VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de vorderingen van Turkije om volgens de routekaart visumliberalisering mogelijk te maken /* COM/2014/0646 final */
1. INLEIDING Op 21 juni 2012 hebben de Turkse autoriteiten de
tekst geparafeerd van de overnameovereenkomst tussen de EU en Turkije waarover
sinds 2005 met de Europese Commissie werd onderhandeld. Tegelijkertijd heeft de
Raad van de Europese Unie conclusies goedgekeurd waarin hij de Europese
Commissie verzoekt om parallel met de ondertekening van de overnameovereenkomst
maatregelen te nemen met het oog op visumliberalisering als gradueel
perspectief voor de lange termijn. In zijn resolutie over het voortgangsverslag
2012 over Turkije van 18 april 2013 deed het Europees Parlement de Commissie
eerder al dezelfde aanbeveling. De overnameovereenkomst tussen de EU en Turkije is
op 16 december 2013 ondertekend. Tezelfdertijd zijn de EU en Turkije een
dialoog over visumliberalisering gestart. Het doel daarvan is te evolueren naar
de opheffing van de visumplicht voor onderdanen van Turkije die naar het
Schengengebied reizen voor een kort verblijf. In het kader van de dialoog
onderzoekt de Europese Commissie de relevante Turkse wetgeving en
administratieve praktijken. Zij doet dat op basis van de routekaart naar een visumvrije regeling
met Turkije, die de
Commissie in nauwe samenwerking met de desbetreffende experts van de
EU-lidstaten heeft opgesteld. Aan de hand van de benchmarks in de
routekaart zal de Commissie beoordelen of en op welk moment zij aan de Raad en
het Europees Parlement kan voorstellen om bij wijziging van Verordening (EG)
nr. 539/2001 de huidige visumplicht voor onderdanen van Turkije op te heffen. De voorwaarden van de routekaart zijn in vijf
groepen samengebracht: documentbeveiliging, migratiebeheer, openbare orde en
veiligheid, grondrechten en overname van onregelmatige migranten. De Commissie zal regelmatig aan de Raad en het
Europees Parlement verslag uitbrengen over de vorderingen van Turkije wat
betreft het voldoen aan de voorwaarden van de routekaart. Deze verslagen zullen
ook een leidraad zijn voor de Turkse autoriteiten met betrekking tot de
specifieke gebieden die maatregelen vereisen. De Commissie heeft ter
voorbereiding van dit verslag tussen 16 maart en 20 juni 2014 verschillende
bezoeken gebracht aan Turkije om informatie te verzamelen over de wetgeving en
procedures op de gebieden die door de routekaart worden bestreken. Zij heeft
daarbij ondersteuning gekregen van de EU-delegatie in Turkije en van experts
van de EU-lidstaten en van de relevante EU-agentschappen (Frontex, Europol en
het EASO). De Commissie beschrijft in dit verslag de stand van
zaken en de vorderingen met betrekking tot elke benchmark, en beoordeelt of
Turkije al dan niet aan de voorwaarden van de routekaart voldoet. De vorderingen per benchmark kunnen als volgt worden
beoordeeld:
"de voorwaarde is
vervuld";
"de voorwaarde is
bijna vervuld" (d.w.z. er moeten nog maar beperkte inspanningen
worden geleverd om volledig aan de voorwaarde te voldoen);
"de voorwaarde is gedeeltelijk
vervuld en er zijn goede vooruitzichten op verdere vooruitgang"
(d.w.z. er zijn nog grote inspanningen nodig, maar de Turkse autoriteiten
hebben al wezenlijke resultaten geboekt en goed werk geleverd, en de
ontwikkelingen tot dusver zijn bemoedigend);
"de voorwaarde is slechts
gedeeltelijk vervuld" (d.w.z. er moet nog veel werk worden
geleverd om aan de voorwaarden van de benchmark te voldoen, en er zijn
geen specifieke positieve ontwikkelingen met betrekking tot de voorwaarden
vastgesteld);
"de voorwaarde is
niet vervuld" (d.w.z. Turkije voldoet helemaal niet aan de voorwaarde
van de benchmark).
Wanneer de Commissie van oordeel is dat op een
bepaald gebied de voorwaarden van de benchmark nog niet volledig zijn vervuld,
stelt zij maatregelen voor die volgens haar de vastgestelde tekortkomingen
kunnen helpen wegwerken. Tot slot moet eraan worden herinnerd dat dit verslag
zich toespitst op de vorderingen van Turkije voor het voldoen aan de benchmarks
van de "routekaart naar een visumvrije regeling", die werden
vastgesteld om aan te geven aan welke voorwaarden moet worden voldaan om op een
veilige manier naar een visumvrije regeling te evolueren. Het verslag heeft
niet als doel de algehele vorderingen van Turkije ter voorbereiding van
EU-lidmaatschap te beoordelen. Die beoordeling wordt gepresenteerd in het
voortgangsverslag van Turkije dat de Commissie jaarlijks presenteert. Het meest
recente verslag is op 8 oktober 2014 gepubliceerd[1]. 2. BLOK 1: DOCUMENTBEVEILIGING 2.1. Algemene beoordeling Turkije heeft gelijke tred gehouden met de
internationale technische en beleidsontwikkelingen op het gebied van reizen en
identiteitsdocumenten en is van plan verdere stappen te nemen. Turkije voldoet
nog niet aan alle voorwaarden van blok 1 van de routekaart, maar is met de
meeste voorwaarden al ver gevorderd. Turkije is technisch in staat om aan alle
voorwaarden te voldoen, maar moet daartoe tijdig de nodige hervormingen
doorvoeren en technische regelingen treffen. 2.2. Specifieke opmerkingen over de
benchmarks van het blok "documentbeveiliging" Ø Verder
machineleesbare biometrische reisdocumenten afgeven overeenkomstig de
ICAO-normen en de door de ICAO aanbevolen praktijken volgen, en alle
niet-ICAO-conforme paspoorten geleidelijk afschaffen en geleidelijk
internationale paspoorten met biometrische gegevens invoeren die foto's en
vingerafdrukken omvatten, conform de EU-normen en met name Verordening (EG)
nr. 2252/2004 van de Raad; De
Turkse autoriteiten zijn in 2010 overeenkomstig de normen van de Internationale
Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) gestopt met de afgifte van paspoorten die
niet ICAO-conform zijn (d.w.z. paspoorten zonder biometrische gegevens) en
gestart met de afgifte van uitsluitend ICAO-conforme paspoorten (d.w.z.
paspoorten met zeer sterke veiligheidskenmerken en een aantal biometrische
gegevens, in het geval van Turkije een digitale pasfoto van de houder). Er zijn
nog een aantal Turkse niet-ICAO-conforme paspoorten in omloop. Deze paspoorten
zullen echter tegen 25 november 2015 vervallen. De
Turkse autoriteiten zijn nog niet gestart met de afgifte van paspoorten die aan
de normen van Verordening (EG) nr. 2252/2004 voldoen (d.w.z. paspoorten met
zeer sterke veiligheidskenmerken en een aantal biometrische gegevens, waaronder
vingerafdrukken en een digitale foto). De Commissie beveelt de Turkse
autoriteiten aan te starten met de systematische afgifte van nieuwe paspoorten
die de vingerafdrukken van de houder bevatten. De
Turkse autoriteiten zijn daar technisch toe in staat, aangezien zij van alle
burgers die een paspoort aanvragen, al systematisch de vingerafdrukken afnemen
en bewaren (tot op heden worden de vingerafdrukken echter niet in de
paspoortchip verwerkt). De Commissie is van oordeel dat de voorwaarden van deze
benchmark gedeeltelijk zijn vervuld, en dat er goede vooruitzichten zijn op
verdere vooruitgang. Ø Passende
administratieve maatregelen nemen die de integriteit en veiligheid van de
personaliserings-, verspreidings- en valideringsprocessen voor internationale
paspoorten en andere onderliggende documenten garanderen; Het
huidige systeem in Turkije is ICAO-conform en blijkt betrouwbaar, efficiënt en
solide te zijn. Toch
is de Commissie van oordeel dat deze voorwaarde nog maar bijna vervuld is.
Reden daarvoor is dat de experts tijdens hun missies een aantal problemen
hebben opgemerkt die beperkt zijn, maar desalniettemin moeten worden opgelost
om problemen in de toekomst te vermijden. Een
belangrijk punt is de vernietiging door de politie van vervallen paspoorten.
Die vernietiging moet beter, zodat er nog minder fysieke onderdelen van de
documenten overblijven die frauduleus kunnen worden hergebruikt om paspoorten
te vervalsen. Ook wordt aanbevolen de opslagvoorziening voor blanco paspoorten
in Ankara beter te beveiligen. Ø
Opleidingsprogramma's
en ethische codes op het gebied van corruptiebestrijding opstellen die
specifiek gericht zijn op de ambtenaren van overheidsinstanties die te maken
hebben met visa, onderliggende documenten of paspoorten; Turkije
beschikt over passende procedures, opleiding en controlesystemen. De Commissie
is derhalve van oordeel dat de voorwaarden van deze benchmark vervuld zijn. Ø Verloren en
gestolen paspoorten snel en systematisch invoeren in de databank van
Interpol/LASP; Het
systeem om aan deze voorwaarde te voldoen, is kennelijk toereikend. De
Commissie is derhalve van oordeel dat de voorwaarde van deze benchmark vervuld
is. Ø Een hoog niveau
van beveiliging van onderliggende documenten en identiteitskaarten garanderen
en strikte procedures vastleggen voor het aanvragen en afgeven van deze
documenten; De
identiteitskaarten die nu in omloop zijn, zijn vanuit materieel oogpunt
onvoldoende beveiligd en relatief gemakkelijk te vervalsen. De kans dat bij een
administratieve procedure, bijvoorbeeld bij de afgifte van een paspoort, een
valse identiteitskaart wordt gebruikt, is evenwel verwaarloosbaar. Turkije
beschikt namelijk over een solide en betrouwbaar bevolkingsregister, waarin
alle onderdanen met een identificatienummer worden geregistreerd. Het systeem
wordt doeltreffend beheerd door de afdeling Bevolking van het ministerie van
Binnenlandse Zaken. Samen met de elektronische databank (MERNIS) ervan, waartoe
alle relevante Turkse autoriteiten toegang hebben, vormt het een betrouwbare
basis voor de identificatie van Turkse onderdanen. Een
van de punten van zorg van het huidig systeem is dat er identiteitskaarten met
een onbeperkte geldigheidsduur worden afgegeven, waardoor de foto van de houder
na verloop van tijd verouderd is. Wanneer de foto niet actueel is, kan het
bijzonder moeilijk zijn om na te gaan of de persoon die de identiteitskaart
voorlegt, de rechtmatige houder is. De
Commissie is derhalve van oordeel dat deze voorwaarde van de routekaart bijna
vervuld is. Om
de voorwaarde volledig te vervullen, beveelt de Commissie de Turkse
autoriteiten aan bepalingen in te voeren die ervoor zorgen dat
identiteitskaarten met een verouderde foto niet langer geldig zijn. Een andere
en gelijkwaardige mogelijkheid is de invoering van een geldigheidsduur voor
reeds afgegeven identiteitskaarten, of de vervanging van deze kaarten door een
nieuwe kaart met biometrische gegevens die niet verouderd kunnen raken. Ø Regelmatig
paspoortspecimens, visumformulieren en informatie over valse documenten
uitwisselen, en met de EU samenwerken op het gebied van documentbeveiliging; Verschillende lidstaten hebben reeds meegedeeld dat
zij regelmatig paspoortspecimens ontvangen van de Turkse autoriteiten. Geen
enkele lidstaat heeft tot dusver echter gemeld informatie te hebben ontvangen
over valse reisdocumenten die door de Turkse autoriteiten zijn ontdekt. De
Commissie is derhalve van oordeel dat deze voorwaarde slechts gedeeltelijk
is vervuld. De Commissie beveelt de Turkse autoriteiten aan alle
EU-lidstaten regelmatig en tijdig informatie te verstrekken over hun
paspoortspecimens en visumformulieren. Voorts beveelt zij de Turkse autoriteiten aan tijdig
alle lidstaten informatie te verstrekken over de valse reisdocumenten en visa
die door de Turkse rechtshandhavingsinstanties en de in Turkije werkzame
reisagentschappen worden ontdekt. De nadruk moet vooral liggen op de valse
reisdocumenten en visa die op de Atatürk-luchthaven in Istanbul worden
opgemerkt, aangezien deze luchthaven een belangrijke plaats van vertrek en
doorreis voor reizen naar de EU is geworden. De Turkse autoriteiten worden ook aangemoedigd de
wederzijdse hulp te bevorderen en de operationele samenwerking met de
EU-lidstaten te ontwikkelen, in het bijzonder met de in Turkije gedetacheerde
verbindingsfunctionarissen van de politie van de EU-lidstaten. Dat moet de
rechtshandhavingsinstanties van zowel Turkije als de EU beter in staat stellen
valse reisdocumenten en visa op te sporen. Ø Maatregelen
nemen en uitvoeren voor de integriteit en de beveiliging van de burgerlijke
staat en het proces van civiele registratie, zoals de integratie en het aan
elkaar koppelen van de desbetreffende databanken en het toetsen van gescande
gegevens aan de databank van de burgerlijke stand, met bijzondere aandacht voor
de wijziging van essentiële persoonsgegevens. Het
systeem om aan deze voorwaarde te voldoen, is toereikend. De Commissie is van
oordeel dat deze voorwaarde vervuld is. 3. BLOK 2: MIGRATIEBEHEER 3.1. Algemene beoordeling De Turkse grenzen zijn door hun lengte en
geografische en milieukenmerken moeilijk te controleren. Ten gevolge van de
situatie in Syrië en Irak is het grensbeheer de afgelopen jaren nog moeilijker
geworden. Turkije is van oudsher een plaats van bestemming en doorreis voor
onregelmatige migranten uit tal van gebieden ter wereld en is recentelijk
blootgesteld aan ongeziene vluchtelingenstromen, waaronder circa 1,5 miljoen
Syriërs die op de vlucht zijn voor het conflict in hun land. De Turkse autoriteiten zijn in 2013 met de
goedkeuring van de wet inzake buitenlanders en internationale bescherming, die
op 11 april 2014 in werking is getreden, een grondige hervorming van hun
systeem voor migratiebeheer gestart. Bij deze wet is onder meer een nieuwe,
gespecialiseerde civiele autoriteit opgericht (het directoraat-generaal voor
migratiebeheer, dat onder het ministerie van Binnenlandse Zaken valt) die
bevoegd is voor migranten en vluchtelingen, voor wie tot dusver de politie
bevoegd was. Vanuit juridisch en institutioneel oogpunt zet
Turkije met deze hervorming een stap in de richting van de internationale en
EU-normen inzake migratiebeheer, en in de richting van de benchmarks van de
routekaart. De wet en de andere aspecten van de hervorming moeten nu worden
uitgevoerd. Ook op andere gebieden van blok 2 zijn soortgelijke hervormingen
nodig, met name wat het grensbeheer en het visumbeleid betreft. 3.2. Specifieke opmerkingen over de
benchmarks van het blok "migratiebeheer" 3.2.1.
