EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Bescherming van de consument tegen oneerlijke bedingen in overeenkomsten

 

SAMENVATTING VAN:

Richtlijn 93/13/EEG betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten

WAT IS HET DOEL VAN DE RICHTLIJN?

  • Met Richtlijn 93/13/EEG worden consumenten in de Europese Unie (EU) beschermd tegen oneerlijke bedingen en voorwaarden die kunnen zijn opgenomen in standaardovereenkomsten voor goederen en diensten die zij kopen. Er wordt verwezen naar het begrip “goede trouw” om te voorkomen dat het evenwicht tussen de rechten en verplichtingen van de partijen aanzienlijk wordt verstoord.
  • Als onderdeel van de “new deal” voor consumenten is Richtlijn 93/13/EEG gewijzigd bij Richtlijn (EU) 2019/2161, die tot doel heeft de EU-consumentenwetgeving te moderniseren en de handhaving ervan te verbeteren.

KERNPUNTEN

Richtlijn 93/13/EEG

  • Bij het beoordelen of een beding van een overeenkomst eerlijk is of niet, moet rekening worden gehouden met de aard van de betrokken goederen en diensten, de omstandigheden van de transactie en alle andere algemene voorwaarden.
  • De werkelijke prijs die werd betaald voor de goederen of diensten, wordt niet meegenomen bij deze beoordeling, tenzij het desbetreffende beding niet duidelijk en begrijpelijk is geformuleerd.
  • De richtlijn bevat een niet-uitputtende en indicatieve lijst van oneerlijke bedingen in overeenkomsten. Consumenten om een onredelijk hoge schadevergoeding vragen (bijv. voor een betalingsachterstand) of ze voorwaarden opleggen waarvoor ze over onvoldoende tijd beschikten om deze volledig te begrijpen alvorens de overeenkomst te ondertekenen, maken onder andere deel uit van deze lijst.
  • Schriftelijke overeenkomsten moeten in duidelijke en begrijpelijke bewoordingen worden opgesteld. In geval van twijfel over de betekenis van een beding geldt de voor de consument gunstigste interpretatie.
  • Contractuele bedingen die als oneerlijk worden beschouwd, zijn niet bindend voor de consument, maar de rest van de overeenkomst blijft geldig waar dit wettelijk mogelijk is.
  • EU-lidstaten moeten de nodige maatregelen treffen om te voorkomen dat oneerlijke bedingen gebruikt blijven worden in overeenkomsten.
  • Organisaties en personen die een legitiem belang hebben bij de bescherming van de rechten van de consument, kunnen een beroep doen op de rechtbanken om te oordelen of een contractueel beding oneerlijk is.
  • In 2019 publiceerde de Europese Commissie richtsnoeren met betrekking tot de uitlegging en toepassing van Richtlijn 93/13/EEG. Deze presenteert de rijke jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie over deze richtlijn op een gestructureerde manier om een doeltreffende toepassing van de richtlijn in de EU en de landen van de Europese Economische Ruimte te vergemakkelijken.

Sancties

  • Met de Wijzigingsrichtlijn (EU) 2019/2161 worden lidstaten verplicht om doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties in te voeren toepasselijk voor inbreuken op de regels inzake oneerlijke bedingen in overeenkomsten, op basis van een reeks parameters. Deze criteria omvatten:
    • de aard, ernst, omvang en duur van de inbreuk;
    • door de handelaar genomen maatregelen om de door de consument geleden schade te beperken of te verhelpen;
    • eerdere inbreuken door de handelaar;
    • sancties die in grensoverschrijdende zaken in andere lidstaten aan de verkoper of leverancier zijn opgelegd voor dezelfde inbreuk, wanneer informatie over dergelijke sancties beschikbaar is via het met Verordening (EU) 2017/2394 ingestelde mechanisme (zie de samenvatting).
  • Volgens de nieuwe richtlijn moeten de lidstaten ook geldboetes kunnen opleggen wanneer ze in het kader van gecoördineerde acties uit hoofde van Verordening (EU) 2017/2394 grote grensoverschrijdende inbreuken vaststellen die consumenten in verschillende lidstaten treffen. Geldboetes moeten kunnen oplopen tot ten minste 4 % van de jaarlijkse omzet van een handelaar, of tot 2 miljoen EUR als er geen informatie beschikbaar is over de omzet van de handelaar.

VANAF WANNEER ZIJN DE REGELS VAN TOEPASSING?

  • Richtlijn 93/13/EEC moest per 31 december 1994 in het nationaal recht van de lidstaten zijn omgezet.
  • Wijzigingsrichtlijn (EU) 2019/2161 moest per 28 november 2021 in nationaal recht zijn omgezet. De lidstaten moesten de regels per 28 mei 2022 toepassen.

ACHTERGROND

Zie voor meer informatie:

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (PB L 95 van 21.4.1993, blz. 29-34)

Achtereenvolgende wijzigingen in Richtlijn 93/13/EU zijn in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Mededeling van de Commissie — Richtsnoeren met betrekking tot de uitlegging en toepassing van Richtlijn 93/13/EEG van de Raad betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (PB C 323 van 27.9.2019, blz. 4-92)

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad en het Europees Economisch en Sociaal Comité — Een “new deal” voor consumenten (COM(2018) 183 final van 11.4.2018)

Verordening (EU) 2017/2394 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 betreffende samenwerking tussen de nationale autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2006/2004 (PB L 345 van 27.12.2017, blz. 1-26)

Zie de geconsolideerde versie.

Laatste bijwerking 28.10.2022

Top