EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Online toegang tot het Europese culturele erfgoed

Deze Mededeling schetst de vooruitgang die er geboekt werd bij de ontwikkeling van Europeana, de Europese digitale bibliotheek, die de bevolking één enkel toegangspunt zal bieden tot het Europese culturele erfgoed. De hoofdthema's die erin worden aangekaart, houden verband met digitalisering, online toegankelijkheid en digitale bewaring van cultureel materiaal.

BESLUIT

Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 11 augustus 2008 – Het Europese culturele erfgoed met muisklik: Vooruitgang bij de digitalisering en online toegankelijkheid van cultureel materiaal en digitale bewaring in de EU [COM(2008) 513 definitief – Niet bekendgemaakt in het Publicatieblad].

SAMENVATTING

Deze Mededeling schetst de vooruitgang die er tot nog toe geboekt werd en de stappen die nog gezet dienen te worden voor de ontwikkeling van Europeana, de Europese digitale bibliotheek. Daarbij wordt in het bijzonder de nadruk gelegd op de door de lidstaten ondernomen acties voor de implementatie van Aanbeveling nr. 2006/585/EG van 24 augustus 2006 betreffende de digitalisering en online toegankelijkheid van cultureel materiaal en digitale bewaring, die werd bekrachtigd in de Conclusies van de Raad van 20 november 2008.

Europeana zal een gemeenschappelijk meertalig toegangspunt tot gedigitaliseerd Europees materiaal zijn. In 2007 kreeg zijn ontwikkeling een nieuwe stimulans, in het bijzonder door de oprichting van de Stichting voor de Europese Digitale Bibliotheek die verschillende culturele sectoren samenbrengt. In februari 2008 werd er een demosite van Europeana op het net gezet met het oog op de lancering van het prototype in november van datzelfde jaar. De komende twee jaar zal het prototype worden ontwikkeld tot een volledig operationele dienst.

De nog aan te pakken problemen in het kader van de ontwikkeling van Europeana omvatten:

  • de opname van materiaal, waarop nog auteursrechten rusten;
  • de voorziening van meertalige zoek- en opvraagfuncties;
  • de integratie van samenwerkingstools;
  • de promotie van Europeana bij de bevolking.

Op basis van voormelde Aanbeveling hebben de lidstaten op de volgende punten verder vooruitgang geboekt:

  • digitalisering – De meeste lidstaten hebben overzichten van de digitaliseringsactiviteiten opgesteld en strategieën en plannen voor digitalisering uitgewerkt. Deze overzichten worden echter op geen enkele systematische manier gebruikt en de strategieën en plannen voorzien geen kwantitatieve doelstellingen. Op deze vlakken en in termen van financiële planning moeten er bijkomende inspanningen worden geleverd. Hoewel sommige lidstaten aanzienlijke middelen hebben voorzien voor digitalisering, is een bijkomende financiering nodig. Hiervoor zou gezorgd kunnen worden via publiek-private samenwerking of via privésponsoring. Verder is het essentieel dat de digitaliseringsoutput blijft toenemen. Hiertoe hebben tal van lidstaten digitaliseringscentra opgericht;
  • online toegankelijkheid – Tal van lidstaten hebben nationale portalen opgezet of zijn hiermee bezig, die als verzamelpunten voor Europeana kunnen fungeren. De meeste zijn ook bezig met het uitwerken van de normen die essentieel zijn voor interoperabiliteit in Europa. Om de beschikbaarheid van door auteursrechten beschermde werken mogelijk te maken, zijn sommige lidstaten begonnen om inhoudeigenaars bij hun werkzaamheden te betrekken. Op het vlak van verweesde werken lijkt de geboekte vooruitgang echter beperkt. In dit opzicht hebben sommige lidstaten te kennen gegeven dat ze hiervoor graag een oplossing op Europees niveau hadden gezien. Evenzo werd er maar weinig vooruitgang geboekt in verband met de vereffening van rechten voor het digitaliseren en online zetten van werken die niet meer worden uitgegeven of gedistribueerd, evenals met betrekking tot belemmeringen voor het gebruik van werken in het publieke domein. Er zou in het bijzonder meer aandacht besteed moeten worden aan deze laatste kwestie, omdat het van cruciaal belang is dat de toegang tot dergelijke werken verzekerd blijft;
  • digitale bewaring – De meeste lidstaten zijn begonnen met het uitwerken van strategieën voor digitale bewaring en in sommige gevallen zijn er al specifieke plannen voor digitale bewaring; de follow-up en financiële ondersteuning blijven echter beperkt. In de meeste lidstaten is meervoudig kopiëren met het oog op bewaring reeds toegestaan en zelfs in de overige lidstaten wordt er nagedacht over de nodige wetgevende stappen. Evenzo werd de wettelijke deponering in de meeste lidstaten al geactualiseerd, hoewel er wezenlijke verschillen blijven bestaan in het materiaal dat onder deze wetgeving valt en de criteria voor deponering. Tal van lidstaten hebben ook al wetgeving uitgevoerd in verband met web-harvesting door gespecificeerde instellingen (doorgaans de nationale bibliotheek). De toegang tot materiaal dat op het web is geharvest, blijft anderzijds echter beperkt op grond van overwegingen in verband met intellectuele-eigendomsrechten en privacyrechten.

