4.11.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 366/25


AANBEVELING (EU) 2020/1632 VAN DE RAAD

van 30 oktober 2020

betreffende een gecoördineerde aanpak van de beperking van het vrije verkeer in reactie op de COVID-19-pandemie in het Schengengebied

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 77, lid 2, onder c) en e), en artikel 292, eerste en tweede zin,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 67 VWEU vormt de Unie een ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, waarin ervoor wordt gezorgd dat aan de binnengrenzen geen personencontroles worden verricht. Overeenkomstig het Schengenacquis kunnen de binnengrenzen op iedere plaats worden overschreden zonder dat personen, ongeacht hun nationaliteit, aan een grenscontrole worden onderworpen. Tot die personen behoren ook onderdanen van derde landen die legaal in de EU verblijven en onderdanen van derde landen die het grondgebied van een lidstaat legaal zijn binnengekomen, die zich gedurende een periode van 90 dagen binnen 180 dagen vrij mogen verplaatsen op het grondgebied van alle andere lidstaten.

(2)

Op 30 januari 2020 heeft de directeur-generaal van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) een noodsituatie op het gebied van de volksgezondheid van internationaal belang uitgeroepen wegens de mondiale uitbraak van een nieuw coronavirus dat de coronavirusziekte 2019 (COVID-19) veroorzaakt. Op 11 maart 2020 heeft de WHO geoordeeld dat COVID-19 als pandemie kan worden aangemerkt.

(3)

Om de verspreiding van het virus te beperken, hebben de lidstaten diverse maatregelen getroffen. Sommige daarvan hebben invloed gehad op het recht om vrij op het grondgebied van de lidstaten te reizen en te verblijven, zoals inreisbeperkingen of quarantaineplicht voor reizigers die de grens overschrijden. Deze maatregelen hebben in sommige gevallen tot gevolg gehad dat personen, ongeacht hun nationaliteit, aan grenscontroles werden onderworpen bij het overschrijden van de binnengrenzen van het Schengengebied.

(4)

In Aanbeveling (EU) 2020/1475 van de Raad (1) worden algemene beginselen en gemeenschappelijke criteria vastgesteld, waaronder gemeenschappelijke drempelwaarden bij het overwegen van beperkingen van het vrije verkeer in reactie op de COVID-19-pandemie. In die aanbeveling wordt ook een gemeenschappelijk raamwerk vastgesteld voor mogelijke maatregelen ten aanzien van reizigers uit gebieden met een groter risico, en wordt de lidstaten aanbevolen de invoering van beperkende maatregelen te coördineren en het publiek van de invoering in kennis te stellen.

(5)

Aangezien het in artikel 26 VWEU bedoelde vrije verkeer van personen in de interne markt nauw samenhangt met het niet verrichten van personencontroles aan de binnengrenzen in het Schengengebied, als bedoeld in de artikelen 67 en 77 VWEU, en om de samenhang en de integriteit van het Schengenacquis te eerbiedigen, zou deze aanbeveling ervoor moeten zorgen dat de lidstaten dezelfde gecoördineerde aanpak hanteren bij de toepassing van het Schengenacquis wat betreft het niet onderwerpen van personen, ongeacht hun nationaliteit, aan binnengrenscontroles.

(6)

De lidstaten zouden derhalve ook de beginselen, de gemeenschappelijke criteria en het gemeenschappelijk raamwerk voor maatregelen uit Aanbeveling (EU) 2020/1475 moeten toepassen wanneer zij ervoor zorgen dat personen, ongeacht hun nationaliteit, binnen het Schengengebied niet aan binnengrenscontroles worden onderworpen.

(7)

Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en aan het VWEU, neemt Denemarken niet deel aan de aanneming van deze aanbeveling; deze is bijgevolg niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat. Aangezien deze aanbeveling voortbouwt op het Schengenacquis, beslist Denemarken overeenkomstig artikel 4 van het bovengenoemde protocol binnen een termijn van zes maanden nadat de Raad heeft beslist over deze aanbeveling of het deze zal opvolgen.

(8)

Deze aanbeveling vormt een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis waaraan Ierland niet deelneemt, overeenkomstig Besluit 2002/192/EG van de Raad (2). Ierland neemt derhalve niet deel aan de aanneming van deze aanbeveling en deze is niet bindend voor, noch van toepassing in Ierland.

(9)

Wat Bulgarije, Kroatië, Cyprus en Roemenië betreft, vormt deze aanbeveling een handeling die op het Schengenacquis voortbouwt in de zin van respectievelijk artikel 3, lid 2, van de Toetredingsakte van 2003, artikel 4, lid 2, van de Toetredingsakte van 2005, en artikel 4, lid 2, van de Toetredingsakte van 2011.

(10)

Wat IJsland en Noorwegen betreft, vormt deze aanbeveling een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van de Overeenkomst tussen de Raad van de Europese Unie en de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punt A, van Besluit 1999/437/EG van de Raad (3).

(11)

Wat Zwitserland betreft, vormt deze aanbeveling een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punt A, van Besluit 1999/437/EG (4), juncto artikel 3 van Besluit 2008/146/EG van de Raad (5).

(12)

Wat Liechtenstein betreft, vormt deze aanbeveling een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punt A, van Besluit 1999/437/EG (6), in samenhang met artikel 3 van Besluit 2011/350/EU van de Raad (7),

HEEFT DE VOLGENDE AANBEVELING VASTGESTELD:

De lidstaten zouden derhalve ook de aanbevelingen inzake de algemene beginselen, de gemeenschappelijke criteria, de gemeenschappelijke drempelwaarden en het gemeenschappelijk raamwerk voor maatregelen, waaronder aanbevelingen inzake coördinatie en communicatie, uit Aanbeveling (EU) 2020/1475 moeten toepassen.

Gedaan te Brussel, 30 oktober 2020.

Voor de Raad

De voorzitter

M. ROTH


(1)  Aanbeveling (EU) 2020/1475 van de Raad van 13 oktober 2020 betreffende een gecoördineerde aanpak van de beperking van het vrije verkeer in reactie op de COVID-19-pandemie (PB L 337 van 14.10.2020, blz. 3).

(2)  Besluit 2002/192/EG van de Raad van 28 februari 2002 betreffende het verzoek van Ierland deel te mogen nemen aan bepalingen van het Schengenacquis (PB L 64 van 7.3.2002, blz. 20).

(3)  PB L 176 van 10.7.1999, blz. 36.

(4)  PB L 53 van 27.2.2008, blz. 52.

(5)  Besluit 2008/146/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 1).

(6)  PB L 160 van 18.6.2011, blz. 21.

(7)  Besluit 2011/350/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis betreffende de afschaffing van controles aan de binnengrenzen en het verkeer van personen (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 19).