EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Herziene richtsnoeren voor de programma's van de periode 2000-2006

1) DOELSTELLING

De lidstaten halverwege de huidige programmeringsperiode (2000-2006) in staat stellen hun programmeringsdocumenten bij te stellen.

2) MAATREGEL

Mededeling van de Commissie van 25 augustus 2003, "De Structuurfondsen en de coördinatie met het Cohesiefonds: herziene richtsnoeren" [COM(2003) 499 def. - Niet in het Publicatieblad verschenen].

3) SAMENVATTING

Overeenkomstig de verordening houdende algemene bepalingen inzake de Structuurfondsen, heeft de Europese Commissie in 1999 indicatieve richtsnoeren vastgesteld. De lidstaten hebben zich hierop gebaseerd bij het opstellen van hun programmeringsdocumenten voor de periode 2000-2006.

In het jaar 2003, dus halverwege de uitvoering, moeten de programma's voor nationale en regionale ontwikkeling worden geëvalueerd en herzien. De reden waarom de Commissie deze mededeling publiceert, is om de lidstaten bij deze operatie te helpen. De richtsnoeren van 1999 blijven echter geldig. Het gaat erom de lidstaten een aanvullende reeks richtsnoeren te bieden waarin rekening wordt gehouden met verschillende factoren die van invloed zijn op de programmering van de Structuurfondsen. Deze factoren zijn: de verslechtering van het economische klimaat, de begrotingssituatie van de lidstaten en ontwikkelingen in communautaire beleidsvormen die gevolgen voor de regio's hebben. Bovendien zijn er in het kader van de uitbreiding tevens specifieke richtsnoeren voor de programmering van de toekomstige lidstaten (esdeenfr) voor de periode 2004-2006 vastgesteld.

Voor de herziening halverwege van de richtsnoeren hanteert de Commissie de volgende uitgangspunten:

  • de politieke impulsen van de Europese Raden;
  • de communautaire beleidsvormen waarin de regelgeving gewijzigd is of wordt;
  • de maatregelen om de tenuitvoerlegging van de bijstandsverlening uit de Structuurfondsen doeltreffender te maken.

Het is de taak van de lidstaten om bij de Commissie voorstellen tot wijziging van de programma's voor regionale ontwikkeling in te dienen. Bij deze wijzigingen zal ook het overzicht voor de follow-up van de regelingen inzake staatssteun moeten worden bijgewerkt.

Opvolging van de Europese Raden door de Commissie

Tijdens de Europese Raad van maart 2000 in Lissabon hebben de staatshoofden en regeringsleiders een nieuw strategisch doel voor de Europese Unie tot het jaar 2010 vastgesteld, namelijk: "de meest concurrerende en dynamische kenniseconomie van de wereld te worden die in staat is tot duurzame economische groei met meer en betere banen en een hechtere sociale samenhang".

Een dergelijke doelstelling biedt de mogelijkheid tot herprogrammering van de bijstandsverlening uit de Structuurfondsen door meer het accent te leggen op concurrentiefactoren zoals: de kennismaatschappij, innovatie, onderzoek, het milieu, maatschappelijke integratie, onderwijs en opleiding.

Communautaire beleidstakken die overeenkomstig de doelstelling van de Europese Raad van Lissabon voor verandering in aanmerking komen, zijn:

