EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Systeem ter bescherming van de euro tegen valsemunterij

 

SAMENVATTING VAN:

Verordening (EG) nr. 1338/2001 — bescherming van de euro tegen valsemunterij

WAT IS HET DOEL VAN DE VERORDENING?

Deze verordening voert een systeem in waarmee lidstaten van de Europese Unie (EU) in staat gesteld worden om onderling, met de Europese Centrale Bank (ECB), met de Europese Commissie, met het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en met niet-EU-landen gegevens over valse eurobankbiljetten en -munten te verzamelen en uit te wisselen, indien van toepassing.

KERNPUNTEN

Toepassingsgebied

Verordening (EG) nr. 1339/2001 van de Raad breidt het toepassingsgebied van de verordening uit tot lidstaten die niet tot de eurozone behoren.

Hoofdlijnen van het systeem ter bescherming van de euro

  • Technische gegevens over valse eurobiljetten en -munten worden door de autoriteiten van lidstaten (met name nationale centrale banken) systematisch aan de ECB doorgegeven; de ECB is verantwoordelijk voor de opslag en verwerking ervan.
  • Autoriteiten van lidstaten moeten toestaan dat bankbiljetten waarvan wordt vermoed dat zij vals zijn door hun nationaal analysecentrum worden onderzocht en dat munten waarvan wordt vermoed dat zij vals zijn door het nationaal analysecentrum voor munten worden onderzocht. Deze instanties moeten elk nieuw type verdachte bankbiljetten doen toekomen aan de ECB en elk nieuw type verdachte munten aan het Europees Technisch en Wetenschappelijk Centrum (ETWC).
  • Kredietinstellingen, andere betalingsdienstaanbieders en andere instellingen die deelnemen aan de verwerking en verstrekking aan het publiek van bankbiljetten en muntstukken hebben bepaalde verplichtingen. Lidstaten moeten voorzien in doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties jegens instellingen die hun verplichtingen niet nakomen.
  • Samenwerking (o.a. via het Periclesprogramma, ingevoerd krachtens Verordening (EU) 2021/840) vindt plaats tussen de relevante autoriteiten van lidstaten (met name de nationale centrale bureaus die opgericht zijn krachtens het Internationale Verdrag ter bestrijding van de valsemunterij), de ECB, de Commissie en Europol.
  • De informatie over gevallen van valsemunterij met de euro wordt op nationaal niveau gecentraliseerd en aan Europol doorgegeven.
  • Het systeem omvat ook samenwerking met niet-EU-landen en internationale organisaties, zoals de Internationale Criminele Politieorganisatie (Interpol).

Lidstaten moeten een lijst van autoriteiten die zij aanwijzen als zijnde bevoegd om valse bankbiljetten en munten te identificeren, doen toekomen aan de Commissie en de ECB.

De Commissie heeft de Deskundigengroep eurovalsemunterij opgericht voor de volgende doeleinden:

  • helpen bij het opstellen van voorstellen voor rechtshandelingen of beleidsinitiatieven met betrekking tot de vervalsing van bankbiljetten en munten;
  • nauw samenwerken met de Commissie, lidstaten, het ETWC, de ECB en Europol;
  • informatie uitwisselen en goede praktijken opstellen inzake het voorkomen en bestrijden van valsemunterij, en de gevolgen ervan analyseren;
  • de Commissie adviseren inzake de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1338/2001 en het Periclesprogramma.

VANAF WANNEER IS DE VERORDENING VAN TOEPASSING?

Het besluit is sinds 1 januari 2002 van toepassing. Ze was evenwel van toepassing vanaf 4 juli 2001 voor bankbiljetten en munten die nog niet uitgegeven waren, maar waarvan het de bedoeling was ze uit te geven.

ACHTERGROND

Verordening (EG) nr. 1338/2001, die voorafgaande aan de invoering van de euro in 2002 werd aangenomen, is bedoeld ter bescherming van eurobankbiljetten en -munten tegen valsemunterij.

De verordening vormt een aanvulling op een reeks eerder genomen besluiten:

  • oprichting van nationale analysecentra en nationale centra voor de analyse van muntstukken;
  • oprichting van het analysecentrum voor nagemaakte bankbiljetten;
  • de verzameling van technische gegevens over vervalsing van de euro door de ECB en door het Europees Technisch en Wetenschappelijk Centrum dat verantwoordelijk is voor de analyse van euromunten;
  • invoering van strafrechtelijke sancties ter bescherming van de euro tegen valsemunterij.

Zie voor meer informatie:

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Verordening (EG) nr. 1338/2001 van de Raad van 28 juni 2001 tot vaststelling van maatregelen die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij (PB L 181 van 4.7.2001, blz. 6-10).

Achtereenvolgende wijzigingen aan Verordening (EG) nr. 1338/2001 zijn opgenomen in het oorspronkelijke document. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Verordening (EU) nr. 2021/840 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2021 tot vaststelling van een programma inzake uitwisselingen, bijstand en opleiding voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij voor de periode 2021-2027 (het ““Pericles IV””-programma) en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 331/2014 (PB L 186 van 27.5.2021, blz. 1-11).

Besluit van de Commissie van 12 februari 2016 tot oprichting van de deskundigengroep eurovalsemunterij (PB C 58 van 13.2.2016, blz. 5-7).

Overeenkomst tussen de Europese Politiedienst (Europol) en de Europese Centrale Bank (ECB) (PB C 123 van 17.4.2015, blz. 1-5).

Richtlijn 2014/62/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de strafrechtelijke bescherming van de euro en andere munten tegen valsemunterij en ter vervanging van Kaderbesluit 2000/383/JBZ van de Raad (PB L 151 van 21.5.2014, blz. 1-8).

Besluit 2013/211/EU van de Europese Centrale Bank van 19 april 2013 betreffende de denominaties, specificaties, reproductie, vervanging en het uit circulatie nemen van eurobankbiljetten (herschikking) (ECB/2013/10) (PB L 118 van 30.4.2013, blz. 37-42).

Zie de geconsolideerde versie.

Besluit 2010/597/EU van de Europese Centrale Bank van 16 september 2010 inzake echtheids- en geschiktheidscontroles en het opnieuw in omloop brengen van eurobankbiljetten (ECB/2010/14) (PB L 267 van 9.10.2010, blz. 1-20).

Zie de geconsolideerde versie.

Verordening (EU) nr. 1210/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2010 betreffende de echtheidscontrole van euromunten en de behandeling van euromunten die ongeschikt zijn voor circulatie (PB L 339 van 22.12.2010, blz. 1-5).

Beschikking 2003/861/EG van de Raad van 8 december 2003 betreffende de analyse van valse euromunten en de samenwerking terzake (PB L 325, 12.12.2003, blz. 44).

Verordening (EG) nr. 1339/2001 van de Raad van 28 juni 2001 houdende uitbreiding van de werking van Verordening (EG) nr. 1338/2001 tot vaststelling van maatregelen die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij, tot de lidstaten die de euro niet als munteenheid hebben aangenomen (PB L 181 van 4.7.2001, blz. 11).

Zie de geconsolideerde versie.

Besluit 2001/887/JBZ van de Raad van 6 december 2001 inzake de bescherming van de euro tegen valsemunterij (PB L 329 van 14.12.2001, blz. 1-2).

Besluit 2001/912/EG van de Europese Centrale Bank van 8 november 2001 betreffende bepaalde voorwaarden met betrekking tot toegang tot het Volgsysteem voor Valsemunterij (VSV) (ECB/2001/11) (PB L 337 van 20.12.2001, blz. 49-51).

Laatste bijwerking 15.02.2023

Top