31988L0347

Richtlijn 88/347/EEG van de Raad van 16 juni 1988 tot wijziging van bijlage II van Richtlijn 86/280/EEG betreffende grenswaarden en kwaliteitsdoelstellingen voor lozingen van bepaalde onder lijst I van de bijlage van Richtlijn 76/464/EEG vallende gevaarlijke stoffen

Publicatieblad Nr. L 158 van 25/06/1988 blz. 0035 - 0041
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 15 Deel 8 blz. 0096
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 15 Deel 8 blz. 0096


*****

RICHTLIJN VAN DE RAAD

van 16 juni 1988

tot wijziging van bijlage II van Richtlijn 86/280/EEG betreffende grenswaarden en kwaliteitsdoelstellingen voor lozingen van bepaalde onder lijst I van de bijlage van Richtlijn 76/464/EEG vallende gevaarlijke stoffen

(88/347/EEG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 130 S,

Gelet op Richtlijn 76/464/EEG van de Raad van 4 mei 1976 betreffende de verontreiniging veroorzaakt door bepaalde gevaarlijke stoffen die in het aquatisch milieu van de Gemeenschap worden geloosd (1), inzonderheid op de artikelen 6 en 12,

Gelet op Richtlijn 86/280/EEG van de Raad van 12 juni 1986 betreffende grenswaarden en kwaliteitsdoelstellingen voor lozingen van bepaalde onder lijst I van de bijlage van Richtlijn 76/464/EEG vallende gevaarlijke stoffen (2),

Gezien het voorstel van de Commissie (3),

Gezien het advies van het Europese Parlement (4),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (5),

Overwegende dat met het oog op de bescherming van het aquatisch milieu van de Gemeenschap tegen de door bepaalde gevaarlijke stoffen veroorzaakte verontreiniging bij artikel 3 van Richtlijn 76/464/EEG een stelsel is ingevoerd van voorafgaande vergunningen, waarin emissienormen voor lozingen van onder lijst I van de bijlage bij die richtlijn vallende stoffen worden vastgesteld; dat artikel 6 van genoemde richtlijn voorziet in de vaststelling van grenswaarden voor de emissienormen en tevens van kwaliteitsdoelstellingen voor het aquatisch milieu dat door de lozing van deze stoffen wordt beïnvloed;

Overwegende dat op de Lid-Staten de verplichting rust de grenswaarden toe te passen, behalve in gevallen waarin zij kwaliteitsdoelstellingen mogen hanteren;

Overwegende dat Richtlijn 86/280/EEG aan de hand van de zich verder ontwikkelende wetenschappelijke kennis omtrent voornamelijk toxiciteit, persistentie en accumulatie van de bedoelde stoffen in levende organismen en in sedimenten, of in geval van verbetering van de beste beschikbare technische middelen, op voorstel van de Commissie dient te worden aangepast en aangevuld; dat te dien einde moet worden voorzien in aanvulling van genoemde richtlijn met bepalingen betreffende andere gevaarlijke stoffen, alsmede wijzigingen van bijlage II ervan;

Overwegende dat het bepaalde in Richtlijn 86/280/EEG op grond van de in Richtlijn 76/464/EEG genoemde criteria zou moeten gelden voor aldrin, dieldrin, endrin, isodrin, hexachloorbenzeen, hexachloorbutadieen alsmede chloroform,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage II van Richtlijn 86/280/EEG wordt als volgt gewijzigd:

1. onder de titel worden de volgende punten toegevoegd:

»4. Inzake aldrin, dieldrin, endrin en isodrin

5. Inzake hexachloorbenzeen

6. Inzake hexachloorbutadieen

7. Inzake chloroform";

2. de volgende tekst wordt toegevoegd:

»IV. bijzondere bepalingen inzake:

- aldrin (nr. 1) (1) CAS-309-00-2

- dieldrin (nr. 71) (2) CAS-60-57-1

- endrin (nr. 77) (3) CAS-72-20-8

- isodrin (nr. 130) (4) CAS-465-73-6

(1) Aldrin is de chemische verbinding C12H8Cl6

1, 2, 3, 4, 10, 10-hexachloor-1, 4, 4a, 5, 8, 8a-hexahydro-1, 4-endo-5, 8-exodimethano-naftaleen.

