02010R1016 — NL — 09.01.2017 — 001.001


Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

►B

VERORDENING (EU) Nr. 1016/2010 VAN DE COMMISSIE

van 10 november 2010

houdende uitvoeringsbepalingen van Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad voor het vaststellen van eisen inzake ecologisch ontwerp voor huishoudelijke afwasmachines

(Voor de EER relevante tekst)

(PB L 293 van 11.11.2010, blz. 31)

Gewijzigd bij:

 

 

Publicatieblad

  nr.

blz.

datum

►M1

VERORDENING (EU) 2016/2282 VAN DE COMMISSIE van 30 november 2016

  L 346

51

20.12.2016




▼B

VERORDENING (EU) Nr. 1016/2010 VAN DE COMMISSIE

van 10 november 2010

houdende uitvoeringsbepalingen van Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad voor het vaststellen van eisen inzake ecologisch ontwerp voor huishoudelijke afwasmachines

(Voor de EER relevante tekst)



Artikel 1

Onderwerp en werkingssfeer

In deze verordening worden eisen inzake ecologisch ontwerp vastgesteld voor het in de handel brengen van elektrische, voor aansluiting op het elektriciteitsnet bestemde huishoudelijke afwasmachines en van elektrische, voor aansluiting op het elektriciteitsnet bestemde huishoudelijke afwasmachines die ook op batterijen kunnen werken, inclusief die welke voor niet-huishoudelijk gebruik worden verkocht en huishoudelijke inbouwafwasmachines.

Artikel 2

Definities

Naast de definities in artikel 2 van Richtlijn 2009/125/EG wordt in het kader van deze verordening verstaan onder:

1.

„huishoudelijke afwasmachine” : een machine die borden, glazen, bestek en kookgerei op chemische, mechanische, thermische en elektrische wijze afwast, spoelt en droogt, en die hoofdzakelijk ontworpen is voor niet-professionele doeleinden;

2.

„inbouwafwasmachine” : een huishoudelijke afwasmachine die is bedoeld voor installatie in een kast, in een voorbereide holte in een muur of vergelijkbare plaats en als meubel moet worden afgewerkt;

3.

„couvert” : een set aardewerk, glazen en bestek voor één persoon;

4.

„nominale capaciteit” : het maximale aantal couverts dat samen met het door de fabrikant vermelde serveergerei kan worden behandeld door het geselecteerde programma van een huishoudelijke afwasmachine, wanneer het overeenkomstig de instructies van de fabrikant in de afwasmachine wordt geplaatst;

5.

„programma” : een reeks vooraf bepaalde handelingen die door de fabrikant geschikt worden geacht voor specifieke niveaus van bevuiling of belading of beide, en die samen een volledige cyclus vormen;

6.

„programmaduur” : de tijd tussen het begin en het einde van het programma, de door de gebruiker geprogrammeerde startvertraging niet meegerekend;

7.

„cyclus” : een volledig afwas-, spoel- en droogproces, zoals gedefinieerd voor het geselecteerde programma;

8.

„uitstand” : een toestand waarbij de huishoudelijke afwasmachine is uitgeschakeld met bedieningsinstrumenten of schakelaars van het toestel die door de eindgebruiker tijdens het normale gebruik kunnen worden bediend om het laagste energieverbruik te bereiken, en die onbepaalde tijd kan duren terwijl de huishoudelijke afwasmachine is aangesloten op een energiebron en overeenkomstig de instructies van de fabrikant wordt gebruikt; indien geen regeleenheid of schakelaar toegankelijk is voor de gebruiker, wordt onder „uitstand” de toestand verstaan die wordt bereikt nadat de huishoudelijke afwasmachine uit eigen beweging is overgegaan op een stationair stroomverbruik;

9.

„sluimerstand” : de stand waarbij het energieverbruik het laagst is en die, zonder verdere interventie van de eindgebruiker, voor onbepaalde tijd na de voltooiing van het programma en het uitladen van de machine kan blijven voortduren;

10.

