23.3.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 86/2


Arrest van het Hof (Derde kamer) van 31 januari 2013 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Grondwettelijk Hof — België) — Belgische Petroleum Unie VZW e.a./Belgische Staat

(Zaak C-26/11) (1)

(Richtlijn 98/70/EG - Kwaliteit van benzine en van dieselbrandstof - Artikelen 3 tot en met 5 - Milieutechnische specificaties die van toepassing zijn op brandstoffen - Richtlijn 98/34/EG - Informatieprocedure op gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende diensten van informatiemaatschappij - Artikelen 1 en 8 - Begrip „technisch voorschrift” - Verplichting tot mededeling van ontwerpen voor technische voorschriften - Nationale wettelijke regeling die aardoliemaatschappijen die benzine en/of dieselbrandstof in de handel brengen, verplichting oplegt om in zelfde kalenderjaar eveneens bepaalde hoeveelheid biobrandstoffen in de handel te brengen)

2013/C 86/03

Procestaal: Nederlands

Verwijzende rechter

Grondwettelijk Hof

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partijen: Belgische Petroleum Unie VZW, Continental Tanking Company NV, Belgische Olie Maatschappij NV, Octa NV, Van Der Sluijs Group Belgium NV, Belgomazout Liège NV, Martens Energie NV, Transcor Oil Services NV, Mabanaft BV, Belgomine NV, Van Raak Distributie NV, Bouts NV, Gabriels & Co NV, Joassin René NV, Orion Trading Group NV, Petrus NV, Argosoil Belgium NV

Verwerende partij: Belgische Staat

in tegenwoordigheid van: Belgian Bioethanol Association VZW, Belgian Biodiesel Board VZW

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Grondwettelijk Hof — Uitlegging van artikel 4, lid 3, VEU, de artikelen 26, lid 2, 28, 34, 35 en 36 VWEU, de artikelen 3, 4 en 5 van richtlijn 98/70/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 1998 betreffende de kwaliteit van benzine en van dieselbrandstof en tot wijziging van richtlijn 93/12/EG van de Raad (PB L 350, blz. 58) en artikel 8 van richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PB L 204, blz. 37) — Nationale regeling die aardoliemaatschappijen die motorbrandstoffen uitslaan tot verbruik, verplicht om in hetzelfde jaar eveneens een hoeveelheid bio-ethanol, zuiver of in de vorm van bio-ETBE, en methylvetzuur (FAME) in verbruik te stellen

Dictum

1)

De artikelen 3 tot en met 5 van richtlijn 98/70/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 1998 betreffende de kwaliteit van benzine en van dieselbrandstof en tot wijziging van richtlijn 93/12/EEG van de Raad, zoals gewijzigd bij richtlijn 2009/30/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009, moeten aldus worden uitgelegd dat zij zich niet verzetten tegen een nationale wettelijke regeling zoals die welke aan de orde is in het hoofdgeding, die, overeenkomstig de doelstelling van bevordering van het gebruik van biobrandstoffen in de vervoersector die aan de lidstaten is opgelegd bij richtlijn 2003/30/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 mei 2003 ter bevordering van het gebruik van biobrandstoffen of andere hernieuwbare brandstoffen in het vervoer, bij richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van richtlijn 2001/77/EG en richtlijn 2003/30, en bij richtlijn 2009/30, de aardoliemaatschappijen die benzineproducten en/of dieselproducten in de handel brengen de verplichting oplegt om in hetzelfde kalenderjaar eveneens een bepaalde hoeveelheid biobrandstoffen in de handel te brengen door deze biobrandstoffen te vermengen met die producten, wanneer deze hoeveelheid wordt berekend in percentages van de totale hoeveelheid van de betrokken producten die zij jaarlijks verhandelen en deze percentages overeenstemmen met de maximale grenswaarden die zijn vastgesteld bij richtlijn 98/70, zoals gewijzigd bij richtlijn 2009/30.

2)

Artikel 8 van richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij, zoals gewijzigd bij richtlijn 98/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 juli 1998, gelezen in samenhang met artikel 10, lid 1, laatste streepje, van voornoemde richtlijn, moet aldus worden uitgelegd dat geen aanmelding vereist is van een nationale ontwerpregeling die de aardoliemaatschappijen die benzine en/of dieselbrandstof in de handel brengen, de verplichting oplegt om in hetzelfde kalenderjaar eveneens bepaalde percentages biobrandstoffen in de handel te brengen, wanneer dit ontwerp, na aanmelding overeenkomstig bedoeld artikel 8, lid 1, eerste alinea, is gewijzigd teneinde rekening te houden met de opmerkingen van de Europese Commissie over dit ontwerp en het aldus gewijzigde ontwerp vervolgens aan haar is meegedeeld.


(1)  PB C 113 van 9.4.2011.