22.2.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 52/24


Beschikking van het Hof (Zevende kamer) van 12 december 2013 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Commissione Tributaria Regionale dell’Umbria — Italië) — Umbra Packaging srl/Agenzia delle Entrate — Direzione Provinciale di Perugia

(Zaak C-355/13) (1)

(Prejudiciële verwijzing - Reglement voor de procesvoering - Artikelen 53, lid 2, en 99 - Antwoord op prejudiciële vraag dat duidelijk uit rechtspraak kan worden afgeleid - Verzoek kennelijk niet-ontvankelijk - Elektronische-communicatienetwerken en -diensten - Richtlijn 2002/20/EG (machtigingsrichtlijn) - Artikel 3 - Heffing van een belasting voor overheidsconcessies bij de sluiting van een telefoonabonnementscontract - Geen heffing van de belasting bij gebruik van beltegoedkaarten - Artikel 102 VWEU)

2014/C 52/42

Procestaal: Italiaans

Verwijzende rechter

Commissione Tributaria Regionale dell’Umbria

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Umbra Packaging srl

Verwerende partij: Agenzia delle Entrate — Direzione Provinciale di Perugia

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Commissione Tributaria Regionale dell’Umbria — Uitlegging van artikel 3 van richtlijn 2002/20 van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 betreffende de machtiging voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten (machtigingsrichtlijn) (PB L 108, blz. 21) en van artikel 102 VWEU — Nationale regeling die exploitanten van een netwerk voor mobiele telefonie een vergoeding oplegt — Heffing van een belasting voor overheidsconcessies bij de sluiting van een telefoonabonnementscontract — Geen heffing van de belasting bij gebruik van beltegoedkaarten

Dictum

Artikel 3 van richtlijn 2002/20/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 betreffende de machtiging voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten (machtigingsrichtlijn), moet aldus worden uitgelegd dat het niet in de weg staat aan een nationale regeling zoals die betreffende de belasting op werkzaamheden die in het kader van een overheidsconcessie worden uitgeoefend.


(1)  PB C 260 van 7.9.2013.