(2) Dieldrin is de chemische verbinding C12H8Cl6O

1, 2, 3, 4, 10, 10-hexachloor-6, 7-epoxy-1, 4, 4a, 5, 6, 7, 8, 8a-octahydro-1, 4-endo-5, 8-exo-dimethano-naftaleen.

(3) Endrin is de chemische verbinding C12H8Cl6O

1, 2, 3, 4, 10, 10-hexachloor-6, 7-epoxy-1, 4, 4a, 5, 6, 7, 8, 8a-octahydro-1, 4-endo-5, 8-endo-dimethano-naftaleen.

(4) Isodrin is de chemische verbinding C12H8Cl6

1, 2, 3, 4, 10, 10-hexachloor-1, 4, 4a, 5, 8, 8a-hexahydro-1, 4-endo-5, 8-endo-dimethano-naftaleen.

Rubriek A (1, 71, 77, 130): Grenswaarden van de emissienormen (1)

1.2.3,4.5 // // // // // Soort industrieel bedrijf (2) // Soort gemiddelde waarde // Grenswaarden uitgedrukt in // In acht te nemen met ingang van 1.2.3.4.5 // // // Gewicht // Concentratie mg/l geloosd water (3) // // // // // // // Produktie van aldrin en/of dieldrin en/of endrin en eventueel formulering van deze verbindingen op dezelfde plaats // maand // 3 g per ton totale produktiecapaciteit (g/t) // 2 // 1. 1. 1989 // // dag // 15 g per ton totale produktiecapaciteit (g/t) (4) // 10 (4) // 1. 1. 1989 // // // // //

(1) De in deze rubriek vermelde grenswaarden zijn van toepassing op de totale lozing van aldrin, dieldrin en endrin.

Als het afvalwater, afkomstig van de produktie of het gebruik van aldrin, dieldrin en/of endrin (inclusief de formulering van deze verbindingen) tevens isodrin bevat, zijn de hierboven vastgestelde grenswaarden van toepassing op de totale lozing van aldrin, dieldrin, endrin en isodrin.

(2) Van de in rubriek A, punt 3, van bijlage I genoemde industriële bedrijven wordt in het bijzonder gewezen op installaties waar formulering van aldrin en/of dieldrin en/of endrin op een andere plek dan de produktieplaats plaatsvindt.

(3) Hierbij is rekening gehouden met het totale waterdebiet van het bedrijf.

(4) Indien mogelijk dienen de dagwaarden niet meer dan het dubbele van de maandwaarde te bedragen.

Rubriek B (1, 71, 77, 130): Kwaliteitsdoelstellingen

1.2.3,4 // // // // Milieucompartiment // Stof // Kwaliteitsdoelstellingen in ng/l in acht te nemen vanaf // 1.2.3.4 // // // 1. 1. 89 // 1. 1. 94 // // // // // Oppervlaktewater in het binnenland Estuaria // aldrin dieldrin // 30 in totaal voor de vier stoffen samen met een maximum van 5 voor endrin // 10 10 // Andere kustwateren dan estuaria // endrin // // 5 // Territoriale zeewateren // isodrin // // 5 // // // //

Standstill: de concentratie van aldrin en/of dieldrin en/of endrin en/of isodrin in sedimenten en/of schaal-, schelp- en/of weekdieren en/of vis mag niet significant toenemen met het verstrijken van de tijd. Rubriek C (1, 71, 77, 130): Referentiemeetmethode

1. De referentiemeetmethode voor het bepalen van aldrin, dieldrin, endrin en/of isodrin in afvalwater en wateren is gaschromatografie met detectie door elektronenvangst, na extractie met een geschikt oplosmiddel. De bepalingsdrempel (1) ligt voor elke stof afzonderlijk bij 2,5 ng/l voor wateren en 400 ng/l voor afvalwater afhankelijk van het aantal storende stoffen in het monster.