„gelijkwaardige afwasmachine” : een in de handel verkrijgbaar model van een huishoudelijke afwasmachine met dezelfde nominale capaciteit, technische en prestatiekenmerken, energie- en waterverbruik en voortgebracht luchtgeluid als een ander model huishoudelijke afwasmachine die door dezelfde fabrikant met een ander codenummer in de handel wordt gebracht.

Artikel 3

Eisen inzake ecologisch ontwerp

De algemene eisen inzake ecologisch ontwerp voor huishoudelijke afwasmachines zijn uiteengezet in punt 1 van bijlage I.

De specifieke eisen inzake ecologisch ontwerp voor huishoudelijke afwasmachines zijn uiteengezet in punt 2 van bijlage I.

Artikel 4

Overeenstemmingsbeoordeling

1.  De overeenstemmingsbeoordelingsprocedure van artikel 8 van Richtlijn 2009/125/EG bestaat uit het in bijlage IV bij die richtlijn beschreven interne ontwerpcontrolesysteem of het in bijlage V van die richtlijn beschreven beheersysteem.

2.  Voor de toepassing van de overeenstemmingsbeoordeling van artikel 8 van Richtlijn 2009/125/EG moet het technische documentatiedossier de resultaten van de berekening in bijlage II bij deze verordening bevatten.

Wanneer de informatie in de technische documentatie van een bepaald model huishoudelijke afwasmachine verkregen is door een berekening op basis van het ontwerp of door extrapolatie van de informatie over gelijkwaardige huishoudelijke afwasmachines of beide, moet de technische documentatie bijzonderheden bevatten over die berekeningen of extrapolaties of beide en over de tests die de fabrikanten hebben uitgevoerd om de nauwkeurigheid van de berekeningen te controleren. In dergelijke gevallen moet de technische documentatie ook een lijst bevatten van alle gelijkwaardige modellen huishoudelijke afwasmachines waarvoor de informatie in de technische documentatie op dezelfde basis is verkregen.

Artikel 5

Controleprocedure met het oog op markttoezicht

Bij het uitvoeren van de in artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2009/125/EG bedoelde markttoezichtcontroles met betrekking tot de naleving van de in bijlage I bij deze verordening beschreven eisen, gebruiken de lidstaten de in bijlage III bij deze verordening beschreven controleprocedure.

Artikel 6

Benchmarks

De indicatieve benchmarks voor best presterende huishoudelijke afwasmachines die op de markt beschikbaar zijn op het ogenblik dat deze verordening van kracht wordt, zijn vastgelegd in bijlage IV.

Artikel 7

Evaluatie

Uiterlijk vier jaar na de inwerkingtreding ervan evalueert de Commissie deze verordening in het licht van de technologische vooruitgang en legt zij de resultaten van deze evaluatie voor aan het Overlegforum ecologisch ontwerp. Bij deze beoordeling wordt met name gekeken naar de in bijlage III vastgestelde tolerantiegrenzen en naar de mogelijkheden inzake de vaststelling van vereisten voor het waterverbruik van huishoudelijke afwasmachines en het potentieel voor warmwatertoevoer.

Artikel 8

Inwerkingtreding en toepassing

1.  Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

2.  Zij is van toepassing met ingang van 1 december 2011.

De eisen inzake ecologisch ontwerp zijn echter van toepassing volgens dit tijdschema:

a) de generieke eisen inzake ecologisch ontwerp als beschreven in punt 1, onder 1), van bijlage I zijn van toepassing met ingang van 1 december 2012;

b) de generieke eisen inzake ecologisch ontwerp als beschreven in punt 1, onder 2), van bijlage I zijn van toepassing met ingang van 1 juni 2012;

c) de specifieke eisen inzake ecologisch ontwerp als beschreven in punt 2, onder 2), van bijlage I zijn van toepassing met ingang van 1 december 2013;

d) de specifieke eisen inzake ecologisch ontwerp als beschreven in punt 2, onder 3), van bijlage I zijn van toepassing met ingang van 1 december 2016.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.




