EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Effectievere uitleveringsprocedures: Europees aanhoudingsbevel

 

SAMENVATTING VAN:

Kaderbesluit 2002/584/JBZ betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de EU-landen

WAT IS HET DOEL VAN HET KADERBESLUIT?

Door dit kaderbesluit worden juridische procedures verbeterd en vereenvoudigd om mensen uit een ander EU-land (Europese Unie) die een ernstige misdaad hebben gepleegd sneller te kunnen terugsturen.

KERNPUNTEN

Het Europees aanhoudingsbevel vervangt de uitleveringsregeling. Elke nationale gerechtelijke autoriteit wordt verplicht met een minimum aan formaliteiten en binnen een bepaalde termijn verzoeken van gerechtelijke autoriteiten van een ander EU-land te erkennen en op te volgen. In een bevel staat het verzoek tot overdragen van een persoon zodat:

  • strafvervolging kan worden uitgevoerd;
  • deze persoon in hechtenis of bewaring kan worden gesteld.

Het bevel is in de volgende gevallen van toepassing:

  • misdrijven waarop een gevangenisstraf of een tot vrijheidsbeneming strekkende maatregel voor een maximum periode van ten minste een jaar staat;
  • in gevallen waarin een definitieve tot vrijheidsbeneming strekkende straf is opgelegd of een tot vrijheidsbeneming strekkende maatregel wegens opgelegde sancties met een duur van ten minste vier maanden.

Evenredig gebruik van het bevel

EU-landen moeten het volgende in overweging nemen (waarbij deze lijst niet uitputtend is):

  • de omstandigheden en de ernst van het misdrijf;
  • de waarschijnlijke straf;
  • andere, minder dwingende maatregelen.

Wanneer iemand wordt aangehouden, moet hij/zij op de hoogte worden gesteld van de inhoud van het aanhoudingsbevel.

In welke gevallen mogen EU-landen weigeren een bevel op te volgen?

  • Indien een EU-land al een definitieve uitspraak heeft gedaan over de betrokken persoon voor hetzelfde misdrijf;
  • Indien het misdrijf onder een amnestie valt in het EU-land dat verzocht wordt om de dader over te dragen;
  • Indien de betrokkene op grond van zijn/haar leeftijd niet strafrechtelijk verantwoordelijk kan worden gesteld in het EU-land dat verzocht wordt een bevel op te volgen.

Regels die de procedurele rechten bij procedures ter uitvoering van een aanhoudingsbevel moeten waarborgen

Dit zijn onder andere:

Eventuele verbeteringen

De Europese Commissie nam het eerste verslag betreffende het Europees aanhoudingsbevel aan in 2011. Hierin werd vastgesteld dat, hoewel het Europees aanhoudingsbevel voor EU-landen heel succesvol was bij de bestrijding van criminaliteit, er op verschillende gebieden verdere verbeteringen mogelijk waren, met inbegrip van:

  • omzetting;
  • juiste toepassing;
  • evenredigheid;
  • waarborgen van procedurele rechten.

De Commissie nam het vierde uitvoeringsverslag betreffende het Europees aanhoudingsbevel aan in juli 2020.

VANAF WANNEER IS HET KADERBESLUIT VAN TOEPASSING?

Dit is van toepassing sinds 7 augustus 2002. EU-landen dienen voor 31 december 2003 de benodigde maatregelen te hebben genomen om te voldoen aan dit kaderbesluit.

ACHTERGROND

Zie voor meer informatie:

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Kaderbesluit 2002/584/JBZ van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten — Verklaringen van sommige lidstaten bij de aanneming van het kaderbesluit (PB L 190 van 18.7.2002, blz. 1-20)

De opeenvolgende wijzigingen van Kaderbesluit 2002/584/JBZ zijn opgenomen in de originele tekst. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Richtlijn (EU) 2016/1919 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2016 betreffende rechtsbijstand voor verdachten en beklaagden in strafprocedures en voor gezochte personen in procedures ter uitvoering van een Europees aanhoudingsbevel (PB L 297 van 4.11.2016, blz. 1-8)

Zie geconsolideerde versie.

Richtlijn 2013/48/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 betreffende het recht op toegang tot een advocaat in strafprocedures en in procedures ter uitvoering van een Europees aanhoudingsbevel en het recht om een derde op de hoogte te laten brengen vanaf de vrijheidsbeneming en om met derden en consulaire autoriteiten te communiceren tijdens de vrijheidsbeneming (PB L 294 van 6.11.2013, blz. 1-12)

Richtlijn 2012/13/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 betreffende het recht op informatie in strafprocedures (PB L 142 van 1.6.2012, blz. 1-10)

Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over de uitvoering sinds 2007 van het kaderbesluit van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten (COM(2011) 175 final van 11.4.2011)

Richtlijn 2010/64/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 betreffende het recht op vertolking en vertaling in strafprocedures (PB L 280 van 26.10.2010, blz. 1-7)

Verklaringen waarin wordt voorzien bij artikel 31, lid 2, van Kaderbesluit 2002/584/JBZ van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten (PB L 246 van 29.9.2003, blz. 1)

Laatste bijwerking 30.10.2020

Top