Grensbeheer Ø Passende
controles en bewaking uitvoeren langs alle grenzen, met name aan de grenzen met
EU-lidstaten, zodat het aantal personen dat erin slaagt illegaal de Turkse
grenzen te overschrijden om Turkije in- of uit te reizen, aanzienlijk en
constant daalt; Het aantal migranten dat erin slaagt om op
onregelmatige wijze de Turkse grens te overschrijden, zonder door de Turkse
grensagentschappen te worden opgemerkt, blijft relatief hoog. Toch dient te
worden opgemerkt dat de Turkse autoriteiten die bevoegd zijn voor het
grensbeheer, grote inspanningen leveren om deze situatie aan te pakken en
aanzienlijke personele, financiële en technische middelen inzetten. De Commissie is van oordeel dat de voorwaarden
van deze benchmark slechts gedeeltelijk zijn vervuld, en dat er goede
vooruitzichten zijn op verdere vooruitgang. De Commissie beveelt de Turkse autoriteiten aan te
blijven streven naar vooruitgang op dit gebied, in het bijzonder door hun
grensagentschappen te hervormen en aan te sterken. De Commissie is van mening
dat de Turkse autoriteiten voor deze benchmark aanzienlijke vorderingen zouden
kunnen maken via de volgende maatregelen: ·
er zou een degelijke risicoanalyse moeten worden
uitgevoerd voor de volledige grens, met bijzondere aandacht voor de gebieden
die het meeste aan onregelmatige migratie en het risico van valse documenten
worden blootgesteld. Deze analyse moet helpen te bepalen welke specifieke
middelen en methoden nodig zijn per grensgebied. ·
de landmacht zou flexibelere monitoringprocedures
moeten toepassen om in alle gebieden die onder hun bevoegdheid vallen,
mensensmokkelaars beter te kunnen aanpakken. ·
de operationele samenwerking tussen politie en
douane zou moeten worden versterkt. De opsporingsmiddelen en de informatie van
de douane zouden vaker moeten worden ingezet ter ondersteuning van de politie.
De grensdoorlaatposten zouden op zulke wijze moeten worden georganiseerd dat er
voldoende tijd, personeel, ruimte en middelen zijn om ook de controle van
personen te garanderen. ·
in grens- en kustgebieden zou meer moeten worden
gepatrouilleerd door de plaatselijke politie. Dit zal de kans vergroten dat
onregelmatige migranten die de oostelijke grenzen van Turkije hebben
overschreden buitenom de controlepunten waar de landmacht aanwezig is, of die
van plan zijn om Turkije op onregelmatige wijze te verlaten via de grenzen met
Griekenland en Bulgarije, worden opgemerkt. ·
de politie zou meer inspanningen moeten doen om
valse en vervalste reisdocumenten op te sporen, aan alle Turkse grenzen, maar
in het bijzonder op de Atatürk-luchthaven in Istanbul. De betrokken
reisdocumenten zouden systematisch in beslag moeten worden genomen en de
personen die in het bezit waren van de documenten, zouden moeten worden
vervolgd. Voorts is het noodzakelijk dat er steeds een onderzoek wordt gestart
om het criminele netwerk dat voor het document heeft gezorgd, op te sporen en
te vervolgen. ·
de passagiers in internationale transitzones van
Turkse luchthavens, in het bijzonder de passagiers die naar de EU reizen,
zouden systematisch aan paspoortcontrole moeten worden onderworpen. ·
de mogelijkheid om de Turkse grenzen te
overschrijden met een identiteitskaart die niet ICAO-conform is, die nu geldt
voor bepaalde categorieën personen, moet worden herzien. Ø Wetgeving
aannemen en uitvoeren met betrekking tot het verkeer van personen aan de
buitengrenzen alsook tot de organisatie van de grensinstanties en hun functies,
overeenkomstig het nationale actieplan voor de uitvoering van de strategie van
Turkije voor geïntegreerd grensbeheer dat op 27 maart 2006 door de Turkse
autoriteiten is goedgekeurd en conform de beginselen en beste praktijken die
zijn neergelegd in de Schengengrenscode en de Schengencatalogus van de EU; De
Commissie is van oordeel dat deze voorwaarde niet is vervuld, aangezien
het nationale actieplan voor de uitvoering van de strategie van Turkije voor
geïntegreerd grensbeheer nog maar in zeer beperkte mate is uitgevoerd, en één
van de belangrijkste elementen ervan nog helemaal niet is uitgevoerd. Dit
laatstgenoemde element is de oprichting van één gespecialiseerde,
niet-militaire grensautoriteit, die volledig bevoegd wordt voor grensbeheer en
waar alle desbetreffende middelen naar worden overgedragen. De bevoegdheden en
middelen zijn nu nog bij verschillende agentschappen (o.a. douane, politie,
kustwacht en landmacht) ondergebracht. In
het licht van het bovenstaande beveelt de Commissie de Turkse autoriteiten aan
alle maatregelen die nodig zijn voor de uitvoering van het actieplan, goed te
keuren, in het bijzonder de wetgeving voor de oprichting van de nieuwe
grensorganisatie. Voorts
beveelt de Commissie de Turkse autoriteiten aan om in afwachting van de
oprichting van de niet-militaire, gespecialiseerde grensautoriteit de werking
van en de samenwerking tussen de huidige grensagentschappen te verbeteren met
het oog op een modern en geïntegreerd grensbeheer. De Commissie doet de Turkse
autoriteiten in het bijzonder de volgende aanbevelingen: ·
de werkzaamheden van de landmacht op het gebied van
grensbeheer zouden moeten worden herzien, om ervoor te zorgen dat militairen
die toezicht moeten houden op de landgrenzen, zo weinig mogelijk worden gehinderd
door tegenstrijdige regels en verplichtingen ten gevolge van het feit dat zij
deel uitmaken van het leger, en beter in staat worden gesteld om: v
ten volle samen te werken met de andere relevante
rechtshandhavingsinstanties en grensagentschappen; v
flexibelere patrouilleringstechnieken te
ontwikkelen; en v
hun activiteiten af te stemmen en toe te spitsen op
hun prioritaire taak grensoverschrijdende smokkel te bestrijden; ·
er zouden maatregelen moeten worden genomen voor
een betere samenwerking tussen enerzijds de grensagentschappen onderling en
anderzijds de grensagentschappen en de plaatselijke politie. Voorbeelden van
dergelijke maatregelen zijn: v
interoperabele communicatie-instrumenten
ontwikkelen en gebruiken; v
verbindingsfunctionarissen uitwisselen, om
technische middelen en informatie te delen; v
onderlinge toegang tot databanken garanderen, zodat
de verschillende partijen in bijzondere omstandigheden kunnen optreden op de
bevoegdheidsgebieden van de andere partij; v
gemeenschappelijke werkmethoden ontwikkelen of
gezamenlijke operaties uitvoeren op basis van gemeenschappelijke
dreigingsanalyses; v
statistieken delen; v
gemeenschappelijke opleidingsprogramma's
ontwikkelen; v
procedures invoeren die de patrouillediensten van
de verschillende instanties in staat stellen rechtstreeks met elkaar te
communiceren en het initiatief te nemen tot samenwerking wanneer nodig; v
mechanismen instellen voor de tijdige uitwisseling
van informatie en inlichtingen op operationeel niveau, alsook voor de
coördinatie van en samenwerking bij operaties, om ervoor te zorgen dat
onregelmatige migranten die onder de bevoegdheid van verschillende
agentschappen vallen, via de efficiënte inzet van de middelen van de
verschillende agentschappen gemakkelijker worden opgemerkt; v
de coördinatietaak van het Bureau voor geïntegreerd
grensbeheer versterken. Ø De nodige
budgettaire en andere administratieve maatregelen nemen die ervoor zorgen dat
aan de grensdoorlaatposten en langs de volledige grens, met name langs de
grenzen met de EU-lidstaten, (voldoende) goed opgeleide en gekwalificeerde
grenswachten kunnen worden ingezet, en dat efficiënte infrastructuur,
uitrusting en IT-technologie beschikbaar zijn, mede door meer gebruik te maken
van bewakingsapparatuur, met name mobiele en vaste elektronische middelen,
videobewaking, infraroodcamera's en andere sensorsystemen; De
Turkse autoriteiten zetten zeer veel menselijke en technische middelen en
infrastructuur in aan de grenzen. Ze tonen zich vastberaden om de paraatheid
van het personeel van de grensagentschappen, en de kwaliteit van de middelen
die hen ter beschikking staan, te blijven verbeteren. Het werk van de landmacht
die toezicht houdt aan de landgrenzen van Turkije, en de deskundigheid van de
kustwacht, zijn zeer indrukwekkend. De politie beschikt over een databank,
POLNET, waarmee op doeltreffende wijze de binnenkomst en het vertrek van
passagiers wordt geregistreerd en hun recht daartoe wordt gecontroleerd. Er
is echter nog veel ruimte voor verbetering. De Commissie is derhalve van
oordeel dat de voorwaarden van deze benchmark slechts gedeeltelijk zijn
vervuld, en dat er goede vooruitzichten zijn op verdere vooruitgang. De
Commissie beveelt de Turkse autoriteiten in het bijzonder aan de volgende
maatregelen te nemen: ·
het inzetten van dienstplichtigen voor de
monitoring van de groene grenzen zou geleidelijk moeten worden beperkt tot
hulptaken. Mogelijk zal er dan meer gebruik moeten worden gemaakt van
technische middelen voor monitoring (in het bijzonder radars in voertuigen,
drones en thermische camera's, en gecentraliseerde monitoring van
bewakingsgegevens). ·
het personeel dat aan de groene grenzen werkt, zou
geen normale legeropleiding moeten krijgen, maar een specifieke opleiding
waarbij specifieke nadruk ligt op het grensbeheer. ·
binnen het personeel van de landmacht zou alleen
voor de grensbrigade een rotatiesysteem mogen gelden, zodat specialisatie, een
specifieke cultuur en een methodologie worden ontwikkeld op het gebied van
grenswerkzaamheden. Als dit niet haalbaar is, zouden stimulansen moeten worden
geboden aan personen die zich in grensaangelegenheden wensen te specialiseren.
Dezelfde aanpak zou moeten worden gehanteerd met betrekking tot de politie,
zodat echte specialisten in het opsporen van valse en vervalste reisdocumenten
worden gevormd. ·
er zou geleidelijk een geïntegreerd systeem van
kustradars moeten worden ontwikkeld voor het toezicht op de zeegrenzen, aan de
hand waarvan een realistisch situatiebeeld kan worden gevormd. Ter aanvulling
zou meer toezicht moeten worden gehouden vanuit de lucht, zodat snel kan worden
gereageerd op onregelmatig vertrek van migranten in de territoriale wateren van
Turkije. Ø Verbeteren van
de samenwerking en informatie-uitwisseling tussen personeel en instanties die
bevoegd zijn voor grensbeheer, de douanedienst en andere
rechtshandhavingsinstanties, met het oog op het vergroten van de capaciteit om
inlichtingen te verzamelen, personele en technische middelen efficiënt in te
zetten en op een gecoördineerde manier op te treden; De
Commissie is van oordeel dat deze voorwaarde slechts gedeeltelijk vervuld is.
De belangrijkste reden daarvoor is dat de huidige maatregelen van de Turkse
autoriteiten slechts leiden tot beperkte coördinatie tussen de
grensagentschappen, op basis van regelmatige bijeenkomsten op hoog niveau. Er
bestaan geen degelijke institutionele mechanismen die ervoor zorgen dat de
verschillende organen daadwerkelijk op geïntegreerde wijze samenwerken. Om
aan de voorwaarde van deze benchmark te voldoen, zouden de Turkse autoriteiten
de maatregelen moeten uitvoeren die eerder ook voor andere voorwaarden zijn
genoemd, zodat de rechtshandhavingsinstanties en de landmacht nauwer gaan
samenwerken en er een geïntegreerd grensbeheer tot ontwikkeling kan komen. Ø Opleidingsprogramma's
en ethische codes op het gebied van corruptiebestrijding opstellen die
specifiek gericht zijn op grenswachten, douane- en andere bij grensbeheer
betrokken ambtenaren; De
Commissie is van oordeel dat deze voorwaarde gedeeltelijk is vervuld, en dat
er goede vooruitzichten zijn op verdere vooruitgang. De Turkse autoriteiten
beschikken over regelgeving waarin de ethische codes zijn vastgelegd voor alle
leden van de overheid en de rechtshandhavingsinstanties. De
Commissie doet Turkije evenwel de volgende aanbevelingen: ·
er zouden afzonderlijke versies van de algemene
ethische code moeten worden opgesteld die specifiek op de situatie van
grensbeheerfunctionarissen zijn afgestemd; ·
er zouden passende opleidingsmodules moeten worden
ontwikkeld om het bewustzijn van de ethische codes te vergroten; en ·
er zouden monitoringmechanismen moeten worden
ingesteld. Ø Op een
doeltreffende manier het memorandum van overeenstemming uitvoeren dat met
Frontex is ondertekend, onder meer door samenwerkingsinitiatieven te
ontwikkelen en gegevens en risicoanalyses uit te wisselen; De
Commissie is van oordeel dat deze voorwaarde is vervuld. De
Turkse autoriteiten worden evenwel aangemoedigd om de driejaarlijkse
samenwerkingsagenda die met Frontex in het kader van het memorandum van
overeenstemming is overeengekomen, verder en grondiger uit te voeren. Ø Ervoor zorgen
dat het grensbeheer wordt uitgevoerd overeenkomstig het internationale
vluchtelingenrecht, waarbij van het beginsel van non-refoulement volledig in
acht wordt genomen en personen die internationale bescherming behoeven,
daadwerkelijk toegang krijgen tot asielprocedures; De Turkse autoriteiten hebben de afgelopen jaren aan
meer dan één miljoen asielzoekers uit onder meer Syrië internationale
bescherming verleend. Er zijn geen gevallen van terugdrijving gemeld. De
Commissie is bijgevolg van oordeel dat deze voorwaarde op dit moment is
vervuld. Ø Op passende
wijze samenwerken met naburige EU-lidstaten, met name om het beheer van de
grenzen met de EU-lidstaten te verbeteren; De samenwerking aan de landgrenzen tussen de Turkse autoriteiten
en de Griekse en de Bulgaarse autoriteiten ter voorkoming van onregelmatige
migratie is recentelijk verbeterd. De Commissie is derhalve van oordeel dat
deze voorwaarde gedeeltelijk vervuld is. Om volledig aan deze voorwaarde te voldoen, beveelt de Commissie
de Turkse autoriteiten aan de volgende maatregelen te nemen: ·
de samenwerking met de Griekse en Bulgaarse autoriteiten aan de
landgrenzen zou moeten worden geïntensiveerd en geconsolideerd, onder meer door
regelmatige vergaderingen met de Turkse landmacht, om beveiligde
communicatiekanalen te ontwikkelen en een stabiel en gestructureerd mechanisme
voor het coördineren en het delen van informatie in te voeren, in het bijzonder
door te helpen bij de oprichting van een driepartijencontactcenter aan de
grensdoorlaatpost "Capitan Andreevo". ·
de operationele samenwerking met de Griekse autoriteiten in de
Egeïsche regio zou moeten worden ontwikkeld, om ervoor te zorgen dat de
samenwerking op zee ter voorkoming van onregelmatige migratie
informatie-uitwisseling behelst, en dat er niet alleen formeel tussen het
hoofdkwartier van de betrokken kustwachten wordt gecommuniceerd, maar ook
operationele uitwisseling plaatsvindt tussen functionarissen op plaatselijk
niveau. Met betrekking tot dit laatste punt zou het bijzonder nuttig zijn om
een systeem in te stellen voor het delen van informatie en vroegtijdige
waarschuwingen tussen alle plaatselijke autoriteiten die betrokken zijn bij de
preventie en bestrijding van onregelmatige migratie. ·
Zoals
onder blok 1 is aanbevolen, zou ervoor moeten worden gezorgd dat de Turkse
politie samenwerkt en informatie deelt met en wederzijdse hulp biedt aan de
verbindingsfunctionarissen van de politie van de EU-lidstaten voor het opsporen
van valse en vervalste documenten bij vertrek uit Turkije of bij doorreis in
Turkije op weg naar een luchthaven in de EU. 3.2.2.
