31983L0129

Richtlijn 83/129/EEG van de Raad van 28 maart 1983 betreffende de invoer in de Lid-Staten van huiden van bepaalde zeehondejongen en daarvan vervaardigde produkten

Publicatieblad Nr. L 091 van 09/04/1983 blz. 0030 - 0031
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 15 Deel 4 blz. 0121
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 15 Deel 4 blz. 0122
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 15 Deel 4 blz. 0121
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 15 Deel 4 blz. 0122


*****

RICHTLIJN VAN DE RAAD

van 28 maart 1983

betreffende de invoer in de Lid-Staten van huiden van bepaalde zeehondejongen en daarvan vervaardigde produkten

(83/129/EEG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 235,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europese Parlement (1),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (2),

Overwegende dat het Europese Parlement een resolutie heeft aangenomen over de communautaire handel in zeehondeprodukten en in het bijzonder in produkten die worden gemaakt van zadelrobjongen en klapmutsjongen;

Overwegende dat in bepaalde Lid-Staten reeds maatregelen op vrijwillige of wettelijke basis zijn genomen om de invoer van of de handel in huiden van zadelrobjongen (»whitecoats") en klapmutsjongen (»bluebacks") te beperken; dat één Lid-Staat reeds eist dat alle zeehondeprodukten worden gemerkt;

Overwegende dat verschillende studies twijfel hebben doen ontstaan over de populaties van de zadelrob- en klapmutspopulaties, in het bijzonder wat betreft de gevolgen van de niet-traditionele jacht voor de instandhouding van de klapmutspopulaties;

Overwegende dat de exploitatie van zeehonden en andere soorten, mits die plaatsvindt in overeenstemming met hun vermogen deze exploitatie te weerstaan en met inachtneming van het natuurlijke evenwicht, natuurlijk en gewettigd is en in bepaalde gebieden van de wereld een belangrijk aspect van de traditionele levenswijze en de economie vormt; dat bij de traditionele jacht van de Eskimobevolking zeehondejongen ongemoeid blijven en dat bijgevolg dient te worden voorkomen dat de belangen van die bevolkingsgroep worden geschaad;

Overwegende dat het wenselijk is verder onderzoek te verrichten naar de wetenschappelijke aspecten en de gevolgen van het doden van zadelrob- en klapmutsjongen; dat er, in afwachting van de resultaten van dat onderzoek, tijdelijke maatregelen moeten worden genomen of gehandhaafd overeenkomstig de resolutie van de Raad en de Vertegenwoordigers van de Regeringen der Lid-Staten van 5 januari 1983 (3);

Overwegende dat er kennis van is genomen dat de jacht op zeehondejongen reeds aan enige beperkingen is onderworpen; dat de Raad de Commissie heeft verzocht in het kader van haar verdere contacten met de betrokken landen te blijven zoeken naar oplossingen die een invoerbeperking overbodig maken;

Overwegende dat de Raad de situatie opnieuw zal bezien op basis van een verslag dat de Commissie hem vóór 1 september 1983 zal voorleggen,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

1. De Lid-Staten nemen of handhaven de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de in de bijlage genoemde produkten niet voor handelsdoeleinden op hun grondgebied worden ingevoerd.

2. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Artikel 2

Deze richtlijn is van toepassing van 1 oktober 1983 tot 1 oktober 1985, tenzij de Raad, op grond van een verslag dat de Commissie vóór 1 september 1983 aan de Raad moet uitbrengen, op voorstel van de Commissie en met gekwalificeerde meerderheid van stemmen anders beslist.

Artikel 3

Deze richtlijn geldt slechts voor de produkten die niet afkomstig zijn van de traditionele jacht van de Eskimobevolking.

Artikel 4

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten.

Gedaan te Brussel, 28 maart 1983.

Voor de Raad

De Voorzitter

J. ERTL

(1) PB nr. C 334 van 20. 12. 1982, blz. 132.

(2) PB nr. C 346 van 31. 12. 1982, blz. 1.

(3) PB nr. C 14 van 18. 1. 1983, blz. 1.

BIJLAGE

1.2.3 // // // // Nr. // Nr. van het gemeenschappelijk douanetarief // Omschrijving // // // // 1 // ex 43.01 ex 43.02 A // Pelterijen, niet gelooid noch anderszins bereid, en pelterijen gelooid of anderszins bereid of veredeld, ook indien aaneengenaaid tot banen, zakken, vierkanten, kruisen en dergelijke vormen, die afkomstig zijn van: // // // - zadelrobjongen (»whitecoats") // // // - klapmutsjongen (»bluebacks") // 2 // ex 43.03 // Artikelen vervaardigd van de onder punt 1 bedoelde pelterijen // // //