Brussel, 11.8.2017

COM(2017) 426 final

2017/0192(NLE)

Voorstel voor een

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

waarbij Roemenië wordt gemachtigd een bijzondere maatregel toe te passen die afwijkt van artikel 287 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde


TOELICHTING

Overeenkomstig artikel 395, lid 1, van Richtlijn 2006/112/EG van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde 1 (hierna "de btw-richtlijn" genoemd) kan de Raad op voorstel van de Commissie met eenparigheid van stemmen elke lidstaat machtigen bijzondere, van de bepalingen van deze richtlijn afwijkende maatregelen te treffen, teneinde de belastinginning te vereenvoudigen of bepaalde vormen van belastingfraude of -ontwijking te voorkomen.

Bij brief, ingekomen bij de Commissie op 26 april 2017, heeft Roemenië verzocht om een maatregel te mogen blijven toepassen die afwijkt van artikel 287 van de btw-richtlijn, zodat het belastingplichtigen met een jaaromzet onder een bepaalde drempel van de btw kan vrijstellen. Tegelijkertijd vroeg Roemenië om de drempel voor de vrijstelling te verhogen, namelijk van de tegenwaarde van 65 000 EUR in de nationale munteenheid tot de tegenwaarde van 88 500 EUR in de nationale munteenheid.

Overeenkomstig artikel 395, lid 2, van de btw-richtlijn heeft de Commissie de overige lidstaten bij brief van 9 juni 2017 van het verzoek van Roemenië in kennis gesteld. Bij brief van 12 juni 2017 heeft de Commissie Roemenië meegedeeld dat zij over alle gegevens beschikte die zij nodig achtte voor de beoordeling van het verzoek.

1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Overeenkomstig hoofdstuk 1 van titel XII van de btw-richtlijn kunnen de lidstaten een bijzondere regeling voor kleine ondernemingen toepassen, waarbij zij onder meer de mogelijkheid hebben om belastingplichtigen van wie de jaaromzet onder een bepaalde drempel blijft, van de btw vrij te stellen. Deze vrijstelling houdt in dat de belastingplichtige geen btw in rekening hoeft te brengen over zijn prestaties, maar bijgevolg ook geen voorbelasting kan aftrekken.

Volgens punt 18 van artikel 287 van de btw-richtlijn mag Roemenië vrijstelling van btw verlenen aan belastingplichtigen met een jaaromzet die ten hoogste gelijk is aan de tegenwaarde van 35 000 EUR in de nationale munteenheid tegen de op de dag van zijn toetreding geldende omrekeningskoers. Bij Uitvoeringsbesluit 2012/181/EU 2 van de Raad werd Roemenië gemachtigd om een hogere drempel toe te passen en vrijstelling van btw te verlenen aan belastingplichtigen met een jaaromzet van niet meer dan 65 000 EUR. Deze maatregel werd verlengd bij Uitvoeringsbesluit 2014/931/EU 3 van de Raad, dat op 31 december 2017 verstrijkt. Roemenië heeft verzocht om de maatregel nog eens gedurende een beperkte periode te mogen verlengen en daarbij ook de vrijstellingsdrempel te verhogen tot 88 500 EUR.

Er wordt verwacht dat de verhoging van de drempel de btw-gerelateerde verplichtingen voor een aantal kleine ondernemingen met een beperkte economische bedrijvigheid zal doen dalen en de bedrijvigheid van deze kleine ondernemingen zal stimuleren, aangezien zij niet langer aan een aantal fiscale verplichtingen zullen moeten voldoen, zoals het indienen van btw-aangiften of het voeren van een btw-administratie. Er wordt ook verwacht dat de verhoging van de drempel de druk bij de belastingautoriteiten zal doen dalen doordat bij een groter aantal kleine ondernemingen niet langer zal moeten worden toegezien op de inning van minder omvangrijke sommen.

Volgens Roemenië zal de hogere drempel geen noemenswaardige invloed hebben op de overheidsinkomsten. Roemenië schat dat de verhoging van de drempel zal leiden tot een daling van de begrotingsinkomsten van ongeveer 0,60 % van de totale begrotingsinkomsten van de staat.

Belastingplichtigen van wie de omzet niet hoger is dan de drempel, zullen nog altijd de mogelijkheid hebben om voor de btw geïdentificeerd te worden.

