19.6.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 161/19


Beroep ingesteld op 16 maart 2010 — Europese Commissie tegen Koninkrijk der Nederlanden

(Zaak C-141/10)

(2010/C 161/28)

Procestaal: Nederlands

Partijen

Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: V. Kreuschitz en M. van Beek, gemachtigden)

Verwerende partij: Koninkrijk der Nederlanden

Conclusies

Vast te stellen dat het Koninkrijk der Nederlanden, door niet alle maatregelen te nemen om een eind te maken aan de regeling welke inhoudt dat bepaalde sociale zekerheidsuitkeringen niet aan onderdanen uit andere landen van de Europese Unie, die werkzaam zijn op boorplatforms in Nederland, worden uitgekeerd, de krachtens artikel 13, lid 2, onder a), en artikel 3, lid 1, van verordening (EEG) nr. 1408/71 (1) en artikel 45 tot en met 48 VWEU, op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen.

Het Koninkrijk der Nederlanden te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

1)

In het recente verleden heeft het Europees Parlement de Commissie herhaaldelijk om toelichting verzocht over Portugese onderdanen die op een boorplatform op het Nederlands continentaal plat werken en in Portugal wonen, maar niet dezelfde arbeids- en sociale zekerheidsvoorwaarden genieten als de in Nederland wonende werknemers.

2)

Bijgevolg heeft de Commissie, overeenkomstig de procedure van artikel 226 EG, thans artikel 258 VWEU, Nederland een ingebrekestelling en een met redenen omkleed advies toegezonden. Hierin zet de Commissie uiteen dat, naar haar mening, de Nederlandse sociale zekerheidswetgeving ook van toepassing zou moeten zijn op onderdanen van andere lidstaten van de Europese Unie, die op boorplatforms in Nederland werken en dat de weigering van de Nederlandse autoriteiten om deze personen hun sociale zekerheidsuitkeringen toe te kennen strijdig is met titel II van verordening (EEG) nr. 1408/71, en met name artikel 13, lid 2, onder a), en artikel 3, lid 1, en met de artikelen 39 tot en met 42 van het EG-Verdrag, inmiddels verworden tot artikelen 45 tot en met 48 VWEU.

3)

Tot op heden heeft Nederland nog niet alle maatregelen genomen om een eind te maken aan de nationale regeling welke inhoudt dat bepaalde sociale zekerheidsuitkeringen niet aan onderdanen van andere landen van de Europese Unie, die werkzaam zijn op boorplatforms in Nederland, worden uitgekeerd.

4)

Op grond van het voorgaande moet de Commissie concluderen dat Nederland, door te weigeren aan onderdanen van andere landen van de Europese Unie die werkzaam zijn op boorplatforms in Nederland bepaalde sociale zekerheidsuitkeringen uit te keren, niet heeft voldaan aan de krachtens artikel 13, lid 2, onder a), en artikel 3, lid 1, van verordening (EEG) nr. 1408/71 en artikelen 45 tot en met 48 VWEU op hem rustende verplichtingen.


(1)  Verordening van de Raad van 14 juni 1971 betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen (PB L 149, blz. 2).