EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Een Europese procedure inzake betalingsbevelen en maatregelen ter vereenvoudiging en bespoediging van de procesvoering over geringe vorderingen (groenboek)

De Europese Commissie is met alle betrokken partijen een raadpleging gestart over een Europese procedure inzake betalingsbevelen en maatregelen ter vereenvoudiging en bespoediging van de procesvoering over geringe vorderingen. Na de raadpleging over dit groenboek heeft de Commissie twee voorstellen voor een verordening terzake goedgekeurd.

BESLUIT

Groenboek betreffende een Europese procedure inzake betalingsbevelen en maatregelen ter vereenvoudiging en bespoediging van de procesvoering over geringe vorderingen [COM(2002) 746 def. - Niet verschenen in het Publicatieblad].

SAMENVATTING

1. Op 20 december 2002 heeft de Commissie haar goedkeuring gehecht aan een groenboek over een Europese procedure inzake betalingsbevelen en maatregelen ter vereenvoudiging en bespoediging van de procesvoering over geringe vorderingen, teneinde de aanzet te geven tot overleg over een eventueel wetgevend initiatief van de EU op dit gebied. De termijn voor de toezending van opmerkingen was in het groenboek vastgesteld op 31 mei 2003.

EUROPESE BETALINGSBEVELPROCEDURE

2. Alle lidstaten kennen het probleem van de inning van vorderingen waarvan de gegrondheid niet ernstig wordt betwist. Verscheidene lidstaten beschikken over een specifieke procedure voor de snelle inning van vorderingen. In het bijzonder als de partijen in verschillende lidstaten domicilie hebben, vormen de kosten en de termijnen die inherent zijn aan de gewone burgerlijke procedure (vaak de enige die op geschillen betreffende dergelijke vorderingen van toepassing is) echter onaanvaardbare hindernissen voor de toegang tot de rechter, waarvan malafide schuldenaren profiteren.

3. Een Europese betalingsbevelprocedure, d.w.z. een specifieke snelle en goedkope procedure voor de regeling van vorderingen die naar verwachting niet zullen worden betwist, zou een snelle inning van de vorderingen garanderen en is van het grootste belang voor het bedrijfsleven in de Europese Unie.

4. In talrijke landen van de EU zijn betalingsbevelprocedures bekend. Er worden twee types van procedures onderscheiden: het model dat de "procedure met bewijs" wordt genoemd en dat wordt gekenmerkt door het feit dat de eiser een schriftelijk bewijsstuk moet overleggen waaruit de gegrondheid van de betrokken vordering blijkt, die door een rechter wordt onderzocht; en het model van het type "zonder bewijs", dat wordt gekenmerkt door het volledig ontbreken van een onderzoek naar de gegrondheid van de vordering door de rechter. Bij het type "zonder bewijs" geeft de rechter, als een verzoek ontvankelijk is en voldoet aan de minimale vormvereisten, een betalingsbevel zonder dat een bewijsstuk van de vordering dient te worden overgelegd.

5. Afhankelijk van het model beschikt de gedaagde hetzij over één mogelijkheid dan wel over twee mogelijkheden om de vordering te bestrijden: één in de meeste landen die behoren tot de school "met bewijs", twee in de meeste landen die het model "zonder bewijs" toepassen.

Toepassingsgebied van het instrument

6. Wat de vorderingen (geldvorderingen of bevelen tot het verrichten van een bepaalde handeling) betreft, stelt de Commissie voor het bevel te beperken tot een verplichting tot betaling, aangezien de overgrote meerderheid van de burgerlijke geschillen betrekking heeft op vorderingen tot betaling. Voorts is ook de vraag gerezen of de procedure slechts voor vorderingen tot een bepaald maximumbedrag moet openstaan.

Inhoud en vorm van een verzoek om een betalingsbevel en schriftelijke bewijsstukken

7. De Commissie heeft een voorstel geformuleerd voor een lijst met gegevens die in een verzoek om afgifte van een Europees betalingsbevel moeten worden opgenomen. Of een schriftelijk bewijs van de vordering moet worden verstrekt, hangt volledig af van de gekozen procedure, d.w.z. van het feit of is gekozen voor een procedure "met bewijs" of een procedure "zonder bewijs".

