13.8.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 291/13


GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2021/1351 VAN DE COMMISSIE

van 6 mei 2021

tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/1011 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen tot nadere invulling van de kenmerken van de systemen en controles voor de identificatie en melding van eventuele gedragingen die betrekking kunnen hebben op manipulatie van of een poging tot manipulatie van een benchmark

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2016/1011 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende indices die worden gebruikt als benchmarks voor financiële instrumenten en financiële overeenkomsten of om de prestatie van beleggingsfondsen te meten en tot wijziging van Richtlijnen 2008/48/EG en 2014/17/EU en Verordening (EU) nr. 596/2014 (1), en met name artikel 14, lid 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Er moet worden gezorgd voor een doeltreffende en passende detectie van manipulatie van of een poging tot manipulatie van een benchmark. Het is daarom noodzakelijk dat de systemen en controles van een benchmarkbeheerder in verhouding staan tot de aard, de complexiteit en het risico van manipulatie van de aangeboden benchmark en dat het risico van manipulatie wordt geëvalueerd op basis van een objectieve beoordeling die rekening houdt met de oorsprong, de aard, de specificiteit en de ernst van dat risico.

(2)

Om te zorgen voor een doeltreffende detectie van gedragingen die betrekking kunnen hebben op manipulatie van of een poging tot manipulatie van een benchmark, moet worden voorzien in passende geautomatiseerde systemen voor het monitoren van inputgegevens. Geautomatiseerde systemen alleen volstaan echter niet om manipulatieve gedragingen doeltreffend te detecteren. Ze moeten daarom worden aangevuld met een passende mate van menselijke analyse door goed opgeleid personeel.

(3)

Om ervoor te zorgen dat de bevoegde autoriteiten de maatregelen om misdragingen te identificeren en te melden, doeltreffend kunnen beoordelen, moeten beheerders de bevoegde autoriteit op verzoek informatie verstrekken over de aard, de complexiteit en het risico van manipulatie van de betrokken benchmark en moeten zij onderbouwen waarom de gekozen mate van automatisering en menselijke analyse passend is.

(4)

De werknemers van een benchmarkbeheerder die belast zijn met het beheer van de systemen en controles van de beheerder moeten een passende opleiding krijgen om hen in staat te stellen te analyseren of bepaalde inputgegevens al dan niet verdacht zijn. De opleiding moet die werknemers bewustmaken van wat een correcte indiening van inputgegevens behelst en van discrepanties in de inputgegevens die mogelijk het gevolg zijn van manipulatie of pogingen tot manipulatie. Doeltreffende opleidingen moeten worden afgestemd op de aard, de complexiteit en het risico van manipulatie van de aangeboden benchmark.

(5)

Beheerders kunnen ervoor kiezen taken met betrekking tot de systemen en controles uit te besteden. Uitbesteding mag alleen mogelijk zijn in de mate waarin de controle van de beheerder over de benchmark of het vermogen van de betrokken bevoegde autoriteit om toezicht te houden op de benchmark daardoor niet op materiële wijze nadelig wordt beïnvloed, en is in elk geval onderworpen aan de vereisten van artikel 10 van Verordening (EU) 2016/1011.

(6)

Deze verordening is gebaseerd op de ontwerpen van technische reguleringsnormen die de Europese Autoriteit voor effecten en markten (European Securities and Markets Authority, ESMA) bij de Commissie heeft ingediend.

(7)

ESMA heeft open publieke raadplegingen gehouden over de ontwerpen van technische reguleringsnormen waarop deze verordening is gebaseerd, heeft de mogelijke daaraan verbonden kosten en baten geanalyseerd en heeft de overeenkomstig artikel 37 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad opgerichte Stakeholdergroep effecten en markten om advies verzocht (2).