Visumbeleid Ø Het Turkse
consulaire en grenspersoneel beter opleiden met betrekking tot
documentbeveiliging en het Turkse visuminformatiesysteem ontwikkelen en
gebruiken; De Turkse autoriteiten maken reeds werk van het
programma voor de opleiding van grens- en consulair personeel in het opsporen
van valse reisdocumenten, en er bestaan reeds een aantal databanken van
afgegeven visa die allen toegankelijk zijn voor de politie. De Commissie is
bijgevolg van oordeel dat de voorwaarden van deze benchmark gedeeltelijk
vervuld zijn, en dat er goede vooruitzichten zijn op verdere vooruitgang. De Commissie doet de Turkse autoriteiten evenwel de
volgende aanbevelingen:
het grens- en consulair personeel
zou beter moeten worden opgeleid, in het bijzonder om hun kennis van de
paspoorten en visa van de Schengenlanden en OESO-landen, en van de nieuwe
sterk beveiligde Turkse visa die binnenkort zullen worden afgegeven, te
verbeteren; en
er zou verder moeten worden gewerkt
aan de volledige integratie van de huidige visumdatabanken, zodat elke
Turkse rechtshandhavingsinstantie die werkzaam is op het gebied van
grensbeheer of de bestrijding van onregelmatige migratie, snel de
authenticiteit kan controleren van Turkse visa in reisdocumenten van
buitenlanders die Turkije wensen binnen te komen of zijn binnengekomen.
Ø Stoppen met de
afgifte van visa aan de grenzen als gewone procedure voor onderdanen van
bepaalde landen van buiten de EU, met name voor de landen die een hoog
migratie- en veiligheidsrisico vormen voor de EU; De Turkse autoriteiten geven aan hun grens nog
steeds visa af aan burgers van 89 landen. Veel van deze landen zijn een
potentiële bron van onregelmatige migratie naar de EU. Sinds de nieuwe wet
inzake buitenlanders en internationale bescherming, die in april 2014 in
werking is getreden, is het wettelijk gezien evenwel niet meer mogelijk voor
Turkije om als gewone procedure visa af te geven aan de grenzen. De Turkse
autoriteiten hebben aangegeven dat het systeem van visumafgifte aan de grenzen
wellicht binnenkort zal worden opgeheven (waarschijnlijk tegen eind 2014). De
Commissie is dan ook van oordeel dat de voorwaarde van deze benchmark gedeeltelijk
is vervuld, en dat er goede vooruitzichten zijn op verdere vooruitgang. De
Commissie beveelt de Turkse autoriteiten aan om deze verandering zo snel
mogelijk door te voeren. Ø De nieuwe Turkse
visumstickers met krachtigere veiligheidskenmerken in gebruik nemen en stoppen
met het gebruik van visa met stempels; De Turkse autoriteiten gebruiken nog steeds visa met
stempels, die gemakkelijk te vervalsen zijn, maar hebben ondertussen de
technische voorbereidingen afgerond voor nieuwe visumstickers met sterke
veiligheidskenmerken. Deze visumstickers zullen binnenkort worden ingevoerd. De
Commissie is bijgevolg van oordeel dat de voorwaarde van deze benchmark gedeeltelijk
is vervuld, en dat er goede vooruitzichten zijn op verdere vooruitgang. De Commissie beveelt de Turkse autoriteiten aan niet
langer visa met stempels, maar wel de nieuwe, beter beveiligde visumstickers te
gebruiken, en te zijner tijd het gebruik van deze visumstickers uit te breiden
en alle andere soorten visa erdoor te vervangen. Ø Luchthaventransitvisa
invoeren; De Commissie is van oordeel dat deze voorwaarde bijna
vervuld is. Op grond van de nieuwe wet inzake buitenlanders en
internationale bescherming kunnen de Turkse autoriteiten namelijk van
buitenlandse vliegtuigpassagiers die via Turkije wensen te reizen, en bijgevolg
van plan zijn de internationale zone van een Turkse luchthaven binnen te komen,
vereisen dat zij vóór hun reis een transitvisum aanvragen bij een Turks
consulaat. De Commissie beveelt de Turkse autoriteiten aan de
desbetreffende wetsbepalingen uit te voeren. Ø De regels
wijzigen op basis waarvan onderdanen van landen die een belangrijke bron van
illegale migratie naar de EU zijn, Turkije kunnen binnenkomen, met als doel de
toegang te bemoeilijken voor personen die het Turkse grondgebied willen
binnenkomen om vervolgens te proberen illegaal de buitengrenzen van de EU te
overschrijden; Zoals eerder vermeld kunnen burgers van 89 landen,
waarvan een groot deel als potentiële bron van onregelmatige migratie wordt
beschouwd, het Turkse grondgebied binnenkomen door eenvoudigweg een visum aan
te vragen aan de Turkse grens. De Turkse autoriteiten hebben evenwel
aangekondigd dat zij van plan zijn de visumafgifte aan de grenzen stop te
zetten. De burgers van de bovengenoemde landen zullen in
principe wel nog steeds gemakkelijk een visum kunnen krijgen, maar dan via het
elektronische visumsysteem. Dat systeem is in 2013 getest en in 2014 in gebruik
genomen, maar vertoont dezelfde gebreken als het systeem van visumafgifte aan
de grenzen. Een verschil is wel dat op basis van de huidige
regels van het elektronische visumsysteem, het systeem niet algemeen
toegankelijk zal zijn. Burgers van landen die als een potentiële bron van
onregelmatige migratie worden beschouwd (met enkele uitzonderingen), zullen
slechts een elektronisch visum voor Turkije kunnen aanvragen indien zij op het
moment van hun verzoek reeds in het bezit zijn van een door een OESO- of
Schengenland afgegeven geldig visum of geldige verblijfsvergunning. De Commissie is derhalve van oordeel dat de
voorwaarde van deze benchmark voorlopig slechts gedeeltelijk is vervuld, en
dat er goede vooruitzichten zijn op verdere vooruitgang. Om met betrekking tot deze benchmark verdere
vooruitgang te boeken, beveelt de Commissie de Turkse autoriteiten het volgende
aan:
de mogelijkheid voor burgers van
landen die een potentiële bron van onregelmatige migratie vormen om aan de
grens een visum te krijgen, zou onmiddellijk moeten worden stopgezet;
de visumafgifte via het
elektronische visumsysteem zou aan strenge voorwaarden moeten blijven
worden onderworpen en zou selectief moeten zijn;
er zou nauwlettend moeten worden
toegezien op de wijze waarop personen die Turkije kunnen binnenkomen via
het elektronisch visumsysteem of zonder visum, van deze maatregelen
gebruikmaken; en
er zouden passende maatregelen
moeten worden genomen om tijdig op potentieel misbruik te kunnen reageren,
als blijkt dat onder bepaalde nationaliteiten of categorieën van personen
het misbruik wijdverspreid is.
Om de Commissie in staat te stellen de vooruitgang
van Turkije met betrekking tot deze benchmark te beoordelen, zouden de Turkse
autoriteiten wat dit laatste punt betreft regelmatig informatie moeten
verstrekken over:
het aantal visa dat zij hebben
afgegeven aan de burgers van bepaalde landen, met vermelding van de
soorten visa (visa afgegeven aan de grens, via het elektronisch systeem of
door de ambassade);
het aantal onregelmatige migranten
van een zekere nationaliteit dat in Turkije is opgemerkt, indien van
toepassing met vermelding van het soort visum waarover zij beschikten; en
het aantal gevallen waarin de
Turkse autoriteiten hebben vastgesteld dat de houders van een Turks
elektronisch visum beschikten over valse of vervalste visa of
verblijfsvergunningen van een OESO- of Schengenland, met vermelding van de
soort documenten.
Indien een aanzienlijke stijging zou worden
vastgesteld van het aantal onregelmatige migranten van een bepaalde
nationaliteit dat in Turkije of langs de grens tussen de EU en Turkije wordt
opgemerkt, zouden de Turkse autoriteiten aan de Commissie informatie moeten
verstrekken over de maatregelen die zij hebben genomen of van plan zijn te
nemen om het probleem een halt toe te roepen. Ø Het beleid, de
wetgeving en de administratieve capaciteit van Turkije op het gebied van visa
verder afstemmen op het EU-acquis, met name ten aanzien van de landen die een
belangrijke bron van illegale migratie naar de EU zijn; Zoals hierboven is vermeld, hebben de Turkse
autoriteiten aangekondigd dat zij van plan zijn de visumafgifte aan de grenzen
stop te zetten en visa met stempels te vervangen door sterk beveiligde
visumstickers, overeenkomstig de regels en kenmerken van het Schengensysteem.
Zodra het systeem van visumafgifte aan de grenzen is stopgezet, zal de
negatieve visumlijst van Turkije al veel beter (maar nog niet volledig)
overeenstemmen met de negatieve lijst van de Schengenlanden. De bovengenoemde hervormingen zijn echter nog niet
uitgevoerd. Uit de beschikbare informatie blijkt dat de
controles van de Turkse consulaire autoriteiten op visumaanvragers gering zijn
in vergelijking met de controles in de EU-lidstaten. Een visum wordt doorgaans
afgegeven nadat de autoriteiten hebben gecontroleerd dat de aanvrager aan
bepaalde voorwaarden voldoet (bv. er mag jegens de persoon geen inreisverbod
wegens juridische of veiligheidsredenen gelden en de persoon moet kunnen
bewijzen dat hij over voldoende middelen beschikt om de kosten voor zijn
verblijf in Turkije en de terugkeer naar zijn land te dekken). Er worden geen
aanvullende documenten verzameld en er wordt evenmin een meer diepgaande
analyse uitgevoerd waarbij wordt nagegaan of de visumaanvrager van plan is
Turkije binnen te komen met de intentie om er op onregelmatige wijze te
verblijven of om vanaf het Turkse grondgebied op onregelmatige wijze de grens
met de EU te overschrijden. De Commissie is derhalve van oordeel dat de
voorwaarde van deze benchmark slechts gedeeltelijk is vervuld. Om met betrekking tot deze benchmark vooruitgang te
boeken, beveelt de Commissie de Turkse autoriteiten aan alle aangekondigde
hervormingen door te voeren, en het systeem voor visumafgifte en de opleiding
van voor visumafgifte bevoegd consulair personeel te herzien, naar het
voorbeeld van het Schengenvisumsysteem. Om de vooruitgang van Turkije met betrekking
tot deze aanbeveling te kunnen evalueren, heeft de Commissie het volgende
nodig:
kopieën van de instructies voor het
Turkse consulaire en grenspersoneel wat betreft de criteria en procedures
die moeten worden gehanteerd bij de goedkeuring of weigering van een
visumaanvraag, met inbegrip van de lijst van documenten die
visumaanvragers moeten voorleggen; en
nauwkeurige statistieken over de
goedgekeurde en geweigerde visumaanvragen, en de redenen voor weigering.
