EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Groenboek over de wederzijdse erkenning van niet tot vrijheidsbeneming strekkende controlemaatregelen in afwachting van het proces

De Commissie wil met dit groenboek een aanzet geven tot een debat over een nieuw wetgevingsinstrument dat de wederzijdse erkenning mogelijk maakt van rechterlijke beslissingen betreffende niet tot vrijheidsbeneming strekkende controlemaatregelen in afwachting van het proces. Dit teneinde uitvoering te geven aan het algemeen rechtsbeginsel dat voorlopige hechtenis als een uitzonderlijke maatregel dient te worden beschouwd en teneinde het mogelijk te maken deze maatregel te vervangen door niet tot vrijheidsbeneming strekkende controlemaatregelen.

MAATREGEL

Groenboek over de wederzijdse erkenning van niet tot vrijheidsbeneming strekkende controlemaatregelen in afwachting van het proces [COM(2004) 562 def. - Niet in het Publicatieblad verschenen].

SAMENVATTING

Dit groenboek moet dienen als uitgangspunt voor de vaststelling van een nieuw wetgevingsinstrument voor de wederzijdse erkenning van rechterlijke beslissingen betreffende niet tot vrijheidsbeneming strekkende controlemaatregelen in afwachting van het proces. Een werkdocument van de diensten van de Commissie dat als bijlage bij dit groenboek is gevoegd, bevat een diepgaande analyse van het relevante rechtskader terzake alsook van de visie van de Commissie op de wijze waarop een dergelijk instrument kan worden opgesteld.

Het belangrijkste doel van het groenboek is een ruimer publiek bij het raadplegingsproces te betrekken, zoals bijvoorbeeld praktijkjuristen, de betrokken NGO's, universitaire middens, enz. Bepaalde aspecten van het onderwerp van dit groenboek zijn reeds aan bod gekomen in een ander groenboek en in het voorstel voor een kaderbesluit van de Raad betreffende bepaalde procedurele rechten.

Waarom de Commissie een groenboek presenteert

De overbevolking van de strafinrichtingen is een van de gevolgen van de overmatige toepassing van de voorlopige hechtenis. Wegens het vluchtrisico worden niet-ingezeten verdachten vaak in voorlopige hechtenis genomen, terwijl ten aanzien van ingezeten verdachten alternatieve maatregelen worden toegepast.

Volgens de algemene rechtsbeginselen moet inhechtenisneming in afwachting van het proces als een uitzonderlijke maatregel worden beschouwd en dient de voorkeur te worden gegeven aan niet tot vrijheidsbeneming strekkende controlemaatregelen. Die kunnen momenteel echter niet over de grenzen heen worden toegepast omdat de staten geen buitenlandse rechterlijke beslissingen op dit gebied erkennen.

De invoering van een rechtsinstrument dat de wederzijdse erkenning door de lidstaten van de Europese Unie van niet tot vrijheidsbeneming strekkende controlemaatregelen mogelijk maakt, zou:

  • bijdragen tot een vermindering van het aantal niet-ingezeten verdachten dat in de Europese Unie in voorlopige hechtenis wordt genomen;
  • het recht op vrijheid en het vermoeden van onschuld in de Europese Unie versterken;
  • het risico van een ongelijke behandeling van niet-ingezeten verdachten verminderen.

Er moet in verband met deze kwestie actie worden ondernomen zoals bepaald in het programma van maatregelen om uitvoering te geven aan het beginsel van wederzijdse erkenning van strafrechtelijke beslissingen van november 2000, waarvan de beginselen zijn uiteengezet in het werkdocument van de diensten van de Commissie.

Het basisidee achter dit nieuwe instrument is de voorlopige hechtenis te vervangen door een niet tot vrijheidsbeneming strekkende controlemaatregel en deze maatregel over te dragen naar de lidstaat waar de verdachte gewoonlijk verblijft. Op deze manier zou de verdachte in zijn vertrouwde omgeving aan een controlemaatregel onderworpen zijn totdat het proces in de andere lidstaat plaatsvindt.

Om zo'n maatregel doeltreffend te laten zijn, moet als ultieme maatregel in een dwangmechanisme worden voorzien, om een verdachte die niet meewerkt terug te sturen naar de staat waar het proces plaatsvindt.

Het raadplegingsproces

Dit groenboek is de derde stap van het raadplegingsproces over alternatieven voor voorlopige hechtenis.

De eerste stap bestond in de opstelling en verspreiding van een vragenlijst over voorlopige hechtenis en alternatieven daarvoor met de bedoeling na te gaan welke de mogelijke belemmeringen zijn voor de samenwerking tussen de lidstaten op dat terrein. Het werkdocument van de diensten van de Commissie bevat een samenvatting van de ontvangen antwoorden.

De tweede stap was de opstelling van een discussiedocument op basis van de antwoorden op de vragenlijst en het beleggen van een deskundigenvergadering. In dat discussiedocument wordt met name voorgesteld een Europese verplichting in te voeren om, bij wijze van niet tot vrijheidsbeneming strekkende controlemaatregel op Europees niveau, zich regelmatig bij een daartoe aangewezen instantie te melden.

Laatste wijziging: 04.08.2005

Top