|
18.7.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 195/1 |
Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Denemarken betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken
Wanneer uitvoeringsmaatregelen worden vastgesteld overeenkomstig artikel 74, lid 2, van Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (1), dient Denemarken, overeenkomstig artikel 4 van de Overeenkomst van 19 oktober 2005 tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Denemarken betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (2) (hierna de „overeenkomst” genoemd), gesloten bij Besluit 2006/325/EG van de Raad (3), de Commissie in kennis te stellen van zijn besluit om de inhoud van deze maatregelen al dan niet ten uitvoer te leggen.
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1142/2011 van de Commissie tot vaststelling van de bijlagen X en XI bij Verordening (EG) nr. 4/2009 van de Raad betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen, en de samenwerking op het gebied van onderhoudsverplichtingen (4), is op 10 november 2011 vastgesteld. Overeenkomstig artikel 3, lid 2, van de overeenkomst heeft Denemarken per brief van 14 januari 2009 de Commissie al in kennis gesteld van zijn besluit om de inhoud van Verordening (EG) nr. 4/2009 van de Raad (5) ten uitvoer te leggen voor zover zij Verordening (EG) nr. 44/2001 (6) wijzigt.
Overeenkomstig artikel 4 van de overeenkomst heeft Denemarken de Commissie op 11 januari 2012 per brief in kennis gesteld van zijn besluit om de inhoud van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1142/2011 ten uitvoer te leggen. Dit betekent dat de bepalingen van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1142/2011 van toepassing zullen zijn op de betrekkingen tussen de Europese Unie en Denemarken.
Overeenkomstig artikel 4, lid 4, van de overeenkomst schept de kennisgeving van Denemarken wederzijdse verplichtingen voor Denemarken en de Europese Unie. Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1142/2011 houdt derhalve een wijziging van de overeenkomst in voor zover zij Verordening (EG) nr. 44/2001, zoals gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 4/2009, wijzigt, en wordt geacht aan de overeenkomst te zijn gehecht.
Krachtens artikel 4, lid 3, van de overeenkomst kan de tenuitvoerlegging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1142/2011 in Denemarken administratief plaatsvinden op grond van sectie 9 van de Deense wet nr. 1563 van 20 december 2006 betreffende de Brussel I-verordening. De vereiste administratieve maatregelen zijn op 11 januari 2012 in werking getreden.
(1) PB L 12 van 16.1.2001, blz. 1.
(2) PB L 299 van 16.11.2005, blz. 62.
(3) PB L 120 van 5.5.2006, blz. 22.
(4) PB L 293 van 11.11.2011, blz. 24.