Bevordering van de afzet van Europese landbouwproducten

KERNPUNTEN

In deze verordening wordt geconstateerd dat de kwaliteit en de diversiteit van de producten uit de Europese agrovoedingssector een van de belangrijke sterke punten van de EU is, en tegen die achtergrond strekt deze verordening ertoe om nieuwe markten open te leggen en diversificatie van handelspartners te bewerkstelligen door meer financiële middelen voor afzetbevorderingsactiviteiten ter beschikking te stellen. In de verordening gaat de aandacht in het bijzonder uit naar de markten in derde landen die het hoogste groeipotentieel bieden. Met de acties wordt gestreefd naar vergroting van het bewustzijn over en erkenning van:

• de hoge kwaliteit van producten in de EU op het gebied van smaak, diversiteit en tradities;
• de strenge productienormen van de EU, waaronder voedselveiligheid, traceerbaarheid, voedings- en gezondheidsaspecten, dierenwelzijn, respect voor het milieu en duurzaamheid;
• de kwaliteitsregelingen van de EU, de authenticiteit van beschermde oorsprongsbenamingen, beschermde geografische aanduidingen en traditionele specialiteiten.

De maatregelen bevatten ook bepalingen om de normale marktomstandigheden bij verstoring van de markt, bij verlies van vertrouwen van de consument of bij andere problemen te herstellen.

Producten die krachtens deze verordening voor acties in aanmerking komen, worden opgenoemd in bijlage I bij het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (met uitzondering van tabak). Bijlage I bij deze verordening vult die lijst aan met onder andere bier, snoepgoed, brood, taart en pasta.

De activiteiten bestaan uit pr- en voorlichtingscampagnes, maar kunnen ook plaatsvinden in de vorm van deelname aan nationale en internationale evenementen, beurzen en tentoonstellingen. Voorstellen voor programma’s kunnen worden gedaan door beroepsorganisaties, uit producenten bestaande groepen of gevestigde instanties in de agrovoedingssector die de betreffende producten vertegenwoordigen.

De Europese Commissie is verantwoordelijk voor het opstellen van een jaarlijkse begroting voor het werkprogramma met prioriteiten en doelstellingen en kan haar eigen afzetbevorderende initiatieven voorstellen.

Met deze verordening verdwijnt nationale medefinanciering, maar het EU-medefinancieringspercentage wordt verhoogd tot 70 % voor enkelvoudige programma’s die door een organisatie uit een enkel EU-land worden ingediend, tot 80 % voor op derde landen gerichte programma’s uit meerdere EU-landen, en tot 85 % voor acties bij een crisis. Een extra toewijzing van 5 % is beschikbaar voor belanghebbenden uit EU-landen die speciale financiële bijstand ontvangen (bijvoorbeeld landen die kampen met ernstige problemen met hun betalingsbalans).