  • werkgelegenheid en menselijk kapitaal;De nieuwe Europese werkgelegenheidsstrategie (esdeenfr)is een essentieel element om de strategie van Lissabon te verwezenlijken. Deze strategie heeft geleid tot nieuwe richtsnoeren, waarin de volgende doelstellingen worden nagestreefd: volledige werkgelegenheid, bevordering van de kwaliteit en de productiviteit op het werk, bevordering van de cohesie en van op integratie gerichte arbeidsmarkten. In deze richtsnoeren wordt duidelijk aangegeven dat deze maatregelen het best op regionaal en lokaal niveau kunnen worden uitgevoerd.Bij de herziening van hun programma's zouden de lidstaten moeten streven naar: actieve bevordering van de werkgelegenheid (verbetering van de openbare diensten voor de arbeidsvoorziening, persoonlijke en preventieve aanpak), verbetering van het arbeidsaanbod en ondersteuning van de integratie in de arbeidsmarkt van de meest kansarmen (vrouwen, ouderen of gehandicapten, immigranten, minderheden), bevordering van een leven lang leren, actief ouder worden, ondernemerschap, beroepsmobiliteit en gelijke kansen.Hierbij dient prioriteit te worden gegeven aan het aanpakken van de regionale verschillen, evenals aan het scheppen van werkgelegenheid in de sector van de sociale economie.
  • duurzame ontwikkeling en het milieu;In juni 2001 heeft de Europese Raad van Göteborg het thema "milieu" aan de strategie van Lissabon toegevoegd door een strategie voor duurzame ontwikkeling voor de Europese Unie vast te stellen. Deze strategie komt erop neer dat de economische groei sociale vooruitgang ondersteunt en het milieu spaart.Afgezien van de vaststelling van het communautaire milieuactieprogramma heeft de Commissie een nieuw effectbeoordelingsinstrument ingevoerd om de kwaliteit en samenhang van de beleidsvormingsprocessen te verbeteren. Deze effectbeoordeling, waarmee de positieve en negatieve effecten van voorgenomen acties in kaart kunnen worden gebracht, zal vanaf 2003 geleidelijk worden ingevoerd voor alle belangrijke initiatieven [COM(2002) 276 def. - Niet in het Publicatieblad verschenen].De Commissie heeft eveneens een evaluatie ondernomen van de bijdrage van de Structuurfondsen aan duurzame ontwikkeling. De aanleg van infrastructuur, verontreinigende emissies of toeristische activiteiten kunnen namelijk schadelijke gevolgen hebben voor het milieu.Aanbevolen wordt dus om bij de herziening van de programma's de huidige beheersprocessen waarmee het ontstaan en de selectie van projecten worden gestuurd, te herzien in het licht van hun invloed op het milieu. De gewijzigde bijstandspakketten uit de Structuurfondsen kunnen worden aangewend voor acties om de zones te beschermen en om een geïntegreerd beheer van de stroomgebieden in te voeren.Naar aanleiding van de natuurrampen in 2002 is er een Solidariteitsfonds van de Europese Unie opgericht. Met dit fonds, dat gericht is op herstel, wordt hulp geboden aan de getroffen regio's om beschadigde infrastructuurvoorzieningen en installaties weer in bedrijf te nemen. Regionale ontwikkeling kan niet zonder de preventie van natuur-, technologische en milieurampen. Alvorens een Europese strategie ter voorkoming van rampen voor te stellen, spoort de Commissie de regio's en de lidstaten aan om bij de herziening halverwege van hun programma's maatregelen op preventiegebied vast te stellen. Dit zou bijvoorbeeld kunnen gaan om de uitvoering van geologisch of stabilisatieonderzoek of om acties in het kader van maatregelen voor plattelandsontwikkeling, ter bescherming tegen bosbranden en overstromingen, of om acties ter verbetering van het toezicht op het scheepvaartverkeer.
  • onderzoek en ontwikkeling;In maart 2002 heeft de Europese Raad in Barcelona de doelstelling vastgesteld dat het niveau van de investeringen in onderzoek moet worden verhoogd tot 3 % van het bruto binnenlands product (BBP) in 2010. Ook werd het bedrijfsleven gevraagd een hogere bijdrage aan dit soort investeringen te leveren. In 2003 is een actieplan voor innovatie gelanceerd om de doelstellingen van Lissabon te verwezenlijken [COM(2003) 226 def. - Niet in het Publicatieblad verschenen].De herziening halverwege van de programma's zou aanleiding kunnen zijn om de innovatieve acties (esdeenfr) uit te breiden tot de regio's die er nog niet van profiteren. Er kan worden gestreefd naar synergieën tussen het zesde kaderprogramma 2002-2006 voor onderzoek en technologische ontwikkeling (KPOTO) en de door de Structuurfondsen ondersteunde activiteiten.
  • informatiemaatschappij;De Europese Raad van Sevilla heeft het actieplan "eEurope 2005" goedgekeurd, dat tot doel heeft om in de gehele Europese Unie op ruime schaal toegang tot breedbandnetwerken te bieden en bijbehorende internetdiensten beschikbaar te stellen. Het is namelijk dringend noodzakelijk om de groeiende "digitale kloof" tussen de Europese regio's te verkleinen. Uit de Structuurfondsen kan financiële steun worden geleverd aan achterstandsregio's, evenals voor de ontwikkeling van de sector elektronische communicatie, in het bijzonder voor vaste en draadloze breedbandinfrastructuur.De Commissie beveelt de lidstaten aan om regionale indicatoren en benchmarkingsystemen op het gebied van de informatie- en communicatietechnologieën (ICT) in te voeren. In de "Richtlijnen voor steunverlening uit de Structuurfondsen aan de Elektronische Communicatie" worden deze indicatoren nader omschreven.
  • ondernemingenbeleid;Gebrek aan innovatie en onvoldoende verspreiding van de informatie- en communicatietechnologieën (ICT) vormen een belemmering voor het concurrentievermogen en de ondernemingsgeest in Europa. In juni 2000 heeft de Europese Raad van Feira het Europees Handvest voor kleine bedrijven goedgekeurd. In dit handvest worden overheden opgeroepen om kleine bedrijven te stimuleren op tien sleutelgebieden, zoals opleiding, hervorming van het juridisch en bestuurlijk kader en uitbreiding van de technologische capaciteit.Bij de herziening van de programma's zouden de Structuurfondsen ertoe kunnen bijdragen dat het industriële en regionale concurrentievermogen wordt versterkt, door de opkomst van regionale of plaatselijke bedrijvenclusters en van innovatieve productienetwerken te steunen, door een bijdrage te leveren aan de oprichting van technologische platforms en door de diensten die het bedrijfsleven ondersteunen, te versterken.

