EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Europese Stichting voor Opleiding (ESO)

De Europese Stichting voor Opleiding (ESO) is actief in het kader van het externe beleid van de Europese Unie (EU) en streeft ernaar om niet-EU-landen te steunen bij de bevordering van de ontwikkeling van hun menselijk kapitaal. Zo wil ze de toegang tot een leven lang leren en de ontwikkeling van vaardigheden en bekwaamheden aanmoedigen.

BESLUIT

Verordening (EG) nr. 1339/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 tot oprichting van de Europese Stichting voor Opleiding (Herschikking)

SAMENVATTING

Deze verordening richt de Europese Stichting voor Opleiding (ESO) op en trekt Verordening (EEG) nr. 1360/90 in, waarmee ze oorspronkelijk in het leven werd geroepen. De stichting is actief in het kader van het externe beleid van de Europese Unie (EU) en streeft ernaar om de ontwikkeling van stelsels voor beroepsonderwijs en beroepsopleiding in de volgende landen te bevorderen:

  • de kandidaat-lidstaten van de EU (Albanië, Montenegro, Servië, Turkije en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië);
  • de mogelijke kandidaat-lidstaten van de Westelijke Balkan (Bosnië-Herzegovina en Kosovo);
  • de zuidelijke Middellandse-Zee-, Oost-Europese en zuidelijke Kaukasuspartnerlanden (Algerije, Armenië, Azerbeidzjan, Wit-Rusland, Egypte, Georgië, Israël, Jordanië, Libanon, Libië, Moldavië, Marokko, de Palestijnse Autoriteit, Rusland, Syrië, Tunesië en Oekraïne);
  • andere landen, zoals besloten door de raad van bestuur van de ESO op basis van specifieke criteria.

De stichting verleent steun aan deze landen bij de verbetering van de vaardigheden en bekwaamheden van hun burgers. Dit omvat een deelname aan het hervormingsproces om het initiële beroepsonderwijs en de initiële beroepsopleiding alsook de bij- en nascholing en de toegang hiertoe te verbeteren. De ESO helpt verder ook met het bevorderen van de mobiliteit, de samenwerking tussen onderwijsinstellingen en ondernemingen evenals de uitwisseling van informatie en ervaring tussen EU-landen.

Bij het bevorderen van de ontwikkeling van stelsels voor beroepsonderwijs en beroepsopleiding in de partnerlanden vervult de stichting in het bijzonder de volgende taken:

  • verstrekking van informatie, beleidsanalyses en -advies over de ontwikkeling van menselijk kapitaal;
  • verbetering van de kennis van de behoeften aan vaardigheden op de arbeidsmarkt;
  • verlening van steun bij het opbouwen van capaciteit;
  • bevordering van de uitwisseling van informatie en ervaringen, zowel tussen donors als tussen partnerlanden en de EU;
  • ondersteuning van de verlening van EU-bijstand en analyse van de doeltreffendheid ervan (indien gevraagd door de Commissie).

Bij de vervulling van haar taken wordt de stichting geacht samen te werken met andere relevante EU-lichamen en met name met het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (Cedefop) evenals met vertegenwoordigers van de sociale partners op Europees niveau en relevante internationale organisaties, waar passend.

De ESO is een lichaam zonder winstoogmerk met rechtspersoonlijkheid. Ze heeft haar zetel in Turijn, Italië.

Structuur

De raad van bestuur van de ESO bestaat uit één vertegenwoordiger van elk EU-land, 3 vertegenwoordigers van de Commissie, 3 door het Europees Parlement aangewezen deskundigen en 3 door de Commissie aangewezen vertegenwoordigers van de partnerlanden. Alleen de vertegenwoordigers van de EU-landen en van de Commissie hebben stemrecht. De eerste hebben elk 1 stem, de tweede hebben samen 1 stem. De raad van bestuur wordt voorgezeten door één van de vertegenwoordigers van de Commissie, die de raad minstens één keer per jaar samenroept. De ambtstermijn van de leden van de raad van bestuur bedraagt vijf jaar en kan eenmaal worden verlengd.

De raad van bestuur staat in voor de opstelling van de jaarlijkse raming van de ontvangsten en uitgaven, het jaarlijkse werkprogramma, het ontwerp voor de personeelsformatie, de definitieve begroting, het jaarlijkse activiteitenverslag, het reglement van orde en de financiële regeling. Hij is bevoegd om de directeur aan te wijzen en te ontslaan en kan zijn/haar ambtstermijn eventueel ook verlengen.

De directeur wordt benoemd uit een door de Commissie ingediende lijst van kandidaten voor een ambtstermijn van 5 jaar. Zijn/haar ambtstermijn kan eenmaal met maximaal 3 jaar verlengd worden. De directeur vertegenwoordigt de stichting in rechte en staat in voor haar administratieve beheer. Hij/zij staat ook in voor de voorbereiding en organisatie van het werk van de raad van bestuur en voor de uitvoering van zijn besluiten. Daarnaast moet de directeur het jaarlijkse werkprogramma en de begroting van de stichting uitvoeren.

De financiële middelen van de ESO bestaan voornamelijk uit een subsidie uit de algemene EU-begroting en ontvangen betalingen voor verrichte diensten. De definitieve rekeningen van de stichting, het jaarlijks activiteitenverslag en het reglement van orde moeten openbaar worden gemaakt.

Context

Sinds haar aanneming werd Verordening (EEG) nr. 1360/90 tot oprichting van de ESO verscheidene keren gewijzigd. Aangezien er aanvullende wijzigingen nodig waren en ter wille van de duidelijkheid, werd de verordening ingetrokken en vervangen door Verordening (EG) nr. 1339/2008.

REFERENTIES

Besluit

Inwerkingtreding

Uiterste datum voor omzetting in de lidstaten

Publicatieblad

Verordening (EG) nr. 1339/2008

20.1.2009

-

PB L 354. 31.12.2008, blz. 82-93

Laatste bijwerking 10.09.2015

Top