10.6.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 170/10


Bericht van opening van een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van kaliumchloride van oorsprong uit onder meer Rusland

2011/C 170/07

De Europese Commissie („Commissie”) heeft op grond van artikel 11, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (1) („de basisverordening”) een verzoek ontvangen om een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek te openen.

1.   Verzoek om een nieuw onderzoek

Het verzoek werd ingediend door twee producenten-exporteurs van kaliumchloride van oorsprong uit Rusland, JSC Uralkali en JSC Silvinit („de indieners van het verzoek”).

Het onderzoek wordt beperkt tot de vorm en het niveau van de maatregelen voor de indieners van het verzoek in het kader van hun nieuwe bedrijfsstructuur.

2.   Product

Het nieuwe onderzoek heeft betrekking op kaliumchloride, momenteel ingedeeld onder de GN-codes 3104 20 10, 3104 20 50 en 3104 20 90, en op speciale samenstellingen (kaliumchloride met aanvullende vruchtbaar makende elementen, met een K2O-gehalte van 35 gewichtsprocenten of meer doch niet meer dan 62 gewichtsprocenten van het droge, watervrije product), momenteel ingedeeld onder de GN-codes ex 3105 20 00, ex 3105 60 00, ex 3105 90 91 en ex 3105 90 99, van oorsprong uit Rusland („het betrokken product”).

3.   Geldende maatregelen

De thans geldende maatregelen zijn een bij Verordening (EG) nr. 1050/2006 van de Raad (2) ingesteld definitief antidumpingrecht op kaliumchloride van oorsprong uit onder meer Rusland en verbintenissen die bij Besluit 2005/802/EG van de Commissie (3), als gewijzigd bij Besluit 2006/557/EG van de Commissie (4) van 8 augustus 2006, van JSC Silvinit en JSC Uralkali zijn aanvaard.

4.   Motivering van het nieuwe onderzoek

Het verzoek op grond van artikel 11, lid 3, is gebaseerd op door de indieners van het verzoek verstrekt voorlopig bewijsmateriaal waaruit blijkt dat, wat de dumping betreft, de omstandigheden waarop de bestaande maatregelen zijn gebaseerd, zijn gewijzigd en dat deze wijzigingen van blijvende aard zijn.

De indieners van het verzoek verstrekten voorlopig bewijsmateriaal waaruit blijkt dat Uralkali JSC op 17 mei 2011 Silvinit JSC heeft overgenomen, dat ophield als een afzonderlijke juridische entiteit te bestaan. Op grond hiervan lijken de voor Silvinit JSC en Uralkali JSC geldende individuele maatregelen niet langer passend en moet een nieuw onderzoek worden geopend om één maatregel voor de nieuwe gezamenlijke onderneming vast te stellen.

5.   Procedure voor het vaststellen van dumping

a)   Algemeen

Daar de Commissie na overleg in het Raadgevend Comité tot de conclusie is gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek te openen, opent zij hierbij overeenkomstig artikel 11, lid 3, van de basisverordening een nieuw onderzoek.

Beoordeeld zal worden of de bestaande maatregelen ten aanzien van Silvinit JSC and Uralkali JSC in het kader van de nieuwe bedrijfsstructuur moeten worden gehandhaafd, opgeheven of gewijzigd. Deze beoordeling zal worden uitgevoerd op basis van de gegevens die zijn verzameld tijdens het onderzoek dat heeft geleid tot het instellen van de bestaande maatregelen.

Indien blijkt dat de maatregelen ten aanzien van de bij dit nieuwe onderzoek betrokken ondernemingen in het kader van de nieuwe bedrijfsstructuur moeten worden opgeheven of gewijzigd, kan het noodzakelijk zijn het recht te wijzigen dat momenteel overeenkomstig artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1050/2006 van de Raad van toepassing is op de invoer van het betrokken product afkomstig van andere producenten-exporteurs.

b)   Schriftelijk en mondeling verstrekken van informatie

Alle belanghebbenden wordt verzocht hun standpunt uiteen te zetten en informatie en bewijsmateriaal te verstrekken. De Commissie moet deze informatie en het bewijsmateriaal binnen de in punt 6, onder a), vermelde termijn ontvangen.

Bovendien kan de Commissie belanghebbenden horen indien zij hierom verzoeken en kunnen aantonen dat er bijzondere redenen zijn om hen te horen. Dit verzoek moet binnen de in punt 6, onder b), vermelde termijn worden ingediend.