De Turkse autoriteiten worden er ook toe aangemoedigd
de negatieve visumlijst verder af te stemmen op de negatieve visumlijst van de
Schengenlanden, en in ieder geval verdere differentiëring tegen te gaan. Ø De burgers van
alle EU-lidstaten niet-discriminerende, visumvrije toegang tot het Turkse grondgebied
verlenen. De Commissie is van oordeel dat de voorwaarde van
deze benchmark niet vervuld is, omdat voor reizen naar Turkije slechts
voor 19 van de 28 EU-lidstaten een visumvrije regeling bestaat. De feitelijke discriminatie van visumaanvragers van de
Republiek Cyprus blijft een probleem. Burgers van de Republiek Cyprus
hebben een visum nodig om naar het Turkse grondgebied te reizen, en kunnen dat
aanvragen via het Turkse elektronische visumsysteem. Op de website waar de
aanvraag kan worden ingediend, wordt evenwel naar de Republiek Cyprus verwezen
als de "Grieks-Cypriotische administratie van Zuid- Cyprus". De Commissie beveelt de Turkse autoriteiten aan deze
discriminatie te stoppen, zodat de voorwaarde van deze benchmark als vervuld
kan worden beschouwd. 3.2.3 Verantwoordelijkheid van
vervoerders Ø Wetgeving inzake
de verantwoordelijkheid van vervoerders aannemen en doeltreffend uitvoeren, en
sancties bepalen; Vervoerders die werkzaam zijn in Turkije, waren
reeds verplicht om hun passagiers die door de Turkse autoriteiten de toegang
tot het Turkse grondgebied wordt geweigerd, terug te brengen naar hun
vertrekpunt. Deze regel is bevestigd in de nieuwe wet inzake buitenlanders en
internationale bescherming. De Commissie is dan ook van oordeel dat de voorwaarde
van deze benchmark gedeeltelijk is vervuld, en dat er goede vooruitzichten
zijn op verdere vooruitgang. Om een dwingender systeem te ontwikkelen, de
aankomst van onregelmatige personen op het Turkse grondgebied te voorkomen en
met betrekking tot deze benchmark vooruitgang te boeken, beveelt de Commissie
de Turkse autoriteiten aan een sanctieregeling in het leven te roepen voor
nalatige vervoerders, naar het voorbeeld van de beste praktijken op
internationaal en EU-niveau. 3.2.4. Internationale bescherming Ø Wetgeving en
uitvoeringsbepalingen aannemen en doeltreffend uitvoeren, overeenkomstig het
EU-acquis en de normen van het vluchtelingenverdrag van Genève van 1951 en het
bijbehorende protocol van 1967, en zo enige geografische beperking uitsluiten,
teneinde de naleving van het beginsel van non-refoulement te garanderen;
daarbij moet er ook voor worden gezorgd dat het Europees Verdrag voor de
rechten van de mens wordt geëerbiedigd, een asielaanvraag kan worden ingediend
en de vluchtelingenstatus of een subsidiaire vorm van bescherming kan worden
verkregen door eenieder die internationale bescherming behoeft, en de UNHCR op
het Turkse grondgebied zijn mandaat doeltreffend en ongehinderd kan uitvoeren; De Commissie is van mening dat Turkije met de goedkeuring
en de inwerkingtreding in april 2014 van de nieuwe wet inzake buitenlanders en
internationale bescherming een grote stap heeft gezet voor deze benchmark. De
wet voorziet namelijk in de instelling van een nationale asielprocedure en
beschermingsstatussen die over het algemeen overeenstemmen met de
internationale en EU-normen. De wet zorgt er ook voor dat het effect van de
"geografische beperking" die de Turkse autoriteiten op het Verdrag
van Genève van 1951 toepassen en voorlopig zullen blijven toepassen, tot een
verwaarloosbaar niveau wordt gebracht. De geografische beperking houdt in dat
het toepassingsgebied van dat verdrag in Turkije beperkt is tot personen die
vluchteling zijn geworden door gebeurtenissen die zich in Europa hebben
afgespeeld. Op grond van de nieuwe wet hebben ook personen die niet onder de
geografische beperking vallen ("voorwaardelijke vluchtelingen" in de
wet) toegang tot de Turkse internationale beschermingsstatus. De status die aan
"voorwaardelijke vluchtelingen" wordt toegekend, is iets minder
voordelig dan de status die wordt toegekend aan personen die onder de
"geografische beperking" vallen, maar het verschil is niet groot. De
wet laat enige beoordelingsmarge voor de uitvoering, en het onderscheid zou dus
nagenoeg symbolisch kunnen worden. De Commissie merkt evenwel op dat de regels nieuw
zijn en er dus nog geen stand van zaken kan worden gegeven met betrekking tot
de uitvoering. Een aantal aspecten in verband met de situatie van asielzoekers
en begunstigden van internationale bescherming in Turkije worden niet door de
wet bestreken. Deze aspecten zullen worden geregeld in secundaire wetgeving die
nog moet worden aangenomen. In het licht van het bovenstaande is de Commissie
van oordeel dat de voorwaarde van deze benchmark gedeeltelijk vervuld is, en
dat er goede vooruitzichten zijn op verdere vooruitgang. Voor een betere beoordeling van de Commissie dienen
de Turkse autoriteiten ervoor te zorgen dat:
alle secundaire wetgeving die
noodzakelijk is voor de doeltreffende en volledige uitvoering van de wet,
wordt aangenomen; en
de wettelijke bepalingen in het
hele land doeltreffend en consequent worden uitgevoerd.
Met betrekking tot het eerste punt is het met name
belangrijk dat:
de wettelijke bepalingen, in het
bijzonder de bepalingen betreffende de toegang tot een procedure voor de
vaststelling van de internationale beschermingsstatus en inzake het
verwerven van deze status, ook daadwerkelijk worden toegepast op
verzoekers en (door de UNHCR erkende) vluchtelingen die reeds op het
Turkse grondgebied aanwezig waren vóór de inwerkingtreding van de wet;
personen die overeenkomstig de wet
tijdelijke bescherming genieten, via de nog goed te keuren secundaire
wetgeving rechten worden toegekend die vergelijkbaar zijn met de in de
EU-richtlijn inzake tijdelijke bescherming vastgestelde rechten en toegang
krijgen tot individuele procedures voor het vaststellen van de
internationale beschermingsstatus, indien van toepassing; en
"voorwaardelijke
vluchtelingen" een status wordt toegekend die in de praktijk niet
verschilt van de status die wordt toegekend aan vluchtelingen die onder de
"geografische beperking" vallen, zodat voor beide groepen
vluchtelingen wordt voorzien in een werkvergunning, sociale bijstand en
integratiemogelijkheden, in overeenstemming met de erkenningsrichtlijn van
de EU.
Ø Een
gespecialiseerd orgaan instellen dat verantwoordelijk is voor de procedures ter
bepaling van de vluchtelingenstatus, met de mogelijkheid van beroep in rechte
en in feite voor een rechterlijke instantie, en voor het verlenen van
bescherming en bijstand aan asielzoekers en vluchtelingen, en dat orgaan en het
personeel ervan voldoende werkingsmiddelen en opleiding verstrekken; Met betrekking
tot deze voorwaarde zijn twee belangrijke stappen genomen. Allereerst is het
directoraat-generaal voor migratiebeheer opgericht. Daarnaast is de wet inzake
buitenlanders en internationale bescherming in werking getreden, die onder meer
bepalingen omvat over de herziening op zowel administratief als juridisch
niveau van de weigering van een verzoek om internationale bescherming en
daarmee verband houdende beslissingen zoals een aanhoudingsbevel. De oprichting van het directoraat-generaal is nog niet
voltooid, met name op provinciaal niveau, en de verantwoordelijkheid ervan voor
de uitvoering van de wet is nog steeds grotendeels ondergebracht bij de andere
overheidsorganen die onder zijn bevoegdheid vallen. Nog niet alle noodzakelijke
institutionele regelingen voor de uitvoering van de nieuwe wetgeving zijn reeds
in orde gebracht, in het bijzonder wat betreft het delegeren van centrale
bevoegdheden aan regionale en provinciale autoriteiten. In het licht van het bovenstaande is de Commissie
van oordeel dat deze voorwaarde gedeeltelijk is vervuld, en dat er goede
vooruitzichten zijn op verdere vooruitgang. Voor een betere beoordeling door de Commissie zouden
de Turkse autoriteiten ervoor moeten zorgen dat:
de wettelijke bepalingen
betreffende het instellen van een beroep op administratief en juridisch
niveau tegen de weigering van een verzoek om internationale bescherming en
daarmee verband houdende beslissingen zoals een aanhoudingsbevel, in het
hele land doeltreffend en consequent worden uitgevoerd, ook met betrekking
tot de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechterlijke toetsing;
·
het directoraat-generaal voor
migratiebeheer zijn intra-institutionele regelingen afrondt en over voldoende
personeel beschikt, in het bijzonder op provinciaal niveau, en dat het de
verantwoordelijkheid opneemt voor de uitvoering van de asielprocedures in de
praktijk; ·
er een duidelijke verdeling van
bevoegdheden is wat betreft het waarborgen van de rechten van enerzijds
verzoekers van internationale bescherming en anderzijds begunstigden van
internationale bescherming. De Commissie beveelt de Turkse autoriteiten ook aan een
geïntegreerd en betrouwbaar systeem in te stellen voor de identificatie van
personen die om internationale bescherming verzoeken en personen die
internationale bescherming genieten. Het systeem zou uitvoerige en geharmoniseerde
statistische gegevens moeten voortbrengen. Ø Passende
infrastructuur en voldoende personele en financiële middelen ter beschikking
stellen voor een degelijke opvang van asielzoekers en vluchtelingen en om hun
rechten en waardigheid te garanderen; Personen die in Turkije om internationale
bescherming verzoeken, of daar internationale bescherming genieten, krijgen
doorgaans geen huisvesting van de Turkse autoriteiten. De autoriteiten hebben
ondertussen evenwel 220 000 Syrische vluchtelingen hoogwaardig onderdak
geboden in vluchtelingenkampen. De Commissie is van oordeel dat de voorwaarden
van deze benchmark gedeeltelijk vervuld zijn, en dat er goede vooruitzichten
zijn op verdere vooruitgang. Het zou in de huidige omstandigheden niet realistisch zijn
om van de Turkse autoriteiten te verwachten dat zij alle asielzoekers en
begunstigden van internationale bescherming huisvesting zouden bieden. De
Commissie doet de Turkse autoriteiten evenwel de volgende aanbevelingen: ·
er zou een passend aantal
opvangcentra moeten worden ingericht voor personen uit andere landen dan Syrië
die om internationale bescherming verzoeken of reeds internationale bescherming
genieten en geen huisvesting hebben, en er zou op zijn minst moeten worden
gezorgd voor huisvesting voor de meest kwetsbare groepen, naar het voorbeeld
van de normen van de richtlijn opvangvoorzieningen en de erkenningsrichtlijn; ·
er zouden beleidsmaatregelen en
institutionele instrumenten moeten worden ontwikkeld om de discriminatie van
begunstigden van internationale bescherming te voorkomen en om gelijke
huisvesting te garanderen voor alle begunstigden van internationale
bescherming, naar het voorbeeld van de normen van de erkenningsrichtlijn. Ø Personen aan wie
de vluchtelingenstatus wordt toegekend, moeten de mogelijkheid krijgen in hun
eigen onderhoud te voorzien en moeten toegang krijgen tot openbare diensten,
sociale rechten en mogelijkheden om zich in Turkije te integreren. Turkije heeft in verband met deze voorwaarde een
grote stap gezet door de inwerkingtreding van de wet inzake buitenlanders en
internationale bescherming, die bepalingen over het recht van begunstigden van
internationale bescherming op toegang tot openbaar onderwijs, gezondheidszorg
en de arbeidsmarkt omvat, en door de financieringsmaatregelen voor de
uitvoering van de bepalingen inzake onderwijs en gezondheidszorg. Om verscheidene redenen zijn deze
rechten in Turkije echter niet overal en voor iedereen op gelijke wijze
gegarandeerd.
In het licht van het bovenstaande is de Commissie van oordeel dat deze
voorwaarde gedeeltelijk is vervuld, en dat er goede vooruitzichten zijn op
verdere vooruitgang. De Commissie doet de
Turkse autoriteiten de volgende aanbevelingen: ·
alle begunstigden van
internationale bescherming, ook de begunstigden van tijdelijke bescherming en
de in de nieuwe wet gedefinieerde "voorwaardelijke vluchtelingen", zouden
hun rechten met betrekking tot identiteitskaarten en toegang tot de
arbeidsmarkt daadwerkelijk en systematisch moeten kunnen uitoefenen, zodat hun
zelfvoorziening en integratie worden bevorderd;
er zou een beleid moeten worden ontwikkeld en
uitgevoerd dat begunstigden van internationale bescherming, die van de
maatschappij dreigen te worden uitgesloten, in het bijzonder degenen die
geen huisvesting van de staat hebben, gemakkelijkere toegang tot hun
rechten garandeert;
er zou moeten worden gemonitord en
gecontroleerd in hoeverre begunstigden van internationale bescherming
werkelijk toegang hebben tot overheidsdiensten en de wettelijk voorziene
mogelijkheden voor sociale bijstand.
3.2.5.
Illegale migratie Ø
Wetgeving
aannemen en uitvoeren die voorziet in doeltreffend migratiebeheer, met op de
normen van de EU en de Raad van Europa afgestemde regels inzake de binnenkomst,
de uitreis en het verblijf van korte en lange duur van vreemdelingen en hun
gezinsleden, en inzake de opvang, de terugkeer en de rechten van vreemdelingen
die Turkije illegaal zijn binnengekomen of er illegaal verblijven; In
het licht van de recente goedkeuring en inwerkingtreding van de wet inzake buitenlanders
en internationale bescherming is de Commissie van oordeel dat deze voorwaarde
gedeeltelijk is vervuld, en dat er goede vooruitzichten zijn op verdere
vooruitgang. Voor
een betere beoordeling van de Commissie zullen de Turkse autoriteiten ervoor
moeten zorgen dat de bepalingen van deze nieuwe wet doeltreffend en breed
worden uitgevoerd in het hele land, en alle relevante secundaire wetgeving
wordt aangenomen. Ø Een mechanisme
opzetten en gebruiken voor het toezicht op migratiestromen, met gegevens over
zowel reguliere als illegale migratie; organen instellen voor het verzamelen en
analyseren van gegevens over migratieaantallen en -stromen; een situatieschets
creëren over illegale migratiestromen op nationaal, regionaal en lokaal niveau,
en over de verschillende landen van herkomst van illegale migratie, waarbij ook
risicoanalyses worden uitgevoerd en inlichtingen worden verzameld; In het licht van de nieuwe rol van het
directoraat-generaal voor migratiebeheer voor het verzamelen en analyseren van
statistieken over migratie, en de samenwerking tussen de Turkse autoriteiten en
Frontex, is de Commissie van oordeel dat deze voorwaarden van de benchmark gedeeltelijk
vervuld zijn. De Commissie beveelt de Turkse autoriteiten aan het
directoraat-generaal voor migratiebeheer de middelen te geven die het nodig
heeft voor de praktische uitvoering van zijn taak statistische gegevens met
betrekking tot alle relevante aspecten van migratie te verzamelen en te
analyseren. Voorts beveelt de Commissie de Turkse autoriteiten
aan te blijven samenwerken met Frontex en een analyse uit te voeren van het
risico van bepaalde landen als bron van onregelmatige migratie naar Turkije. Ø De factoren
analyseren die illegale migratiestromen naar een land in de hand werken, en
maatregelen nemen om gevallen van georganiseerde illegale migratie of hulp
daarbij beter te kunnen onderzoeken; Deze voorwaarde is gedeeltelijk vervuld, en er
zijn goede vooruitzichten op verdere vooruitgang. De Commissie beveelt de Turkse autoriteiten aan de
recentelijk goedgekeurde hervormingen van de visumregeling en het asielstelsel
uit te voeren, Turkse paspoorten zonder biometrische kenmerken af te schaffen
en het ministerie van Arbeid meer capaciteit te geven voor het controleren en
voorkomen van de aanwezigheid van onregelmatige migranten op de arbeidsmarkt. Om deze voorwaarde beter te kunnen beoordelen, moet
de Commissie kunnen vaststellen dat de Turkse rechtshandhavingsinstanties er
beter in slagen onregelmatige migranten en personen die onregelmatige migratie
bevorderen op te sporen en aan te houden en complexer onderzoek te voeren voor
het opsporen en ontmantelen van netwerken van mensensmokkelaars. Ø Op doeltreffende
wijze trachten overnameovereenkomsten te sluiten en uit te voeren met landen
die een belangrijke bron van illegale migratiestromen naar Turkije of de
EU-lidstaten vormen; De
Turkse autoriteiten hebben een aantal overnameovereenkomsten gesloten, maar
slechts in enkele gevallen met landen die een belangrijke bron van
onregelmatige migratie zijn. In het geval van sommige van deze landen is over
een overnameovereenkomst onderhandeld of zijn onderhandelingen voorgesteld,
echter zonder resultaat, mede doordat enkele door Turkije ondertekende
overeenkomsten niet werden geratificeerd. Turkije heeft met enkele buurlanden
op het gebied van grenssamenwerking een overeenkomst gesloten die bepalingen
omvat over de overname van onregelmatige migranten, maar deze bepalingen worden
zelden uitgevoerd. In het licht van het bovenstaande is de Commissie van oordeel
dat de voorwaarde van deze benchmark slechts gedeeltelijk vervuld is. De
Commissie beveelt de Turkse autoriteiten aan al het mogelijke te doen om ervoor
te zorgen dat:
de
reeds ondertekende overnameovereenkomsten in werking treden;
de
overnamebepalingen in de overeenkomsten over grenssamenwerking die met een
aantal buurlanden zijn gesloten, daadwerkelijk worden uitgevoerd;
vorderingen
worden gemaakt bij de onderhandelingen over en het sluiten van
overnameovereenkomsten met ten minste een aantal van de landen die een
belangrijke bron van onregelmatige migratie naar Turkije vormen.