Takken van communautair beleid waarvoor het regelgevingskader is gewijzigd

Takken van communautair beleid waarvoor het regelgevingskader sinds de vaststelling van de indicatieve richtsnoeren in 1999 is gewijzigd, zijn:

  • het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB);De herziening halverwege van het GLB, die in juni 2003 werd goedgekeurd, is met name gericht op een versterking van de multifunctionele rol van de landbouw door extra middelen toe te kennen aan plattelandsontwikkeling. De nieuwe beleidskoers heeft tot doel enerzijds de landbouw te moderniseren door doelstellingen vast te stellen op het gebied van het milieu, de kwaliteit van producten en de voedselveiligheid, en anderzijds de activiteiten in de plattelandsgebieden te diversifiëren.In het kader van de herziening halverwege van de programma's dienen de lidstaten zich af te vragen of de huidige maatregelen verenigbaar zijn met de nieuwe richtsnoeren van het GLB. Er dient aandacht te worden besteed aan wijzigingen op het gebied van staatssteun in de landbouwsector die momenteel doorgevoerd worden.
  • visserij;De Raad van Kopenhagen heeft in december 2002 de hervorming van het gemeenschappelijk visserijbeleid goedgekeurd. Daartoe zijn op 1 januari 2003 drie nieuwe verordeningen in werking getreden, die betrekking hebben op de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden, communautaire noodmaatregelen voor de sloop van vissersvaartuigen (esdeenfr) en de structurele acties in deze sector.Door de herprogrammering van de Structuurfondsen zullen er financiële middelen beschikbaar komen om de structurele maatregelen in de visserijsector te compenseren. Deze maatregelen houden het volgende in: verlaging van de steun voor de vernieuwing van de vissersvloten, strenge kwaliteits- en veiligheidseisen voor de modernisering van de vaartuigen, steun voor de tijdelijke stillegging van de visserijactiviteiten in geval van niet te voorziene gebeurtenissen, evenals steun voor omscholing van de vissers en diversificatie van hun activiteiten.De Commissie heeft tevens een communautair actieplan gelanceerd om de sociale, economische en regionale gevolgen van de herstructurering van de visserijsector te verzachten [COM(2002) 600 def. - Niet in het Publicatieblad verschenen].
  • energie;De Structuurfondsen kunnen ertoe bijdragen dat het aandeel van de hernieuwbare energiebronnen in de elektriciteitsproductie (esdeenfr) toeneemt (streefcijfer: 22 % in 2010), dat de energieprestatie van gebouwen wordt verbeterd (streefcijfer: daling van het energieverbruik met 20 % in 2010), en dat het gebruik van biobrandstoffen (esdeenfr) voor het vervoer toeneemt (streefcijfer: 5,75 % in 2010).
  • concurrentie;Bij de herziening halverwege dient rekening te worden gehouden met vijf maatregelen: de wijziging van de richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen in de ultraperifere regio's, staatssteun ten behoeve van het milieu, risicokapitaal, grote investeringsprojecten en de werkgelegenheid.
  • onderzoek en ontwikkeling;Doelstelling 1 -regio's kunnen extra financiering uit de Structuurfondsen krijgen, waarbij de Europese regels inzake staatssteun in acht moeten worden genomen. Voorts kan worden gestreefd naar synergieën met het zesde kaderprogramma voor onderzoek en technologische ontwikkeling (KPOTO) op gebieden als onderzoeks- en ontwikkelingsinfrastructuur, coöperatief en collectief onderzoek voor het MKB, regionale toekomstplanning of de mobiliteit van onderzoekers.

