31974R0306

Verordening (EEG) nr. 306/74 van de Raad van 4 februari 1974 betreffende de invoer van olijfolie uit Turkije

Publicatieblad Nr. L 034 van 07/02/1974 blz. 0011 - 0012
bijzondere uitgave in het Tsjechisch Hoofdstuk 03 Deel 02 blz. 40 - 41
bijzondere uitgave in het Ests Hoofdstuk 03 Deel 02 blz. 40 - 41
bijzondere uitgave in het Hongaars Hoofdstuk 03 Deel 02 blz. 40 - 41
bijzondere uitgave in het Litouws Hoofdstuk 03 Deel 02 blz. 40 - 41
bijzondere uitgave in het Lets Hoofdstuk 03 Deel 02 blz. 40 - 41
bijzondere uitgave in het Maltees Hoofdstuk 03 Deel 02 blz. 40 - 41
bijzondere uitgave in het Pools Hoofdstuk 03 Deel 02 blz. 40 - 41
bijzondere uitgave in het Slowaaks Hoofdstuk 03 Deel 02 blz. 40 - 41
bijzondere uitgave in het Sloveens Hoofdstuk 03 Deel 02 blz. 40 - 41


Verordening (eeg) nr. 306/74 van de Raad

van 4 februari 1974

betreffende de invoer van olijfolie uit Turkije

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 43,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europese Parlement [1],

Overwegende dat in artikel 7 van bijlage 6 van het op 23 november 1970 te Brussel ondertekende aanvullend Protocol, gewijzigd bij de op 23 november 1973 te Brussel ondertekende Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling, wordt voorzien in een bijzondere invoerregeling voor olijfolie van onderverdeling 15.07 A II van het gemeenschappelijk douanetarief, volledig in Turkije vervaardigd en rechtstreeks van dit land naar de Gemeenschap vervoerd ; dat voor de toepassing van deze regeling uitvoeringsvoorschriften moeten worden vastgesteld ;

Overwegende dat genoemde bijzondere regeling, voor zover Turkije bij uitvoer een bijzondere heffing toepast, voorziet in een forfaitaire verlaging van 0,50 rekeneenheid per 100 kilogram van de heffing die op deze olie van toepassing is, alsmede in een verlaging van deze heffing gelijk aan het bedrag van de bijzondere heffing en wel tot 4,5 rekeneenheden per 100 kilogram;

Overwegende dat bepaald dient te worden dat de bijzondere uitvoerheffing, overeenkomstig de bepalingen van de Overeenkomst, bij invier in de Gemeenschap in de prijs voor olijfolie wordt doorberekend ; dat voor een juiste toepassing van de betrokken regeling maatregelen dienen te worden genomen om te waarborgen dat bij invoer van de olie de bijzondere uitvoerheffing is voldaan,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

Artikel I

Indien Turkije de bijzondere heffing bij uitvoer toepast op andere olijfolie dan die welke aan een raffinageproces onderworpen is geweest, van onderverdeling 15.07 A II van het gemeenschappelijk douanetarief, volledig in Turkije vervaardigd en rechtstreeks van dit land naar de Gemeenschap vervoerd, wordt bij invoer van deze olie in de Gemeenschap een heffing toegepast die wordt berekend overeenkomstig artikel 13 van Verordening nr. 136/66/EEG van de Raad van 22 september 1966 houdende de totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector oliƫn en vetten [2], laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1707/73 [3], verminderd :

- met 0,50 rekeneenheid per 100 kilogram, en

- met een bedrag gelijk aan dat van de bijzondere heffing die door Turkije bij uitvoer van deze olie wordt toegepast, met een maximum van 4,5 rekeneenheden per 100 kilogram.

Artikel 2

De in artikel 1 vastgestelde regeling geldt voor elke invoer waarvoor de importeur het bewijs levert dat de in dat artikel bedoelde bijzondere uitvoerheffing in de invoerprijs werd doorberekend.

Artikel 3

Ingeval Turkije de bijzondere uitvoerheffing niet toepast, wordt bij invoer van de in artikel 1 omschreven olie in de Gemeenschap een heffing toegepast die wordt berekend overeenkomstig artikel 13 van Verordening nr. 136/66/EEG, verminderd met 0,50 rekeneenheden per 100 kilogram.

Artikel 4

De voorschriften voor de uitvoering van deze verordening, met name van artikel 2, worden vastgesteld overeenkomstig de procedure van artikel 38 van Verordening nr. 136/66/EEG.

Artikel 5

Verordening (EEG) nr. 1235/71 van de Raad van 7 juni 1971 betreffende de invoer van olijfolie uit Turkije [4] vervalt.

Artikel 6

Deze verordening treedt in werking op de datum van inwerkingtreding van de op 23 november 1973 ondertekende Overeenkomst, in de vorm van een briefwisseling, betreffende dewijziging van artikel 7 van bijlage 6 van het aanvullend Protocol bij de Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Economische Gemeenschap en Turkije [5].

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 4 februari 1974.

Voor de Raad

De Voorzitter

W. Scheel

[1] PB nr. C 2 van 9. 1. 1974, blz. 15.

[2] PB nr. 172 van 30. 9. 1966, blz. 3025/66.

[3] PB nr. L 175 van 29. 6. 1973, blz. 5.

[4] PB nr. L 130 van 16. 6. 1971, blz. 55.

[5] De datum van inwerkingtreding van deze Overeenkomst zal worden bekendgemaakt in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

--------------------------------------------------