EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Grondrechten en burgerschap (2007-13)

Dit besluit stelt het programma „Grondrechten en burgerschap” voor de periode 1 januari 2007 tot 31 december 2013 vast. Als onderdeel van het algemene programma „Grondrechten en justitie” wil het de totstandbrenging van een op eerbiediging van grondrechten gegrondveste Europese samenleving bevorderen, het maatschappelijk middenveld versterken en een open en transparante dialoog aanmoedigen, alsook racisme en vreemdelingenhaat bestrijden en het wederzijdse begrip tussen de justitiële en bestuurlijke autoriteiten en de beroepsbeoefenaars verbeteren.

BESLUIT

Besluit nr. 2007/252/EG van de Raad van 19 april 2007 tot vaststelling van het specifieke programma „Grondrechten en burgerschap” voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma „Grondrechten en justitie”.

SAMENVATTING

Dit besluit stelt het programma „Grondrechten en burgerschap” vast, dat de totstandbrenging van een Europese samenleving wil bevorderen, die is gegrondvest op eerbiediging van de grondrechten. Hiertoe voorziet het programma acties van de Europese Commissie, de lidstaten en niet-gouvernementele organisaties.

Een Europese samenleving, gegrondvest op eerbiediging van de grondrechten

Het programma ondersteunt de ontwikkeling van een Europese samenleving die is gegrondvest op eerbiediging van de grondrechten, welke zijn erkend in Artikel 6 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, met inbegrip van de rechten die uit het burgerschap van de Unie voortvloeien. Hiertoe beoogt het programma de volgende doelstellingen:

  • versterking van het maatschappelijke middenveld en aanmoediging van een open, transparante en regelmatige dialoog met het maatschappelijk middenveld over de grondrechten;
  • bestrijding van racisme, vreemdelingenhaat en antisemitisme;
  • bevordering van een beter interreligieus en intercultureel begrip;
  • bevordering van een grotere verdraagzaamheid in de gehele Europese Unie;
  • verbetering van de contacten, de uitwisseling van informatie en het netwerken tussen justitiële, gerechtelijke en bestuurlijke autoriteiten en beoefenaars van juridische beroepen;
  • verlening van steun aan de justitiële opleiding, met het oog op meer wederzijds begrip tussen deze autoriteiten en beroepsbeoefenaars.

Verder heeft het programma de volgende specifieke doelstellingen:

  • de grondrechten bevorderen en alle burgers informeren over hun rechten, met inbegrip van de uit het burgerschap van de Unie voortvloeiende rechten;
  • de burgers van de Unie aanmoedigen actief deel te nemen aan het democratische leven van de Unie;
  • bestuderen van de inachtneming van specifieke grondrechten in de Europese Unie en haar lidstaten wanneer zij het Gemeenschapsrecht ten uitvoer brengen;
  • ondersteunen van niet-gouvernementele organisaties en andere actoren van het maatschappelijk middenveld om deze beter in staat te stellen de grondrechten, de rechtsstaat en de democratie actief te bevorderen;
  • instellen van geschikte structuren ter bevordering van een interreligieuze en multiculturele dialoog op het niveau van de Europese Unie.

Specifieke acties om de doelstellingen van het programma te verwezenlijken

Het programma voorziet acties door de Commissie, de autoriteiten van de lidstaten en niet-gouvernementele organisaties. Daarnaast voorziet het ook subsidies naar aanleiding van oproepen tot het doen van voorstellen.

De volgende soorten acties worden ondersteund:

  • specifieke acties van de Commissie (studies en onderzoek, opiniepeilingen en onderzoeken, conferenties en vergaderingen van deskundigen, de organisatie van op het publiek gerichte campagnes en evenementen; ontwikkeling en onderhoud van websites, het opstellen en verspreiden van voorlichtingsmateriaal, enz.);
  • transnationale projecten van communautair belang die door een overheidsinstantie of een andere instantie van een lidstaat, dan wel door een internationale of niet-gouvernementele organisatie worden ingediend. Ten minste twee lidstaten of ten minste één lidstaat en één toetredende staat of kandidaat-lidstaat moeten bij deze projecten betrokken zijn;
  • activiteiten van niet-gouvernementele organisaties of andere entiteiten die een doel van algemeen Europees belang nastreven, dat door het programma wordt gedekt;
  • exploitatiesubsidies voor de medefinanciering van uitgaven in verband met het permanente werkprogramma van de Conferentie van de Europese Constitutionele Hoven en van de Vereniging van de Raden van State en van de Hoge Administratieve Rechtscolleges van de Europese Unie. Deze instanties houden een aantal gegevensbanken bij, die nationale uitspraken in verband met de uitvoering van het communautair recht verzamelen. Met de uitgaven moet een doelstelling van algemeen Europees belang worden nagestreefd.

Een programma voor burgers

Het programma is gericht op burgers van de Europese Unie, burgers van deelnemende derde landen en legaal op het grondgebied van de Europese Unie verblijvende onderdanen van derde landen. Daarnaast is het ook gericht op burgers van de deelnemende landen (de toetredende staten, de kandidaat-lidstaten en de bij het stabilisatie- en associatieproces betrokken landen van de Westelijke Balkan). Andere doelgroepen zijn ten slotte organisaties uit het maatschappelijk middenveld en andere groepen die de doelstellingen van dit programma bevorderen.

Op voorwaarde dat ze in de Europese Unie of in één van de aan het programma deelnemende derde landen gevestigd zijn, staat het programma open voor de volgende entiteiten:

  • openbare of particuliere instellingen en instanties;
  • universiteiten;
  • onderzoeksinstituten;
  • niet-gouvernementele organisaties;
  • nationale, regionale en lokale overheden;
  • internationale organisaties;
  • andere not-for-profit organisaties.

In het kader van het programma kan er worden samengewerkt met op het gebied van de grondrechten bevoegde internationale organisaties, zoals de Raad van Europa.

Controle en uitvoering van het programma

De lijst van de in het kader van dit programma gefinancierde acties wordt jaarlijks door de Commissie bekendgemaakt. De beschikbare begrotingsmiddelen worden jaarlijks opgevoerd in de algemene begroting van de Europese Unie. De beschikbare jaarlijkse kredieten worden door de begrotingsautoriteit (het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie) toegekend binnen de grenzen van het financiële kader.

De Commissie ziet erop toe dat de begunstigde voor alle in het kader van het programma gefinancierde acties technische en financiële voortgangsverslagen indient, evenals een eindverslag binnen drie maanden na de beëindiging van de actie. Verder ziet de Commissie er ook op toe dat de financiële belangen van de Gemeenschap worden gevrijwaard door de toepassing van maatregelen ter voorkoming van fraude, corruptie en andere illegale handelingen.

De Commissie zal een jaarlijkse mededeling over de uitvoering van het programma, (uiterlijk op 31 maart 2011) een tussentijds evaluatieverslag over de behaalde resultaten, (uiterlijk op 30 augustus 2012) een mededeling over de voortzetting van het programma en (uiterlijk op 31 december 2014) een eindevaluatieverslag voorleggen.

Complementariteit met andere EU-programma's

Dit programma streeft naar synergie en complementariteit met andere EU-programma's, in het bijzonder met de kaderprogramma’s „Veiligheid en bescherming van de vrijheden”, „Solidariteit en beheer van de migratiestromen” en het „PROGRESS”-programma.

Referenties

Besluit

Inwerkingtreding

Uiterste datum voor omzetting in de lidstaten

Publicatieblad

Besluit nr. 2007/252/EG

28.4.2007

-

PB L 110 van 27.4.2007

See also

Laatste wijziging: 05.04.2011

Top