EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Reglement van orde van de Raad van de Europese Unie

De Raad van de Europese Unie (EU), doorgaans de Raad genoemd, is een communautaire instelling. Hij is samen met het Europees parlement de wetgever van de Unie en delegeert de uitvoering van de beslissingen aan de Commissie. De Raad zorgt daarnaast voor de coördinatie van het algemene economische beleid van de lidstaten. Beslissingen worden er in beginsel bij meerderheid van stemmen van de leden genomen. De verschillende raadsformaties tellen een ministeriële vertegenwoordiger per lidstaat. De lidstaten bekleden bij toerbeurt voor zes maanden het voorzitterschap. Het reglement van orde van de Raad bevat de nodige bepalingen voor zijn organisatie en werking.

MAATREGEL

Besluit 2004/338/EG, Euratom, van de Raad van 22 maart 2004 houdende vaststelling van zijn reglement van orde. Reglement van orde van de Raad. [Zie wijzigingsbesluiten].

SAMENVATTING

Dit reglement van orde regelt de werking en de organisatie van de Raad van de Europese Unie. Artikel 207, lid 3, van het EG-Verdrag laat hem toe zijn eigen reglement van orde vast te stellen. De huidige versie is op 23 maart 2004 in werking getreden en telt 28 artikelen en vijf bijlagen.

ORGANISATIE VAN DE RAAD

De Raad is georganiseerd rond vier belangrijke instanties: de raadsformaties, het voorzitterschap, het Coreper (Comité van permanente vertegenwoordigers) en de secretaris-generaal met zijn secretariaat.

Uit juridisch oogpunt is de Europese Raad ook een raadsformatie. Hij heeft geen reglement van orde aangezien hij geen communautaire instelling is. Een van de voorstellen uit de Europese Grondwet, die zich thans in de bekrachtigingsfase bevindt, is om hem deze status te verlenen.

De Europese Raad

De Europese Raad is de vergadering van de staats- en regeringsleiders van de lidstaten van de Europese Unie. Zijn doel is het geven van de nodige impulsen voor de ontwikkeling van de Unie en het vaststellen van algemene politieke beleidslijnen. Hij komt ten minste tweemaal per jaar bijeen, onder hetzelfde voorzitterschap als dat van de Raad van de EU. De voorzitter van de Europese Commissie is van rechtswege lid.

De raadsformaties

De Raad kan naargelang het werkterrein in verschillende formaties bijeenkomen. Zij bestaan uit een vertegenwoordiger per lidstaat op ministerieel niveau, die gemachtigd is om zijn regering te binden. De lijst van de formaties wordt vastgesteld door de formatie "algemene zaken en externe betrekkingen" (RAZEB), de enige die bij het reglement van orde is ingesteld. Er zijn op dit ogenblik negen formaties, zij worden in bijlage I van het reglement van orde opgesomd:

  • algemene zaken en externe betrekkingen, met inbegrip van het Europese veiligheids- en defensiebeleid en ontwikkelingssamenwerking;
  • economische en financiële zaken, met inbegrip van de begroting;
  • justitie en binnenlandse zaken, met inbegrip van de civiele bescherming;
  • werkgelegenheid, sociaal beleid, gezondheid en consumentenbescherming;
  • concurrentievermogen (interne markt, industrie en onderzoek), met inbegrip van het toerisme;
  • vervoer, telecommunicatie en energie;
  • landbouw en visserij;
  • milieu;
  • onderwijs, jeugdzaken en cultuur, met inbegrip van de audiovisuele sector.

De lidstaten bepalen hoe zij in de Raad worden vertegenwoordigd. Verscheidene ministers kunnen als lid aan eenzelfde raadsformatie deelnemen. Wat de RAZEB betreft, laat elke regering zich vertegenwoordigen door de minister of de staatssecretaris van haar keuze

De Raad "algemene zaken en externe betrekkingen" behandelt deze beide werkterreinen op afzonderlijke zittingen, met gescheiden agenda's en eventueel op verschillende data:

  • de zitting "algemene zaken" betreft de voorbereiding en de opvolging van de zittingen van de Europese Raad: coördinatie van de voorbereidende werkzaamheden, algemene coördinatie van het beleid, institutionele en administratieve kwesties, horizontale en alle door de Europese Raad overgemaakte dossiers. De RAZEB stelt de Europese Raad in het kader van deze zitting een strategisch meerjarenplan voor. Het programma loopt over drie jaren en is gebaseerd op een gezamenlijk voorstel van de betrokken voorzitterschappen dat in overleg met de Commissie wordt opgesteld. Op deze zitting wordt verder ook de ontwerpagenda van de Europese Raad opgesteld;
  • de zitting "externe betrekkingen" betreft de volgende werkterreinen: gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB), Europees veiligheids- en defensiebeleid (EVDB), buitenlandse handel, ontwikkelingssamenwerking en humanitaire hulp. In beginsel mag tussen deze zitting en de bijeenkomst van de Europese Raad geen enkele formatie of voorbereidend comité bijeenkomen.

