplegger ": een voertuig dat is bestemd om aan een motorvoertuig te worden gekoppeld op zodanige wijze dat een deel ervan op het motorvoertuig rust en dat een aanzienlijk deel van het gewicht van de oplegger en van zijn lading door het motorvoertuig wordt gedragen, en dat op grond van constructie en inrichting voor goederenvervoer wordt gebezigd;

- "combinatie ":

- een samenstel bestaande uit een motorvoertuig en een aanhangwagen, of

- een geleed voertuig bestaande uit een motorvoertuig waaraan een oplegger is gekoppeld;

- "dikwandige koelwagen ": elk voertuig waarvan de vaste of mobiele ruimte speciaal is ingericht voor het vervoer van goederen bij een gecontroleerde temperatuur overeenkomstig de klassen B, C, E en F van de

Overeenkomst van 1 september 1970 inzake het internationale vervoer van aan bederf onderhevige levensmiddelen en het gebruik van speciale vervoermiddelen bij dit vervoer ( ATP ), en waarvan elk van de zijwanden, met inbegrip van de isolatie, ten minste 45 mm dik is;

- "bus ": een voertuig met meer dan negen zitplaatsen, die van de bestuurder inbegrepen, dat op grond van constructie en inrichting is bestemd voor het vervoer van personen en hun bagage . Het kan een of twee verdiepingen hebben en kan ook een aanhangwagen slepen;

- "gelede bus ": een bus die is samengesteld uit twee vaste delen welke met elkaar zijn verbonden door een geleed gedeelte . Bij dit soort voertuig is er een interne verbinding tussen de beide vaste delen . Door het gelede gedeelte kunnen de reizigers vrij van het ene naar het andere vaste deel lopen . De twee vaste delen kunnen alleen in een werkplaats met elkaar worden verbonden of van elkaar worden losgemaakt;

- "maximaal toegestane afmetingen ": de maximumafmetingen van het voertuig die door de bevoegde autoriteit van de Staat waar het voertuig is ingeschreven of in het verkeer gebracht, worden toegestaan bij gebruik van het voertuig in het internationale verkeer krachtens deze richtlijn;

- "maximaal toegestaan gewicht ": het maximumgewicht van het voertuig in beladen toestand dat door de bevoegde autoriteit van de Staat waar het voertuig is ingeschreven of in het verkeer gebracht, wordt toegestaan bij gebruik van het voertuig in het internationale verkeer krachtens deze richtlijn;

- "maximaal toegestane druk per as ": het maximumgewicht op de as of het assenstel in beladen toestand, dat door de bevoegde autoriteit van de Staat waar het voertuig is ingeschreven of in het verkeer gebracht, wordt toegestaan bij gebruik van het voertuig in het internationale verkeer krachtens deze richtlijn .";

3 . artikel 7 wordt vervangen door :

"Artikel 7

Na raadpleging van de Commissie treffen de Lid-Staten de maatregelen die nodig zijn om :

- vanaf 1 juli 1986 voor wat betreft de toepassing van de andere bepalingen van de richtlijn dan die welke in de onderstaande streepjes worden genoemd;

- uiterlijk 1 januari 1989 voor wat betreft de toepassing van punt 1.2 . b ) van bijlage I;

- vanaf 1 januari 1990 voor wat betreft de toepassing van artikel 4 en van bijlage II;

- vanaf 1 juli 1991 voor wat betreft de toepassing van punt 1 van bijlage I voor voertuigen bestemd voor personenvervoer;

- vanaf 1 januari 1992 voor wat betreft de toepassing van punt 3.4.1 van bijlage I;

- vanaf 1 januari 1993 voor wat betreft de toepassing van de punten 2.2.3, 2.2.4, 2.3, 2.4, 3.4.2, 3.5 en 4.3 van bijlage I,

aan deze richtlijn te voldoen .

De Lid-Staten stellen de Commissie in kennis van de maatregelen die zij voor de toepassing van deze richtlijn nemen .";

4 . artikel 8 wordt als volgt gewijzigd :

- in lid 1 wordt de eerste alinea vervangen door :

"1 . Het bepaalde in artikel 3 met betrekking tot de normen bedoeld in de punten 2.2.1, 2.2.2 en 3.3.2 van bijlage I is in Ierland en het Verenigd Koninkrijk tijdelijk niet van toepassing .";

. - lid 3 wordt vervangen door :

"3 . Het bepaalde in artikel 3 met betrekking tot de norm bedoeld in punt 3.4.1 van bijlage I is in Ierland en het Verenigd Koninkrijk tijdelijk niet van toepassing .

Deze twee Lid-Staten passen artikel 3 niettemin toe op de in de punten 2.2.1 en 2.2.2 van bijlage I bedoelde combinaties waarvan het gewicht per aangedreven as niet meer dan 10,5 ton bedraagt .";

- de volgende leden worden toegevoegd :

"5 . Het bepaalde in artikel 3 met betrekking tot de normen bedoeld in de punten 2.2.3, 2.2.4, 2 .3.1, 2.3.3, 2.4 en 3.4.2 van bijlage I is in Ierland en het Verenigd Koninkrijk tijdelijk niet van toepassing .