Hoewel de lidstaten heel wat vooruitgang hebben geboekt in het online beschikbaar stellen van culturele informatie, is bijkomende actie nodig, in het bijzonder met betrekking tot:

  • financiële middelen en kwantitatieve doelstellingen voor digitalisering;
  • steun voor Europeana;
  • wetgevende acties en andere maatregelen om de digitalisering en toegankelijkheid van verweesde werken en werken die niet meer worden uitgegeven of gedistribueerd, mogelijk te maken;
  • financiële en organisatorische maatregelen in verband met digitale bewaring.

De in 2006 opgerichte Deskundigengroep op hoog niveau voor digitale bibliotheken heeft de lidstaten praktische steun verleend bij de implementatie van voormelde Aanbeveling. Het werk van de Groep spitst zich voornamelijk toe op publiek-private samenwerking, wetenschappelijke informatie en kwesties in verband met auteursrechten.

Voor de ontwikkeling van de door Europeana aangeboden diensten moet er vooruitgang worden geboekt op het vlak van technische vraagstukken. Zo moet de digitalisering in het bijzonder goedkoper en beter gebeuren en zijn er goedkopere en betere bewaringstechnieken voor digitale inhoud nodig. De Commissie heeft deze vooruitgang gesteund via het Kaderprogramma voor onderzoek en ontwikkeling en het eContentplus -programma. Verder heeft ze haar engagement bevestigd om steun te blijven verlenen via beleidsinitiatieven en het financieren van programma's voor de ontwikkeling van Europeana en andere projecten die de toegankelijkheid en bewaring van digitaal cultureel materiaal verbeteren.

GERELATEERDE BESLUITEN

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's – „Europeana: volgende stappen” [COM(2009) 440 definitief – Niet bekendgemaakt in het Publicatieblad. Deze Mededeling schetst de uitdagingen die nog moeten komen in verband met de implementatie van Europeana.

De resultaten van Europeana zijn positief, aangezien het toegang biedt tot meer dan 4,6 miljoen gedigitaliseerde boeken, kranten, filmclips, kaarten, foto’s en documenten, en bijdragen ontvangt van meer dan 1.000 culturele instellingen.

De Mededeling heeft het echter ook over ernstige problemen die verband houden met:

  • een onevenwicht tussen de lidstaten met betrekking tot de aanreiking van cultureel materiaal. Frankrijk heeft 47 % van de gedigitaliseerde objecten bijgedragen, terwijl andere lidstaten zoals Polen en Hongarije hoofdzakelijk boeken ter beschikking hebben gesteld;
  • auteursrechten, in zoverre dat recente werken een bescherming genieten die de toegang tot hen beperkt, in tegenstelling tot werken van voor 1900. Het is belangrijk om een samenwerking met houders van rechten tot stand te brengen om de toegang tot beschermde werken te verbeteren. Een andere uitdaging heeft alles te maken met de wettelijke gevolgen van digitalisering;
  • de financiering en het beheer van Europeana.

Er zijn dan ook bijkomende inspanningen nodig om ervoor te zorgen dat burgers ten volle van de diensten van Europeana kunnen genieten.

Conclusies van de Raad van 20 november 2008 betreffende de Europese digitale bibliotheek Europeana [Publicatieblad C 319 van 13.12.2008]. In zijn conclusies drukte de Raad van de Europese Unie zijn tevredenheid uit over de geleidelijke realisatie van de Europese bibliotheek Europeana en de inzet van elke lidstaat ten aanzien van dit project. Met het oog op het welslagen van dit project roept de Raad de lidstaten op om:

  • hun strategie voor de implementatie van hun nationale doelstellingen voort te zetten;
  • onderlinge synergieën in het proces van digitalisering te bevorderen en de online toegankelijkheid van cultureel materiaal te vergroten;
  • digitaal cultureel materiaal op te nemen in Europeana;
  • digitalisering en online toegang tot weeswerken te bevorderen.

De Europese Commissie wordt verzocht om de ontwikkeling van Europeana aan te moedigen en haar in Europa en de wereld te promoten, alsook de oprichting van publiek-private samenwerking voor haar verdere ontwikkeling aan te moedigen.

See also

  • Voor meer informatie, zie de website van het Digitale Bibliotheken-Initiatief (DE) (EN) (FR) op het thematische portaal van de Europese Commissie „Europe’s Information Society”

Laatste wijziging: 19.11.2009

Top