12.1.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 8/3


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 176/2015

van 10 juli 2015

tot wijziging van bijlage I (Veterinaire en fytosanitaire aangelegenheden) bij de EER-overeenkomst [2017/16]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (de „EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Uitvoeringsverordening (EU) 2015/489 van de Commissie van 23 maart 2015 tot verlening van een vergunning voor selenomethionine geproduceerd door Saccharomyces cerevisiae NCYC R645 als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor alle diersoorten (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Uitvoeringsverordening (EU) 2015/502 van de Commissie van 24 maart 2015 tot verlening van een vergunning voor het preparaat Saccharomyces cerevisiae NCYC R404 als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor melkkoeien (vergunninghouder Micro Bio-System Ltd) (2) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(3)

Uitvoeringsverordening (EU) 2015/518 van de Commissie van 26 maart 2015 tot verlening van een vergunning voor een preparaat van Enterococcus faecium NCIMB 10415 als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor opfokleghennen en voor minder gangbare pluimveesoorten gehouden voor mest- en legdoeleinden en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 361/2011 wat de verenigbaarheid ervan met coccidiostatica betreft (vergunninghouder DSM Nutritional Products Ltd vertegenwoordigd door DSM Nutritional Products Sp. Z o.o) (3) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(4)

Dit besluit heeft betrekking op wetgeving inzake diervoeding. Wetgeving inzake diervoeding is niet van toepassing op Liechtenstein zolang de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten van toepassing blijft in Liechtenstein, zoals bepaald in de sectorale aanpassingen bij bijlage I bij de EER-overeenkomst. Dit besluit is derhalve niet van toepassing op Liechtenstein.

(5)

Bijlage I bij de EER-overeenkomst dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Hoofdstuk II van bijlage I bij de EER-overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

1)

In punt 2z (Uitvoeringsverordening (EU) nr. 361/2011 van de Commissie) wordt het volgende streepje toegevoegd:

„, gewijzigd bij:

32015 R 0518: Uitvoeringsverordening (EU) 2015/518 van de Commissie van 26 maart 2015 (PB L 82 van 27.3.2015, blz. 75).”.

2)

Na punt 127 (Uitvoeringsverordening (EU) 2015/264 van de Commissie) worden de volgende punten ingevoegd:

„128.

32015 R 0489: Uitvoeringsverordening (EU) 2015/489 van de Commissie van 23 maart 2015 tot verlening van een vergunning voor selenomethionine geproduceerd door Saccharomyces cerevisiae NCYC R645 als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor alle diersoorten (PB L 78 van 24.3.2015, blz. 5).

129.

32015 R 0502: Uitvoeringsverordening (EU) 2015/502 van de Commissie van 24 maart 2015 tot verlening van een vergunning voor het preparaat Saccharomyces cerevisiae NCYC R404 als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor melkkoeien (vergunninghouder Micro Bio-System Ltd) (PB L 79 van 25.3.2015, blz. 57).

130.

32015 R 0518: Uitvoeringsverordening (EU) 2015/518 van de Commissie van 26 maart 2015 tot verlening van een vergunning voor een preparaat van Enterococcus faecium NCIMB 10415 als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor opfokleghennen en voor minder gangbare pluimveesoorten gehouden voor mest- en legdoeleinden en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 361/2011 wat de verenigbaarheid ervan met coccidiostatica betreft (vergunninghouder DSM Nutritional Products Ltd vertegenwoordigd door DSM Nutritional Products Sp. Z o.o) (PB L 82 van 27.3.2015, blz. 75).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Uitvoeringsverordeningen (EU) 2015/489, (EU) 2015/502 en (EU) 2015/518 zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 11 juli 2015, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (*1).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 10 juli 2015.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Atle LEIKVOLL


(1)  PB L 78 van 24.3.2015, blz. 5.

(2)  PB L 79 van 25.3.2015, blz. 57.

(3)  PB L 82 van 27.3.2015, blz. 75.

(*1)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.