BIJLAGE I

Eisen inzake ecologisch ontwerp

1.   ALGEMENE EISEN INZAKE ECOLOGISCH ONTWERP

1) Voor de berekening van het energieverbruik en andere parameters van huishoudelijke afwasmachines wordt de cyclus voor het afwassen van normaal bevuild tafelgerei (hierna de „standaard afwascyclus” genoemd) gebruikt. Deze cyclus moet duidelijk identificeerbaar zijn op het programmaselectiepaneel of op het display van de huishoudelijke afwasmachine of op beide, en moet „standaardprogramma” worden genoemd; deze cyclus moet worden ingesteld als de standaardcyclus voor huishoudelijke afwasmachines die zijn uitgerust met automatische programmaselectie of een andere functie voor het automatisch selecteren of bewaren van het afwasprogramma.

2) In de handleiding van de fabrikant:

a) moet de standaard afwascyclus „standaardprogramma” worden genoemd en moet vermeld zijn dat dit programma geschikt is voor het afwassen van normaal bevuild tafelgerei en dat het het meest efficiënte programma is voor wat het gecombineerd energie- en watergebruik voor dat type tafelgerei betreft;

b) moet het energieverbruik in de uitstand en de sluimerstand worden vermeld;

c) moet indicatieve informatie over de programmaduur en het energie- en waterverbruik van de belangrijkste schoonmaakprogramma’s zijn vermeld.

2.   SPECIFIEKE EISEN INZAKE ECOLOGISCH ONTWERP

Huishoudelijke afwasmachines moeten aan de volgende eisen voldoen:

1) Vanaf 1 december 2011:

a) moeten alle huishoudelijke afwasmachines, behalve huishoudelijke afwasmachines met een nominale capaciteit van tien couverts en een breedte van hoogstens 45 cm, een energie-efficiëntie-index (EEI) van minder dan 71 hebben;

b) moeten alle huishoudelijke afwasmachines met een nominale capaciteit van tien couverts en een breedte van hoogstens 45 cm, een energie-efficiëntie-index van minder dan 80 hebben;

c) moeten alle huishoudelijke afwasmachines een wasefficiëntie-index (IC ) van meer dan 1,12 hebben.

2) Vanaf 1 december 2013:

a) moeten huishoudelijke afwasmachines met een nominale capaciteit van elf couverts of meer en huishoudelijke afwasmachines met een nominale capaciteit van tien couverts en een breedte van meer dan 45 cm een energie-efficiëntie-index van minder dan 63 hebben;

b) moeten huishoudelijke afwasmachines met een nominale capaciteit van tien couverts en een breedte van maximaal 45 cm een energie-efficiëntie-index van minder dan 71 hebben;

c) moeten huishoudelijke afwasmachines met een nominale capaciteit van acht couverts of meer een droogefficiëntie-index (ID ) van meer dan 1,08 hebben;

d) moeten huishoudelijke afwasmachines met een nominale capaciteit van zeven couverts of minder een droogefficiëntie-index (ID ) van meer dan 0,86 hebben.

3) Vanaf 1 december 2016:

a) moeten huishoudelijke afwasmachines met een nominale capaciteit van acht en negen couverts en huishoudelijke afwasmachines met een nominale capaciteit van tien couverts en een breedte van maximaal 45 cm een energie-efficiëntie-index van minder dan 63 hebben.

De energie-efficiëntie-index (EEI), de wasefficiëntie-index (IC ) en de droogefficiëntie-index (ID ) van huishoudelijke afwasmachines worden berekend overeenkomstig bijlage II.




BIJLAGE II

Methode voor het berekenen van de energie-efficiëntie-index, de wasefficiëntie-index en de droogefficiëntie-index

1.   BEREKENING VAN DE ENERGIE-EFFICIËNTIE-INDEX

Voor het berekenen van de energie-efficiëntie-index (EEI) van een huishoudelijke afwasmachine wordt het jaarlijks energieverbruik van de huishoudelijke afwasmachine vergeleken met het standaard energieverbruik.

a) De energie-efficiëntie-index (EEI) wordt als volgt berekend, afgerond tot op één decimaal:

image

waarbij:

AEC

=

jaarlijks energieverbruik van de huishoudelijke afwasmachine;

