32002D0583

Beschikking van de Commissie van 22 mei 2002 inzake steun die in 1998, 1999, 2000 en 2001 door Spanje is verleend aan de onderneming Hunosa (Voor de EER relevante tekst) (kennisgeving geschied onder nummer C(2002) 1895)

Publicatieblad Nr. L 184 van 13/07/2002 blz. 0040 - 0043


Beschikking van de Commissie

van 22 mei 2002

inzake steun die in 1998, 1999, 2000 en 2001 door Spanje is verleend aan de onderneming Hunosa

(kennisgeving geschied onder nummer C(2002) 1895)

(Slechts de tekst in de Spaanse taal is authentiek)

(Voor de EER relevante tekst)

(2002/583/EGKS)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal,

Gelet op Beschikking nr. 3632/93/EGKS van de Commissie van 28 december 1993 tot vaststelling van een communautaire regeling voor de steunmaatregelen van de lidstaten ten behoeve van de kolenindustrie(1), en met name op artikel 2, lid 1, en artikel 9,

Overwegende hetgeen volgt:

I

(1) Bij brieven van 19 en 21 maart 2001 heeft Spanje, overeenkomstig artikel 9, lid 1 van Beschikking nr. 3632/93/EGKS, bij de Commissie de financiële steunmaatregelen aangemeld die dit land voornemens was in het jaar 2001 te verlenen aan de onderneming Hulleras del Norte SA (Hunosa).

(2) Bij brief van 30 maart 2001 heeft de Commissie Spanje, overeenkomstig artikel 88 van het EGKS-Verdrag, verzocht zijn opmerkingen mee te delen over de situatie van de installaties van de vroegere onderneming Minas de Lieres SA en de daarmee in de periode 1998-2000 behaalde bedrijfsresultaten. De bewuste installaties zijn het voorwerp geweest van met staatssteun gefinancierde sluitingsmaatregelen en zijn later door Hunosa als productie-eenheid "Pozo Siero" heropend. Spanje heeft bij brieven van 14 mei en 14 augustus 2001 geantwoord. Bij brieven van 13 september en 14 december 2001 en van 13 februari 2002 heeft de Commissie nadere informatie gevraagd. Spanje heeft bij brieven van 9 januari en 8 maart 2002 geantwoord.

(3) Bij Beschikking 2002/241/EGKS van 11 december 2001 inzake steun die in 2001 door Spanje aan de kolenindustrie is verleend(2), heeft de Commissie een deel van de steunmaatregelen toegestaan die Spanje voornemens was te verlenen aan andere productie-eenheden van de onderneming Hunosa dan "Pozo Siero" (vroegere installaties van Minas de Lieres SA). Op grond van Beschikking nr. 3632/93/EGKS heeft de Commissie zich uitgesproken over de resterende maatregelen. Daarbij ging het om:

a) steun ten bedrage van 36060726,26 EUR (6 miljard ESP) om exploitatieverliezen van de productie-eenheden van Hunosa te dekken;

b) steun ten bedrage van 28818530,41 EUR (4,795 miljard ESP) voor de financiering van de technische kosten bij sluiting van kolenwinningsinstallaties in het kader van maatregelen inzake buitenbedrijfstelling in de kolenindustrie.

(4) De door Spanje geplande financiële maatregelen ten behoeve van de onderneming Hunosa vallen onder artikel 1 van Beschikking nr. 3632/93/EGKS. Daarom moet de Commissie zich aan de hand van artikel 9, lid 4, van genoemde beschikking uitspreken over de bewuste maatregelen. Het oordeel van de Commissie is ervan afhankelijk of de maatregelen voldoen aan de in artikel 2 van die beschikking genoemde algemene doelstellingen en criteria en de in artikel 4 vervatte specifieke criteria en of zij verenigbaar zijn met de goede werking van de gemeenschappelijke markt. Verder onderzoekt de Commissie, overeenkomstig artikel 9, lid 6, van genoemde beschikking, of de aangemelde maatregelen overeenstemmen met het buitenbedrijfstellingsplan van Hunosa, dat de Commissie bij Beschikking 98/637/EGKS(3) heeft goedgekeurd.

II

(5) Bij Beschikking 94/1072/EGKS(4) en Beschikking 98/637/EGKS heeft de Commissie zich uitgesproken over de conformiteit van de fasen 1994-1997 en 1998-2001 van het door Spanje aangemelde plan voor buitenbedrijfstelling van Hunosa met de algemene en specifieke doelstellingen van Beschikking nr. 3632/93/EGKS.