2. De referentiemeetmethode voor het bepalen van aldrin, dieldrin, endrin en/of isodrin in sedimenten en organismen is gaschromatografie met detectie door elektronenvangst, na een geschikte voorbereiding van het monster. De bepalingsdrempel ligt bij 1 mg/kg droog gewicht, voor elke stof afzonderlijk.

3. De nauwkeurigheid en de precisie van de methode moeten 50 % in plus of in min bedragen bij een concentratie van tweemaal de bepalingsdrempel.

(1) Onder de »bepalingsdrempel" xg van een gegeven stof wordt verstaan de kleinste met een gegeven werkwijze in een monster kwantitatief bepaalbare hoeveelheid die nog van nul kan worden onderscheiden.

V. Bijzondere bepalingen inzake hexachloorbenzeen (HCB) (nr. 83)

CAS-118-74-1

Rubriek A (83): Grenswaarden van de emissienormen

Standstill: De verontreiniging ten gevolge van HCB-lozingen die van invloed is op de concentraties in sedimenten en/of schaal-, schelp- en/of weekdieren en/of vis mag niet significant direct of indirect toenemen met het verstrijken van de tijd.

1.2.3,4.5 // // // // // Soort industrieel bedrijf (1) (2) (3) // Soort gemiddelde waarde // Grenswaarden uitgedrukt in // In acht te nemen vanaf // 1.2.3.4.5 // // // gewicht // concentratie // // // // // // // 1. Produktie en verwerking van HCB // maand // 10 g HCB per ton produktiecapaciteit van HCB // 1 mg HCB/l // // // dag // 20 g HCB per ton produktiecapaciteit van HCB // 2 mg HCB/l // 1. 1. 1990 // // // // // // 2. Produktie van perchloorethyleen (PER) en koolstoftetrachloride (CCl4) via perchlorering // maand dag // 1,5 g HCB per ton totale produktiecapaciteit van PER + CCl4 3 g HCB per ton totale produktiecapaciteit van PER + CCl4 // 1,5 mg HCB/l 3 mg HCB/l // 1. 1. 1990 // // // // // // 3. Produktie van trichloorethyleen en/of perchloorethyleen via andere procédés (4) // maand // - // - // - // // dag // - // - // - // // // // //

(1) Er kan een vereenvoudigde controleprocedure worden ingesteld, indien per jaar niet meer dan 1 kg wordt geloosd.

(2) Van de in bijlage I, rubriek A, punt 3, bedoelde industriële bedrijven worden met name vermeld bedrijven die chintozeen en tecnazeen produceren, bedrijven voor de produktie van chloor via elektrolyse van alcalichloriden met grafietelektroden en tevens bedrijven voor de verwerking van rubber, voor de fabricage van pyrotechnische produkten alsook bedrijven voor de produktie van vinylchloride.

(3) Op basis van de bij de toepassing van de richtlijn opgedane ervaring en rekening houdend met het feit dat het met gebruikmaking van de beste technische middelen reeds mogelijk is in bepaalde gevallen strengere waarden dan bovengenoemde toe te passen, neemt de Raad vóór 1 januari 1995 op basis van voorstellen van de Commissie een besluit over strengere grenswaarden.

(4) Er kunnen momenteel geen grenswaarden voor deze sector worden vastgesteld. De Raad zal deze grenswaarden later op voorstel van de Commissie vaststellen. In afwachting daarvan passen de Lid-Staten overeenkomstig bijlage I, rubriek A, punt 3, nationale emissienormen toe.

(1) PB nr. L 129 van 18. 5. 1976, blz. 23.

(2) PB nr. L 181 van 4. 7. 1986, blz. 16.

(3) PB nr. C 146 van 12. 6. 1976, blz. 5, PB nr. C 309 van 3. 12. 1986, blz. 3, PB nr. C 314 van 26. 11. 1987, blz. 5, en PB nr. C 70 van 18. 3. 1985, blz. 15.

(4) PB nr. C 122 van 9. 5. 1988 en PB nr. C 120 van 20. 5. 1986, blz. 164.