(8)

Om te zorgen voor samenhang met de datum van toepassing van artikel 5 van Verordening (EU) 2019/2175 van het Europees Parlement en de Raad (3), waarbij artikel 14, lid 4, werd ingevoegd in Verordening (EU) 2016/1011, moet de onderhavige verordening van toepassing zijn met ingang van 1 januari 2022,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Passende systemen en doeltreffende controles

1.   De in artikel 14, lid 1, van Verordening (EU) 2016/1011 bedoelde passende systemen en doeltreffende controles:

a)

zijn geschikt voor en staan in verhouding tot de aard, de complexiteit en het risico van manipulatie van de betrokken benchmark;

b)

worden regelmatig, en ten minste jaarlijks, geëvalueerd en zo nodig geactualiseerd om ervoor te zorgen dat ze aan punt a) blijven voldoen;

c)

worden op duidelijke en begrijpelijke wijze schriftelijk gedocumenteerd, met inbegrip van eventuele wijzigingen of actualiseringen van die systemen en controles.

Voor de toepassing van de eerste alinea, punt a), beoordeelt een beheerder regelmatig en ten minste jaarlijks het risico van manipulatie van de aangeboden benchmark, rekening houdend met de volgende elementen:

a)

de beoogde werkzaamheden die nodig zijn om de benchmark aan te bieden;

b)

de mogelijke oorsprong, aard, specificiteit en ernst van het risico van manipulatie;

c)

de beoogde maatregelen om het risico van manipulatie aan te pakken, met inbegrip van waarborgen, beveiligingsmaatregelen en interne procedures.

2.   De in artikel 14, lid 1, van Verordening (EU) 2016/1011 bedoelde passende systemen en doeltreffende controles omvatten, op een niveau dat past bij de aard, de complexiteit en het risico van manipulatie van de aangeboden benchmark, alle volgende elementen:

a)

software waarmee inputgegevens op een later moment automatisch kunnen worden gelezen, opnieuw afgespeeld en geanalyseerd;

b)

menselijke analyse bij het detecteren en identificeren van gedragingen die betrekking kunnen hebben op manipulatie van of een poging tot manipulatie van een benchmark.

3.   Op verzoek van de bevoegde autoriteit verstrekt een beheerder de bevoegde autoriteit de in lid 1, eerste alinea, punten a), b) en c), bedoelde informatie en onderbouwt hij waarom het gekozen niveau van automatisering en menselijke analyse, als bedoeld in lid 2, passend is.

Artikel 2

Opleiding

1.   De in artikel 14, lid 1, van Verordening (EU) 2016/1011 bedoelde passende systemen en doeltreffende controles worden beheerd door werknemers van de beheerder die passend en regelmatig worden opgeleid om:

a)

verdachte inputgegevens te detecteren en te identificeren die het resultaat kunnen zijn van manipulatie van of een poging tot manipulatie van een benchmark;

b)

dergelijke bevindingen onverwijld te melden aan hun interne rapportagelijn.

2.   Bij het bepalen van de inhoud van de in lid 1 van dit artikel bedoelde opleiding houdt een beheerder rekening met de aard, de complexiteit en het risico van manipulatie van de aangeboden benchmark als bedoeld in artikel 1, lid 1, punt a).

Artikel 3

Beleid inzake de integriteit van inputgegevens

De in artikel 14, lid 1, van Verordening (EU) 2016/1011 bedoelde passende systemen en doeltreffende controles worden gedocumenteerd in een beleid inzake de integriteit van inputgegevens, dat het volgende vermeldt:

a)

het risico van manipulatie van een benchmark;

b)

een algemene beschrijving van de passende systemen en doeltreffende controles, met inbegrip van de naleving van de vereisten van artikel 1;

c)

een algemene beschrijving van de in artikel 2 bedoelde opleiding van de werknemers van de beheerder die betrokken zijn bij het beheer van de passende systemen en doeltreffende controles;

d)

de naam en de contactgegevens van de personen die verantwoordelijk zijn voor de passende systemen en doeltreffende controles.

Artikel 4

Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2022.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 6 mei 2021.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 171 van 29.6.2016, blz. 1.

(2)  Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/77/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84).

(3)  Verordening (EU) 2019/2175 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2019 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1093/2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), Verordening (EU) nr. 1094/2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen), Verordening (EU) nr. 1095/2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), Verordening (EU) nr. 600/2014 betreffende markten in financiële instrumenten, Verordening (EU) 2016/1011 betreffende indices die worden gebruikt als benchmarks voor financiële instrumenten en financiële overeenkomsten of om de prestatie van beleggingsfondsen te meten en Verordening (EU) 2015/847 betreffende bij geldovermakingen te voegen informatie (PB L 334 van 27.12.2019, blz. 1).