Samenhang met de huidige bepalingen op dit beleidsgebied

Aan andere lidstaten zijn reeds soortgelijke derogaties toegestaan. België 4 mag een drempel toepassen van 25 000 EUR, Luxemburg 5 een drempel van 30 000 EUR, Polen 6 en Estland 7 een drempel van 40 000 EUR, Litouwen 8 een drempel van 45 000 EUR, Letland 9 en Slovenië 10 een drempel van 50 000 EUR, en Italië 11 een drempel van 65 000 EUR.

Derogaties van de btw-richtlijn moeten steeds in de tijd worden beperkt, zodat de gevolgen ervan kunnen worden beoordeeld. Bovendien worden de bepalingen van de artikelen 281 tot en met 294 van de btw-richtlijn betreffende de bijzondere regeling voor kleine ondernemingen momenteel geëvalueerd. Zoals in het btw-actieplan 12 en het werkprogramma van de Commissie voor 2017 13 werd aangekondigd, is het de bedoeling het voorstel van de Commissie uiterlijk eind 2017 te presenteren in de vorm van een breed pakket vereenvoudigingsmaatregelen.

Daarom wordt voorgesteld Roemenië toe te staan de drempel te verhogen tot de tegenwaarde van 88 500 EUR in de nationale munteenheid vanaf 1 januari 2018 tot en met 31 december 2020 of tot de datum van inwerkingtreding van een richtlijn houdende wijziging van de bepalingen van de btw-richtlijn betreffende de bijzondere regeling voor kleine ondernemingen.

Samenhang met andere beleidsgebieden van de Unie

Hoewel de drempel relatief hoog is in vergelijking met de drempel die aan andere lidstaten werd toegestaan, is de maatregel in overeenstemming met de EU-doelstellingen voor kleine bedrijven zoals die zijn uiteengezet in de mededeling van de Commissie "Denk eerst klein" — Een "Small Business Act" voor Europa" 14 , waarin de lidstaten worden opgeroepen om bij de opstelling van wetgeving rekening te houden met de bijzondere kenmerken van midden- en kleinbedrijven en het bestaande regelgevingskader te vereenvoudigen.

2.RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Artikel 395 van de btw-richtlijn.

Subsidiariteit (voor niet-exclusieve bevoegdheden)

Gelet op de bepaling in de btw-richtlijn die de grondslag voor het voorstel vormt, is het subsidiariteitsbeginsel niet van toepassing.

Evenredigheid

Dit besluit betreft een machtiging die wordt verleend aan een lidstaat op diens eigen verzoek, en houdt geen enkele verplichting in.

Gezien de beperkte werkingssfeer van de derogatie staat de bijzondere maatregel in verhouding tot het beoogde doel, namelijk een vereenvoudiging voor een extra aantal kleine belastingplichtigen en voor de belastingdienst.

Keuze van het instrument

Voorgesteld instrument: uitvoeringsbesluit van de Raad.

Overeenkomstig artikel 395 van Richtlijn 2006/112/EG van de Raad kan slechts van de normale btw-regels worden afgeweken indien de Raad een lidstaat daartoe op voorstel van de Commissie met eenparigheid van stemmen machtigt. Een uitvoeringsbesluit van de Raad is het aangewezen instrument, omdat het tot een individuele lidstaat kan worden gericht.

3.RESULTATEN VAN EX-POSTEVALUATIES, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELINGEN

Raadpleging van belanghebbenden

Dit voorstel is gebaseerd op een verzoek van Roemenië en heeft uitsluitend betrekking op deze lidstaat.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid

Er behoefde geen beroep te worden gedaan op externe deskundigheid.

Effectbeoordeling

Het voorstel voor een uitvoeringsbesluit van de Raad voorziet in een verhoging van de drempel van de jaaromzet waaronder belastingplichtigen van de btw kunnen worden vrijgesteld. Het breidt daarmee het toepassingsgebied van de vereenvoudigingsmaatregel uit, die ondernemingen met een jaaromzet van niet meer dan de tegenwaarde van 88 500 EUR in de nationale munteenheid van vele btw-verplichtingen ontheft.

