Belastingvrijstellingen: definitieve invoer van persoonlijke goederen

 

SAMENVATTING VAN:

Richtlijn 2009/55/EG betreffende de belastingvrijstellingen bij definitief binnenbrengen uit een EU-land van persoonlijke goederen door particulieren

WAT IS HET DOEL VAN DE RICHTLIJN?

Het doel van de richtlijn is het codificeren van Richtlijn 83/183/EEG betreffende de belastingvrijstellingen bij definitieve invoer van persoonlijke goederen* door particulieren uit een ander EU-land.

KERNPUNTEN

Deze richtlijn voorziet in een vrijstelling voor persoonlijke goederen die door een particulier definitief uit een ander EU-land worden binnengebracht van verbruiksbelastingen die normaliter op dergelijke goederen worden geheven.

Die goederen mogen in geen enkel opzicht een handelskarakter hebben of bestemd zijn voor een economische activiteit. Werktuigen die noodzakelijk zijn voor de uitoefening door betrokken van een technisch of vrij beroep, moeten evenwel als persoonlijke goederen worden beschouwd.

Voor rijpaarden, motorvoertuigen (met inbegrip van hun aanhangwagens), caravans, verplaatsbare woningen, pleziervaartuigen en sportvliegtuigen geldt slechts vrijstelling bij het binnenbrengen indien de betrokken particulier zijn gewone verblijfplaats* overbrengt naar het EU-land van bestemming.

Motorvoertuigen (met inbegrip van hun aanhangwagens), caravans, verplaatsbare woningen, pleziervaartuigen en sportvliegtuigen mogen gedurende twaalf maanden na het binnenbrengen met vrijstelling niet worden overgedragen, verhuurd of uitgeleend, behalve in gevallen die ten genoegen van de bevoegde autoriteiten in het EU-land van bestemming zijn gemotiveerd.

Het binnenbrengen van persoonlijke goederen kan geschieden in een of meer zendingen en om een van de volgende redenen:

• naar aanleiding van een verandering van de gewone verblijfplaats: alle goederen moeten uiterlijk twaalf maanden na de verandering van de gewone verblijfplaats worden binnengebracht;
• naar aanleiding van de meubilering van een tweede verblijfplaats of van het verlaten ervan: de goederen moeten overeenkomen met het gewone meubilair van de tweede verblijfplaats en de betrokkene moet eigenaar of gedurende ten minste twaalf maanden huurder van de tweede verblijfplaats zijn;
• ter gelegenheid van een huwelijk: het binnenbrengen van de goederen moet plaatsvinden in de periode die aanvangt twee maanden vóór de vastgestelde huwelijksdatum en eindigt vier maanden na de datum waarop het huwelijk is gesloten, en tevens moet een bewijs van de huwelijkssluiting worden overgelegd;
• verkrijging door erfopvolging: het binnenbrengen van de goederen moet plaatsvinden binnen een termijn van twee jaar na de datum waarop de betrokken persoon in het bezit komt van de goederen, en er dient te worden aangetoond dat de goederen door middel van vererving zijn verkregen.

Met uitzondering van bepaalde goederen mogen de EU-landen voor het verlenen van vrijstelling meer liberale voorwaarden handhaven of vaststellen dan bedoeld in de onderhavige richtlijn.

VANAF WANNEER IS DE RICHTLIJN VAN TOEPASSING?

De richtlijn is sinds 30 juni 2009 van toepassing. Richtlijn 2009/55/EG codificeert en vervangt Richtlijn 83/183/EEG die in de EU-landen uiterlijk op 1 januari 1984 in nationale wetgeving moest worden omgezet.

KERNBEGRIPPEN

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Richtlijn 2009/55/EG van de Raad van 25 mei 2009 betreffende de belastingvrijstellingen bij definitief binnenbrengen uit een lidstaat van persoonlijke goederen door particulieren (Gecodificeerde versie) (PB L 145 van 10.6.2009, blz. 36-41)

Laatste bijwerking 05.11.2018