Ø
Zorgen
voor voldoende financiële en personele middelen voor doeltreffend
migratiebeheer, waaronder passende opleidingsprogramma's; De
Commissie is van oordeel dat de voorwaarde van deze benchmark bijna vervuld is. Om
verdere vooruitgang te boeken, zouden de Turkse autoriteiten:
de
oprichting en de organisatie van het directoraat-generaal voor
migratiebeheer moeten voltooien;
het
directoraat-generaal voldoende middelen moeten blijven toewijzen voor de
uitvoering van zijn taken.
Ø
Zorgen
voor doeltreffende uitwijzing van illegaal verblijvende onderdanen van derde
landen; De
Commissie is van oordeel dat de voorwaarde van deze benchmark bijna vervuld is. De Commissie beveelt de Turkse autoriteiten aan hun
capaciteit te verhogen voor het vaststellen van de nationaliteit van de
onregelmatige migranten die zij tegenhouden, zodat minder personen erin slagen
hun uitwijzing te voorkomen door valse informatie over hun land van herkomst te
verstrekken. Ø Voorwaarden
vaststellen met betrekking tot de vrijwillige terugkeer van onderdanen van
derde landen die van het grondgebied zullen worden verwijderd en die bereid
zijn tot vrijwillige terugkeer; Gezien
de bepalingen van de wet inzake buitenlanders en internationale bescherming en
het beperkte aantal proefprogramma's voor begeleide vrijwillige terugkeer in
Turkije, is de Commissie van oordeel dat de voorwaarde van deze benchmark
gedeeltelijk is vervuld, en er goede vooruitzichten zijn op verdere vooruitgang. Voor een betere beoordeling moet aan de Commissie
het volgende worden verstrekt:
informatie op basis waarvan zij kan
nagaan hoe de nieuwe wettelijke bepalingen voor de vrijwillige terugkeer
van onregelmatige migranten in de praktijk worden uitgevoerd;
statistische gegevens over het
aantal gevallen van vrijwillige terugkeer waarmee wordt ingestemd en het
aantal gevallen van daadwerkelijke terugkeer door de Turkse autoriteiten.
Ø In passende
infrastructuur voorzien (inclusief detentiecentra) en de verantwoordelijke
organen versterken om ervoor te zorgen dat illegaal verblijvende en/of
doorreizende onderdanen van derde landen daadwerkelijk van het Turkse
grondgebied worden verwijderd, en daarbij alle benodigde juridische steun en
sociale en psychologische bijstand verlenen en voorzien in fatsoenlijke en
billijke detentievoorwaarden en uitzettingsprocedures voor de terugkeerders. De
Commissie is van oordeel dat deze voorwaarde gedeeltelijk is vervuld en
dat er goede vooruitzichten zijn op verdere vooruitgang. Om
verdere vorderingen te maken voor deze benchmark, beveelt de Commissie de
Turkse autoriteiten aan centra te blijven bouwen en uitrusten, zodat
onregelmatige migranten op een waardige manier worden opgevangen tijdens
overname- of verwijderingsprocedures. De Commissie beveelt ook aan de praktische toegang
van deze personen tot sociale, psychologische en rechtsbijstand en tot
fatsoenlijke en billijke detentievoorwaarden en procedures te verbeteren, in
het bijzonder door samen te werken met gespecialiseerde organisaties, voldoende
middelen toe te kennen en goed opgeleid en gemotiveerd personeel in te zetten. 4. BLOK 3: OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID 4.1. Algemene beoordeling De
situatie in Turkije op dit gebied is wisselend en soms tegenstrijdig. De
rechtshandhavingsinstanties beschikken over voldoende middelen en zijn
bedrijvig. Het personeel is doorgaans hooggekwalificeerd en geëngageerd en de
instanties hebben met hun aanzienlijke inspanningen om criminaliteit tegen te
gaan, al tal van belangrijke successen geboekt. Wat betreft de opsporing en
ontmanteling van criminele netwerken die werkzaam zijn in Turkije of over de
grenzen heen, blijven de resultaten echter beneden de verwachtingen. Turkije
beschikt over belangrijke en goed werkende instrumenten voor politiële en
justitiële samenwerking met internationale partners, waaronder de EU-lidstaten
en de EU-agentschappen. De resultaten van de samenwerking zijn echter
onvoldoende, zowel voor de EU als voor Turkije. De samenwerking wordt
bemoeilijkt door onder meer de verschillen tussen de Turkse wetgeving en de
EU-wetgeving, de verschillende overeenkomsten die de EU en Turkije hebben
gesloten en de soms verschillende aanpak die zij hanteren. De
Turkse autoriteiten hebben reeds tal van wetsontwerpen en ontwerpovereenkomsten
opgesteld die de samenwerking en de werking van de Turkse
rechtshandhavingsinstanties zouden bevorderen. De goedkeuring en ondertekening
van de voorstellen laat echter al jaren op zich wachten, om redenen die de
Commissie onbekend zijn. Er
zouden op de korte termijn belangrijke vorderingen kunnen worden gemaakt, indien
ter ondersteuning de nodige politieke hervormingen worden doorgevoerd. 4.2. Specifieke opmerkingen over de
benchmarks van het blok "openbare orde en veiligheid" 4.2.1.
Voorkomen en bestrijden van georganiseerde criminaliteit, terrorisme en
corruptie Ø De uitvoering
van de nationale strategie en het nationale actieplan ter bestrijding van
georganiseerde criminaliteit (met name de grensoverschrijdende aspecten ervan)
voortzetten en voltooien, en zorgen voor passende personele en financiële
middelen voor de uitvoering; Turkije stelt aanzienlijke financiële, technische en
personele middelen beschikbaar voor de bestrijding van georganiseerde
criminaliteit. Zoals vermeld in onder meer het verslag van de Turkse politie
over de bestrijding van smokkel en georganiseerde criminaliteit van 2013,
behalen de Turkse rechtshandhavingsinstanties belangrijke resultaten op dit
gebied. De Commissie heeft op dit moment echter nog
onvoldoende informatie over de specifieke maatregelen die de Turkse
autoriteiten nemen voor de uitvoering van het actieplan ter bestrijding van
georganiseerde criminaliteit, en over de wijze waarop deze maatregelen en de
algemene strategie inzake georganiseerde criminaliteit de dreiging van
criminele organisaties in Turkije doeltreffend zullen helpen aanpakken. Voorts
is er kennelijk geen analyse beschikbaar van de structuur en de werking van
criminele organisaties in Turkije. De Commissie is bijgevolg van oordeel dat de
voorwaarden van deze benchmark slechts gedeeltelijk vervuld zijn. Voor een betere beoordeling van de Commissie dienen
de Turkse autoriteiten te zorgen voor: · informatie
over de specifieke maatregelen die in de praktijk worden genomen ter uitvoering
van het actieplan; · informatie
op basis waarvan de Commissie inzicht kan krijgen in de aard en omvang van de
criminele organisaties die in Turkije gevestigd zijn, vooral van de
organisaties die nationaal of transnationaal actief zijn, met vermelding van
hun geografische en economische werkgebieden; en toelichting over de aanpak die
de Turkse autoriteiten ontwikkelen om deze criminele organisaties te
ontmantelen en hun activiteiten te bestrijden. Ø Het Verdrag van
de Raad van Europa inzake de bestrijding van mensenhandel ondertekenen en
ratificeren, en wetgeving aannemen en doeltreffend uitvoeren die bepalingen
omvat die afgestemd zijn op de normen van dat verdrag en van het EU-acquis met
betrekking tot het voorkomen van mensenhandel, het vervolgen van
mensenhandelaars en het beschermen en bijstaan van slachtoffers; Het Turkse strafwetboek en de wet inzake
buitenlanders en internationale bescherming bevatten bepalingen voor de
vervolging van mensenhandelaars en de bijstand aan slachtoffers van
mensenhandel. Er is evenwel nog geen alomvattend rechtskader inzake
mensenhandel tot stand gebracht, en het desbetreffende verdrag van de Raad van
Europa is ondertekend maar nog niet geratificeerd. In het licht van het bovenstaande is de Commissie
van oordeel dat deze voorwaarde slechts gedeeltelijk vervuld is. De Commissie doet de Turkse autoriteiten de volgende
aanbevelingen:
het Verdrag van de Raad van Europa
inzake de bestrijding van mensenhandel zou moeten worden geratificeerd; en
er zou een wet moeten worden
aangenomen om mensenhandel op alomvattende wijze en in overeenstemming met
de normen van het verdrag en het EU-acquis aan te pakken.
Ø Passende
infrastructuur en voldoende personele en financiële middelen ter beschikking
stellen om een fatsoenlijke opvang en bescherming van de rechten en de
waardigheid van slachtoffers van mensenhandel te garanderen, en hun
maatschappelijke en beroepsmatige re-integratie ondersteunen; De Commissie is van oordeel dat, gezien het werk dat
Turkije reeds heeft geleverd ter ondersteuning van slachtoffers van
mensenhandel, de voorwaarden van deze benchmark gedeeltelijk vervuld
zijn. De Commissie doet de Turkse autoriteiten de volgende
aanbevelingen:
er zou meer steun beschikbaar
moeten worden gesteld om de hoeveelheid slachtoffers aan te kunnen, in het
bijzonder door meer opvangplaatsen te creëren en te gebruiken;
er zouden programma's moeten worden
ontwikkeld die slachtoffers ondersteunen bij hun maatschappelijke en
beroepsmatige re-integratie; en
het personeel dat met slachtoffers
van mensenhandel werkt, zou passende opleiding moeten krijgen.
Ø Het Verdrag van
de Raad van Europa inzake het witwassen, de opsporing, de inbeslagneming en de
confiscatie van opbrengsten van misdrijven en de financiering van terrorisme
(CETS 198) ratificeren en de bepalingen ervan in interne wetgeving omzetten, en
wetgeving aannemen en doeltreffend uitvoeren om te voldoen aan de eisen van dat
verdrag en de aanbevelingen van de Financiële Actiegroep (FATF) betreffende een
systeem voor het bevriezen van vermogensbestanddelen en een begripsomschrijving
van terrorismefinanciering; Turkije heeft het verdrag nog niet
geratificeerd, maar heeft desondanks reeds nationale wetgeving en
administratieve capaciteit ontwikkeld ter bestrijding van het witwassen van
geld en de financiering van terrorisme. De Commissie is bijgevolg van
oordeel dat deze voorwaarden gedeeltelijk zijn vervuld, en dat
er goede vooruitzichten zijn op verdere vooruitgang. De Commissie doet de Turkse autoriteiten
de volgende aanbevelingen:
het verdrag zou moeten worden
geratificeerd en uitgevoerd;
de nationale wetgeving zou
volledig in overeenstemming moeten worden gebracht met de bepalingen van
het verdrag;
er zou een centraal systeem moeten
worden ingesteld voor het verzamelen van statistieken over de confiscatie
van de opbrengsten van misdrijven; en
de aanbevelingen van de Financiële
Actiegroep zouden volledig moeten worden uitgevoerd.
De Turkse autoriteiten worden ook aangemoedigd de
oprichting te overwegen van een bureau voor de confiscatie en invordering van
opbrengsten van misdrijven. Ø
Het
Verdrag van de Raad van Europa over cybercriminaliteit ratificeren en wetgeving
aannemen en maatregelen uitvoeren ter omzetting van het verdrag; Turkije heeft het verdrag recentelijk geratificeerd,
maar is nog niet gestart met de uitvoering ervan, en de
rechtshandhavingsinstanties beschikken over een goede capaciteit voor de
bestrijding van cybercriminaliteit. De Commissie is derhalve van oordeel dat
deze voorwaarde gedeeltelijk is vervuld, en dat er goede vooruitzichten zijn
op verdere vooruitgang. De Commissie beveelt de Turkse autoriteiten aan het
verdrag uit te voeren en de nationale wetgeving volledig in overeenstemming te
brengen met de bepalingen van het verdrag, met bijzondere nadruk op de
artikelen 9, 16, 17 en 18. Ø
Doorgaan
met het uitvoeren van de nationale strategie en de nationale actieplannen tegen
drugs en drugsverslaving en de samenwerking met het Europees waarnemingscentrum
voor drugs en drugsverslaving (EWDD) ontwikkelen; De
Turkse autoriteiten zijn kennelijk zeer actief bij de bestrijding van
drugshandel. Ze werken ook samen met het EWDD en leggen de strategie en het
actieplan ten uitvoer. Het
drugsverslag over 2013 dat het Turkse ministerie van Binnenlandse Zaken heeft
uitgebracht, bevat relatief uitgebreide informatie over drugshandel en
drugsverslaving in Turkije en over het desbetreffende beleid van de Turkse
autoriteiten. Over de specifieke maatregelen ter uitvoering van het actieplan
hebben de Turkse autoriteiten echter geen gedetailleerde informatie verstrekt. De
Turkse autoriteiten hebben de samenwerkingsovereenkomst met het EWDD op 29 juni
2012 geratificeerd, maar hebben de officiële akte nooit neergelegd, waardoor de
overeenkomst nog niet in werking is getreden in Turkije. In
het licht van het bovenstaande is de Commissie van oordeel dat de voorwaarden
van deze benchmark gedeeltelijk zijn vervuld, en dat er goede vooruitzichten
zijn op verdere vooruitgang. Voor
een betere beoordeling heeft de Commissie gedetailleerde informatie nodig over
de maatregelen die de Turkse autoriteiten nemen voor de daadwerkelijke
uitvoering van het huidige actieplan tegen drugs en drugsverslaving. De
Commissie beveelt de Turkse autoriteiten ook aan de (nu reeds goede) kwaliteit
van hun jaarverslag verder te verbeteren en de officiële akte van ratificering
neer te leggen zodat de samenwerkingsovereenkomst met het EWDD in werking kan
treden. Ø De nationale
strategie en het actieplan ter bestrijding van corruptie, en de aanbevelingen
van de GRECO (Ie, IIe en IIIe evaluatieronde), verder uitvoeren. Uit de beperkte
informatie die de Turkse autoriteiten hebben verstrekt, blijkt dat aan slechts
enkele aanbevelingen van de GRECO naar behoren follow-up is gegeven, en dat
slechts enkele maatregelen van het actieplan ter bestrijding van corruptie zijn
uitgevoerd. De Commissie is bijgevolg van oordeel dat de voorwaarde van deze
benchmark slechts gedeeltelijk vervuld is. De Commissie
doet de Turkse autoriteiten de volgende aanbevelingen: ·
er
zou follow-up moeten worden gegeven aan alle aanbevelingen van de GRECO; ·
het
actieplan ter bestrijding van corruptie zou volledig moeten worden uitgevoerd; ·
er
zou nauwkeurige informatie moeten worden verstrekt over de maatregelen ter
uitvoering van de twee bovenstaande aanbevelingen. Aangezien de
huidige strategie en het actieplan ter bestrijding van corruptie eind 2014
aflopen, beveelt de Commissie de Turkse autoriteiten ook aan een nieuwe
strategie en een nieuw actieplan goed te keuren en uit te voeren. De betrokken
documenten moeten gebaseerd zijn op een grondige analyse van corruptiepreventie
en -bestrijding en moeten de volgende elementen omvatten: ·
strikte
termijnen voor de uitvoering van de geplande maatregelen; ·
begrotingstoewijzingen;
·
de
bevoegde instellingen en personen; en ·
succesindicatoren.