(6) De Commissie constateert dat aan de eis die bij Beschikking 98/637/EGKS aan Spanje is gesteld, dat "de mijninstallaties van de vroegere onderneming Minas de Lieres SA, die door Hunosa zijn overgenomen, vóór 31 december 1999 definitief moeten sluiten", op de genoemde datum niet is voldaan. De Commissie heeft een precontentieuze procedure geopend door middel van een aan ingebrekestelling voorafgaande brief van 30 maart 2001, om na te gaan of het niet nakomen van deze sluitingsdatum aanleiding is geweest voor het toekennen van steun ter dekking van de productiekosten tussen 1 januari 1998 en de sluitingsdatum.

(7) Bij Beschikking 2002/241/EGKS heeft de Commissie aangekondigd dat zij later een besluit zou nemen over de steun die Hunosa had kunnen gebruiken voor de installaties van de vroegere onderneming Minas de Lieres SA. De Commissie schatte dat die steun zou kunnen oplopen tot een totaal van 36060726,26 EUR (6 miljard ESP) voor buitenbedrijfstelling overeenkomstig artikel 4 van Beschikking nr. 3632/93/EGKS, en tot een totaal van 28818531,41 EUR (4,795 miljard ESP) ter dekking van de technische kosten van de sluiting van kolenwinningsinstallaties overeenkomstig artikel 5 van Beschikking nr. 3632/93/EGKS.

(8) Hunosa is opgenomen in een sluitingsplan zoals bedoeld in de artikelen 4 en 8 van Beschikking nr. 3632/93/EGKS. Dat de einddatum van dit plan valt na afloop van de geldigheidsduur van de bovengenoemde beschikking is gerechtvaardigd om uitzonderlijke sociale en regionale redenen. Overeenkomstig artikel 4 van Beschikking nr. 3632/93/EGKS ontvangt Hunosa steun voor buitenbedrijfstelling. Daaraan is de voorwaarde verbonden dat de activiteiten geleidelijk verder worden ingekrompen en aanzienlijk verminderen vóór afloop van de geldigheidsduur van Beschikking nr. 3632/93/EGKS.

(9) Tijdens de geldigheidsduur van Beschikking nr. 3632/93/EGKS (1994-2001) is de productiecapaciteit van Hunosa met 42 % gedaald (van 3,1 miljoen ton in 1993 tot 1,8 miljoen ton in 2001). Het aantal werknemers daalde van 13153 (eind 1993) tot 6151 (eind 2001), een daling van 53 %. De productiekosten bleven circa 300 EUR per ton steenkoolequivalent (tse), terwijl de verkoopprijs van ingevoerde kolen aan de Spaanse thermische centrales 56 EUR/tse bedraagt. Deze ontwikkeling moet gezien worden in het kader van de inkrimping van de productiecapaciteit van de Gemeenschap, die van 152,5 miljoen ton (in 1993) is gedaald tot 82,44 miljoen ton (in 2001), een vermindering van 46 %. In de steenkoolsector van de Gemeenschap waren eind 1993 nog 175263 werknemers werkzaam. Eind 2001 waren er nog slechts 87800. Dat betekent een vermindering met 50 %. De gemiddelde productiekosten in de Gemeenschap bedragen 115 EUR/tse. Tijdens deze ontwikkeling nam Hunosa nieuwe werknemers in dienst en sloot een beperkt aantal productie-eenheden. Bovendien heropende de onderneming de installaties van de vroegere onderneming Minas de Lieres SA, waarvoor in het kader van sluitingsmaatregelen in 1992 en 1993 overheidssteun was verleend.

(10) De Commissie is van mening dat Hunosa weliswaar in de periode 1994-2001 een buitenbedrijfstellingsplan zoals bedoeld in Beschikking nr. 3632/93/EGKS heeft uitgevoerd, maar daarnaast een aantal maatregelen heeft genomen waardoor de gedurende de referentieperiode bereikte buitenbedrijfstelling in het kader van de in de Gemeenschap gedane herstructureringsinspanningen aan betekenis verliest.

III

(11) De Commissie moet onderzoeken of het feit dat Hunosa niet heeft voldaan aan de bijzondere voorwaarden die gelden voor de installaties van de vroegere onderneming Minas de Lieres SA, aanleiding heeft gegeven tot onrechtmatig gebruik van de steun, waardoor de verenigbaarheid van de reeds in het kader van Beschikking nr. 3632/93/EGKS toegekende steun op losse schroeven wordt gezet.

