EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Strategische richtsnoeren van de Europese Unie voor plattelandsontwikkeling

Met deze strategische richtsnoeren bepaalt de Raad in het kader van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) de prioriteiten van de Europese Unie (EU). Hij ziet er met name op toe dat de nodige samenhang wordt verzekerd tussen het plattelandsontwikkelingsbeleid en de overige Europese beleidsonderdelen, in het bijzonder wat cohesie en milieu betreft, en dat de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) en de daarmee gepaard gaande herstructureringen worden begeleid.

BESLUIT

Besluit 2006/144/EG van de Raad van 20 februari 2006 inzake communautaire strategische richtsnoeren voor plattelandsontwikkeling (programmeringsperiode 2007-2013) [Zie wijzigingsbesluit(en)].

SAMENVATTING

Het platteland bestrijkt 92 % van het grondgebied van de EU. Deze gebieden zorgen voor 45 % van de in de EU gegenereerde toegevoegde waarde en voor 53 % van de werkgelegenheid. Ondanks de grote verscheidenheid aan situaties in deze gebieden ligt het inkomen per inwoner ongeveer een derde lager dan het Europese gemiddelde, zijn er minder vrouwen actief op de arbeidsmarkt en is de dienstensector minder ontwikkeld.

De inwoners van de plattelandsgebieden staan de komende jaren specifieke problemen op het gebied van groei, werkgelegenheid en duurzaamheid te wachten. De nieuwe programmeringsperiode is de gelegenheid om erop toe te zien dat deze doelstellingen onder de steun uit het nieuwe landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling vallen. Sectorale en territoriale interventies zijn noodzakelijk om deze problemen te kunnen oplossen.

Plattelandsontwikkeling en de overkoepelende doelstellingen van de Unie

Het plattelandsontwikkelingsbeleid is gericht op de agrovoedingssector, het milieu en de plattelandsbevolking. De nieuwe strategieën en programma's zullen worden geconcipieerd rond vier zwaartepunten, namelijk:

  • het zwaartepunt betreffende "de verbetering van de concurrentiekracht van de landbouw-, voedings- en bosbouwsector" door speciaal aandacht te schenken aan het menselijke en fysieke kapitaal;
  • het zwaartepunt betreffende "de verbetering van het milieu en de levenskwaliteit". De bescherming en verbetering van de natuurlijke hulpbronnen, de instandhouding van landbouw- en bosbouwsystemen en het behoud van het traditionele landschap van de Europese plattelandsgebieden zijn de doelstellingen die in het kader van dit zwaartepunt worden nagestreefd;
  • het zwaartepunt betreffende "de levenskwaliteit op het platteland en de diversificatie van de plattelandseconomie". Met dit zwaartepunt wil men de plattelandsgebieden helpen ontwikkelen door de diensten aan de bevolking, de micro-ondernemingen, het landelijk toerisme en de opwaardering van het cultureel erfgoed aan te moedigen;
  • het zwaartepunt "Leader", dat tot doel heeft het bestuur te innoveren met lokale actiestrategieën.

De prioriteiten van de EU inzake plattelandsontwikkeling in de programmeringsperiode 2007-2013

De Raad geeft aan wat de strategische prioriteiten van de EU zijn en geeft voor elke prioriteit voorbeelden van kernacties. De Europese prioriteiten zullen worden opgenomen in de nationale strategische plannen van de lidstaten en in de programma's voor plattelandsontwikkeling.