(5) PB nr. C 232 van 31. 8. 1987, blz. 2, PB nr. C 356 van 31. 12. 1987, blz. 69, PB nr. C 188 van 29. 7. 1985, blz. 19.

Rubriek B (83): Kwaliteitsdoelstellingen (1)

Standstill: De concentratie van HCB in sedimenten en/of schaal-, schelp- en/of weekdieren en/of vis mag niet significant toenemen met het verstrijken van de tijd.

(1) De Commissie blijft nagaan of de mogelijkheid bestaat strengere kwaliteitsdoelstellingen vast te stellen, rekening houdend met de gemeten concentraties van HBC in sedimenten en/of schaal-, schelp- en/of weekdieren en/of vis, en brengt vóór 1 januari 1995 verslag uit aan de Raad, die een besluit neemt of er eventueel wijzigingen moeten worden aangebracht in de richtlijn.

1.2.3.4 // // // // // Milieucompartiment // Kwaliteits- doelstellingen // Meeteenheid // In acht te nemen vanaf // // // // // Oppervlaktewater in het binnenland // // // // Estuaria // // // // Andere kustwateren dan estuaria // 0,03 // mg/l // 1. 1. 1990 // Territoriale zeewateren // // // // // // //

Rubriek C (83): Referentiemeetmethode

1. De referentiemeetmethode voor het bepalen van HCB in afvalwater en wateren is gaschromatografie met detectie door elektronenvangst na extractie met een geschikt oplosmiddel.

De bepalingsdrempel (1) ligt voor HCB tussen 1 en 10 ng/l voor wateren en 0,5 en 1 mg/l voor afvalwater, naar gelang van het aantal storende begeleidende stoffen in het monster.

2. De referentiemethode voor het bepalen van HCB in sedimenten en organismen is gaschromatografie met detectie door elektronenvangst, na een geschikte voorbehandeling van het monster. De bepalingsdrempel (1) ligt tussen 1 en 10 mg/kg droge stof.

3. De nauwkeurigheid en de precisie van de methode moeten 50 % in plus of in min bedragen bij een concentratie van tweemaal de bepalingsdrempel (1).

(1) Onder »bepalingsdrempel" xg van een gegeven stof wordt verstaan de kleinste met een gegeven werkwijze in een monster kwantitatief bepaalbare hoeveelheid die nog van nul kan worden onderscheiden.

VI. Bijzondere bepalingen inzake hexacloorbutadieen (HCBD) (nr. 84)

CAS-87-68-3

Rubriek A (84): Grenswaarden van de emissienormen

Standstill: De verontreiniging ten gevolge van HCBD-lozingen die van invloed is op de concentraties in sedimenten en/of schaal-, schelp- en/of weekdieren en/of vis mag niet significant direct of indirect toenemen met het verstrijken van de tijd.

1.2.3,4.5 // // // // // Soort industrieel bedrijf (1) (2) (3) // Soort gemiddelde waarde // Grenswaarden uitgedrukt in // In acht te nemen vanaf // 1.2.3.4.5 // // // gewicht // concentratie // // // // // // // 1. Produktie van perchloorethyleen (PER) en koolstoftetrachloride (CCl4) via perchlorering // maand // 1,5 g HCBD per ton totale produktiecapaciteit van PER + CCl4 // 1,5 mg HCBD/l // // // dag // 3 g HCBD per ton totale produktiecapaciteit van PER + CCl4 // 3 mg HCBD/l // 1. 1. 1990 // // // // // // 2. Produktie van trichloorethyleen en/of perchloorethyleen via andere procédés (4) // maand // - // - // - // // dag // - // - // - // // // // //

(1) Er kan een vereenvoudigde controleprocedure worden ingesteld, indien per jaar niet meer dan 1 kg wordt geloosd.

(2) Van de in bijlage I, rubriek A, punt 3, bedoelde industriële bedrijven worden met name vermeld bedrijven die voor technische doeleinden HCBD gebruiken.