(12) Bij brief van 14 mei 2001 heeft Spanje de Commissie informatie verstrekt over de situatie van de installaties van de vroegere onderneming Minas de Lieres SA die door Hunosa worden geëxploiteerd. Bij zijn brief voegde Spanje een rapport van Hunosa waarin de onderneming meedeelde dat haar productie in de jaren 1998, 1999 en 2000 in de betrokken installaties was gestegen tot respectievelijk 33000 tse, 54000 tse en 52000 tse en dat zij geen overheidssteun ontving ter dekking van de exploitatieverliezen. De Commissie is van oordeel dat de exploitatieverliezen van Hunosa in de installaties van de vroegere onderneming Minas de Lieres SA in de periode 1998-2000 groter waren dan de opgegeven bedragen, omdat in de aanmelding van Hunosa geen arbeids- en kapitaalkosten zijn opgenomen. De Commissie schat dat de exploitatieverliezen voor 1998, 1999, 2000 en de te verwachten verliezen voor 2001 6 miljard ESP kunnen belopen. Zij heeft Spanje daarom bij brief van 10 september 2001 om aanvullende gegevens verzocht.

(13) Bij brief van 9 januari 2002 heeft Spanje de Commissie de productiekosten van Hunosa in de installaties van de vroegere onderneming Minas de Lieres SA (productie-eenheid "Pozo Siero") meegedeeld. De exploitatieverliezen van de productie-eenheid "Pozo Siero" in 1998, 1999, 2000 en de eerste helft van 2001 bedragen respectievelijk 6899618,96 EUR (1,148 miljard ESP), 7079922,59 EUR (1,178 miljard ESP), 5529311,36 EUR (920 miljoen ESP) en 528890,65 EUR (88 miljoen ESP), oftewel in totaal 20037743,56 EUR (3,334 miljard ESP). Spanje deelde mee dat Hunosa op 30 juni 2001 haar productieactiviteiten in de installaties van de vroegere onderneming Minas de Lieres SA heeft stopgezet om vóór het definitief verlaten van de mijn veiligheids- en milieubeschermingsmaatregelen te nemen.

(14) Dat Hunosa niet heeft voldaan aan de voorwaarden die de Commissie heeft gesteld toen zij zich uitsprak over de installaties van de vroegere onderneming Minas de Lieres SA, heeft aanleiding gegeven tot onrechtmatig gebruik van de steun waardoor de verenigbaarheid van in 1998, 1999 en 2000 verleende steun met Beschikking nr. 3632/93/EGKS op losse schroeven komt te staan. De steun voor buitenbedrijfstelling die Spanje in 1998, 1999 en 2000 voor in totaal 19508852,91 EUR (3,246 miljard ESP) heeft verleend aan Hunosa ter dekking van de exploitatieverliezen van de productie-eenheid "Pozo Siero" (installaties van de vroegere onderneming Minas de Lieres SA) is niet verenigbaar met Beschikking nr. 3632/93/EGKS, met name met artikel 4, en bijgevolg ook niet met de goede werking van de gemeenschappelijke markt.

(15) De steun ten bedrage van 528890,65 EUR (88 miljoen ESP) die Spanje voornemens is aan Hunosa te verlenen ter dekking van de exploitatieverliezen van 2001 van de productie-eenheid "Pozo Siero", is evenmin verenigbaar met Beschikking nr. 3632/93/EGKS, met name met artikel 4, en is bijgevolg onverenigbaar met de goede werking van de gemeenschappelijke markt.

(16) De steun voor het jaar 2001 ten bedrage van 35531835,61 EUR (5,912 miljard ESP) is bestemd ter dekking van de exploitatieverliezen van andere productie-eenheden van Hunosa en is verenigbaar met artikel 4 van Beschikking nr. 3632/93/EGKS en met de goede werking van de gemeenschappelijke markt.

(17) De door Spanje aan Hunosa betaalde steun ter dekking van de exploitatieverliezen van de productie-eenheid "Pozo Siero" (in de installaties van de vroegere onderneming Minas de Lieres SA) moet worden beschouwd als ongerechtvaardigd kasvoorschot waarover de begunstigde de op de markt gebruikelijke rente moet betalen. De rente wordt berekend vanaf de datum waarop de steun aan de begunstigde onderneming is betaald.