Prioriteit 1: verbetering van het concurrentievermogen van de land- en de bosbouwsector

Het doel is de Europese agrovoedingssector te dynamiseren. De EU wil namelijk kennisoverdracht bevorderen, innovatie stimuleren en investeringen in fysiek en menselijk kapitaal aanmoedigen. Mogelijke kernacties daarbij zijn:

  • de herstructurering en de modernisering van de landbouwsector;
  • een verbetering van de integratie door de hele agrovoedingssector heen;
  • de bevordering van innovatie en toegang tot onderzoek en ontwikkeling (O&O);
  • de bevordering van het gebruik en de verspreiding van informatie- en communicatietechnologieën (ICT), vooral voor de kleine bedrijven;
  • de bevordering van dynamisch ondernemerschap door de nieuwe mogelijkheden te benutten die ontstonden door de recente hervormingen die een marktgerichte Europese landbouw hebben gecreëerd;
  • de ontwikkeling van nieuwe afzetmogelijkheden voor land- en bosbouwproducten, alsook de ontwikkeling van het voor de productie van hernieuwbare energie te gebruiken materiaal, de biobrandstoffen en de verwerkingscapaciteit;
  • de verbetering van de milieuprestaties van de land- en bosbouw.

Prioriteit 2: milieu- en natuurverbetering

De aan het tweede zwaartepunt toegewezen middelen moeten de natuurlijke hulpbronnen en de plattelandsgebieden in de EU beschermen, met name op het gebied van biodiversiteit, instandhouding van systemen met een hoge natuurwaarde, water en klimaatverandering. De Unie stimuleert met name:

  • milieudiensten en diervriendelijke landbouwpraktijken;
  • de instandhouding van het agrarische landschap en bossen;
  • bestrijding van de klimaatverandering zonder te vergeten dat de land- en bosbouw speerpuntsectoren zijn in de ontwikkeling van energiebronnen en andere hernieuwbare hulpbronnen voor bio-energie-installaties;
  • biologische landbouw die uitgaat van een algemene benadering van duurzame landbouw;
  • initiatieven voor milieu en economie zoals de levering van milieugoederen, in het bijzonder in combinatie met diversificatie in toerisme, ambachten, opleiding of de non-foodsector;
  • de instandhouding van een duurzaam evenwicht tussen stedelijke en plattelandsgebieden om positief bij te dragen aan de ruimtelijke verdeling van de economische bedrijvigheid en de territoriale cohesie.

Prioriteit 3: verbetering van de kwaliteit van het bestaan op het platteland en bevordering van diversificatie van de plattelandseconomie

De EU wil de werkgelegenheid stimuleren en betere voorwaarden scheppen voor groei in de plattelandsgebieden. In deze context omvatten de kernacties:

  • de bevordering van de economische bedrijvigheid en werkgelegenheid in de plattelandseconomie in ruimere zin en de ontwikkeling van een beter territoriaal evenwicht, zowel vanuit economisch als vanuit maatschappelijk oogpunt (toerisme, ambachten en de inrichting van rurale aantrekkingspunten);
  • de bevordering van de arbeidsparticipatie van vrouwen door de ontwikkeling van het kinderopvangaanbod;
  • de dorpen weer tot leven brengen door geïntegreerde initiatieven die diversificatie, het oprichten van bedrijven, het investeren in cultureel erfgoed, infrastructuur voor plaatselijke diensten en renovatie in zich verenigen;
  • bij de ontwikkeling van microbedrijven en ambachtelijke bedrijvigheid voortbouwen op traditionele vaardigheden of een beroep doen op nieuwe kennis om bij te dragen aan de bevordering van het ondernemerschap en de ontwikkeling van het economische weefsel;
  • de opleiding van jongeren in de nodige vaardigheden voor het diversifiëren van de plaatselijke economie;
  • de bevordering van het gebruik en de verspreiding van ICT waardoor schaalvoordelen kunnen worden verwezenlijkt die bevorderlijk zijn, zowel voor het gebruik van IT door de plaatselijke landbouwbedrijven en plattelandsondernemingen, als voor de invoering van het elektronische zakendoen en de elektronische handel (e-commerce);
  • de ontwikkeling van het aanbod en het innovatieve gebruik van hernieuwbare energiebronnen, wat kan bijdragen tot het ontstaan van nieuwe afzetmarkten voor land- en bosbouwproducten, tot de verlening van lokale diensten en tot de diversificatie van de plattelandeconomie;
  • bevordering van de ontwikkeling van de toeristische sector;
  • verbetering van de lokale infrastructuur (hoofdzakelijk de telecommunicatie-, vervoers-, energie- en waterinfrastructuur), met name in de nieuwe lidstaten.

