EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Douanesamenwerkingsovereenkomst tussen de EU en India

 

SAMENVATTING VAN:

Besluit 2004/633/EG tot sluiting van de overeenkomst tussen de EU en India betreffende samenwerking en wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken

Overeenkomst tussen de EU en India betreffende samenwerking en wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken

WAT IS HET DOEL VAN HET BESLUIT EN DE OVEREENKOMST?

  • Het besluit betreft de ondertekening door de EU en India van een overeenkomst die ten doel heeft om maatregelen op douanegebied te vereenvoudigen en om ervaringen en kennis op douanegebied te delen.
  • Het doel van de overeenkomst is om de legitieme goederenbewegingen en de effectieve samenwerking tussen de administratieve autoriteiten verantwoordelijk voor de toepassing van douanewetgeving* te bevorderen. Dit wordt bereikt door communicatiekanalen op te richten tussen de douaneautoriteiten om de beveiligde en snelle uitwisseling van informatie te bevorderen. De samenwerking waarin wordt voorzien in de overeenkomst, kan worden uitgebreid en aangevuld door middel van overeenkomsten betreffende specifieke sectoren en aangelegenheden.

KERNPUNTEN

Douanesamenwerking

De partijen hebben zich ertoe verplicht om douanesamenwerking te ontwikkelen door:

  • het legitieme goederenverkeer te vereenvoudigen en informatie en ervaring uit te wisselen met betrekking tot douanetechnieken en -procedures en geautomatiseerde systemen;
  • elkaar technische bijstand te verlenen;
  • personeel en expertise uit te wisselen.

Wederzijdse administratieve bijstand

  • Partijen verbinden zich om elkaar bij te staan om ervoor te zorgen dat de douanewetgeving correct wordt toegepast. De overeenkomst voorziet in twee vormen van bijstand:
    • bijstand op verzoek: de aangezochte autoriteit* verschaft de verzoekende autoriteit* alle relevante informatie die zij nodig kan hebben om ervoor te zorgen dat de douanewetgeving correct wordt toegepast en om handelingen te constateren die in strijd zijn met de wetgeving. Deze informatie kan betrekking hebben op overtredingen, zoals de overlegging van onjuiste of vervalste documenten en de regelmatigheid van uitvoer- en invoerprocedures tussen beide partijen. Er kan tevens om bijstand worden verzocht indien er redenen zijn om aan te nemen dat personen, plaatsen, goederen of vervoermiddelen zijn betrokken bij wetsovertredingen.
    • spontane bijstand: de partijen verlenen elkaar bijstand als zij van mening zijn dat dat noodzakelijk is om de douanewetgeving correct toe te passen. Zij delen met name alle informatie met elkaar, op eigen initiatief, die kan helpen om substantiële schade aan de economie, de volksgezondheid of soortgelijke vitale belangen te voorkomen.

Formele aspecten en uitzonderingen op de bijstandsverplichting

  • Verzoeken moeten schriftelijk worden gedaan, behalve in dringende gevallen. Dan kan een verzoek mondeling worden gedaan en daarna schriftelijk worden bevestigd. In verzoeken moet het volgende worden vermeld:
    • gegevens over de verzoekende autoriteit;
    • de maatregel waarom wordt verzocht;
    • het doel en de redenen van het verzoek;
    • alle betrokken rechtsinstrumenten;
    • gegevens over de personen die het voorwerp van het onderzoek zijn.
  • De aangezochte partij kan bijstand weigeren als het waarschijnlijk is dat de bijstand de soevereiniteit, de openbare orde, veiligheid of ander vitaal belang van een van de partijen schaadt. Van de verplichting om bijstand te verlenen kan ook worden afgezien indien dat zou leiden tot schending van een industrieel, een handels- of een beroepsgeheim. De aangezochte partij kan ook besluiten om bijstand uit te stellen als hierdoor een lopend onderzoek of een lopende vervolging of procedure zou worden doorkruist.
  • De overeenkomst bevat geheimhoudingsclausules in verband met de verstrekte informatie, die onder de geheimhoudingsplicht valt. Persoonlijke gegevens krijgen een hoog niveau van bescherming.
  • De overeenkomst voorziet in de instelling van een Gemengd Comité douanesamenwerking dat toeziet op de werking van de overeenkomst en kijkt naar alle kwesties die bij de uitvoering van de overeenkomst naar boven komen.

VANAF WANNEER TREEDT HET BESLUIT IN WERKING?

Het besluit is van toepassing vanaf 30 maart 2004. De overeenkomst is op 1 november 2004 van kracht geworden.

ACHTERGROND

Kijk voor meer informatie op:

KERNBEGRIPPEN

Douanewetgeving: alle regels die zijn aangenomen door de EU of India over de invoer, uitvoer en doorvoer van goederen en de manier waarop zij in douaneprocedures worden ondergebracht, waaronder ook verbods-, beperkings- en controlemaatregelen.
Aangezochte autoriteit: de bevoegde douaneautoriteit die een verzoek om bijstand ontvangt.
Verzoekende autoriteit: de bevoegde douaneautoriteit die een verzoek om bijstand doet.

BELANGRIJKSTE DOCUMENTEN

Besluit 2004/633/EG van de Raad van 30 maart 2004 betreffende samenwerking en wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek India (PB L 304 van 30.9.2004, blz. 24)

Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek India betreffende samenwerking en wederzijdse bijstand in douanezaken (PB L 304 van 30.9.2004, blz. 25-31)

Laatste bijwerking 07.11.2017

Top