EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

ENIAC

De gemeenschappelijke onderneming ENIAC voert het gezamenlijk technologie-initiatief (GTI) inzake nano-elektronica in het kader van het specifieke programma Samenwerking van het zevende kaderprogramma voor onderzoek en technologische ontwikkeling van de Europese Unie. Dit publiek-privaat partnerschap beoogt het ondersteunen van investeringen op dit gebied, bronnen van innovatie en concurrentievermogen.

BESLUIT

Verordening (EG) nr. 72/2008 van de Raad van 20 december 2007 betreffende de oprichting van de gemeenschappelijke onderneming ENIAC.

SAMENVATTING

De in Brussel gevestigde gemeenschappelijke onderneming ENIAC is een EU-orgaan met rechtspersoonlijkheid. Zij wordt opgericht voor een periode die loopt tot 31 december 2017. De oprichtende leden van de gemeenschappelijke onderneming zijn de Europese Unie (EU), België, Duitsland, Estland, Ierland, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Italië, Nederland, Polen, Portugal, Zweden, het Verenigd Koninkrijk alsook de AENEAS-vereniging, die de ondernemingen en organisaties voor O&O op het gebied van nano-elektronica vertegenwoordigt. De gemeenschappelijke onderneming ENIAC staat open voor nieuwe leden. Tot nog toe zijn Oostenrijk, Tsjechië, Finland, Hongarije, Letland, Malta, Roemenië, Slowakije en Noorwegen als nieuw lid toegetreden. Vier andere landen nemen ook deel aan projecten zonder dat ze lid zijn van de gemeenschappelijke onderneming: Denemarken, Israël, Zwitserland en Turkije.

Doelstellingen

De gemeenschappelijke onderneming ENIAC draagt bij tot de uitvoering van het zevende kaderprogramma voor acties inzake onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (O&O-KP7) op het gebied van nano-elektronica. Zij heeft met name tot doel door middel van een onderzoeksprogramma de ontwikkeling van essentiële competenties te bevorderen en de desbetreffende activiteiten te ondersteunen. Zij is er aldus op gericht het Europese concurrentievermogen alsook het ontstaan van nieuwe markten en nieuwe maatschappelijke toepassingen te bevorderen. Deelname van kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's) wordt eveneens gesteund.

Bovendien beoogt de gemeenschappelijke onderneming de samenwerking en coördinatie van communautaire en nationale, publieke en private, inspanningen te bevorderen om O&O en investeringen te ondersteunen. Concentratie van de inspanningen maakt met name een betere exploitatie van de resultaten mogelijk.

Werking

De organen van de gemeenschappelijke onderneming zijn:

  • de raad van bestuur, samengesteld uit vertegenwoordigers van de leden van de gemeenschappelijke onderneming ENIAC en de voorzitter van het comité industrie en onderzoek. De raad heeft de eindverantwoordelijkheid voor de werkzaamheden van de gemeenschappelijke onderneming en houdt toezicht op de uitvoering van haar activiteiten;
  • de uitvoerend directeur. Hij wordt door de raad van bestuur benoemd voor een periode van drie jaar, is hoofdverantwoordelijke voor het dagelijks beheer en is de wettelijke vertegenwoordiger van de onderneming;
  • de raad van openbare instanties: samengesteld uit de openbare instanties van de gemeenschappelijke onderneming die hun vertegenwoordigers en een afgevaardigde benoemen. Hij heeft onder meer tot taak het toepassingsgebied en de lancering van uitnodigingen tot het indienen van voorstellen goed te keuren en te beslissen over de selectie en financiering van de gekozen voorstellen;
  • het comité industrie en onderzoek, samengesteld uit maximaal vijfentwintig leden, die door de AENEAS-vereniging zijn benoemd. Het comité werkt met name het ontwerp van strategisch meerjarenplan uit en formuleert voorstellen betreffende de strategie van de gemeenschappelijke onderneming.

De middelen van ENIAC bestaan uit de bijdragen van de leden en de EU alsook uit de door ENIAC zelf gegenereerde inkomsten. Elke rechtspersoon die geen lid is kan in de middelen van ENIAC bijdragen in natura of in geld.