De andere raadsformaties moeten uiterlijk twee weken voor de bijeenkomst hun bijdragen voor de Europese Raad aan de RAZEB overmaken.

Het voorzitterschap van de Raad van de EU

Het voorzitterschap van de Raad wordt door de EU-lidstaten bij toerbeurt voor zes maanden waargenomen. Het heeft een stuwende rol wat de werkzaamheden van de Raad betreft. In december van ieder jaar leggen de twee landen die het volgende jaar het voorzitterschap zullen waarnemen gezamenlijk een ontwerp van jaarprogramma voor. Het aantredende voorzitterschap stelt tevens indicatieve voorlopige agenda's op voor de tijdens zijn mandaat geplande zittingen.

Het voorzitterschap draagt voorts zorg voor de toepassing van dit reglement van orde en ziet toe op het goede verloop van de besprekingen. Hiervoor kan het zonodig het aantal personen dat tijdens de zitting in de vergaderzaal aanwezig is beperken, de duur van de besprekingen vaststellen, en gemeenschappelijke standpunten en schriftelijke bijdragen vragen.

Het voorzitterschap kan verder de Raad voor het Europees Parlement vertegenwoordigen, of ermee akkoord gaan dat de secretaris-generaal dit doet.

Coreper, comités en werkgroepen

Het Coreper bestaat uit de permanente vertegenwoordigers van de lidstaten, of hun plaatsvervangers. Het bereidt de werkzaamheden van de Raad voor en voert de door hem gegeven opdrachten uit. Het wordt voorgezeten door de vertegenwoordiger van het land dat het voorzitterschap van de Raad bekleedt. Het ziet toe op de samenhang van het beleid en het optreden van de EU, alsmede op de inachtneming van:

  • de beginselen van wettigheid, subsidiariteit, evenredigheid en motivering van de besluiten;
  • de regels tot vaststelling van de bevoegdheden van de instellingen en organen van de Unie;
  • de begrotingsbepalingen;
  • de voorschriften inzake procedures, transparantie en redactionele kwaliteit. Wat de redactionele kwaliteit betreft, gebeurt het nazicht van de wetgevingsbesluiten door de Juridische dienst van de Raad.

Alle punten op de agenda van een zitting van de Raad moeten vooraf door het Coreper worden behandeld. Het streeft op zijn niveau naar een akkoord, dat voor aanneming aan de Raad wordt voorgelegd. Als een akkoord wordt bereikt, wordt het betreffende punt opgenomen onder deel A van de agenda, dat de Raad zonder debat kan goedkeuren (zie "de agenda"). Het Coreper kan comités of werkgroepen instellen voor het verrichten van voorbereidende werkzaamheden of studies.

Bovendien kan het, mits de betreffende punten op zijn agenda staan, procedurebesluiten aannemen over onderwerpen zoals de plaats waar de bijeenkomsten plaatsvinden, het houden van openbare debatten, het openbaar maken van de uitslag van de stemmingen, het volgen van de schriftelijke procedure, het bekendmaken van een tekst in het Publicatieblad of het raadplegen van een instelling of orgaan.

De secretaris-generaal en het secretariaat-generaal

Het secretariaat-generaal wordt nauw betrokken bij de organisatie, de coördinatie en het zorgen voor samenhang van de werkzaamheden van de Raad, en de uitvoering van zijn jaarprogramma. Het wordt geleid door een secretaris-generaal die tevens hoge vertegenwoordiger voor het GBVB is, en een plaatsvervangend secretaris-generaal. Beiden worden door de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen benoemd. Zij zijn onder meer verantwoordelijk voor de ontwerpraming van de uitgaven van de Raad en voor het beheer van de kredieten van deze instelling.

WERKING VAN DE RAAD

Een deel van het reglement van orde van de Raad betreft zijn interne werking: convocatie en vergaderplaatsen, agenda, zittingen, quorum en stemprocedure. Ook behandelt het de schriftelijke procedure die voor dringende aangelegenheden kan worden gevolgd en de kennisgeving van de besluiten.