6.   Termijnen

a)   Om zich kenbaar te maken en informatie te verstrekken

Belanghebbenden die wensen dat bij het onderzoek met hun opmerkingen rekening wordt gehouden, dienen binnen 37 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie, tenzij anders vermeld, contact met de Commissie op te nemen, hun standpunt uiteen te zetten en relevante informatie te doen toekomen. De aandacht wordt erop gevestigd dat de meeste in de basisverordening vermelde procedurele rechten slechts kunnen worden uitgeoefend indien de betrokkene zich binnen de genoemde termijn bij de Commissie kenbaar maakt.

b)   Om een mondeling onderhoud aan te vragen

Binnen dezelfde termijn van 37 dagen kunnen belanghebbenden ook vragen door de Commissie te worden gehoord.

7.   Schriftelijke opmerkingen en correspondentie

Alle opmerkingen en verzoeken moeten schriftelijk (niet elektronisch, tenzij anders vermeld) worden toegezonden onder opgave van naam, adres, e-mailadres, telefoon- en faxnummer van de belanghebbende. Alle schriftelijke opmerkingen en correspondentie die door belanghebbenden op vertrouwelijke basis zijn verstrekt, moeten van het opschrift „Limited” (5) zijn voorzien en moeten, overeenkomstig artikel 19, lid 2, van de basisverordening, vergezeld gaan van een niet-vertrouwelijke versie waarop is vermeld „For inspection by interested parties”.

Correspondentieadres van de Commissie:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Handel

Directoraat H

Kamer: N105 04/092

1049 Brussel

BELGIË

Fax +32 22956505

8.   Niet-medewerking

Indien een belanghebbende binnen de vastgestelde termijnen toegang tot de gegevens weigert of deze niet verstrekt, dan wel het onderzoek aanmerkelijk belemmert, kunnen overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening aan de hand van de beschikbare gegevens conclusies worden getrokken, zowel in positieve als in negatieve zin.

Wanneer blijkt dat een belanghebbende onjuiste of misleidende informatie heeft verstrekt, wordt deze buiten beschouwing gelaten en kan overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening gebruik worden gemaakt van de beschikbare gegevens. Indien een belanghebbende geen of slechts gedeeltelijk medewerking verleent en gebruik wordt gemaakt van de beschikbare gegevens, kunnen de resultaten voor deze belanghebbende minder gunstig zijn dan wanneer hij wel medewerking had verleend.

9.   Tijdschema voor het onderzoek

Het onderzoek moet overeenkomstig artikel 11, lid 5, van de basisverordening binnen 15 maanden na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie worden afgesloten.

10.   Verwerking van persoonsgegevens

Persoonsgegevens die in het kader van dit onderzoek worden verzameld, zullen worden behandeld in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (6).

11.   Hearing

Indien belanghebbenden van mening zijn dat zij bij de uitoefening van hun recht van verweer moeilijkheden ondervinden, kunnen zij vragen dat de voor de hearing bevoegde ambtenaar van DG Handel wordt ingeschakeld. Hij fungeert als tussenpersoon tussen de belanghebbenden en de diensten van de Commissie en kan zo nodig aanbieden te bemiddelen in procedurele kwesties aangaande de bescherming van hun belangen tijdens de procedure, met name voor kwesties inzake toegang tot het dossier, vertrouwelijkheid, verlenging van termijnen en behandeling van schriftelijke en/of mondelinge opmerkingen. Belanghebbenden die contact willen opnemen, vinden de nodige gegevens en nadere informatie op de webpagina's van de voor de hearing bevoegde ambtenaar op de website van het directoraat-generaal Handel (http://ec.europa.eu/trade).


(1)  PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51.

(2)  PB L 191 van 12.7.2006, blz. 1.

(3)  PB L 302 van 19.11.2005, blz. 79.

(4)  PB L 218 van 9.8.2006, blz. 22.

(5)  Dit betekent dat het document uitsluitend voor intern gebruik bestemd is. Het document is beschermd krachtens artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43). Het document is vertrouwelijk in de zin van artikel 19 van de basisverordening en artikel 6 van de WTO-overeenkomst betreffende de toepassing van artikel VI van de GATT 1994 (antidumpingovereenkomst).

(6)  PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.