Deze twee Lid-Staten passen artikel 3 niettemin toe op de in de punten 2.2.3, 2.2.4, 2.3 en 2.4 van bijlage I bedoelde voertuigen waarvan :

a ) het gewicht per aangedreven as niet meer dan 10,5 ton bedraagt, en

b )

het totaalgewicht in beladen toestand niet meer bedraagt dan :

- 35 ton voor de in de punten 2.2.3 en 2.2.4 bedoelde voertuigen,

- 17 ton voor de in punt 2.3.1 bedoelde voertuigen,

- 30 ton voor de voertuigen bedoeld in punt 2.3.3, behoudens naleving van de voorwaarden genoemd in dit punt en in punt 4.3,

- 27 ton voor de in punt 2.4 bedoelde voertuigen .

6 . De Commissie dient bij de Raad, in de maand volgende op de vaststelling van deze richtlijn en op basis daarvan, een voorstel in betreffende de datum waarop de in lid 5 bedoelde afwijking zal eindigen .

De Raad neemt vóór 1 juli 1989 met gekwalificeerde meerderheid van stemmen een besluit over dit voorstel .";

5 . bijlage I wordt als volgt gewijzigd :

a ) in punt 1.1 wordt het volgende streepje toegevoegd :

. a ) "2.2.3.3 .

"- gelede bus

18,00 m";

b )

aan punt 2.2 worden de volgende punten toegevoegd :

"2.2.3 .

Samenstellen met 4 assen, bestaande uit een motorvoertuig met 2 assen en een aanhangwagen met 2 assen

36 t

"2.2.4 .

Gelede voertuigen met 4 assen, bestaande uit een motorvoertuig met 2 assen en een oplegger met 2 assen, indien de afstand tussen de assen van de oplegger :

"2 .2.4.1 .

ten minste 1,3 m en ten hoogste 1,8 m bedraagt

36 t

"2.2.4.2 .

meer dan 1,8 m bedraagt

36 t

als toegestane afwijking, wanneer het MTG van het motorvoertuig ( 18 t ) en het MTG van het twee-asenstel van de oplegger ( 20 t ) in acht worden genomen en de aangedreven as is uitgerust met dubbele banden en met luchtvering of met op communautair niveau als gelijkwaardig erkende vering";

+2 t

c )

de volgende punten worden toegevoegd :

"2.3 .

Motorvoertuigen

"2.3.1 .

Motorvoertuigen met 2 assen

18 t

"2.3.2 .

Motorvoertuigen met 3 assen

- 25 t

- 26 t, wanneer de aangedreven as is uitgerust met dubbele banden en met luchtvering of met op communautair niveau als gelijkwaardig erkende vering

"2.3.3 .

Motorvoertuigen met 4 assen waaronder

2 gestuurde assen

32 t, wanneer de aangedreven as is uitgerust met dubbele banden en met luchtvering of met op communautair niveau als gelijkwaardig erkende vering

"2.4.

Gelede bussen met 3 assen

28 t";

d )

punt 3 wordt als volgt gewijzigd :

- punt 3.4 wordt aldus onderverdeeld :

- "3.4 .

Aangedreven as

- "3.4.1 .

Aangedreven as van de voertuigen bedoeld in de punten 2.2.1 en 2.2.2

11,5 t

- "3.4.2 .

Aangedreven as van de voertuigen bedoeld in de punten 2.2.3, 2.2.4, 2.3 en 2.4

11,5 t";

- het volgende punt wordt toegevoegd :

- "3.5 .

Twee-assenstellen van motorvoertuigen

De totale asdruk van een twee-assenstel mag niet meer bedragen dan, als de afstand ( d ) tussen de assen :

- "3.5.1 .

minder dan 1,0 m bedraagt ( d < 1,0 m )

11,5 t

- "3.5.2 .

ten minste 1,0 m en minder dan 1,3 m bedraagt ( 1,0 m 9 d < 1,3 m )

16 t

- "3.5.3 .

ten minste 1,3 m en minder dan 1,8 m bedraagt ( 1,3 m 9 d < 1,8 m )

- 18 t

- 19 t, wanneer de aangedreven as is uitgerust met dubbele banden en met luchtvering of met op communautair niveau als gelijkwaardig erkende vering";

e )

aan punt 4 wordt het volgende punt toegevoegd :

"4.3 .

Maximaal toegestaan gewicht afhankelijk van de wielbasis

Het maximaal toegestaan gewicht in ton van een motorvoertuig met 4 assen mag niet groter zijn dan 5 maal de hartafstand in meter tussen de voorste en de achterste as van het voertuig .".

Artikel 2

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten .

Gedaan te Luxemburg, 27 april 1989 .

Voor de Raad

De Voorzitter

J . BARRIONUEVO PEÑA

( 1 ) PB nr . C 90 van 11 . 9 . 1971, blz . 25;(2 ) PB nr . C 124 van 17 . 12 . 1971, blz . 63;(3 ) PB nr . C 61 van 10 . 6 . 1972, blz . 5;(4 ) PB nr . L 2 van 3 . 1 . 1985, blz . 14 .

( 5 ) PB nr . L 98 van 15 . 4 . 1988, blz . 48 .