32000R2716

Verordening (EG) nr. 2716/2000 van de Commissie van 12 december 2000 inzake de stopzetting van de visserij op kabeljauw door vaartuigen die de vlag van een lidstaat voeren

Publicatieblad Nr. L 313 van 13/12/2000 blz. 0011 - 0011


Verordening (EG) nr. 2716/2000 van de Commissie

van 12 december 2000

inzake de stopzetting van de visserij op kabeljauw door vaartuigen die de vlag van een lidstaat voeren

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2847/93 van de Raad van 12 oktober 1993 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid(1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2846/98(2), en met name op artikel 21, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Bij Verordening (EG) nr. 2742/1999 van de Raad van 17 december 1999 tot vaststelling, voor het jaar 2000, van de vangstmogelijkheden die gelden voor bepaalde visbestanden en groepen visbestanden in de wateren van de Gemeenschap en, wat vaartuigen van de Gemeenschap betreft, in andere wateren met vangstbeperkingen, tot vaststelling voorts van de bij de visserij in acht te nemen voorschriften, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 66/98(3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2579/2000(4), zijn voor 2000 quota voor kabeljauw vastgesteld.

(2) Om te garanderen dat de bepalingen inzake de kwantitatieve beperking van de vangsten van een bestand waarvoor een quotum geldt, in acht worden genomen, moet de Commissie de datum vaststellen waarop de vangsten van de vaartuigen van de vlag van een lidstaat voeren, geacht worden het aan de Gemeenschap toegewezen quotum te hebben bereikt.

(3) Volgens de aan de Commissie meegedeelde gegevens, hebben de hoeveelheden kabeljauw die in ICES-zones I en II (Noorse wateren) zijn opgevist door vaartuigen die de vlag van een lidstaat voeren of die in een lidstaat zijn geregistreerd, het voor 2000 aan de Gemeenschap toegewezen quotum bereikt,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De hoeveelheden kabeljauw die in ICES-zones I en II (Noorse wateren) zijn gevangen door vaartuigen die de vlag van een lidstaat voeren of die in een lidstaat zijn geregistreerd, worden geacht het voor 2000 aan de Gemeenschap toegewezen quotum te hebben bereikt.

De visserij op kabeljauw in de wateren van ICES-zones I en II (Noorse wateren) door vaartuigen die de vlag van een lidstaat voeren of die in een lidstaat zijn geregistreerd, alsmede het aan boord houden, het overslaan en het lossen van vis uit dit bestand door deze vaartuigen, is verboden vanaf de datum waarop deze verordening in werking treedt.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 12 december 2000.

Voor de Commissie

Franz Fischler

Lid van de Commissie

(1) PB L 261 van 20.10.1993, blz. 1.

(2) PB L 358 van 31.12.1998, blz. 5.

(3) PB L 341 van 31.12.1999, blz. 1.

(4) PB L 298 van 25.11.2000, blz. 3.