Convocatie en vergaderplaatsen

De Raad wordt door de voorzitter bijeengeroepen. Het voorzitterschap deelt zeven maanden vóór de aanvang van zijn werkzaamheden de beoogde data voor de zittingen mee. De Raad heeft zijn zetel te Brussel, maar houdt in de maanden april, juni en oktober zijn zittingen in Luxemburg. De Raad of het Coreper kan met eenparigheid van stemmen besluiten dat de zittingen op een andere plaats wordt gehouden.

Zittingen

Behalve in de gevallen die bij het reglement van orde zijn voorzien (zie "openbaarheid van de beraadslagingen") zijn de zittingen van de Raad niet openbaar. De Commissie en de Europese Centrale Bank (ECB), in de gevallen waarin deze laatste van haar initiatiefrecht gebruikmaakt, worden uitgenodigd deel te nemen aan de zittingen. De Raad kan echter beslissen buiten hun tegenwoordigheid te beraadslagen.

De agenda

De voorzitter stelt de voorlopige agenda van elke zitting op. Deze wordt de leden ten minste 14 dagen vóór de aanvang van de zitting toegezonden. Ieder punt dient van de nodige documentatie te zijn vergezeld. Als die documentatie niet klaar is, wordt het punt niet in de voorlopige agenda opgenomen. De agenda wordt aan het begin van elke zitting door de Raad vastgesteld. De punten waarover kan worden gestemd, worden met een asterisk aangeduid.

De agenda wordt verdeeld in een deel A en een deel B. Onder deel A worden de punten opgenomen die de Raad zonder debat kan goedkeuren. Het is evenwel mogelijk om verklaringen in de notulen te laten opnemen. Indien een standpuntbepaling ten aanzien van een A-punt aanleiding kan geven tot een nieuw debat of indien een lid van de Raad of van de Commissie hierom verzoekt, wordt dit punt van de agenda afgevoerd.

Punten betreffende politiële en justitiële samenwerking in strafzaken kunnen slechts op de agenda worden geplaatst als een periode van zes weken is verstreken na het inlichten van de nationale parlementen.

Quorum en stemprocedure

Vóór tot stemming wordt overgegaan, moet worden nagegaan of er een quorum is. Het quorum is bereikt als de meerderheid van de leden aanwezig is. Besluit 2004/701/EG voegt daaraan toe dat, bij besluitvorming met gekwalificeerde meerderheid van stemmen, een lid van de Raad kan vragen om na te gaan of die gekwalificeerde meerderheid ten minste 62 % van de bevolking van de Unie vertegenwoordigt.

De Raad gaat tot stemming over op initiatief van zijn voorzitter. Die is verplicht een stemming te laten plaatsvinden op voorstel van een lid van de Raad of van de Commissie, voorzover de meerderheid van de leden hiermee instemt. De stemming gebeurt in de volgorde die door de Raad met eenparigheid van stemmen is vastgesteld, te beginnen met het lid dat in die volgorde volgt op het lid dat het voorzitterschap uitoefent.

Schriftelijke procedure

Over dringende aangelegenheden kan de Raad bij schriftelijke stemming besluiten nemen. Het Coreper kan met eenparigheid van stemmen beslissen dat van deze procedure gebruik zal worden gemaakt. Ook de voorzitter kan dat voorstellen en alle leden van de Raad moeten ermee instemmen. Op initiatief van het voorzitterschap kan de Raad tevens de vereenvoudigde schriftelijke procedure (COREU) op het gebied van het GBVB hanteren. In dat geval wordt het voorstel na het verstrijken van een vastgestelde termijn geacht te zijn aangenomen, tenzij een lid bezwaar maakt.

Bekendmaking van de besluiten

Van de richtlijnen en besluiten die niet in het Publicatieblad (PB) worden bekendgemaakt, wordt door de secretaris-generaal of plaatsvervangend secretaris-generaal kennisgegeven aan de geadresseerden. Het gaat daarbij om:

  • aanbevelingen;
  • gemeenschappelijke strategieën, optredens en standpunten op het gebied van het GBVB;
  • gemeenschappelijke standpunten op het gebied van de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken;
  • maatregelen ter uitvoering van de besluiten op het gebied van het GBVB en van de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken.

OPENBAARHEID VAN DE WERKZAAMHEDEN VAN DE RAAD

Openbaarheid van de beraadslagingen

De beraadslagingen van de Raad zijn in beginsel aan geheimhouding onderworpen, zij zijn niet openbaar. Toch is bij de beraadslagingen over besluiten die volgens de medebeslissingsprocedure worden aangenomen het debat in de volgende omstandigheden openbaar:

  • de Commissie stelt haar voornaamste wetgevingsvoorstellen voor en daar volgt een debat in de Raad uit;
  • het betreft de laatste beraadslagingen van de Raad die tot de stemming leiden, de stemming of de stemverklaringen die ermee gepaard gaan.