Belastingplichtigen van wie de belastbare omzet onder de drempel blijft, zullen zich niet voor de btw moeten identificeren en geen btw-administratie moeten voeren of een btw-aangifte moeten indienen. Dankzij de maatregel zullen zij dus te maken hebben met minder administratieve lasten. Ook de werkdruk bij de belastingautoriteiten zal dalen doordat zij bij een extra aantal kleine ondernemingen niet langer zullen moeten toezien op de inning van minder omvangrijke sommen.

De budgettaire gevolgen van de verhoging van de drempel voor de btw-inkomsten van Roemenië worden geraamd op circa 0,60 % van de totale btw-inkomsten.

4.GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Het voorstel heeft geen gevolgen voor de EU-begroting omdat Roemenië een compensatieberekening zal verrichten overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 van de Raad.

2017/0192 (NLE)

Voorstel voor een

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

waarbij Roemenië wordt gemachtigd een bijzondere maatregel toe te passen die afwijkt van artikel 287 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde 15 , en met name artikel 395, lid 1,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)Volgens punt 18 van artikel 287 van Richtlijn 2006/112/EG mag Roemenië vrijstelling van btw verlenen aan belastingplichtigen met een jaaromzet die ten hoogste gelijk is aan de tegenwaarde van 35 000 EUR in de nationale munteenheid tegen de op de dag van zijn toetreding geldende omrekeningskoers.

(2)Bij Uitvoeringsbesluit 2012/181/EU 16 van de Raad werd Roemenië gemachtigd om een hogere drempel toe te passen en vrijstelling van btw te verlenen aan belastingplichtigen met een jaaromzet van niet meer dan 65 000 EUR. Deze maatregel werd verlengd bij Uitvoeringsbesluit 2014/931/EU 17 van de Raad, dat op 31 december 2017 verstrijkt.

(3)Bij brief, ingekomen bij de Commissie op 26 april 2017, heeft Roemenië verzocht om machtiging tot verlenging van een maatregel die afwijkt van artikel 287, punt 18, van Richtlijn 2006/112/EG, en tot verhoging van de vrijstellingsdrempel tot de tegenwaarde van 88 500 EUR in de nationale munteenheid.

(4)Een hogere drempel voor de bijzondere regeling voor kleine ondernemingen komt neer op een vereenvoudiging, omdat dit de btw-verplichtingen voor kleine ondernemingen aanzienlijk kan verminderen.

(5)Overeenkomstig artikel 395, lid 2, van Richtlijn 2006/112/EG heeft de Commissie de overige lidstaten bij brief van 9 juni 2017 van het verzoek van Roemenië in kennis gesteld. Bij brief van 12 juni 2017 heeft de Commissie Roemenië meegedeeld dat zij over alle gegevens beschikte die zij nodig achtte voor de beoordeling van het verzoek.

(6)Roemenië verwacht dat de maatregel de btw-gerelateerde verplichtingen voor een aantal kleine ondernemingen zal doen dalen. Er wordt ook verwacht dat hij de druk bij de belastingautoriteiten zal doen dalen doordat bij een groter aantal kleine ondernemingen niet langer zal moeten worden toegezien op de inning van minder omvangrijke sommen.

(7)Aangezien deze derogatiemaatregel de btw-verplichtingen voor kleine ondernemingen moet verlichten, dient Roemenië te worden gemachtigd de maatregel gedurende een beperkte periode toe te passen. Het moet voor belastingplichtigen mogelijk blijven om voor het normale btw-stelsel te kiezen.

(8)Aangezien de artikelen 281 tot en met 294 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende de bijzondere regeling voor kleine ondernemingen momenteel worden geëvalueerd, is het niet ondenkbaar dat een richtlijn tot wijziging van deze bepalingen van Richtlijn 2006/112/EG vóór het verstrijken van de geldigheidstermijn van de derogatie in werking zal treden.

(9)Op basis van de door Roemenië verstrekte gegevens blijkt dat de verhoogde drempel geen noemenswaardige invloed zal hebben op de totale belastingopbrengst in het stadium van het eindverbruik.

(10)De derogatie heeft geen gevolgen voor de eigen middelen van de Unie uit de btw omdat Roemenië een compensatieberekening zal verrichten overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 van de Raad 18 ,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In afwijking van artikel 287, punt 18, van Richtlijn 2006/112/EG wordt Roemenië gemachtigd belastingplichtigen met een jaaromzet van niet meer dan de tegenwaarde van 88 500 EUR in de nationale munteenheid tegen de op de dag van toetreding geldende omrekeningskoers van de btw vrij te stellen.