Het
maatschappelijk middenveld zou betrokken moeten worden bij het opstellen en
monitoren van deze documenten. Het algemene toezicht op en de verslaglegging
over de uitvoering van het actieplan moeten evenwel worden toevertrouwd aan een
publiekrechtelijke instantie of een werkgroep die over de nodige
onafhankelijkheid beschikt. 4.2.2.
Justitiële samenwerking Ø Uitvoeren en
naleven van internationale verdragen over justitiële samenwerking in strafzaken
(met name de verdragen van de Raad van Europa betreffende uitlevering (nr. 24
van 1957, inclusief de nog niet uitgevoerde aanvullende protocollen van 1975, 2010
en 2012), wederzijdse rechtshulp in strafzaken (nr. 30 van 1959, inclusief het
nog niet uitgevoerde aanvullende protocol van 2001) en de overbrenging van
gevonniste personen (nr. 112 van 1983, inclusief het nog niet uitgevoerde
aanvullende protocol van 1997); Turkije is reeds partij bij een groot aantal van de
in deze benchmark genoemde verdragen en protocollen, en voert deze uit. Voorts
is Turkije van plan om in de toekomst nog andere verdragen en protocollen te
tekenen. De Commissie is van oordeel dat deze voorwaarde gedeeltelijk is
vervuld, en dat er goede vooruitzichten zijn op verdere
vooruitgang. De Commissie beveelt de Turkse autoriteiten aan de
drie protocollen bij het Verdrag betreffende uitlevering, het Protocol bij het
Verdrag aangaande wederzijdse rechtshulp in strafzaken en het Protocol bij het
Verdrag inzake de overbrenging van gevonniste personen, waarbij Turkije nog
geen partij is, te tekenen, te ratificeren en uit te voeren. Ø Maatregelen
nemen die ervoor zorgen dat rechters en aanklagers op justitieel niveau in
strafzaken beter samenwerken met de EU-lidstaten en landen in de regio; De Turkse autoriteiten en experten bereiden een
uitgebreide wettekst voor waarin op een duidelijke en eenvoudige manier de
procedures worden beschreven die de Turkse autoriteiten moeten volgen om zo
efficiënt en doeltreffend mogelijk verzoeken om internationale justitiële
samenwerking in strafzaken in te dienen en in te willigen. De wettekst is tot
op heden echter nog niet aangenomen. In het licht van het bovenstaande is de Commissie
van oordeel dat deze voorwaarde gedeeltelijk is vervuld, en dat er goede
vooruitzichten zijn op verdere vooruitgang. Om vorderingen te maken met betrekking tot deze
benchmark, beveelt de Commissie Turkije aan de goedkeuring van deze wettekst te
overwegen. Voorts beveelt de Commissie de Turkse autoriteiten
aan om verdere administratieve, technische en juridische maatregelen te nemen
op dit gebied, zoals opleiding, om sneller te kunnen reageren op verzoeken om
rechtshulp in strafzaken. Ø Het opbouwen van
werkrelaties met Eurojust; De Turkse autoriteiten grijpen iedere kans om hun
betrekkingen met Eurojust verder te ontwikkelen. De ontwikkeling van een
volwaardige samenwerking met Eurojust wordt echter structureel belemmerd door
het feit dat Turkije niet beschikt over nationale gegevensbeschermingswetgeving
die in overeenstemming is met het EU-acquis. Door het ontbreken van dergelijke
wetgeving kan Eurojust geen persoonlijke en vertrouwelijke informatie met
betrekking tot specifieke rechtszaken met de Turkse autoriteiten delen. In het licht van het bovenstaande is de Commissie
van oordeel dat deze voorwaarde slechts gedeeltelijk vervuld is. De Commissie beveelt de Turkse autoriteiten aan
nationale gegevensbeschermingswetgeving die in overeenstemming is met het
EU-acquis, aan te nemen en uit te voeren. Voorts beveelt de Commissie de Turkse autoriteiten
aan mee te delen welke maatregelen zij van plan zijn te nemen om hun
werkrelatie met Eurojust te verbeteren. Ø Doorgaan met het
uitvoeren van het Verdrag van Den Haag van 1980 betreffende de
burgerrechtelijke aspecten van internationale ontvoering van kinderen, en
toetreden tot het Verdrag van Den Haag van 1996 inzake de bevoegdheid, het
toepasselijke recht, de erkenning, de tenuitvoerlegging en de samenwerking op
het gebied van ouderlijke verantwoordelijkheid en maatregelen ter bescherming
van kinderen en tot het Verdrag van Den Haag van 2007 inzake de internationale
inning van levensonderhoud voor kinderen en andere familieleden; Turkije
brengt het Verdrag van Den Haag van 1980 ten uitvoer, maar de procedures lopen
vaak vertraging op. Turkije is geen partij bij de verdragen van 1996 en 2007,
maar wel bij andere verdragen waarbij soortgelijke kwesties op een andere
manier worden aangepakt. In het licht van het bovenstaande is de Commissie van
oordeel dat deze voorwaarde slechts gedeeltelijk vervuld is. De
Commissie doet de Turkse autoriteiten de volgende aanbevelingen:
Turkije
zou moeten toetreden tot het Verdrag van Den Haag van 1996 en het Verdrag
van Den Haag van 2007;
er
zouden doeltreffende maatregelen moeten worden genomen om de vertraging
bij procedures naar aanleiding van het Verdrag van Den Haag van 1980 tot
een aanvaardbaar niveau terug te brengen.
Met
betrekking tot dit laatste punt worden de Turkse autoriteiten ertoe
aangemoedigd bijzondere aandacht te besteden aan de hervorming van de huidige
procedure voor de uitvoering van het Verdrag van Den Haag, zodat de
gerechtelijke procedures sneller worden gestart en afgerond (in het bijzonder
voor beroepsprocedures) en onder de verantwoordelijkheid van gespecialiseerde
rechters vallen. De
Turkse autoriteiten worden er ook toe aangemoedigd de aanstelling te overwegen
van een rechter als contactpersoon bij het Internationale Haagse Netwerk van
rechters, om tot een gemakkelijkere samenwerking te komen bij kwesties die onder
de Haagse verdragen vallen. Ø Doeltreffende
justitiële samenwerking in strafzaken verlenen aan alle EU-lidstaten, ook in
uitleveringszaken, onder meer door het bevorderen van rechtstreekse contacten
tussen centrale autoriteiten De mogelijkheid voor Turkije om de
EU-lidstaten volledige medewerking te verlenen op het gebied van uitlevering,
wordt hoofdzakelijk belemmerd door een aantal structurele beperkingen, in het
bijzonder het feit dat de grondwet uitlevering van Turkse burgers niet
toestaat. Evenzo geldt dat EU-burgers niet aan Turkije kunnen worden
uitgeleverd. In beginsel is Turkije evenwel bereid om, binnen de bestaande
beperkingen en rekening houdend met het wederkerigheidsbeginsel en de
toepasselijke internationale verdragen, met de EU-lidstaten samen te werken
voor de uitlevering van onderdanen van derde landen. Het Turks recht omvat ook
bepalingen op grond waarvan Turkse burgers die na het plegen van strafbare
feiten in het buitenland naar Turkije zijn gevlucht, in Turkije kunnen worden
vervolgd of daar aan de tenuitvoerlegging van een buitenlandse veroordeling
kunnen worden onderworpen. Een andere factor die de samenwerking in
strafzaken verstoort, is de terughoudendheid van de Turkse autoriteiten om
verzoeken om justitiële samenwerking van bepaalde EU-lidstaten in te willigen
omdat de justitiële autoriteiten van die lidstaat reeds verzoeken van Turkije
weigerden. Of deze weigering er kwam om technische redenen, meer bepaald
vanwege de verschillen in wetgeving en waarborgen van de EU-lidstaat en Turkije
met betrekking tot het strafbare feit waarvoor het verzoek wordt ingediend,
maakt voor de Turkse autoriteiten geen verschil. Deze belangrijke beperking
neemt echter niet weg dat de Turkse autoriteiten met het merendeel van de
EU-lidstaten wel goed samenwerken op het gebied van strafzaken, al kan de
omvang en de doeltreffendheid van de samenwerking sterk variëren. In het licht van het bovenstaande is de Commissie
van oordeel dat de voorwaarde van deze benchmark gedeeltelijk vervuld
is. De Commissie doet de Turkse autoriteiten
de volgende aanbevelingen: ·
de Turkse autoriteiten zouden
zich bereidwillig moeten opstellen tegenover de autoriteiten van de lidstaten
die verzoeken om samenwerking in strafzaken, zouden een goede onderlinge
uitwisseling van informatie over de toepasselijke wetgeving en procedures
moeten opbouwen en zouden zich ervan moeten weerhouden het
wederkerigheidsbeginsel strikt toe te passen; ·
het Turkse strafrechtsstelsel
en strafrecht zouden verder moeten worden hervormd om een betere
overeenstemming met de Europese en EU-normen te garanderen, zonder afbreuk te
doen aan de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht en met versterking van
de procedurele waarborgen; ·
de autoriteiten van de lidstaten
zouden moeten worden geholpen bij het identificeren en toepassen van procedures
op grond van de Turkse wetgeving, zodat vervolging kan worden ingesteld voor
strafbare feiten die in de EU zijn gepleegd door Turkse onderdanen die
vervolgens naar Turkije zijn gevlucht; ·
de Turkse autoriteiten zouden ten aanzien van alle
EU-lidstaten bereid moeten zijn tot justitiële samenwerking in strafzaken,
zonder enige discriminatie, ook niet ten aanzien van de Republiek Cyprus. 4.2.3. Samenwerking bij rechtshandhaving Ø De noodzakelijke
stappen nemen om te zorgen voor doeltreffende en efficiënte samenwerking bij
rechtshandhaving tussen de bevoegde nationale instanties, met name tussen
grenswachten, politie en douanebeambten, via volledige samenwerking tussen de
agentschappen op het gebied van inlichtingen en informatie-uitwisseling, en
voor samenwerking met de justitiële autoriteiten; De Turkse rechtshandhavingsinstanties delen niet
systematisch hun middelen en instrumenten en verlenen elkaar geen toegang tot
databanken en inlichtingen. Ze hebben evenwel mechanismen voor coördinatie en
informatie-uitwisseling ingesteld, delen via de UYAP-databank de toegang tot
alle relevante procedures met het gerechtelijk apparaat, en de politie en
douane hebben via een protocol voor gegevensuitwisseling hun samenwerking
versterkt. De Commissie is derhalve van oordeel dat de voorwaarden van deze
benchmark bijna vervuld zijn. De Commissie beveelt de Turkse autoriteiten aan de
samenwerking tussen de rechtshandhavingsinstanties en andere relevante
overheidsorganen te blijven stimuleren, en met name deze instanties en organen
beter in staat te stellen gezamenlijk dreigingsanalyses en operaties uit te
voeren en vaker elkaars vaardigheden te gebruiken bij het inleiden en voeren
van onderzoek. Ø De samenwerking
tussen de regionale rechtshandhavingsinstanties versterken en bilaterale en
multilaterale operationele samenwerkingsovereenkomsten uitvoeren, onder meer
door het tijdig delen van relevante informatie met de bevoegde
rechtshandhavingsinstanties van de EU-lidstaten; Turkije is aangesloten bij verschillende
internationale organisaties inzake politie-aangelegenheden, waaronder Interpol,
en heeft met de meeste EU-lidstaten veiligheidsovereenkomsten gesloten. De
Commissie is bijgevolg van oordeel dat deze voorwaarde bijna vervuld is. De Commissie beveelt de Turkse autoriteiten aan de
politiële samenwerking te garanderen, onder meer via Interpol, met alle
EU-lidstaten, ook met de Republiek Cyprus. Ø De kwaliteit en
de capaciteit van de rechtshandhavingsinstanties op operationeel gebied en met
betrekking tot bijzonder onderzoek bevorderen, om grensoverschrijdende
criminaliteit, waaronder identiteitsfraude en fraude met reisdocumenten,
efficiënter aan te pakken; De Turkse rechtshandhavingsinstanties lijken over
voldoende middelen te beschikken wat de in deze benchmark genoemde capaciteiten
betreft. De Commissie is van oordeel dat de voorwaarde van deze benchmark vervuld
is. Ø Doeltreffend
samenwerken met OLAF en Europol voor het beschermen van de euro tegen
namaak; De Turkse autoriteiten werken doeltreffend en op
regelmatige basis samen met de relevante instellingen en lidstaten van de EU om
de euro te beschermen tegen namaak. De Commissie is van oordeel dat de
voorwaarde van deze benchmark vervuld is. Ø De capaciteiten
van de Turkse dienst recherche financiële criminaliteit (MASAK) versterken en
de samenwerking ervan met andere financiële inlichtingeneenheden in de
EU-lidstaten bevorderen; De relatief jonge instelling MASAK voert tal van
verschillende activiteiten uit en werkt reeds samen met de financiële
inlichtingeneenheden in de EU-lidstaten. De Commissie is derhalve van oordeel
dat deze voorwaarde gedeeltelijk vervuld is, en dat er goede vooruitzichten
zijn op verdere vooruitgang. De Commissie beveelt de Turkse autoriteiten aan
verdere maatregelen te nemen voor de verdere ontwikkeling van de capaciteit van
MASAK en instrumenten te ontwikkelen om de kwaliteit, de kwantiteit en het
spectrum van het onderzoek door MASAK te bevorderen, met name door:
MASAK beter in staat te stellen
gegevens over verdachte transacties te verzamelen, te verwerken en te
analyseren, om de doeltreffendheid en de goede afloop van onderzoek te
bevorderen;
statistieken te verzamelen en te
genereren over het aantal verdachte transacties dat heeft geleid tot
vervolging om het witwassen van geld, en over het aantal succesvolle
veroordelingen;
een analyse uit te voeren
van de interne middelen, wat betreft de toereikendheid van de systemen,
het personeel en de beschikbare middelen van MASAK;
een nationale risicobeoordeling uit
te voeren om na te gaan op welke manier geld wordt witgewassen in Turkije,
zeer risicovolle financiële producten en ondernemingen op te sporen en met
gereguleerde sectoren samen te werken om de dreiging te minimaliseren. De
risicobeoordeling zou kunnen bijdragen tot de ontwikkeling van een nieuw
Turks actieplan tegen geldwitwaspraktijken.
de toezichtsprocedures met
betrekking tot de bestrijding van geldwitwaspraktijken en
terrorismefinanciering te analyseren, om ervoor te zorgen dat deze
compatibel zijn en overeenstemmen met de praktijken van de EU-lidstaten;
een systeem te ontwerpen voor de
evaluatie van de competenties van toezichthouders die werkzaam zijn op het
gebied van de bestrijding van geldwitwaspraktijken en
terrorismefinanciering; en
met de
Turkse rechtshandhavingsinstanties gezamenlijke opleiding te organiseren over
de bestrijding van geldwitwaspraktijken en terrorismefinanciering.