De kosten van ENIAC bestaan uit:

  • de door haar leden gefinancierde bedrijfskosten. AENEAS betaalt ook een bijdrage van maximaal 20 miljoen euro of maximaal 1 % van de totale kosten van alle projecten. De EU betaalt een bijdrage van maximaal 10 miljoen euro. De lidstaten van ENIAC betalen een bijdrage in natura;
  • de kosten van de O&O-activiteiten. De EU betaalt een bijdrage van maximaal 440 miljoen euro. De financiële bijdragen van de ENIAC-lidstaten, die in totaal ten minste 1,8 maal de financiële bijdrage van de EU bedragen, worden niet via de gemeenschappelijke onderneming, maar rechtstreeks aan de instellingen voor onderzoek en ontwikkeling die aan de projecten deelnemen, betaald. Anderzijds betalen diezelfde instellingen bijdragen in natura ter waarde van ten minste de helft van de totale kosten van de O&O-activiteiten.

De O&O-activiteiten worden uitgevoerd door middel van projecten die worden opgestart na vergelijkende uitnodigingen tot het indienen van voorstellen. Deze projecten worden gefinancierd uit de financiële bijdragen van de Unie en de deelnemende lidstaten en uit de bijdragen in natura van de instellingen voor onderzoek en ontwikkeling die aan de projecten van de gemeenschappelijke onderneming deelnemen.

De gemeenschappelijke onderneming valt, met inbegrip van haar personeel, onder de wetgeving van de EU. Het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen is met name bevoegd om uitspraak te doen in alle geschillen tussen de leden en over beroepen die tegen de gemeenschappelijke onderneming ENIAC worden ingesteld. De Commissie en de Rekenkamer voeren controles uit bij de begunstigden van financiële middelen van de gemeenschappelijke onderneming.

Context

Het Lissabon-programma voor groei en werkgelegenheid heeft het accent gelegd op investeringen op het gebied van kennis en innovatie. In dat verband zijn in het kader van O&O-KP7 de GTI's ingesteld, door gemeenschappelijke ondernemingen uitgevoerde publiek/private partnerschappen. Deze GTI's resulteren uit het werk van de op grond van O&O-KP6 ingestelde Europese technologieplatforms.

Vijf andere GTI's zijn uitgevoerd in de sectoren ingebedde computersystemen (ARTEMIS), innovatieve geneesmiddelen (IMI), luchtvaart en luchtvervoer (CLEAN SKY), waterstof en brandstofcellen (FUEL CELLS AND HYDROGEN) en wereldwijde monitoring van milieu en veiligheid (GMES).

REFERENTIES

Besluit

Inwerkingtreding

Uiterste datum voor omzetting in nationaal recht

Publicatieblad

Verordening (EG) nr. 72/2008

7.2.2008

-

PB L 30 van 4.2.2008.

GERELATEERDE BESLUITEN

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's: een Europese strategie voor micro- en nano-elektronische onderdelen en systemen (COM(2013)0298 final - niet verschenen in het Publicatieblad).

Deze mededeling bevat een strategie om het concurrentievermogen en de groeicapaciteit van de Europese micro- en nano-elektronicasector te vergroten.

De Commissie geeft aan dat zowel de publieke als de particuliere partners in ENIAC tegen eind 2013 meer dan twee miljard EUR hadden geïnvesteerd in onderzoek, ontwikkeling en innovatie (O&O&I), bovenop de ongeveer één miljard EUR die in het kader van het zevende kaderprogramma in micro- en nano-elektronica werd geïnvesteerd.

Om deze nieuwe strategie te implementeren, doet de Commissie het voorstel tot oprichting van een gemeenschappelijke onderneming ter vervanging van de twee bestaande gemeenschappelijke ondernemingen inzake ingebedde computersystemen (ARTEMIS) en nano-elektronica (ENIAC). Deze nieuwe GTI is toegespitst op drie onderling verbonden gebieden:

  • ontwerptechnologieën, productieprocessen en -integratie, en apparatuur en materialen voor micro- en nano-elektronica;
  • processen, methoden, instrumenten en platforms, referentieontwerpen en -architecturen voor ingebouwde/cyberfysieke systemen;
  • multidisciplinaire benaderingen voor slimme systemen.

Laatste wijziging: 03.03.2014

Top