IV

(18) Spanje had in 1992 en 1993 reeds steun verleend voor de sluiting van de installaties van de vroegere onderneming Minas de Lieres SA en mag daarom geen verdere steun verlenen voor dat doel. Bij brief van 9 januari 2002, heeft Spanje de Commissie gemeld dat de installaties van de vroegere onderneming Minas de Lieres SA in de tweede helft van 2001 voor Hunosa technische kosten in verband met de sluiting hebben veroorzaakt voor een bedrag van 3696224,44 EUR (615 miljoen ESP). De steunmaatregelen ter dekking van deze kosten zijn niet verenigbaar met Beschikking nr. 3632/93/EGKS en met name met artikel 5.

(19) Bij brief van 8 maart 2002 heeft Spanje, in antwoord op de brief van de Commissie van 13 februari 2002, meegedeeld dat de uitzonderlijke lasten voor 2001 die voortvloeien of zullen voortvloeien uit de intrinsieke ontwaarding als gevolg van de sluiting van andere productie-eenheden van Hunosa (met uitzondering van de kosten van de sluiting van de installaties van de vroegere onderneming Minas de Lieres SA), 56332864,54 EUR (9,373 miljard ESP) bedragen. Bij Beschikking 2002/241/EGKS heeft de Commissie Spanje gemachtigd aan Hunosa een bedrag van 31210558,58 EUR (5,193 miljard ESP) te betalen. Het resterende bedrag van 25122305,96 EUR (4,180 miljard ESP) betreft de sluitingskosten van andere productie-eenheden dan de vroegere installaties van Minas de Lieres SA en is verenigbaar met Beschikking nr. 3632/93/EGKS en met name met artikel 5. Deze steun is bijgevolg verenigbaar met de goede werking van de gemeenschappelijke markt.

V

(20) Spanje dient zich ervan te vergewissen dat de toekenning van steun voor de lopende productie zoals bedoeld in deze beschikking, niet tot discriminatie tussen producenten, tussen afnemers en tussen gebruikers op de communautaire steenkoolmarkt leidt.

(21) Overeenkomstig het bepaalde in artikel 86 van het Verdrag dient Spanje erop toe te zien dat de steun wordt beperkt tot hetgeen volgens sociale en regionale overwegingen in verband met de teruggang van de steenkoolwinning in de Gemeenschap strikt noodzakelijk is. Met name dient Spanje zich ervan te vergewissen dat steun die overeenkomstig artikel 5 van Beschikking nr. 3632/93/EGKS aan ondernemingen wordt verleend en die bestemd is voor de financiering van de technische kosten van bedrijfssluiting, uitsluitend wordt gebruikt voor de doeleinden die zijn vermeld in de bijlage bij de beschikking en dat de buitenbedrijfstelling waarvoor de steun bestemd is, definitief is en onder de best mogelijke omstandigheden inzake veiligheid en milieubescherming wordt uitgevoerd.

(22) Overeenkomstig het bepaalde in artikel 9, lid 5, van Beschikking nr. 3632/93/EGKS moet elke betaling die Spanje vooruitlopend op de goedkeuring van de Commissie aan Hunosa heeft gedaan en die groter is dan de steun die voor die onderneming in het kolenjaar 2001 is goedgekeurd, door de begunstigde onderneming binnen een maand na de datum van kennisgeving van de onderhavige beschikking aan Spanje volledig worden terugbetaald. Hunosa moet over dit bedrag de op de markt gebruikelijke rente betalen.

(23) Overeenkomstig artikel 3, lid 1, tweede streepje, en artikel 9, lid 2 en lid 3, van Beschikking nr. 3632/93/EGKS moet de Commissie nagaan of de steun die voor de lopende productie is toegestaan, uitsluitend voor de in artikel 4 van die beschikking omschreven doelstellingen wordt verleend. Spanje deelt uiterlijk op 30 juni 2002 de in 2001 daadwerkelijk uitgekeerde bedragen alsook de eventuele aanpassingen van de oorspronkelijk aangemelde steunbedragen mee. Spanje stelt naar aanleiding van dit jaarlijkse overzicht alle informatie ter beschikking die voor de controle op de nakoming van de in de genoemde artikelen vastgestelde criteria is vereist.