Ø De strategische
overeenkomst met Europol verder uitvoeren; De Commissie is van oordeel dat deze voorwaarde bijna
vervuld is. De Commissie beveelt de Turkse autoriteiten aan zich
verder in te spannen voor de ontwikkeling van iedere samenwerkingsvorm die
mogelijk is in het kader van de strategische overeenkomst. Ø Met Europol een
operationele samenwerkingsovereenkomst sluiten en deze overeenkomst volledig en
doeltreffend uitvoeren. Deze voorwaarde is niet vervuld. Om vooruitgang te boeken in de richting van de
ondertekening van een operationele samenwerkingsovereenkomst met Europol,
beveelt de Commissie de Turkse autoriteiten aan nationale
gegevensbeschermingswetgeving die in overeenstemming is met het EU-acquis, aan
te nemen en uit te voeren. 4.2.4. Gegevensbescherming Ø De relevante
internationale verdragen ondertekenen, ratificeren en uitvoeren, met name het
Verdrag van de Raad van Europa tot bescherming van personen met betrekking tot
de geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens van 1981 en het aanvullende
protocol nr. 181; De Commissie is van oordeel dat deze voorwaarde niet
is vervuld. Ze beveelt de Turkse autoriteiten aan het Verdrag en
het aanvullende protocol te ratificeren en uit te voeren. Ø Wetgeving inzake
de bescherming van persoonsgegevens aannemen en uitvoeren die in
overeenstemming is met de EU-normen, met name wat betreft de onafhankelijkheid
van de instantie die verantwoordelijk is voor het toezicht op de bescherming
van persoonsgegevens. De Commissie is van oordeel dat deze voorwaarde niet
is vervuld. De Commissie beveelt de Turkse autoriteiten aan
nationale gegevensbeschermingswetgeving die in overeenstemming is met het
EU-acquis, aan te nemen en uit te voeren. 5. BLOK 4: GRONDRECHTEN 5.1. Algemene beoordeling Voor zover dit relevant is voor de beoordeling van
de vooruitgang in de richting van visumliberalisering, is vastgesteld dat
Turkije goede vooruitgang heeft gemaakt en belangrijke stappen heeft gezet met
betrekking tot de benchmarks van dit blok. Er worden reeds verschillende
hervormingen doorgevoerd en nieuwe aanpakken toegepast. De Commissie moedigt
Turkije aan de huidige inspanningen voort te zetten. 5.2. Specifieke opmerkingen over de
benchmarks van het blok "grondrechten" 5.2.1.
Vrij verkeer van de burgers
Ervoor zorgen dat het vrije verkeer
van de burgers van Turkije niet aan ongerechtvaardigde beperkingen wordt
onderworpen, bijvoorbeeld door maatregelen waarbij wordt gediscrimineerd
op grond van geslacht, ras, huidskleur, etnische of sociale afkomst,
genetische kenmerken, taal, godsdienst of overtuiging, politieke of andere
meningen, behoren tot een nationale minderheid, eigendom, geboorte,
handicap, leeftijd of seksuele geaardheid, en indien nodig een volledig
onderzoek voeren ter zake;
Het
vrije verkeer wordt in Turkije doorgaans gegarandeerd en wordt kennelijk niet
in grote mate belemmerd in de praktijk. De Commissie is derhalve van oordeel
dat deze voorwaarde vervuld is. 5.2.2.
Voorwaarden en procedures voor de afgifte van identiteitsdocumenten Ø Informatie
verstrekken over de voorwaarden en omstandigheden voor het verwerven van het
Turkse staatsburgerschap; Turkije
heeft voldoende informatie verstrekt over de voorwaarden voor het verwerven van
het Turkse staatsburgerschap. De Commissie is derhalve van oordeel dat deze
voorwaarde vervuld is. Ø Informatie verstrekken over de voorwaarden voor het wijzigen van
persoonsgegevens; Turkije heeft voldoende informatie verstrekt over de
voorwaarden voor het wijzigen van persoonsgegevens. De Commissie is derhalve
van oordeel dat deze voorwaarde vervuld is. Ø Zorgen voor
volledige en daadwerkelijke toegang tot reis- en identiteitsdocumenten voor
alle burgers, waaronder vrouwen, kinderen, personen met een handicap, personen
die tot een minderheid behoren, ontheemden en andere kwetsbare groepen; De Turkse wetgeving voorziet in toegang tot reis- en
identiteitsdocumenten voor alle burgers. De Commissie is derhalve van oordeel
dat deze voorwaarde vervuld is. Ø Zorgen voor
volledige en daadwerkelijke toegang tot identiteitsdocumenten voor in Turkije
verblijvende vluchtelingen en staatlozen. De
Commissie is van oordeel dat deze voorwaarde bijna vervuld is. De
Commissie beveelt de Turkse autoriteiten aan zich te blijven inspannen om
ervoor te zorgen dat alle personen die in Turkije om internationale bescherming
verzoeken of internationale bescherming genieten, tijdig worden geregistreerd
en toegang hebben tot passende identiteitsdocumenten.
Toegankelijke informatie
verstrekken over registratievereisten voor vreemdelingen die in Turkije
wensen te verblijven, en zorgen voor een gelijke en transparante
uitvoering van de desbetreffende wetgeving.
In het licht van de bepalingen van de nieuwe wet
inzake buitenlanders en internationale bescherming is de Commissie van oordeel
dat deze voorwaarde vervuld is. 5.2.3. Burgerrechten en de eerbiediging en
bescherming van minderheden Ø Beleid
ontwikkelen en uitvoeren waarmee de sociale uitsluiting, de marginalisatie en
de discriminatie van de Roma bij de toegang tot onderwijs en
gezondheidsdiensten, alsmede hun moeilijke toegang tot identiteitskaarten,
huisvesting, werkgelegenheid en het openbare leven, worden aangepakt; De Commissie is van oordeel dat deze voorwaarde slechts
gedeeltelijk vervuld is. De Commissie doet de Turkse autoriteiten de volgende
aanbevelingen:
er zou een brede strategie en een breed
actieplan moeten worden aangenomen ter verbetering van de situatie van de
Roma in Turkije, waarbij inspiratie wordt gehaald uit de bepalingen van
het EU-kader voor de nationale strategieën voor integratie van de Roma van
2011, en bij de uitvoering van en het toezicht op de strategie zouden
maatschappelijke organisaties van de Roma moeten worden betrokken;
de desbetreffende overheidsdienst zou passende
middelen moeten krijgen om de uitvoering van de strategie en het actieplan
op doeltreffende wijze te coördineren;
er zouden meer kwalitatieve en kwantitatieve
gegevens moeten worden verzameld over de integratie van de Roma en over de
vorderingen die zijn gemaakt dankzij de uitvoering van de brede
Roma-strategie en het brede actieplan;
de geplande huisvestingsmaatregelen voor de
Roma zouden vergezeld moeten gaan van geïntegreerde programma's voor
sociale inclusie; en
er zou antidiscriminatiewetgeving moet worden
aangenomen, waarbij inspiratie wordt gehaald uit het EU-acquis inzake
gelijke behandeling ongeacht ras of etnische afkomst.
Ø De aanvullende
protocollen nr. 4 en nr. 7 bij het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens
(EVRM) ratificeren; Turkije heeft de protocollen nr. 4 en nr. 7 bij het verdrag
ondertekenend, maar niet geratificeerd. De Commissie is derhalve van oordeel
dat deze voorwaarde gedeeltelijk vervuld is. De Commissie beveelt de Turkse autoriteiten aan de beide
protocollen te ratificeren en uit te voeren. Turkije
zou ook kunnen onderzoeken of de nationale wetgeving in overeenstemming is met
de bepalingen van bovengenoemde protocollen. De Commissie beveelt Turkije aan
om, ingeval er grote lacunes worden vastgesteld, passende maatregelen te nemen.
Conform het EVRM en de rechtspraak
van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM), het EU-acquis en
de praktijken van de EU-lidstaten het rechtskader inzake georganiseerde
criminaliteit en terrorisme herzien, alsmede de uitlegging daarvan door de
rechters, veiligheidsdiensten en rechtshandhavingsinstanties, om het recht
op vrijheid en veiligheid, het recht op een eerlijk proces en op vrijheid
van meningsuiting en het recht van vergadering en vereniging in de
praktijk te garanderen.
De Commissie is van oordeel dat deze
voorwaarde slechts gedeeltelijk vervuld is. De Commissie beveelt de Turkse autoriteiten aan:
het actieplan ter voorkoming van inbreuken op
het EVRM verder uit te voeren, en de nodige personele en financiële
middelen toe te kennen voor de uitvoering van en het toezicht op het
actieplan;
zich
constructief te blijven opstellen ten aanzien van "Incal"-zaken,
om ervoor te zorgen dat het Comité van ministers het toezicht op deze
zaken kan beëindigen;
maatregelen
te nemen om de daadwerkelijke uitoefening van het recht van individuen om
beroep in te stellen bij het grondwettelijk hof, te garanderen, en de
ombudsman en de nationale mensenrechtenorganisaties te versterken;
de
antiterreurwetgeving verder te herzien en te wijzigen naar het voorbeeld van
de EU-normen, en te blijven samenwerken met vertegenwoordigers van
maatschappelijke organisaties;
alle
nodige maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat
rechtshandhavingsambtenaren, rechters en aanklagers de geldende wetgeving
consequent toepassen, met inachtneming van de bepalingen van het EVRM en
de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, waaronder
het organiseren van bewustmakingscampagnes en opleiding en het instellen
van een onafhankelijk en onpartijdig orgaan voor het onderzoek naar
overtredingen door de politie.
6. BLOK 5: OVERNAME VAN
ONREGELMATIGE MIGRANTEN 6.1. Algemene beoordeling Op dit gebied moeten nog aanzienlijke
uitvoeringsinspanningen gebeuren. Er dient te worden erkend dat Turkije al een
aantal positieve initiatieven heeft genomen, met name de ratificering van de
overnameovereenkomst tussen de EU en Turkije en de instelling van een nieuwe
administratieve structuur voor het beheer van de overnameprocessen. De overnameovereenkomst is pas op 1 oktober 2014 in
werking getreden, waardoor op dit moment nog geen stand van zaken van de
uitvoering kan worden gegeven. Bovendien zal een van de belangrijkste
bepalingen van de overeenkomst, met betrekking tot de overname van migranten
die onderdaan zijn van een derde land, pas drie jaar later van toepassing
worden. Dit betekent dat de uitvoering van de voorwaarden van dit blok pas dan
uitgebreid zal kunnen worden beoordeeld. Een andere belangrijke voorwaarde van
dit blok is de volledige uitvoering van de bestaande overnameverplichtingen ten
aanzien van individuele EU-lidstaten. Deze voorwaarde is nog niet naar behoren
vervuld. 6.2. Specifieke opmerkingen over de
benchmarks van het blok "overname" Ø De bestaande
overnameverplichtingen ten aanzien van de lidstaten volledig en doeltreffend
uitvoeren; De Turkse autoriteiten aanvaarden
slechts af en toe een overnameverzoek van Griekenland en hebben in 2013
eenzijdig een einde gesteld aan de (tot dan wel degelijk uitgevoerde)
samenwerking met Bulgarije inzake overname. In het licht daarvan is de
Commissie van oordeel dat deze voorwaarde niet vervuld is. De Commissie beveelt de Turkse autoriteiten aan alle
overnameverplichtingen ten aanzien van de lidstaten uit te voeren en een goed
samenwerkingsniveau te handhaven op dit gebied. Ø De overnameovereenkomst
tussen de EU en Turkije, die op 21 juni 2012 is geparafeerd, ratificeren; Turkije heeft de overnameovereenkomst geratificeerd.