8. Het geautomatiseerde beheer van de verzoeken impliceert dat gebruik zou moeten worden gemaakt van een standaardformulier. Tegelijk zou de betalingsbevelprocedure eveneens moeten worden geautomatiseerd, voor zover dat mogelijk is. De communicatie tussen het gerecht en de partijen zou, zo mogelijk, langs elektronische weg mogelijk moeten zijn.

Onderzoek van de vordering en standaardisering van de beslissing

9. De bepaling van de persoon die belast is met het onderzoek van de inhoud van de vordering hangt eveneens samen met de keuze van het model (de rechter in het model "met bewijs", maar niet noodzakelijk in dat "zonder bewijs").

10. Wat de vormvereisten betreft, zij opgemerkt dat terwijl een standaardformulier voor de vordering de toegang tot de rechtspraak zou vergemakkelijken, een gestandaardiseerde beslissing de tenuitvoerlegging ervan in een andere lidstaat dan die waar het betalingsbevel is gegeven eenvoudiger zou maken.

Aan de gedaagde te verstrekken informatie over zijn rechten en verplichtingen

11. Ten minste de volgende basiselementen zouden aan de gedaagden moeten worden medegedeeld om het dezen mogelijk te maken te beslissen of zij de vordering al dan niet willen betwisten:

  • de mogelijkheid tot verzet, alsook de uiterste termijn en de vormvereisten voor het aantekenen van dat verzet;
  • de uitvoerbaarheid van het betalingsbevel indien de vordering niet binnen de gestelde termijn wordt betwist.

Betwisting en kracht van gewijsde

12. Teneinde een zorgvuldige voorbereiding en stroomlijning van de daaropvolgende gewone procedure mogelijk te maken, wordt in het groenboek de kwestie van een uniforme termijn voor het betwisten van de vordering aan de orde gesteld. Indien de gedaagde de vordering binnen de gestelde termijn betwist, wordt het betalingsbevel niet uitvoerbaar. Ingeval hij de vordering niet betwist, kan een fundamenteel verschil worden vastgesteld tussen de verschillende soorten procedures inzake betalingsbevelen naargelang zij uit één dan wel uit twee stappen bestaan, d.w.z. één of twee mogelijkheden bieden om de vordering te betwisten.

13. Het betalingsbevel zou in kracht van gewijsde kunnen gaan wanneer de gedaagde de termijn voor het betwisten van de vordering laat verstrijken, zoals dat het geval is in de meeste lidstaten die deze procedure toepassen.

PROCESVOERING OVER GERINGE VORDERINGEN

14. Er bestaan niet in alle landen van de Unie vereenvoudigde procedures voor geringe vorderingen. Bij gebrek aan een procedure die is aangepast aan het met het geschil gemoeide gedrag, staan de kosten voor het verkrijgen van een beslissing van de rechter betreffende deze vorderingen vaak niet in verhouding tot het gevorderde geldbedrag. Dit probleem doet zich in het bijzonder voor bij grensoverschrijdende geschillen, waarvoor een beroep moet worden gedaan op de diensten van twee advocaten en er sprake is van extra vertaal- en vertolkingskosten en van reiskosten. De procedures moeten derhalve worden gestroomlijnd en de kosten moeten worden beperkt om het de burgers en ondernemingen mogelijk te maken hun rechten uit te oefenen.

Toepassingsgebied

15. Het lijkt noodzakelijk een kwantitatieve drempel vast te stellen (op basis van de waarde van de vordering) onder welke een vordering als "gering" wordt beschouwd.

16. Bij de vraag of de procedure verplicht of facultatief moet zijn, wordt er in het groenboek met nadruk op gewezen dat een verplichte procedure zou betekenen dat het toepassingsgebied wordt verruimd, vooral indien de procedure niet alleen zou openstaan voor zaken met grensoverschrijdende aspecten. Tegelijk wordt voorgesteld de rechter te laten beslissen of naar een gewone procedure moet worden overgestapt.

Vereenvoudiging van procedurevoorschriften

17. Teneinde de procedure inzake geringe vorderingen zoveel mogelijk te vereenvoudigen, worden in het Groenboek de volgende mogelijkheden overwogen:

  • de invoering van meertalige standaardformulieren, die bepaalde essentiële gegevens bevatten (bv. naam en adres van de partijen en de rechtbank; de vordering, met een korte beschrijving van de feiten; datum en handtekening);
  • de mogelijkheid de procedure via een mondeling verzoek in te leiden;
  • het recht zich te laten vertegenwoordigen door een andere persoon dan een advocaat, dan wel zich niet te laten vertegenwoordigen;
  • de invoering van soepeler regels inzake bewijsverkrijging, of de beperking van de toegestane bewijsmiddelen;
  • invoering van de mogelijkheid van een zuiver schriftelijke procedure;
  • versoepeling van de regels betreffende de inhoud van het vonnis;
  • uitsluiting of beperking van de mogelijkheid rechtsmiddelen in te stellen.