SAEC

=

standaard jaarlijks energieverbruik van de huishoudelijke afwasmachine.

b) Het jaarlijks energieverbruik (AEc ) wordt als volgt berekend in kWh/jaar, afgerond tot op twee decimalen:

i) 
image

waarbij:

Et

=

energieverbruik voor de standaardcyclus, in kWh en afgerond tot op drie decimalen;

Pl

=

vermogen in de „sluimerstand” voor de standaardwascyclus, in W en afgerond tot op twee decimalen;

Po

=

vermogen in de „uitstand” voor de standaardwascyclus, in W en afgerond tot op twee decimalen;

Tt

=

programmaduur voor de standaardwascyclus, in minuten.

ii) Wanneer de huishoudelijke afwasmachine is uitgerust met een systeem voor stroomverbruikregeling en de huishoudelijke afwasmachine na afloop van het programma automatisch overgaat in de „uitstand”, wordt bij de berekening van het gewogen energieverbruik per jaar (AEC ) de effectieve duur van de „sluimerstand” meegewogen, overeenkomstig onderstaande formule:

image

waarbij:

Tl

=

gemeten tijd in de „sluimerstand” voor de standaard afwascyclus, in minuten;

280

=

totaal aantal standaard afwascycli per jaar.

c) Het standaard jaarlijks energieverbruik (SAEc ) wordt als volgt berekend in kWh/jaar, afgerond tot op twee decimalen:

i) voor huishoudelijke afwasmachines met een nominale capaciteit ps ≥ 10 een breedte > 50 cm:

image

ii) voor huishoudelijke afwasmachines met een nominale capaciteit ps ≤ 9 en huishoudelijke afwasmachines met een nominale capaciteit ps > 9 en een breedte ≤ 50 cm:

image

waarbij:

ps

=

aantal couverts.

2.   BEREKENING VAN DE WASEFFICIËNTIE-INDEX

Voor het berekenen van de wasefficiëntie-index (IC ) van een afwasmachine wordt de wasefficiëntie van de afwasmachine vergeleken met die van een referentiemodel, waarbij het referentiemodel de kenmerken heeft die zijn aangegeven in de algemeen erkende meetmethoden die beantwoorden aan de stand van de techniek, waaronder methoden die zijn uiteengezet in documenten waarvan het referentienummer met dat doel in het Publicatieblad van de Europese Unie is gepubliceerd.

a) De wasefficiëntie-index (IC ) wordt als volgt berekend, afgerond tot op twee decimalen:

image

IC = exp(lnIC )

waarbij:

CT,i

=

wasefficiëntie van de geteste huishoudelijke afwasmachine voor één testcyclus (i)

CR,i

=

wasefficiëntie van het referentiemodel voor één testcyclus (i)

n

=

aantal testcycli, n ≥ 5

b) De wasefficiëntie (C) is de gemiddelde vuilscore van elk item na het voltooien van een standaard afwascyclus. De vuilscore wordt berekend overeenkomstig tabel 1:



Tabel 1

Aantal kleine vuildeeltjes (n)

Totaal bevuild oppervlak (As ) in mm2

Vuilscore

n = 0

AS = 0

5 (meest efficiënt)

0 < n ≤ 4

0 < AS ≤ 4

4

4 < n ≤ 10

0 < AS ≤ 4

3

10 < n

4 < AS ≤ 50

2

Niet van toepassing

50 < AS ≤ 200

1

Niet van toepassing

200 < AS

0 (minst efficiënt)

3.   BEREKENING VAN DE DROOGEFFICIËNTIE-INDEX

Voor het berekenen van de droogefficiëntie-index (ID ) van een huishoudelijke afwasmachine wordt de droogefficiëntie van de huishoudelijke afwasmachine vergeleken met die van een referentiemodel, waarbij het referentiemodel de kenmerken heeft die zijn aangegeven in de algemeen erkende meetmethoden die beantwoorden aan de stand van de techniek, waaronder methoden die zijn uiteengezet in documenten waarvan het referentienummer met dat doel in het Publicatieblad van de Europese Unie is gepubliceerd.