Deze voorwaarde is bijgevolg vervuld. Ø Alle bepalingen van de overnameovereenkomst tussen de EU en
Turkije volledig en doeltreffend uitvoeren, zodat een goede staat van dienst
wordt opgebouwd wat betreft het functioneren van overnameprocedures met alle
lidstaten; Aangezien de overnameovereenkomst met de
EU pas op 1 oktober 2014 in werking is getreden en een aantal belangrijke
elementen ervan pas drie jaar later van toepassing zullen worden, is de
Commissie van oordeel dat de voorwaarde van deze benchmark niet vervuld
is. Ø Interne procedures instellen en uitvoeren die een snelle en
doeltreffende identificatie en terugkeer mogelijk maken van Turkse burgers,
onderdanen van derde landen en staatlozen die niet (meer) voldoen aan de
voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van
een van de lidstaten, en die de doorreis vergemakkelijken van personen die
moeten terugkeren naar hun land van bestemming, in een sfeer van samenwerking; Turkije beschikt over interne procedures voor de
terugkeer van onregelmatige migranten, en deze procedures worden doorgaans vlot
uitgevoerd voor Turkse burgers. Er was geen informatie beschikbaar over het
bestaan van procedures die garanderen dat de overname van onregelmatige
migranten, in het bijzonder die welke onderdaan zijn van een derde land, binnen
de vastgestelde termijnen gebeurt. De Commissie is derhalve van oordeel dat
deze voorwaarde slechts gedeeltelijk vervuld is. De Commissie beveelt de Turkse autoriteiten aan de
in de benchmark genoemde interne procedures te ontwikkelen, ook de procedure
voor de vlotte uitvoering van versnelde grensprocedures, en de Commissie op de
hoogte te houden van de vorderingen op dit gebied. De Turkse autoriteiten moeten de aanwerving en de
opleiding afronden van het personeel van het directoraat-generaal voor
migratiebeheer, dat nu een leidende rol heeft op het gebied van overname en
terugkeer van onderdanen van derde landen. De Turkse autoriteiten moeten
duidelijk de bevoegdheden het directoraat-generaal vastleggen en de wijze
waarop het zal samenwerken met het relevante personeel van andere
rechtshandhavingsinstanties en grensautoriteiten die bevoegd zijn voor
onregelmatige migranten. Ø De
bevoegde autoriteit beter in staat stellen overnameaanvragen binnen de in de
overnameovereenkomst gestelde termijn te verwerken en het aantal hangende
aanvragen te verminderen, ook die welke betrekking hebben op onderdanen van
derde landen; De uitvoering van de
overnameovereenkomst tussen de EU en Turkije is nog maar zeer recent van start
gegaan. Bovendien zal de overeenkomst de eerste drie jaar slechts gedeeltelijk
worden uitgevoerd, gezien de niet-toepasselijkheid van een aantal bepalingen
ervan. Om deze redenen is het nog niet mogelijk na te gaan in hoeverre de in de
overeenkomst vastgelegde termijnen voor de behandeling van overnameaanvragen
worden nageleefd. De Commissie is bijgevolg van oordeel dat deze voorwaarde niet
vervuld is. Ø Ervoor
zorgen dat de overnameverzoeken worden verwerkt overeenkomstig de nationale en
EU-eisen inzake gegevensbescherming; Turkije heeft nog geen gegevensbeschermingswetgeving
aangenomen die in overeenstemming is met de EU-normen. Deze voorwaarde is
bijgevolg niet vervuld. Ø Tijdig
gedetailleerde statistieken over overname verzamelen en deze delen met de
bevoegde instanties van de lidstaten en de Europese Commissie; Aangezien de overnameovereenkomst tussen
de EU en Turkije nog niet wordt uitgevoerd, is het niet mogelijk na te gaan hoe
overnamestatistieken worden verzameld en gedeeld. De Commissie is bijgevolg van
oordeel dat deze voorwaarde niet vervuld is. 7. STATISTIEKEN 7.1. Algemene beoordeling De statistische indicatoren in de routekaart die
zijn geselecteerd om veranderingen van het risicoprofiel van Turkije te volgen,
duiden op een licht positieve trend, behalve op twee gebieden. De eerste
uitzondering betreft de samenwerking op het gebied van overname, die nog steeds
ontoereikend is. De tweede uitzondering is het stijgend aantal personen dat met
valse of vervalste reisdocumenten van Turkije naar de EU reist. 7.2. Specifieke opmerkingen over de
statistieken Ø Het percentage
geweigerde visa voor aanvragers uit Turkije: Het percentage geweigerde visa in Turkije daalt
licht, maar gestaag.
In 2010 werd 6,73 % van de
verzoeken om een visum van het type C geweigerd (iets meer dan het
gemiddelde weigeringspercentage van 5,79 % voor de ambassades van de
EU-lidstaten wereldwijd).
In 2011 werd 5,04 % van de
verzoeken om een visum van het type C geweigerd (iets minder dan het
gemiddelde weigeringspercentage van 5,5 % voor de ambassades van de
EU-lidstaten wereldwijd).
In 2012 werd 4,51 % van de
verzoeken om een visum van het type C geweigerd (iets minder dan het
gemiddelde weigeringspercentage van 4,77 % voor de ambassades van de
EU-lidstaten wereldwijd).
In 2013 werden 780 846 visa
van het type C aangevraagd, waarvan er 36 901 werden geweigerd,
d.w.z. een weigeringspercentage van 4,7 % (iets minder dan het
gemiddelde weigeringspercentage van 4,8 % voor de ambassades van de
EU-lidstaten wereldwijd).
Het percentage geweigerde visa is gedaald, terwijl
het aantal aanvragen voor een Schengenvisum in Turkije voortdurend is gestegen,
tot 780 846 aanvragen voor een visum van het type C in 2013 (d.w.z. een
stijging van 61 % tussen 2009 en 2013). Ø Het percentage
Turkse burgers dat de toegang tot de gemeenschappelijke Schengenruimte
geweigerd is; Het aantal Turkse burgers dat de toegang tot de
Schengenruimte geweigerd is, is gedaald van 1 889 in 2011, tot 1 763
in 2012 en 1 715 in 2013. Ø Het aantal
Turkse burgers waarvoor illegale binnenkomst of illegaal verblijf op het
grondgebied van de lidstaten is vastgesteld; Het aantal Turkse burgers dat op onregelmatige wijze
het grondgebied van een EU-lidstaat is binnengekomen, is gedaald van 700 in 2011,
tot 416 in 2012 en 317 in 2013. Het aantal Turkse burgers waarvoor illegaal verblijf
op het grondgebied van een EU-lidstaat is vastgesteld, is gedaald van 7 803
in 2011 tot 7 220 in 2012 en 6 744 in 2013. Zowel voor illegale binnenkomst als illegaal
verblijf wordt een positieve trend waargenomen. Ø Het totale
aantal asielaanvragen van Turkse burgers in de EU-lidstaten; Het aantal asielaanvragen van Turkse burgers gaat
sinds 2008 in dalende lijn, van 7 115 in 2008 tot 7 030 in 2009, 6 360
in 2010, 6 505 in 2011, 6 210 in 2012 en 5 625 in 2013. Hoewel
het aantal aanvragen relatief hoog is voor een stabiel en democratisch land als
Turkije, is de trend voor deze voorwaarde positief. Er dient evenwel te worden opgemerkt dat het
percentage positieve beslissingen over asielaanvragen gestegen is van 11 %
in 2008 naar 19,3 % in 2013, hetgeen betekent dat voor steeds meer Turkse
burgers wordt vastgesteld dat zij internationale bescherming behoeven. Ø Het aantal
overnameverzoeken, met inbegrip van verzoeken betreffende onderdanen van derde
landen, dat door de lidstaten werd ingediend bij Turkije, en door Turkije werd
afgewezen; In 2011, 2012 en 2013 werden door de EU-lidstaten
respectievelijk 2 643, 2 161 en 1 777 onregelmatige migranten
teruggebracht naar Turkije, waarvan respectievelijk 1 866, 1 666
en 1 445 Turkse burgers. De Griekse autoriteiten dienden in 2011, 2012 en 2013
voor respectievelijk 18 758, 20 464 en 3 413 onregelmatige
migranten (vooral niet-Turkse burgers) een overnameverzoek in. Het aantal
geweigerde en niet ingewilligde verzoeken van de Turkse autoriteiten was
extreem hoog: 17 206 (91 %) in 2011, 19 641 (96 %) in 2012
en 3 079 (90 %) in 2013. Ø Het aantal
rechtstreeks van het Turkse grondgebied komende onderdanen van derde landen dat
probeerde op illegale wijze de buitengrenzen van de EU te overschrijden of
waarvoor illegaal verblijf in de EU werd vastgesteld; Het aantal onderdanen van derde landen dat
rechtstreeks van het grondgebied van Turkije de EU is binnengekomen, bedroeg 56 201
in 2011, 36 307 in 2012 en 24 262 in 2013. De cijfers zijn relatief
hoog, maar gaan in dalende lijn. Ø Het aantal
rechtstreeks van het Turkse grondgebied komende onderdanen van derde landen dat
met valse reisdocumenten de EU binnenkwam of de buitengrenzen van de EU
probeerde te overschrijden; Het aantal rechtstreeks van het Turkse grondgebied
komende personen (zowel Turkse onderdanen als onderdanen van derde landen) dat
aan een EU-grensdoorlaatpost werd aangetroffen met valse reisdocumenten,
bedroeg 629 in 2011, 927 in 2012 en 1 693 in 2013. De cijfers blijven
stijgen. Het merendeel van deze personen (84 % van het totale aantal personen
in 2013) was per vliegtuig uit Turkije vertrokken. Ø Het aantal
operaties van Turkse rechtshandhavingsinstanties tegen criminele organisaties
die zich met mensenhandel en migrantensmokkel bezighouden, en het aantal
gearresteerde mensenhandelaars en -smokkelaars. Het is niet mogelijk gebleken duidelijke
statistieken te verzamelen over de algemene resultaten die de Turkse
autoriteiten met betrekking tot deze kwesties in hun geheel hebben behaald. Er
zijn enkel afzonderlijke statistieken beschikbaar over de resultaten van enkele
rechtshandhavingsinstanties. In het verslag van de Turkse politie over de
bestrijding van smokkel en georganiseerde criminaliteit van 2013 werden voor 2012
en 2013 respectievelijk 312 en 335 operaties tegen migrantensmokkel genoemd. In
het kader van deze operaties werden respectievelijk 1 036 en 918
migrantensmokkelaars vervolgd. Verder werden respectievelijk 24 en 17 operaties
ter bestrijding van mensenhandel genoemd. In het kader van deze operaties
werden respectievelijk 140 en 89 mensenhandelaars vervolgd. 8. CONCLUSIES Op 16 december 2013 heeft de Commissie de routekaart
naar een visumvrije regeling met Turkije gepresenteerd en is de dialoog tussen
de EU en Turkije over visumliberalisering van start gegaan. Dit eerste verslag over de uitvoering van de
routekaart, dat het resultaat is van het eerste jaar van besprekingen, toont
aan dat Turkije al ver gevorderd is bij de uitvoering van een aantal benchmarks
van de routekaart. Uit het verslag blijkt verder dat de Turkse autoriteiten
alle benchmarks zouden kunnen halen indien zij op de relevante gebieden de
samenwerking met de EU en alle lidstaten verder zouden ontwikkelen en een
aantal essentiële wettelijke en bestuurlijke hervormingen zouden starten en
doorvoeren. Op dit moment zijn de wettelijke en bestuurlijke omstandigheden en
ontwikkelingen in Turkije, evenals de algehele samenwerking met de EU, echter
nog onvoldoende voor de Commissie om aan de Raad en het Europees Parlement voor
te stellen de visumplicht voor Turkse burgers om naar het Schengengebied te
reizen, op te heffen. In dit verslag wordt in detail beschreven op welke
gebieden er behoefte is aan hervorming en samenwerking. De belangrijkste
kwesties kunnen als volgt worden samengevat.
wat documentbeveiliging betreft,
zou Turkije moeten starten met de afgifte van nieuwe paspoorten met
biometrische gegevens, overeenkomstig het EU-acquis. Voorts zou Turkije
een doeltreffende informatie-uitwisseling en samenwerking met de
EU-lidstaten moeten ontwikkelen voor het opsporen van valse en vervalste
reisdocumenten.
met betrekking tot migratiebeheer
zou Turkije ervoor moeten zorgen dat de nieuwe wet inzake buitenlanders en
internationale bescherming volledig en doeltreffend wordt uitgevoerd,
onder meer door de nodige secundaire wetgeving aan te nemen, en Turkije
zou de oprichting van het directoraat-generaal voor migratiebeheer moeten
afronden.
Turkije zou maatregelen moeten
nemen om tot een moderner, doeltreffender en meer geïntegreerd
grensbeheersysteem te komen, om het visumsysteem te versterken en om de
grenssamenwerking met de EU-lidstaten te bevorderen.
de overnameovereenkomst tussen de
EU en Turkije is op 1 oktober 2014 in werking getreden. De EU verwacht nu
dat de overeenkomst volledig en doeltreffend zal worden uitgevoerd ten
aanzien van de lidstaten. In afwachting zouden de reeds bestaande
overnameverplichtingen tussen Turkije en de EU-lidstaten beter moeten
worden nagekomen.
wat openbare orde en veiligheid
betreft, zouden de Turkse autoriteiten een aantal internationale verdragen
moeten tekenen, ratificeren en beginnen uit te voeren, en bij de
uitvoering een bereidwillige houding moeten aannemen. Ook zouden de Turkse
autoriteiten nationale wetgeving in overeenstemming met de Europese en
internationale normen moeten aannemen en het Turkse rechtsstelsel verder
moeten hervormen om de onafhankelijkheid en doeltreffendheid ervan te
garanderen. Dit zal de Turkse rechtshandhavingsinstanties helpen bij de
bestrijding van georganiseerde criminaliteit en zal de politiële en
justitiële samenwerking met de rechtshandhavingsinstanties in de
EU-lidstaten helpen te bevorderen.
vooruitgang op het gebied van
gegevensbescherming zal in het bijzonder onder meer de betrekkingen met
Europol en Eurojust verbeteren.
op het gebied van de grondrechten
zou Turkije de antiterreurwetgeving verder moeten hervormen en ervoor
zorgen dat deze wetgeving wordt uitgevoerd, overeenkomstig de bepalingen
van het EVRM en de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de
Mens.
Turkije zou ook een brede strategie
en een breed actieplan moeten aannemen en uitvoeren om de situatie van
personen met een Roma-achtergrond in Turkije te verbeteren, en zou
wetgeving moeten aannemen om discriminatie te voorkomen en sociale
inclusie te bevorderen.
De Commissie heeft er vertrouwen in dat
de Turkse autoriteiten al het mogelijke zullen doen op het gebied van
hervormingen en samenwerking. Zij verzoekt de Turkse autoriteiten haar op de
hoogte te houden van alle relevante ontwikkelingen met betrekking tot de
voorwaarden van de benchmarks. Om Turkije te steunen bij zijn opdracht,
zal de Commissie alle beschikbare financiële en technische EU-middelen
inzetten, met name de middelen in het kader van het instrument voor
pretoetredingssteun. De Commissie wordt daarbij gedreven door haar wens
om partnerschap en lastendeling. Zij is zich er echter ook van bewust dat de
meeste in de routekaart beschreven en in dit verslag aanbevolen maatregelen
voor Turkije om vooruitgang te boeken in de richting van visumliberalisering –
indien zij goed worden uitgevoerd – de wetgeving, administratieve capaciteit en
praktijken van Turkije dichter bij de EU-normen zullen brengen. De
Commissie zal de vorderingen van Turkije bij de uitvoering van de benchmarks
van de routekaart naar een visumvrije regeling met Turkije, en de specifieke
aanbevelingen in dit verslag, blijven volgen. Binnen twaalf maanden zal een
tweede verslag worden uitgebracht. [1]
Voortgangsverslag
over Turkije van de Commissie van 2014 (SWD(2014) 307) bij de mededeling over
de uitbreidingsstrategie en de voornaamste uitdagingen 2014-2015 (COM(2014) 700)
van 8 oktober 2014.