32003G0218(02)

Resolutie van de Raad van 6 februari 2003 inzake maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO)

Publicatieblad Nr. C 039 van 18/02/2003 blz. 0003 - 0004


Resolutie van de Raad

van 6 februari 2003

inzake maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO)

(2003/C 39/02)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

INDACHTIG:

het Groenboek van de Commissie over de bevordering van een Europees kader voor de sociale verantwoordelijkheid van bedrijven, dat het startsein is geweest voor een overlegprocedure over het beginsel van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO);

de resolutie van de Raad van 3 december 2001 betreffende de follow-up van het Groenboek van de Commissie(1), waarin wordt erkend dat MVO kan bijdragen tot het bereiken van de doelstellingen van de Europese Raad van Lissabon, van Nice en van Göteborg om de Europese Unie te maken tot de meest concurrerende en dynamische kenniseconomie van de wereld, waarin sociale integratie en duurzame ontwikkeling worden bevorderd;

de mededeling van de Commissie over de sociale verantwoordelijkheid van bedrijven: een bijdrage van het bedrijfsleven aan duurzame ontwikkeling, die het vervolg is op het Groenboek;

bestaande internationaal overeengekomen instrumenten waarvan de relevantie voor MVO in bovengenoemde resolutie werd erkend;

de wereldtop inzake duurzame ontwikkeling te Johannesburg en het aldaar aangenomen uitvoeringsplan volgens welke de internationale gemeenschap zich moet inzetten voor de bevordering van MVO, van het afleggen van rekenschap en van de uitwisseling van goede praktijken in verband met duurzame ontwikkeling;

VERHEUGD OVER de mededeling van de Commissie, en over de opvatting van de Commissie dat een strategie ter bevordering van MVO gebaseerd moet zijn op het volgende:

- MVO is een vrijwillige aangelegenheid;

- praktijken met betrekking tot MVO moeten geloofwaardig en transparant zijn;

- de strategie moet worden toegespitst op activiteiten waarbij het optreden van de Gemeenschap een meerwaarde oplevert;

- MVO moet evenwichtig en breed worden benaderd, waarbij wordt gelet op economische, sociale en milieuaspecten, alsmede op de belangen van de consument;

- er dient aandacht te zijn voor de specifieke behoeften en eigenschappen van het midden- en kleinbedrijf (MKB);

- de strategie moet verenigbaar zijn met en dienen ter ondersteuning van bestaande internationaal overeengekomen instrumenten;

BEKLEMTONEND dat MVO de handelwijze van het bedrijfsleven is die verder gaat dan de wettelijke vereisten, welke overigens naar behoren dienen te worden gehandhaafd, en dat

- de globalisering bedrijven nieuwe mogelijkheden biedt, maar ook leidt tot meer complexiteit op organisatorisch vlak; dat derhalve het MVO-beleid moet zijn toegespitst op niet alleen de afzonderlijke ondernemingen maar ook hun dochterondernemingen en onderaannemers;

- het debat over MVO moet worden gezien in de ruimere context van ondernemingsbestuur en verantwoordelijkheid;

- wil MVO effect sorteren, het deel uit dient te maken van een gecoördineerde inspanning van alle betrokkenen om gedeelde doelstellingen te verwezenlijken, inclusief de sociale en maatschappelijke dialoog overeenkomstig de nationale wetten en praktijken;

- de ondernemingen zich niet alleen met de externe aspecten van MVO dienen bezig te houden, maar ook met interne aspecten zoals gezondheid en veiligheid op het werk en het beheer van menselijk potentieel;

ZICH OPSTELLEND ACHTER de voornemens van de Commissie, met name waar zij haar strategie wil concentreren op:

- een betere kennis van de positieve gevolgen van MVO voor het bedrijfsleven en de samenleving in Europa en daarbuiten, met name in de ontwikkelingslanden;

- een vlottere uitwisseling van kennis en goede praktijken inzake MVO tussen bedrijven, met inbegrip van het KMO, inzonderheid via ondernemersorganisaties en netwerken;

- de bevordering van managementvaardigheden met betrekking tot MVO;

- meer convergentie en transparantie van activiteiten en instrumenten met betrekking tot MVO, die onder andere moeten stoelen op de fundamentele IAO-Verdragen en de OESO-richtsnoeren voor multinationale ondernemingen als minimale gemeenschappelijke referentienormen;

- de integratie van MVO in het beleid van de Gemeenschap;

VERHEUGD OVER de oprichting van een EU-belanghebbendenforum MVO (EU Multi-Stakeholder Forum on CSR);

INGENOMEN MET de toezegging van de Commissie om de kandidaat-lidstaten te betrekken bij de uitvoering van de EU-strategie ter bevordering van MVO;

ROEPT de Commissie en de organisaties die zitting hebben in het belanghebbendenforum OP om:

- te blijven zorgen voor transparantie en doeltreffendheid van de werkzaamheden van het belanghebbendenforum door op gezette tijden verslag over hun activiteiten uit te brengen;

- ervoor te zorgen dat de opvattingen van alle relevante actoren op Europees, nationaal, regionaal en lokaal niveau meewegen bij de in het belanghebbendenforum gevoerde besprekingen;

- ervoor te zorgen dat resultaten van de besprekingen in het belanghebbendenforum, dat op basis van consensus te werk gaat, ten volle rekening houden met de bovengenoemde MVO-beginselen en deze eerbiedigen;

- erop toe te zien dat het belanghebbendenforum bij zijn werkzaamheden plaats inruimt voor de genderdimensie;

- te blijven benadrukken hoe MVO de doelstellingen van de Europese Unie, met name die welke zijn geformuleerd door de Europese Raad van Lissabon, Nice en Göteborg, kan helpen bevorderen;

ROEPT de Commissie OP om:

- bij de ontwikkeling van een Europese MVO-strategie rekening te houden met de doelstellingen en verbintenissen die zijn overeengekomen op de Wereldtop inzake duurzame ontwikkeling te Johannesburg; en

- bij te dragen aan de bewustmaking betreffende de waarde van de betrokkenheid van alle partijen, met inbegrip van de sociale partners en de organisaties van de civiele samenleving, aan MVO-praktijken op alle niveaus;

ROEPT de lidstaten OP om, met inachtneming van de hierboven beschreven MVO-beginselen:

- tegelijk met de ontwikkeling van een communautaire MVO-strategie, ook op nationaal niveau MVO te bevorderen, vooral door ondernemingen van de voordelen van MVO te doordringen en de aandacht te vestigen op de potentiële resultaten van constructieve samenwerking tussen de regeringen, het zakenleven en andere sectoren van de samenleving;

- de dialoog met de sociale partners en de civiele dialoog te blijven bevorderen;

- de transparantie van MVO-praktijken en -instrumenten te bevorderen;

- informatie en ervaringen in verband met hun beleid uit te wisselen;

- MVO in het nationale beleid te integreren;

- waar nodig MVO-beginselen in hun eigen management te integreren;

ROEPT de toekomstige voorzitterschappen OP om:

- het debat over MVO te blijven stimuleren en de Raad betrokken te houden bij het belanghebbendenforum.

(1) PB C 86 van 10.4.2002, blz. 3.