(24) Bij de goedkeuring van de steunmaatregelen heeft de Commissie rekening gehouden met de noodzaak om, gezien de economische en sociale situatie waarin de betrokken mijnen zich bevinden, de sociale en regionale gevolgen van de herstructurering van de steenkoolindustrie zoveel mogelijk te verzachten.

(25) Op grond van het voorgaande en de door Spanje verstrekte gegevens zijn de geplande steunverlening en maatregelen ten behoeve van de kolenindustrie verenigbaar met de doelstellingen van Beschikking nr. 3632/93/EGKS en met de goede werking van de gemeenschappelijke markt,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

De staatssteun die Spanje heeft verleend aan Hulleras del Norte SA (Hunosa) ter dekking van exploitatieverliezen in de installaties van de vroegere onderneming Minas de Lieres SA ("Pozo Siero") in 1998, 1999, 2000 en 2001 ten bedrage van respectievelijk 6899618,96 EUR (1,148 miljard ESP), 7079922,59 EUR (1,178 miljard ESP), 5529311,36 EUR (920 miljoen ESP) en 528890,65 EUR (88 miljoen ESP) en de steun ten bedrage van 3696224,44 EUR (615 miljoen ESP) die in 2001 is verleend ter dekking van de uitzonderlijke kosten van de sluiting van de bewuste installaties, is onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt.

Artikel 2

1. Spanje neemt alle noodzakelijke maatregelen om van Hunosa de in artikel 1 vermelde steun voor 1998, 1999 en 2000 voor een totaalbedrag van 19508852,91 EUR (3,246 miljard ESP), die onrechtmatig is verleend, terug te vorderen.

2. De terugvordering geschiedt onverwijld en in overeenstemming met de nationaalrechtelijke procedures voorzover deze procedures een onverwijlde en daadwerkelijke tenuitvoerlegging van de onderhavige beschikking toelaten. De terug te vorderen steun omvat rente vanaf de datum waarop de steun de begunstigden ter beschikking is gesteld tot de datum van de daadwerkelijke terugbetaling ervan.

Artikel 3

Spanje wordt gemachtigd om ten laste van het kolenjaar 2001 de volgende steun te verlenen:

a) steun voor buitenbedrijfstelling overeenkomstig artikel 4 van Beschikking nr. 3632/93/EGKS ten bedrage van 35531835,61 EUR (5,912 miljard ESP);

b) steun ter dekking van buitengewone lasten overeenkomstig artikel 5 van Beschikking nr. 3632/93/EGKS ten bedrage van 25122305,96 EUR (4,180 miljard ESP) ter dekking van de technische kosten bij sluiting van kolenwinningsinstallaties als gevolg van de maatregelen voor buitenbedrijfstelling in de Spaanse kolenindustrie.

Artikel 4

Spanje neemt overeenkomstig artikel 86 van het EGKS-Verdrag alle algemene of bijzondere maatregelen welke dienen tot het verzekeren van de nakoming der verplichtingen die uit de onderhavige beschikking voortvloeien. Spanje ziet erop toe dat de goedgekeurde steun uitsluitend voor de genoemde doelstellingen wordt gebruikt en zorgt ervoor dat elk op grond van de onderhavige beschikking bepaald steunbedrag dat niet is uitgegeven, te hoog is geraamd of oneigenlijk is gebruikt, wordt terugbetaald.

Artikel 5

Overeenkomstig het bepaalde in artikel 9, lid 5, van Beschikking nr. 3632/93/EGKS moet elke betaling die Spanje vooruitlopend op de goedkeuring van de Commissie aan Hunosa heeft gedaan en die groter is dan de voor die onderneming in 2001 goedgekeurde steun, door de begunstigde onderneming binnen een maand na de datum van kennisgeving van de onderhavige beschikking volledig worden terugbetaald. Over dit bedrag moet Hunosa de op de markt gebruikelijke rente betalen.

Artikel 6

Spanje stelt de Commissie uiterlijk op 30 juni 2002 in kennis van de steunbedragen die het werkelijk ten laste van het kolenjaar 2001 heeft uitgekeerd.

Artikel 7

Deze beschikking is gericht tot het Koninkrijk Spanje.

Gedaan te Brussel, 22 mei 2002.

Voor de Commissie

Loyola De Palacio

Vice-voorzitter

(1) PB L 329 van 30.12.1993, blz. 12.

(2) PB L 82 van 26.3.2002, blz. 11.

(3) PB L 303 van 13.11.1998, blz. 57.

(4) PB L 385 van 31.12.1994, blz. 31.