(3) Op basis van de bij de toepassing van de richtlijn opgedane ervaring en rekening houdende met het feit dat het met gebruikmaking van de beste technische middelen reeds mogelijk is in bepaalde gevallen strengere waarden dan bovengenoemde toe te passen, neemt de Raad vóór 1 januari 1995 op basis van voorstellen van de Commissie een besluit over strengere grenswaarden.

(4) Er kunnen momenteel geen grenswaarden voor deze sector worden vastgesteld. De Raad zal deze grenswaarden later op voorstel van de Commissie vaststellen. In afwachting daarvan passen de Lid-Staten overeenkomstig bijlage I, rubriek A, punt 3, nationale emissienormen toe.

Rubriek B (84): Kwaliteitsdoelstellingen (1)

Standstill: De concentratie van HCBD in sedimenten en/of schaal-, schelp- en/of weekdieren en/of vis mag niet significant toenemen met het verstrijken van de tijd.

(1) De Commissie blijft nagaan of de mogelijkheid bestaat strengere kwaliteitsdoelstellingen vast te stellen, rekening houdend met de gemeten concentraties van HCBD in sedimenten en/of schaal-, schelp- en/of weekdieren en/of vis, en brengt vóór 1 januari 1995 verslag uit aan de Raad, die een besluit neemt of er eventueel wijzigingen moeten worden aangebracht.

1.2.3.4 // // // // // Milieucompartiment // Kwaliteits- doelstellingen // Meeteenheid // In acht te nemen vanaf // // // // // Oppervlaktewater in het binnenland // // // // Estuaria // // // // Andere kustwateren dan estuaria // 0,1 // mg/l // 1. 1. 1990 // Territoriale zeewateren // // // // // // //

Rubriek C (84): Referentiemeetmethode

1. De referentiemeetmethode voor het bepalen van HCBD in afvalwater en wateren is gaschromatografie met detectie door elektronenvangst, na extractie met een geschikt oplosmiddel.

De bepalingsdrempel (1) ligt voor HCBD tussen 1 en 10 ng/l voor wateren en 0,5 en 1 mg/l voor afvalwater, naar gelang van het aantal storende begeleidende stoffen in het monster.

2. De referentiemethode voor het bepalen van HCBD in sedimenten en organismen is gaschromatografie met detectie door elektronenvangst, na een geschikte voorbehandeling van het monster. De bepalingsdrempel (1) ligt tussen 1 en 10 mg/kg droge stof. 3. De nauwkeurigheid en de precisie van de methode moeten 50 % in plus of in min bedragen bij een concentratie van tweemaal de bepalingsdrempel (1).

(1) Onder »bepalingsdrempel" xg van een gegeven stof wordt verstaan de kleinste met een gegeven werkwijze in een monster kwantitatief bepaalbare hoeveelheid die nog van nul kan worden onderscheiden.

VII. Bijzondere bepalingen inzake chloroform (CHCl3) (nr. 23) (1)

CAS-67-66-3

Rubriek A (23): Grenswaarden van de emissienormen

1.2,3.4 // // // // Soort industrieel bedrijf (2) (3) // Grenswaarden (maandelijkse gemiddelden) uitgedrukt in (4) (5) // In acht te nemen vanaf // 1.2.3.4 // // gewicht // concentratie // // // // // // 1. Produktie van chloormethanen uit methanol of uit een combinatie methanol en methaan (6) // 10 g CHCl3 per ton totale produktiecapaciteit van chloormethanen // 1 mg/l // 1. 1. 1990 // // // // // 2. Produktie van chloormethanen door chlorering van methaan // 7,5 g CHCl3 per ton totale produktiecapaciteit van chloormethanen // 1 mg/l // 1. 1. 1990 // // // // // 3. Produktie van chloorfluorkoolwaterstoffen (CFK's) (7) // - // - // - // // // //

(1) In het geval van chloroform is artikel 3 van Richtlijn 76/464/EEG van toepassing op lozingen van industriële procédés die op zichzelf aanmerkelijk kunnen bijdragen tot het chloroformgehalte in afvalwater; het is in het bijzonder van toepassing op die procédés welke genoemd zijn in rubriek A van deze bijlage. Artikel 5 van deze richtlijn is van toepassing indien andere bronnen dan de in deze bijlage genoemde worden geconstateerd.