Daarnaast houdt de RAZEB, bijeen in zitting "algemene zaken", ten minste eenmaal per jaar een openbaar debat over het operationele jaarprogramma van de Raad of, in voorkomend geval, het jaarlijkse werkprogramma van de Commissie. Deze openbare beraadslagingen worden tevens met audiovisuele middelen uitgezonden. De Raad houdt ten minste één keer per jaar een openbaar debat over belangrijke nieuwe wetgevingsvoorstellen.

Openbaarheid van stemmingen, stemverklaringen en verklaringen

De uitslag van de stemmingen, de stemverklaringen en de verklaringen worden openbaar gemaakt in het kader van:

  • het optreden van de Raad in zijn hoedanigheid van wetgever;
  • de aanneming van gemeenschappelijke standpunten;
  • de vergadering van een bemiddelingscomité;
  • de vaststelling van een overeenkomst op het gebied van politiële en justitiële samenwerking in strafzaken.

Daarentegen wordt slechts de uitslag van de stemmingen openbaar gemaakt:

  • als de Raad optreedt in het kader van het GBVB en de Raad of het Coreper daartoe bij eenparigheid beslissen;
  • als de Raad een gemeenschappelijk standpunt vaststelt op het gebied van de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken en de Raad of het Coreper daartoe bij eenparigheid beslissen;
  • in de andere gevallen als de Raad of het Coreper daartoe beslissen.

Bekendmaking van de besluiten in het Publicatieblad

Niet alle besluiten van de Raad zijn openbaar. In het Publicatieblad worden bekendgemaakt:

  • verordeningen, richtlijnen en besluiten;
  • gemeenschappelijke standpunten van de Raad en hun motivering;
  • kaderbesluiten en besluiten die met eenparigheid zijn genomen op het gebied van de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken;
  • overeenkomsten waarvan hij de aanneming door de lidstaten overeenkomstig hun onderscheiden grondwettelijke bepalingen aanbeveelt op het gebied van de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken. In het PB wordt melding gemaakt van hun inwerkingtreding;
  • tussen lidstaten gesloten overeenkomsten;
  • door de Gemeenschap gesloten internationale overeenkomsten. In het PB wordt melding gemaakt van hun inwerkingtreding;
  • internationale overeenkomsten die gesloten zijn op het gebied van het GBVB, met vermelding van hun inwerkingtreding.

Behoudens andersluidend besluit van de Raad of het Coreper, worden in het PB bekendgemaakt:

  • door een lidstaat bij de raad ingediende initiatieven op het gebied van de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken;
  • gemeenschappelijke standpunten op het gebied van de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken;
  • richtlijnen en besluiten die niet volgens de medebeslissingsprocedure zijn aangenomen, aanbevelingen en adviezen.

Voor gemeenschappelijke strategieën, gemeenschappelijke optredens en gemeenschappelijke standpunten op het gebied van het GBVB beslissen de Raad of het Coreper per geval en met eenparigheid van stemmen of die in het PB dienen te worden bekendgemaakt. Er wordt eveneens per geval beslist over de bekendmaking van:

  • maatregelen ter uitvoering van de gemeenschappelijke optredens op het gebied van het GBVB;
  • gemeenschappelijke optredens, gemeenschappelijke standpunten of andere besluiten die op basis van een gemeenschappelijke strategie zijn aangenomen (GBVB);
  • eventuele maatregelen ter uitvoering van de besluiten en overeenkomsten op het gebied van de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken;
  • overige besluiten van de Raad, zoals besluiten sui generis of resoluties.

Toegang tot documenten van de Raad

De specifieke bepalingen betreffende de toegang van het publiek tot documenten van de Raad zijn opgenomen in bijlage II van het reglement van orde.

Referenties

Maatregel

Datum van inwerkingtreding

Uiterste datum voor omzetting in de lidstaten

Publicatieblad

Besluit 2004/338/EG en reglement van orde

23.3.2004

-

L 106 van 15.4.2004.

Wijzigingsbesluit(en)

Datum van inwerkingtreding

Uiterste datum voor omzetting in de lidstaten

Publicatieblad

Besluit 2004/701/EG

1.11.2004

-

L 319 van 20.10.2004.

Laatste wijziging: 27.04.2005

Top