Prioriteit 4: ontwikkeling van de plaatselijke capaciteit voor werkgelegenheid en diversificatie

De middelen voor het Leader-zwaartepunt staan ten dienste van de verbetering van het bestuur en de mobilisatie van het reeds in de plattelandsgebieden aanwezige ontwikkelingspotentieel. Het betreft een horizontale aanpak die de drie doelstellingen - concurrentiekracht, milieu en kwaliteit van het bestaan/diversificatie - combineert. In deze context omvatten de kernacties:

  • de opbouw van de lokale partnerschapscapaciteit, dynamisering en bevordering van het aanleren van vaardigheden, die kunnen bijdragen tot de verwezenlijking van het lokale potentieel;
  • bevordering van publiek-private partnerschappen;
  • de bevordering van samenwerking en innovatie door ondernemerschap, integratie van iedereen en de verlening van lokale diensten te stimuleren;
  • de verbetering van het lokale bestuur door landbouw, bosbouw en de lokale economie op elkaar te laten aansluiten.

Prioriteit 5: zorgen voor samenhang in de programmering

De lidstaten moeten erop toezien dat in hun nationale strategieën de synergieën tussen de zwaartepunten worden geoptimaliseerd en contradicties worden voorkomen.

De EU biedt bovendien een kader voor de verbetering van het bestuur en de uitvoering van beleidsmaatregelen, met name door het opzetten van Europese en nationale netwerken. Deze netwerken bevorderen onder meer de uitwisseling van goede praktijken en expertise over de opzet en het beheer van het plattelandsbeleid.

Prioriteit 6: complementariteit van de Europese instrumenten

Om de synergie tussen het structuur-, werkgelegenheids- en plattelandsontwikkelingsbeleid te kunnen garanderen, moeten de lidstaten waken over de complementariteit en de samenhang van de acties die op een bepaald geografisch gebied en binnen een bepaalde activiteit worden gefinancierd uit het EFRO, het cohesiefonds, het ESF, het EVF. Het scheiden en coördineren van de uit de verschillende fondsen gefinancierde acties, worden in het nationale strategieplan omschreven.

Nieuwe uitdagingen

Dit besluit werd in 2009 gewijzigd om de nieuwe uitdagingen van de Unie in de strategische richtsnoeren te verwerken:

  • bestrijding van de klimaatverandering;
  • bevordering van hernieuwbare energiebronnen;
  • waterbeheer;
  • bescherming van de biodiversiteit;
  • herstructurering van de melksector.

Die doelstellingen hebben een horizontale dimensie en kunnen dan ook worden opgenomen in de prioriteiten van de nationale strategische plannen van de lidstaten. De EU moedigt de lidstaten onder meer aan:

  • deze problemen op te nemen in de lokale strategieën voor plattelandsontwikkeling;
  • innovatie op die gebieden te ondersteunen;
  • milieumaatregelen in de landbouw en bosbouwmaatregelen te nemen om de biodiversiteit te verbeteren;
  • lokale projecten inzake hernieuwbare energie te steunen;
  • investeringen in energie- en waterzuinige installaties aan te moedigen.

Referenties

Besluit

Datum van inwerkingtreding

Uiterste datum voor omzetting in de lidstaten

Publicatieblad

Besluit 2006/144/EG van de Raad

20.2.2006

-

L 55, 25.2.2006

Wijzigingsbesluit(en)

Datum van inwerkingtreding

Uiterste datum voor omzetting in de lidstaten

Publicatieblad

Besluit 2009/61/EG van de Raad

19.1.2009

-

L 30, 31.1.2009

GERELATEERDE BESLUITEN

Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) [Publicatieblad L 277 van 21.10.2005] Door deze verordening is er één enkel financieringsinstrument voor het plattelandsontwikkelingsbeleid: het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO).

Laatste wijziging: 30.06.2011

Top