10.7.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 182/1


OVEREENKOMST

tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Denemarken betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken

Wanneer uitvoeringsmaatregelen worden vastgesteld overeenkomstig artikel 74, lid 2, van Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad (1), dient Denemarken, overeenkomstig artikel 4 van de Overeenkomst van 19 oktober 2005 tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Denemarken betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (2) (hierna „de Overeenkomst” genoemd), gesloten bij Besluit 2006/325/EG van de Raad (3), de Commissie in kennis te stellen van zijn besluit om de inhoud van deze maatregelen al dan niet ten uitvoer te leggen.

Overeenkomstig artikel 3, lid 2, van de Overeenkomst heeft Denemarken per brief van 14 januari 2009 de Commissie in kennis gesteld van zijn besluit om de inhoud van Verordening (EG) nr. 4/2009 van de Raad (4) ten uitvoer te leggen voor zover zij Verordening (EG) nr. 44/2001 (5) (hierna „de Brussel I-verordening” genoemd) wijzigt.

Verordening (EG) nr. 44/2001 is ingetrokken en vervangen door Verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad (6). Overeenkomstig artikel 3, lid 2, van de Overeenkomst heeft Denemarken de Commissie op 20 december 2012 per brief in kennis gesteld van zijn besluit om de inhoud van Verordening (EU) nr. 1215/2012 (7) ten uitvoer te leggen.

Uitvoeringsverordening (EU) 2015/228 van de Commissie (8) is op 17 februari 2015 vastgesteld. Overeenkomstig artikel 3, lid 2, van de Overeenkomst heeft Denemarken de Commissie op 22 april 2015 per brief in kennis gesteld van zijn besluit om de inhoud van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/228 ten uitvoer te leggen.

Overeenkomstig artikel 4, lid 4, van de overeenkomst schept de kennisgeving van Denemarken wederzijdse verplichtingen voor Denemarken en de Europese Unie. Uitvoeringsverordening (EU) 2015/228 houdt derhalve een wijziging van de overeenkomst in voor zover zij Verordening (EG) nr. 44/2001 (vervangen door Verordening (EU) nr. 1215/2012), zoals gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 4/2009, wijzigt, en wordt geacht aan de overeenkomst te zijn gehecht.

Krachtens artikel 4, lid 3, van de overeenkomst kan de tenuitvoerlegging van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/228 in Denemarken administratief plaatsvinden op grond van sectie 9, onder a), punt 1, van de Deense wet nr. 1563 van 20 december 2006 betreffende de Brussel I-verordening. De vereiste administratieve maatregelen zijn op 22 april 2015 in werking getreden.


(1)  Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (PB L 12 van 16.1.2001, blz. 1).

(2)  Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Denemarken betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (PB L 299 van 16.11.2005, blz. 62).

(3)  2006/325/EG: Besluit van de Raad van 27 april 2006 betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Denemarken betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (PB L 120 van 5.5.2006, blz. 22).

(4)  Verordening (EG) nr. 4/2009 van de Raad van 18 december 2008 betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen, en de samenwerking op het gebied van onderhoudsverplichtingen (PB L 7 van 10.1.2009, blz. 1).

(5)   PB L 149 van 12.6.2009, blz. 80.

(6)  Verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (PB L 351 van 20.12.2012, blz. 1).

(7)   PB L 79 van 21.3.2013, blz. 4.

(8)  Uitvoeringsverordening (EU) 2015/228 van de Commissie van 17 februari 2015 ter vervanging van de bijlagen I tot en met VII bij Verordening (EG) nr. 4/2009 van de Raad betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen, en de samenwerking op het gebied van onderhoudsverplichtingen (PB L 49 van 20.2.2015, blz. 1).