EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Recht op toegang tot een advocaat (voorstel)

De voorgestelde richtlijn heeft tot doel in de hele Europese Unie (EU) het recht van verdachten en beklaagden in strafzaken te waarborgen, op toegang tot de diensten van een advocaat en om hun naasten (en consulaire autoriteiten wanneer zij zich in het buitenland bevinden) op de hoogte te brengen van hun arrestatie.

VOORSTEL

Proposal for a Directive of the European Parliament and of the Council on the right of access to a lawyer in criminal proceedings and on the right to communicate upon arrest [COM(2011) 326 final - Not published in the Official Journal] (Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende het recht op toegang tot een advocaat in strafprocedures en betreffende het recht op communicatie bij aanhouding [COM(2011)326 definitief – Niet bekendgemaakt in het Publicatieblad]).

SAMENVATTING

De rechten op verdediging en het recht op een eerlijk proces, waarvan het recht op toegang tot een advocaat deel uitmaakt, worden vastgelegd in de Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (EU) en de Europees Verdrag voor de rechten van de mens (EN) (FR).

Om dit recht voor alle verdachte personen of beklaagden in een strafzaak op het grondgebied van de EU te garanderen, heeft de Commissie een voorstel met gemeenschappelijke minimumnormen in alle lidstaten.

Principe

In het kader van een strafrechtelijke procedure moet het recht op toegang tot een advocaat worden gegarandeerd voor de volgende personen:

Als ze worden aangehouden tijdens de procedure, moeten zij ook het recht hebben om te communiceren met ten minste één persoon van hun keuze, zoals een ouder of werkgever. Buitenlandse burgers moeten in staat zijn om hun ambassade of het consulaat te contacteren.

Deze rechten gelden vanaf het moment dat een persoon wordt meegedeeld dat hij wordt verdacht of beschuldigd van het plegen van een strafbaar feit tot het einde van de procedure. Personen voor wie een Europees aanhoudingsbevel bestaat, moeten onmiddellijk na hun aanhouding van deze rechten kunnen genieten.

Uitvoering

Elke verdachte of beschuldigde in een strafrechtelijke procedure moet zo spoedig mogelijk toegang krijgen tot een advocaat en in ieder geval in de volgende situaties:

  • bij de hoorzitting;
  • wanneer een processtuk of de verzameling van bewijsmateriaal de aanwezigheid van de persoon vereist of toestaat;
  • bij de aanhouding.

Een persoon voor wie een Europees aanhoudingsbevel bestaat, moet van de diensten van een advocaat kunnen genieten in de lidstaat die hem heeft aangehouden, maar ook in de staat die het bevel heeft uitgevaardigd. De advocaat in het land dat het bevel heeft uitgevaardigd, moet zich niet met de grond van de materie bezighouden, maar samenwerken met de andere advocaat om de aangehouden persoon zijn rechten te helpen uitoefenen.

Een verdachte of beklaagde persoon heeft het recht om zijn advocaat te ontmoeten. Deze bijeenkomsten moeten lang en frequent genoeg plaatsvinden om een daadwerkelijke uitoefening van het recht op verdediging toe te laten.

De advocaat moet alle ondervragingen en verhoren mogen bijwonen, net als elke vorm van onderzoek of bewijsverzameling waarvoor het nationaal recht vereist of toestaat dat de verdachte of beklaagde aanwezig is. Hij moet ook toegang krijgen tot de plaats van hechtenis om de omstandigheden van het gevangenschap te controleren.

Alle communicatie, in welke vorm dan ook, tussen een advocaat en zijn cliënt zijn vertrouwelijk.

In het geval van een schending van het recht op toegang tot een advocaat, moet de verdachte of beklaagde over een rechtsmiddel beschikken die hem in de situatie stelt die de zijne zou zijn geweest indien de schending niet had plaatsgevonden. Alle verklaringen of bewijsmateriaal verkregen in strijd met het recht op toegang tot een advocaat, mogen niet tegen hem worden gebruikt.

Uitzonderingen

In uitzonderlijke omstandigheden en met toestemming van een rechterlijke autoriteit, kunnen het recht op toegang tot een advocaat en op communicatie met een derde partij en de ambassade of het consulaat worden opgeschort. De afwijking moet worden gerechtvaardigd door de noodzaak om ernstige schade te voorkomen aan het leven of de fysieke integriteit van een persoon. In elk geval mag deze uitzondering niet uitsluitend gebaseerd zijn op de ernst van de overtreding die de persoon ten laste ligt. Ze moet in verhouding staan ​​tot de situatie, van een zo kort mogelijke duur zijn, en mag de eerlijkheid van de procedure niet ondermijnen.

Een verdachte of beklaagde kan ook afzien van de hulp van een advocaat. Dit afzien moet vrijwillig en ondubbelzinnig geschieden. De persoon moet op de hoogte zijn gebracht van de gevolgen van dit besluit en in staat zijn om ze te begrijpen.

Context

De versterking van de procedurele rechten van verdachten of beklaagden in een strafrechtelijke procedure is een van de doelstellingen van het Programma van Stockholm. Dit voorstel maakt deel uit van een pakket waarin een richtlijn is opgenomen inzake het recht op vertolking en vertaling en een tweede, in onderhandeling, over het recht op informatie.

Het voorstel treedt pas in werking na controle en goedkeuring door het Europees Parlement en de Raad. De definitieve tekst van de richtlijn kan dus verschillen van die van het Commissievoorstel.

Referenties

Voorstel

Publicatieblad

Procedure

COM(2011) 326

2011/154/COD

GERELATEERDE BESLUITEN

Resolutie van de Raad van 30 november 2009 over een routekaart ter versterking van de procedurele rechten van verdachten en beklaagden in strafprocedures [Publicatieblad C 295 van 4.12.2009].

Laatste wijziging: 13.10.2011

Top