Takken van communautair beleid waarvoor het regelgevingskader momenteel wijzigingen ondergaat

Binnen twee communautaire beleidssectoren vinden momenteel grote veranderingen plaats, hetgeen gevolgen zal hebben voor de programmering van de Structuurfondsen:

  • de trans-Europese energienetwerken (TEN-E);Bij de herziening halverwege zouden, in het kader van de geleidelijke openstelling van de gas- en elektriciteitsmarkten, bepaalde bijstandsbedragen uit de Structuurfondsen moeten worden overgeheveld naar de prioritaire projecten op het gebied van de TEN-E.Sinds 2003 kunnen niet-particuliere afnemers hun elektriciteitsleverancier vrij kiezen. In de gassector zal deze keuzemogelijkheid vanaf 2004 aanwezig zijn. In 2007 kunnen alle consumenten zonder uitzondering hun leveranciers vrij kiezen.
  • vervoer;In het witboek over het vervoer tot het jaar 2010 zijn de volgende prioriteiten vastgelegd: een nieuw evenwicht tussen de vervoerswijzen verwezenlijken, de knelpunten wegnemen en de kwaliteit van het vervoer voor de gebruikers verbeteren.Met het oog op de uitbreiding is de Commissie begonnen met een herziening van de richtsnoeren voor de trans-Europese vervoersnetwerken (TEN-V), waarbij nieuwe prioritaire projecten worden vastgesteld [COM(2003) 564 def. - Niet in het Publicatieblad verschenen].De Structuurfondsen moeten deze ontwikkeling van de prioriteiten helpen begeleiden en de aansluiting van de regionale netwerken op de trans-Europese netwerken ondersteunen. Speciale aandacht gaat met name uit naar de volgende gebieden: de toegankelijkheid van het vervoer voor alle gebruikers, de veiligheid van het stedelijke vervoer en het bevorderen van schone voertuigen.

De doeltreffendheid van de tenuitvoerlegging van de structurele acties verbeteren

De herziening halverwege is een gelegenheid om de tenuitvoerlegging van het regionaal beleid te vereenvoudigen, daarbij gebruikmakend van de resultaten van de evaluatie halverwege. De Europese Commissie heeft de volgende wijzigingen voor ogen:

  • een ruimere toepassing van het "evenredigheidsbeginsel" [C(2003) 1255 - Niet in het Publicatieblad verschenen];
  • verkorting van de programmeringsdocumenten om overlappingen met het bijbehorende programmacomplement te voorkomen;
  • bevordering van publiek-private partnerschappen (PPP's) op het gebied van de trans-Europese vervoersnetten op basis van de ervaring die is opgedaan met het pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (ISPA) en het Cohesiefonds;
  • toepassing van specifieke regels met betrekking tot het niveau van communautaire medefinanciering van publieke infrastructuurprojecten die worden ondersteund door het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO), het Cohesiefonds en het ISPA.

De Commissie zal de programmeringsdocumenten slechts één maal wijzigen om zowel rekening te houden met de herziening halverwege van de programma's als met de voor eind 2003 geplande toewijzing van de prestatiereserve, een budget dat bestemd is voor de programma's met de beste prestaties. Ongeacht de aard van de wijzigingen moeten de door de nationale en communautaire overheden aangegane financiële verplichtingen hoe dan ook worden gehandhaafd.

4) uitvoeringsmaatregelen

5) verdere werkzaamheden

Laatste wijziging: 05.12.2005

Top