Reacties op het groenboek

18. De Commissie heeft zeer veel reacties op het groenboek ontvangen. Het ging om bijdragen uit vrijwel alle lidstaten en van verschillende belangengroepen en beroepsverenigingen (met name van juridische beroepen). Een discussiedocument (DE)(EN)(FR) [PDF] weerspiegelt de algemene tendensen die in de reacties met betrekking tot de meest relevante vragen over de fundamentele aspecten van de toekomstige communautaire regeling voor geringe vorderingen naar voren kwamen.

Achtergrond

19. Volgens artikel 61, onder c) en artikel 65 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, neemt de Gemeenschap maatregelen op het gebied van de justitiële samenwerking in burgerlijke zaken met grensoverschrijdende gevolgen.

20. In punt 38 van de conclusies van de Europese Raad van Tampere van 1999 worden betalingsbevelen genoemd als een van de elementen die een vlotte justitiële samenwerking en een verbeterde toegang tot de rechter in de hand werken. In de punten 30 en 31 van genoemde conclusies wordt ertoe opgeroepen de grensoverschrijdende procesvoering over geringe consumentenvorderingen en commerciële vorderingen te vereenvoudigen en te versnellen.

GERELATEERDE BESLUITEN

Voorstel van 15 maart 2005 voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een Europese procedure voor geringe vorderingen [COM(2005) 87 def. - Niet in het Publicatieblad verschenen]. Naar aanleiding van het onderhavige groenboek stelde de Europese Commissie op 15 maart 2005 een voorstel voor een verordening vast tot invoering van een Europese procedure voor geringe vorderingen. Het voorstel voor een verordening is van toepassing in burgerlijke en handelszaken wanneer de totale waarde van een pecuniaire of niet-pecuniaire vordering, exclusief rente, kosten en uitgaven, niet meer dan 2000 EUR bedraagt op het moment waarop de procedure werd gestart.

Goedkeuring: medebeslissingsprocedure COD/2005/0020

De Raad heeft op 13 juni 2007 een gemeenschappelijk standpunt (EN)(FR) inzake dit voorstel voor een verordening aangenomen.

Gewijzigd voorstel van 7 februari 2006 voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot invoering van een Europese betalingsbevelprocedure [COM(2006) 57 def. - Niet in het Publicatieblad verschenen]. Op 19 maart 2004 heeft de Commissie een voorstel voor een verordening aangenomen tot invoering van een Europese betalingsbevelprocedure [COM(2004) 173 def.]. Dit gewijzigde voorstel past het oorspronkelijke voorstel aan om rekening te houden met de door het Europees Parlement aangenomen amendementen. Deze ontwerpverordening heeft ten doel:

  • de procesvoering in grensoverschrijdende zaken met betrekking tot niet-betwiste geldvorderingen te vereenvoudigen, te versnellen en goedkoper te maken;
  • het vrije verkeer van Europese betalingsbevelen tussen alle lidstaten te bewerkstelligen door minimumnormen vast te stellen waarvan de eerbiediging tot gevolg heeft dat in de lidstaat van tenuitvoerlegging geen intermediaire procedure hoeft te worden ingeleid voorafgaand aan de erkenning en tenuitvoerlegging.

Goedkeuring: medebeslissingsprocedure COD/2004/0055

Op 11 december 2006 heeft de Raad in tweede lezing zijn goedkeuring gehecht aan het voorstel voor een verordening tot invoering van een Europese betalingsbevelprocedure. Verordening (EG) nr. 1896/2006 tot invoering van een Europese betalingsbevelprocedure [Publicatieblad L 399 van 30.12.2006] is van toepassing vanaf 12 december 2008, met uitzondering van sommige artikelen die vanaf 12 juni 2008 van toepassing zijn.

See also

Nadere inlichtingen kunt u vinden op de website van de Europese Commissie, Directoraat-generaal (DG) Justitie, Vrijheid en Veiligheid:

Laatste wijziging: 13.06.2007

Top