EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Spoorweginfrastructuur: beheersovereenkomsten

Om de kwaliteit van de communautaire vervoersinfrastructuur te verbeteren, ondersteunt de Commissie het gebruik van beheersovereenkomsten (meerjarencontracten), een instrument waardoor de financiering gedurende meerdere jaren wordt gewaarborgd

BESLUIT

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 6 februari 2008 “Beheersovereenkomsten betreffende de kwaliteit van de spoorweginfrastructuur” [COM(2008) 54 definitief – Niet in het Publicatieblad verschenen].

SAMENVATTING

Om de kwaliteit en het onderhoud van de spoorweginfrastructuur te verbeteren, pleit de Commissie voor een veralgemening van meerjarencontracten (beheersovereenkomsten) tussen de staat en de infrastructuurbeheerders.

Rechtskader en wettelijke voorschriften inzake spoorweginfrastructuur

Op grond van de huidige EU-wetgeving moeten maatregelen worden genomen om de kosten voor het aanbieden van infrastructuur te drukken en de gebruiksheffingen te verlagen, zonder evenwel afbreuk te doen aan de veiligheid en de kwaliteit van die infrastructuur. Op Europees vlak bestaat echter geen enkele verplichting met betrekking tot de controle van de infrastructuurkwaliteit.

De lidstaten kunnen aan deze verplichting voldoen door wetgevende maatregelen te nemen en/of meerjarencontracten (beheersovereenkomsten) te sluiten voor een periode van minstens drie jaar. Lang niet alle lidstaten sluiten een beheersovereenkomst met hun spoorweginfrastructuurbeheerder. De helft van de lidstaten heeft nog geen beheersovereenkomst gesloten en is dat evenmin van plan.

Naast deze regels zijn in de spoorwegrichtlijnen van de EU een aantal nuttige uitvoeringsbepalingen opgenomen:

  • de lidstaten dienen de nodige maatregelen te nemen voor de ontwikkeling van hun nationale spoorweginfrastructuur;
  • de uitgaven en inkomsten van de infrastructuurbeheerders dienen over een redelijke periode in evenwicht te zijn.

Voorts zijn er specifieke voorschriften met betrekking tot de transparantie en verenigbaarheid met de wetgeving van de toekenning van overheidsmiddelen, rekening houdend met de vereisten inzake de beheersautonomie van de infrastructuurbeheerder en de economische aard van zijn activiteiten.

De rol van beheersovereenkomsten

Het concurrentievermogen van de spoorwegsector is sterk afhankelijk van de beschikbaarheid en de kwaliteit van de infrastructuur. Omdat voor het onderhoud van de infrastructuur soms onvoldoende middelen worden uitgetrokken, voldoet de infrastructuur niet altijd aan de verwachtingen van de spoorwegondernemingen om te kunnen concurreren met andere vervoerswijzen. Bijna een derde van de infrastructuurbeheerders verklaart niet over voldoende financiële middelen te beschikken om het netwerk te onderhouden.

Een beheersovereenkomst die is gesloten na degelijke onderhandelingen en een goede voorbereiding, biedt verschillende voordelen, namelijk:

  • een langetermijnkader voor de financiering van het onderhoud dat overheid en infrastructuurbeheerder ertoe dwingt een langetermijnvisie en onderhoudsplannen te ontwikkelen op basis van de toekomstige vraag. Het is belangrijk dat de spoorweginfrastructuur wordt afgestemd op toekomstige vervoersbehoeften zodat het verkeer en de ontvangsten van gebruikers toenemen. Beheersovereenkomsten laten toe een evenwicht te bereiken tussen de belangen van de belastingbetaler en de gebruiker, tussen de kwaliteit en het onderhoud van het net en tussen langetermijnonderhoud en vernieuwing;
  • de in het kader van deze contracten toegekende middelen vormen een aanvulling op de infrastructuurheffingen zodat de financiële stabiliteit wordt gewaarborgd. Een beheersovereenkomst mag niet strijdig zijn met de kaderregeling voor de heffingen, die op haar beurt dient te stroken met de geldende tariferingsvoorschriften;
  • perspectief op een reële kostenbeheersing door een langetermijnplanning van spooronderhoud zodat de kosten kunnen worden gedrukt en het personeelsbestand beter kan worden afgestemd op de omvang van de werkzaamheden en er minder behoefte is aan onvoorziene bijsturingen van de planning. Door over te schakelen op meerjarenbegrotingen kan de infrastructuurbeheerder zijn budgetten flexibeler aanwenden en beter inspelen op de bedrijfsbehoeften dan wanneer hij zich dient te houden aan de rigide regels voor de besteding van overheidsmiddelen;
  • benchmarking en toezicht door de overheid op basis van vastgestelde prestatiecriteria: een precieze omschrijving van de prestatiedoelstellingen laat toe de relatieve prestaties van de infrastructuurbeheerders te beoordelen en de rendabiliteit te bepalen op basis van de kostengegevens van de nationale infrastructuurbeheerder en zijn prestaties ten opzichte van andere infrastructuurbeheerders;
  • de prestaties verbeteren door de toegekende subsidies te koppelen aan de prestaties in plaats van de infrastructuurbeheerder te vergoeden voor één bepaalde soort uitgaven en door een versterking van de kwaliteitscontrole. Er worden twee groepen kwaliteitscriteria gehanteerd: indicatoren met betrekking tot de kwaliteit van de treindienst (snelheid, veiligheid) en indicatoren met betrekking tot de aangeboden infrastructuur (onderhoudskosten per km spoor of het percentage lijnen waarop een tijdelijke snelheidsbeperking is ingesteld);
  • de afdwingbaarheid van de contractuele afspraken waarborgen door onder meer te voorzien in sancties bij niet-naleving daarvan. De controle moet worden uitgeoefend door een onafhankelijke instantie en niet door één van de twee contractsluitende partijen. Sancties kunnen de vorm aannemen van boetes, een vermindering van de financiële bijdrage of een vervanging van het management van de infrastructuurbeheerder en moeten progressief zijn en in verhouding staan tot de inbreuk.

De lidstaten en de infrastructuurbeheerders dienen erop toe te zien dat de beheersovereenkomsten zijn afgestemd op de nationale strategische vervoersplannen en de bedrijfsplannen van de infrastructuurbeheerders. De overheid moet elk voorstel van beheersovereenkomst vóór de ondertekening of vóór de start van nieuwe onderhandelingen daarover voorleggen aan de betrokken actoren.

Infrastructuurbeheerders moeten minstens één maal per jaar, op de hoofdlijnen nog vaker, de staat van het volledige spoornet controleren en melden wanneer op bepaalde plaatsen wordt geconstateerd dat de kwaliteit van de infrastructuur erop achteruit gaat.

Context

Enkele jaren na de vaststelling van het spoorweginfrastructuurpakket (es de en fr) is uit raadplegingen van de Commissie gebleken dat de spoorwegsector met moeilijkheden kampt om het onderhoud van het bestaande net te financieren, dat de kwaliteit van de infrastructuur onder druk staat en er behoefte is aan instrumenten om de prestaties van de infrastructuurbeheerders te verbeteren.

Laatste wijziging: 21.04.2008

Top