28.7.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 196/4


VERORDENING (EU) Nr. 671/2010 VAN DE RAAD

van 13 juli 2010

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2866/98 met betrekking tot de omrekeningskoers naar de euro voor Estland

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name op artikel 140, lid 3,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van de Europese Centrale Bank (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 2866/98 van de Raad van 31 december 1998 over de omrekeningskoersen tussen de euro en de munteenheden van de lidstaten die de euro aannemen (2) stelt met ingang van 1 januari 1999 de omrekeningskoersen vast.

(2)

Overeenkomstig artikel 4 van het Toetredingsverdrag van 2003 is Estland een lidstaat met een derogatie als bedoeld in artikel 139, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (hierna: „het VWEU”).

(3)

Krachtens Besluit 2010/416/EU van de Raad van 13 juli 2010 betreffende de aanneming van de euro door Estland op 1 januari 2011 (3), dat overeenkomstig artikel 140, lid 2, van het VWEU is vastgesteld, voldoet Estland aan de nodige voorwaarden voor de aanneming van de euro en wordt de derogatie van Estland met ingang van 1 januari 2011 ingetrokken.

(4)

De invoering van de euro in Estland maakt het noodzakelijk de omrekeningskoers tussen de euro en de Estlandse kroon vast te stellen. Deze omrekeningskoers wordt vastgesteld op 15,6466 Estlandse kroon voor 1 euro, hetgeen overeenstemt met de huidige spilkoers van de kroon in het wisselkoersmechanisme (ERM II).

(5)

Verordening (EG) nr. 2866/98 dient bijgevolg dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In artikel 1 van Verordening (EG) nr. 2866/98 wordt de volgende regel ingevoegd tussen de toepasselijke omrekeningskoersen voor de Duitse mark en de Griekse drachme:

„= 15,6466 Estlandse kroon”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2011.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 13 juli 2010.

Voor de Raad

De voorzitter

D. REYNDERS


(1)  Advies uitgebracht op 5 juli 2010 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(2)  PB L 359 van 31.12.1998, blz. 1.

(3)  Zie bladzijde 24 van dit Publicatieblad.