Integratie van biometrische kenmerken in paspoorten en reisdocumenten

 

SAMENVATTING VAN:

Verordening (EG) nr. 2252/2004 betreffende normen voor de veiligheidskenmerken van en biometrische gegevens in door de lidstaten afgegeven paspoorten en reisdocumenten

WAT IS HET DOEL VAN DE VERORDENING?

• De verordening heeft tot doel de veiligheidskenmerken, waaronder biometrische identificatiemiddelen*, voor paspoorten en reisdocumenten van EU-landen te harmoniseren, om deze te beschermen tegen frauduleus gebruik.
• De verordening is in 2009 gewijzigd door Verordening (EG) nr. 444/2009, met name om uitzonderingen vast te stellen voor kinderen jonger dan 6 jaar en voor mensen die fysiek niet in staat zijn om hun vingerafdrukken af te laten nemen ten behoeve van reisdocumenten.

KERNPUNTEN

De biometrische kenmerken in paspoorten en reisdocumenten zullen alleen worden gebruikt om de authenticiteit van het document en de identiteit van de houder te verifiëren. De houder heeft het recht om de persoonsgegevens in het paspoort of reisdocument te verifiëren en, in voorkomend geval, om rectificatie of schrapping te vragen. Het verzamelen en bewaren van biometrische gegevens zal uitsluitend plaatsvinden ten behoeve van de afgifte van paspoorten en reisdocumenten.

Paspoorten en reisdocumenten moeten een streng beveiligd opslagmedium (chip) bevatten voor het opslaan van digitale gegevens en voldoende capaciteit hebben om de integriteit, authenticiteit en vertrouwelijkheid van die gegevens te garanderen. Het opslagmedium bevat een gezichtsopname en twee platte vingerafdrukken (in plaats van afzonderlijke vingers van nagel tot nagel te rollen). Deze gegevens, die een interoperabel formaat hebben, moeten worden beveiligd.

De EU-landen wijzen de autoriteiten en instanties aan die krachtens hun nationale wetgeving toegang hebben tot de gegevens in het opslagmedium van de documenten, met inachtneming van de relevante bepalingen van de EU-wetgeving of internationale overeenkomsten. Om ervoor te zorgen dat de vertrouwelijke informatie over veiligheidskenmerken en het productieproces niet aan meer partijen ter beschikking wordt gesteld dan noodzakelijk is, wijst elk EU-land een instantie aan die verantwoordelijk is voor de productie van paspoorten en reisdocumenten. EU-landen zijn gerechtigd om, indien nodig, van organisatie te veranderen. Om veiligheidsredenen deelt elk EU-land de naam van de bevoegde instantie mee aan de Europese Commissie en de andere EU-landen.

De minimumveiligheidsnormen waar door de EU-landen afgegeven paspoorten en reisdocumenten aan moeten voldoen, zijn opgenomen in de bijlage bij de verordening. Deze specificaties zijn niet geheim. Ze worden aangevuld met specificaties die geheim kunnen blijven om het risico van namaak en vervalsing te voorkomen. Deze aanvullende specificaties worden vastgesteld door middel van uitvoeringshandelingen van de Commissie, zijn in overeenstemming met de internationale normen en hebben betrekking op:

• verdere veiligheidskenmerken;
• het opslagmedium en de veiligheid daarvan;
• gemeenschappelijke kwaliteitseisen voor de gezichtsopname en de vingerafdrukken.

In 2018 heeft de Commissie een uitvoeringsbesluit vastgesteld ter bepaling van de technische specificaties betreffende de normen voor de veiligheidskenmerken van en biometrische gegevens in paspoorten en reisdocumenten, waarmee soortgelijke eerdere besluiten werden ingetrokken en vervangen.

Op grond van Wijzigingsverordening (EG) nr. 444/2009 zijn kinderen jonger dan 12 jaar (voorlopige leeftijdsgrens) en personen voor wie dit fysiek onmogelijk is, vrijgesteld van het afgeven van vingerafdrukken. Alleen gekwalificeerd en naar behoren gemachtigd personeel van de nationale autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de afgifte van paspoorten en reisdocumenten, mag biometrische identificatiemiddelen afnemen. Paspoorten en reisdocumenten moeten als individuele documenten worden afgegeven overeenkomstig de internationale voorschriften.

Op grond van de bepalingen van het Schengen-acquis hebben Denemarken, het Verenigd Koninkrijk en Ierland niet aan deze verordening deelgenomen en zijn zij er dus niet aan gebonden. Denemarken heeft echter besloten de verordening op te nemen in haar nationale wetgeving. IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein zijn geen lid van de EU, maar worden wel betrokken bij de uitvoering van de verordening.

De verordening is niet van toepassing op identiteitskaarten die door EU-landen worden afgegeven aan hun onderdanen of op tijdelijke paspoorten en reisdocumenten die niet langer dan 12 maanden geldig zijn.

VANAF WANNEER IS DE VERORDENING VAN TOEPASSING?

De EU-landen moesten de verordening toepassen:

• tegen 28 augustus 2006, wat betreft de gezichtsopname;
• tegen 28 juni 2009, wat betreft de vingerafdrukken.

ACHTERGROND

Voor meer informatie, zie:

• Beveiliging van documenten (Europese Commissie).

KERNBEGRIPPEN

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Verordening (EG) nr. 2252/2004 van de Raad van 13 december 2004 betreffende normen voor de veiligheidskenmerken van en biometrische gegevens in door de lidstaten afgegeven paspoorten en reisdocumenten (PB L 385 van 29.12.2004, blz. 1-6)

Achtereenvolgende wijzigingen aan Verordening (EC) nr. 2252/2004 zijn opgenomen in de oorspronkelijke tekst. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 30.11.2018 tot vaststelling van de technische specificaties in verband met de normen voor de veiligheidskenmerken van en biometrische gegevens in door de lidstaten afgegeven paspoorten en reisdocumenten en tot intrekking van beschikkingen C(2006) 2909 en C(2008) 8657 (C(2018) 7774 final van 30.11.2018).

Laatste bijwerking 08.01.2020