(2) Van de in bijlage I, rubriek A, punt 3, bedoelde industriële bedrijven worden in het geval van chloroform speciaal de bedrijven bedoeld die vinylchloridemonomeren fabriceren door pyrolyse van dichloorethaan, bedrijven die gebleekt papierpulp produceren, bedrijven die CHCl3 als oplosmiddel gebruiken en bedrijven waar koelwater of ander afvalwater wordt gechloreerd. De Raad stelt voor deze sectoren in een later stadium op voorstel van de Commissie grenswaarden vast.

(3) Er kan een vereenvoudigde controleprocedure worden ingesteld indien per jaar niet meer dan 30 kg wordt geloosd.

(4) De gemiddelde dagelijkse grenswaarden zijn gelijk aan tweemaal de gemiddelde maandelijkse waarden.

(5) Gezien de vluchtigheid van chloroform schrijven de Lid-Staten voor, ten einde ervoor te zorgen dat artikel 3, lid 6, wordt nageleefd wanneer een procédé wordt toegepast waarbij chloroform bevattend afvalwater in open lucht sterk in beweging wordt gebracht, dat stroomopwaarts van de betreffende installaties aan de grenswaarden moet worden voldaan; zij vergewissen zich ervan dat alle water dat verontreinigd kan zijn in aanmerking wordt genomen.

(6) Dit wil zeggen door hydrochlorering van methanol, gevolgd door chlorering van methylchloride.

(7) Er kunnen momenteel geen grenswaarden voor deze sector worden vastgesteld. De Raad zal deze grenswaarden later op voorstel van de Commissie vaststellen. In afwachting daarvan passen de Lid-Staten nationale emissienormen toe overeenkomstig bijlage I, rubriek A, punt 3.

Rubriek B (23): Kwaliteitsdoelstellingen (1)

(1) Onverminderd artikel 6, lid 3, van Richtlijn 76/464/EEG kan, wanneer er geen aanwijzingen zijn dat het in acht nemen en blijvend handhaven van bovengenoemde kwaliteitsdoelstelling problemen oplevert, een vereenvoudigde controleprocedure worden ingesteld.

1.2.3.4 // // // // // Milieucompartiment // Kwaliteits- doelstellingen // Meeteenheid // In acht te nemen vanaf // // // // // Oppervlaktewater in het binnenland // // // // Estuaria // // // // Andere kustwateren dan estuaria // 12 // mg/l // 1. 1. 1990 // Territoriale zeewateren // // // // // // //

Rubriek C (23): Referentiemeetmethode

1. De referentiemeetmethode voor het bepalen van chloroform in afvalwater en wateren is gaschromatografie.

Er moet een gevoelige detector worden gebruikt wanneer de concentratie lager is dan 0,5 mg/l; in dat geval ligt de bepalingsdrempel (1) op 0,1 mg/l. Voor een concentratie hoger dan 0,5 mg/l is een bepalingsdrempel van 0,1 mg/l adequaat.

2. De nauwkeurigheid en de precisie van de methode moeten 50 % in plus of in min bedragen bij een concentratie van tweemaal de bepalingsdrempel.

(1) Onder de »bepalingsdrempel" xg van een gegeven stof wordt verstaan de kleinste met een gegeven werkwijze in een monster kwantitatief bepaalbare hoeveelheid die nog van nul kan worden onderscheiden.".

Artikel 2

De Lid-Staten treffen de maatregelen die nodig zijn om aan deze richtlijn te voldoen vóór 1 januari 1989 voor wat betreft aldrin, dieldrin, endrin en isodrin, en vóór 1 januari 1990 voor wat betreft de andere stoffen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

De Lid-Staten delen de Commissie onmiddellijk alle bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 3

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten.

Gedaan te Luxemburg, 16 juni 1988.

Voor de Raad

De Voorzitter

K. TOEPFER