a) De droogefficiëntie-index (ID ) wordt als volgt berekend, afgerond tot op twee decimalen:

image

ID = exp(lnID )

waarbij:

DT,i

=

droogefficiëntie van de geteste huishoudelijke afwasmachine voor één testcyclus (i)

DR,i

=

droogefficiëntie van het referentiemodel voor één testcyclus (i)

n

=

antal testcycli, n ≥ 5

b) De droogefficiëntie (D) is de gemiddelde vochtscore van elk item na het voltooien van een standaard afwascyclus. De vochtscore wordt berekend overeenkomstig tabel 2:



Tabel 2

Aantal watersporen (WT) of natte vegen (WS )

Totaal nat oppervlak (Aw) in mm2

Vochtscore

WT = 0 en WS = 0

niet van toepassing

2 (meest efficiënt)

1 < WT ≤ 2 of WS = 1

Aw < 50

1

2 < WT of WS = 2

of WS = 1 en WT = 1

Aw > 50

0 (minst efficiënt)

▼M1




BIJLAGE III

Controle op de naleving van productvoorschriften door de markttoezichtautoriteiten

De in deze bijlage vastgestelde controletoleranties worden uitsluitend gebruikt voor de controle van de gemeten parameters door de autoriteiten van de lidstaten; zij mogen door de fabrikant of de importeur niet worden gebruikt als een toegestane tolerantie voor de vaststelling van de in de technische documentatie opgenomen waarden of om deze waarden te interpreteren om ervoor te zorgen dat naleving wordt bereikt of om op welke manier dan ook betere prestaties naar buiten te brengen.

Wanneer de autoriteiten van de lidstaten aan de hand van de in deze verordening vervatte eisen, overeenkomstig artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2009/125/EG, controleren of een productmodel aan de in deze bijlage vervatte eisen voldoet, passen de autoriteiten van de lidstaten de volgende procedure toe:

(1) De autoriteiten van de lidstaat controleren één eenheid van het model.

(2) Het model wordt geacht te voldoen aan de toepasselijke eisen als:

a) de waarden in de technische documentatie als bedoeld in punt 2 van bijlage IV bij Richtlijn 2009/125/EG (opgegeven waarden) en, indien van toepassing, de waarden die worden gebruikt voor de berekening van deze waarden, niet gunstiger zijn voor de fabrikant of de importeur dan de resultaten van de metingen die worden uitgevoerd overeenkomstig punt 2, onder g), en

b) de opgegeven waarden aan de in deze verordening vastgestelde eisen voldoen en de door de fabrikant of de importeur bekendgemaakte, vereiste productinformatie geen waarden bevat die gunstiger zijn voor de fabrikant of de importeur dan de opgegeven waarden, en

c) de vastgestelde waarden (de waarden voor de betrokken parameters zoals gemeten bij tests en de waarden die op basis van deze metingen worden berekend), aan de respectieve, in tabel 1 vastgestelde controletoleranties voldoen wanneer de autoriteiten van de lidstaat de eenheid van het model testen.

(3) Als de in punt 2, onder a) of b), bedoelde resultaten niet worden behaald, worden het model en alle modellen die in de door de fabrikant of de importeur toegepaste technische documentatie op een lijst van equivalente modellen huishoudelijke afwasmachines zijn geplaatst, geacht niet aan deze verordening te voldoen.

(4) Als het in punt 2, onder c), bedoelde resultaat niet wordt behaald, selecteren de autoriteiten van de lidstaat drie extra te testen eenheden van hetzelfde model. Als alternatief mogen de drie aanvullende geselecteerde eenheden van één of meer verschillende modellen zijn die in de technische documentatie van de fabrikant of de importeur op een lijst van equivalente modellen zijn geplaatst.

(5) Het model wordt geacht te voldoen aan de toepasselijke eisen als voor deze drie eenheden het rekenkundig gemiddelde van de vastgestelde waarden aan de in tabel 1 vastgestelde respectieve controletoleranties voldoet.