Artikel 2

Dit besluit is van toepassing vanaf 1 januari 2018 tot en met 31 december 2020 dan wel de datum van inwerkingtreding van een richtlijn tot wijziging van de bepalingen van de artikelen 281 tot en met 294 van Richtlijn 2006/112/EG, indien deze datum eerder valt.

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot Roemenië.

Gedaan te Brussel,

   Voor de Raad

   De voorzitter

(1) PB L 347 van 11.12.2006, blz. 1.
(2) PB L 92 van 30.3.2012, blz. 26.
(3) PB L 365 van 19.12.2014, blz. 145.
(4) Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/2348 van de Raad van 10 december 2015 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2013/53/EU waarbij het Koninkrijk België wordt gemachtigd een bijzondere maatregel in te stellen die afwijkt van artikel 285 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 330 van 16.12.2015, blz. 51).
(5) Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/319 van de Raad van 21 februari 2017 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2013/677/EU waarbij Luxemburg wordt gemachtigd een bijzondere maatregel in te voeren die afwijkt van artikel 285 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 47 van 24.2.2017, blz. 7-8).
(6) Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/2090 van de Raad van 21 november 2016 tot wijziging van Beschikking 2009/790/EG waarbij Polen wordt gemachtigd een maatregel toe te passen die afwijkt van artikel 287 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 324 van 30.11.2016, blz. 7).
(7) Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/563 van de Raad van 21 maart 2017 waarbij de Republiek Estland wordt gemachtigd een bijzondere maatregel toe te passen die afwijkt van artikel 287 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 80 van 25.3.2017, blz. 33).
(8) Uitvoeringsbesluit 2014/795/EU van de Raad van 7 november 2014 tot verlenging van Uitvoeringsbesluit 2011/335/EU waarbij de Republiek Litouwen wordt gemachtigd een maatregel toe te passen die afwijkt van artikel 287 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 330 van 15.11.2014, blz. 44).
(9) Uitvoeringsbesluit 2014/796/EU van de Raad van 7 november 2014 waarbij de Republiek Letland wordt gemachtigd een maatregel toe te passen die afwijkt van artikel 287 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 330 van 15.11.2014, blz. 46).
(10) Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/2089 van de Raad van 10 november 2015 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2013/54/EU waarbij de Republiek Slovenië wordt gemachtigd een bijzondere maatregel in te stellen die afwijkt van artikel 287 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 302 van 19.11.2015, blz. 107).
(11) Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/1988 van de Raad van 8 november 2016 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2013/678/EU waarbij de Italiaanse Republiek wordt gemachtigd een maatregel te blijven toepassen die afwijkt van artikel 285 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 306 van 15.11.2016, blz. 11).
(12) Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad en het Europees Economisch en Sociaal Comité over een actieplan betreffende de btw: naar een gemeenschappelijke btw-ruimte in de EU - tijd om knopen door te hakken, Brussel, 7 april 2016 (COM(2016) 148 final).
(13) Werkprogramma van de Europese Commissie voor 2017 - Naar een Europa dat ons beschermt, sterker maakt en verdedigt, Straatsburg, 25 oktober 2016 (COM(2016) 710 final).
(14) COM(2008) 394 van 25 juni 2008.
(15) PB L 347 van 11.12.2006, blz. 1.
(16) Uitvoeringsbesluit 2012/181/EU van de Raad van 26 maart 2012 waarbij Roemenië wordt gemachtigd een bijzondere maatregel te treffen die afwijkt van artikel 287 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 92 van 30.3.2012, blz. 26).
(17) Uitvoeringsbesluit 2014/931/EU van de Raad van 16 december 2014 tot verlenging van Uitvoeringsbesluit 2012/181/EU waarbij Roemenië wordt gemachtigd een bijzondere maatregel te treffen die afwijkt van artikel 287 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 365 van 19.12.2014, blz. 145).
(18) Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 van de Raad van 29 mei 1989 betreffende de definitieve uniforme regeling voor de inning van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (PB L 155 van 7.6.1989, blz. 9).