(6) Als het in punt 5 bedoelde resultaat niet wordt behaald, worden het model en alle modellen die in de door de fabrikant of de importeur toegepaste technische documentatie op een lijst van equivalente modellen huishoudelijke afwasmachines zijn geplaatst, geacht niet aan deze verordening te voldoen.

(7) Zodra het besluit van niet-overeenstemming van het model overeenkomstig de punten 3 en 6 is genomen, verstrekken de autoriteiten van de lidstaat alle relevante informatie aan de autoriteiten van de overige lidstaten en aan de Commissie.

De autoriteiten van de lidstaten passen meetmethoden toe, waarbij rekening wordt gehouden met de algemeen erkende, meest recente, betrouwbare, nauwkeurige en reproduceerbare meetmethoden, met inbegrip van methoden die zijn vastgesteld in documenten waarvan de referentienummers met dat doel in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn bekendgemaakt. De autoriteiten van de lidstaten gebruiken de in bijlage II vastgestelde meet- en berekeningsmethoden.

De autoriteiten van de lidstaten passen uitsluitend de controletoleranties toe die in tabel 1 zijn vastgesteld, en gebruiken uitsluitend de in de punten 1 tot en met 7 beschreven procedure voor de in deze bijlage bedoelde eisen. Er worden geen andere toleranties, zoals die welke zijn opgenomen in geharmoniseerde normen of in een andere meetmethode, toegepast.



Tabel 1

Controletoleranties

Parameters

Controletoleranties

Jaarlijks energieverbruik (AEC)

De vastgestelde waarde mag de opgegeven waarde van AEC met niet meer dan 10 % overschrijden.

Wasefficiëntie-index (IC)

De vastgestelde waarde mag niet meer dan 10 % lager zijn dan de opgegeven waarde van IC.

Droogefficiëntie-index (ID)

De vastgestelde waarde mag niet meer dan 19 % lager zijn dan de opgegeven waarde van ID.

Energieverbruik (Et)

De vastgestelde waarde mag de opgegeven waarde van Et met niet meer dan 10 % overschrijden. Wanneer drie extra exemplaren moeten worden geselecteerd, mag het rekenkundig gemiddelde van de waarden van deze drie eenheden de opgegeven waarde van E t met niet meer dan 6 % overschrijden.

Programmaduur (Tt)

De vastgestelde waarde mag de opgegeven waarde van Tt met niet meer dan 10 % overschrijden.

Opgenomen vermogen in de uitstand en de sluimerstand (P o en P l)

De vastgestelde waarden van het opgenomen vermogen P o en P l van meer dan 1,00 W mogen de opgegeven waarden van P o en P l met niet meer dan 10 % overschrijden. De vastgestelde waarden van het opgenomen vermogen P o en P l van maximaal 1,00 W mogen de opgegeven waarden van P o en P l met niet meer dan 0,10 W overschrijden.

Duur van de sluimerstand (Tl)

De vastgestelde waarde mag de opgegeven waarde van Tl met niet meer dan 10 % overschrijden.

▼B




BIJLAGE IV

Benchmarks

Op het ogenblik van de inwerkingtreding van deze verordening beantwoordt de beste in de handel beschikbare technologie voor huishoudelijke afwasmachines, wat energie-efficiëntie, energie- en waterverbruik, was- en droogefficiëntie en voortgebracht luchtgeluid betreft, aan de volgende eisen:

1. Huishoudelijke afwasmachines met 15 couverts (inbouwmodel):

a)

energieverbruik : 0,88 kWh/cyclus, wat overeenstemt met een totaal energieverbruik van 268,9 kWh/jaar, waarvan 246,4 kWh/jaar voor 280 afwascycli en 12,5 kWh/jaar ten gevolge van energiebesparende standen;

b)

waterverbruik : 10 l/cyclus, wat overeenstemt met 2 800 l/jaar voor 280 cycli;

c)

wasefficiëntie-index : IC > 1,12;

d)

droogefficiëntie-index : ID > 1,08;

e)

geluidsemissies via de lucht : 45 dB(A) re 1pW;

2. Huishoudelijke afwasmachines met 14 couverts (onderbouwmodel):

a)

energieverbruik : 0,83 kWh/cyclus, wat overeenstemt met een totaal energieverbruik van 244,9 kWh/jaar, waarvan 232,4 kWh/jaar voor 280 afwascycli en 12,5 kWh/jaar ten gevolge van energiebesparende standen;

b)

waterverbruik : 10 l/cyclus, wat overeenstemt met 2 800 l/jaar voor 280 cycli;

c)

wasefficiëntie-index : IC > 1,12;

d)

droogefficiëntie-index : ID > 1,08;

e)

geluidsemissies via de lucht : 41 dB(A) re 1pW;

3. Huishoudelijke afwasmachines met 13 couverts (onderbouwmodel):

a)

energieverbruik : 0,83 kWh/cyclus, wat overeenstemt met een totaal energieverbruik van 244,9 kWh/jaar, waarvan 232,4 kWh/jaar voor 280 afwascycli en 12,5 kWh/jaar ten gevolge van energiebesparende standen;

b)

waterverbruik : 10 l/cyclus, wat overeenstemt met 2 800 l/jaar voor 280 cycli;

c)

wasefficiëntie-index : IC > 1,12;

d)

droogefficiëntie-index : ID > 1,08;

e)

geluidsemissies via de lucht : 42 dB(A) re 1pW;

4. Huishoudelijke afwasmachines met 12 couverts (vrijstaand model):

a)

energieverbruik : 0,950 kWh/cyclus, wat overeenstemt met een totaal energieverbruik van 278,5 kWh/jaar, waarvan 266 kWh/jaar voor 280 afwascycli en 12,5 kWh/jaar ten gevolge van energiebesparende standen;

b)

waterverbruik : 9 l/cyclus, wat overeenstemt met 2 520 l/jaar voor 280 cycli;

c)

wasefficiëntie-index : IC > 1,12;

d)

droogefficiëntie-index : ID > 1,08;

e)

geluidsemissies via de lucht : 41 dB(A) re 1pW;

5. Huishoudelijke afwasmachines met 9 couverts (inbouwmodel):

a)

energieverbruik : 0,800 kWh/cyclus, wat overeenstemt met een totaal energieverbruik van 236,5 kWh/jaar, waarvan 224 kWh/jaar voor 280 afwascycli en 12,5 kWh/jaar ten gevolge van energiebesparende standen;

b)

waterverbruik : 9 l/cyclus, wat overeenstemt met 2 520 l/jaar voor 280 cycli;

c)

wasefficiëntie-index : IC > 1,12;

d)

droogefficiëntie-index : ID > 1,08;

e)

geluidsemissies via de lucht : 44 dB(A) re 1pW;

6. Huishoudelijke afwasmachines met 6 couverts (inbouwmodel):

a)

energieverbruik : 0,63 kWh/cyclus, wat overeenstemt met een totaal energieverbruik van 208,5 kWh/jaar, waarvan 196 kWh/jaar voor 280 afwascycli en 12,5 kWh/jaar ten gevolge van energiebesparende standen;

b)

waterverbruik : 7 l/cyclus, wat overeenstemt met 1 960 l/jaar voor 280 cycli;

c)

wasefficiëntie-index : IC > 1,12;

d)

droogefficiëntie-index : 1,08 ≥ ID > 0,86;

e)

geluidsemissies via de lucht : 45 dB(A) re 1pW;

7. Huishoudelijke afwasmachines met 4 couverts (vrijstaand model):

a)

energieverbruik : 0,51 kWh/cyclus, wat overeenstemt met een totaal energieverbruik van 155,3 kWh/jaar, waarvan 142,8 kWh/jaar voor 280 afwascycli en 12,5 kWh/jaar ten gevolge van energiebesparende standen;

b)

waterverbruik : 9,5 l/cyclus, wat overeenstemt met 2 660 l/jaar voor 280 cycli;

c)

wasefficiëntie-index : IC > 1,12;

d)

droogefficiëntie-index : 1,08 ≥ ID > 0,86;

e)

geluidsemissies via de lucht : 53 dB(A) re 1pW.