EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Insolventieprocedures

Deze wet geeft de gemeenschappelijke regels voor grensoverschrijdende insolventieprocedures in de lidstaten van de Europese Unie (EU), met uitzondering van Denemarken. Hiermee wordt getracht schuldenaren ervan te weerhouden geschillen of goederen van het ene land naar het andere over te brengen om hun rechtspositie te verbeteren.

BESLUIT

Verordening (EG) nr. 1346/2000 van de Raad van 29 mei 2000 betreffende insolventieprocedures.

SAMENVATTING

Deze wet voorziet in een samenhangend stelsel van wettelijke voorschriften om transnationale insolventieprocedures te regelen voor bedrijven, koopmannen en particulieren. Het maakt gecoördineerde maatregelen mogelijk met betrekking tot het vermogen van een insolvente schuldenaar in een ander EU-land. Deze regels hebben betrekking op:

  • de rechter die bevoegd is om insolventieprocedures te openen;
  • het toepasselijke recht;
  • de erkenning van rechterlijke beslissingen in gevallen van insolventie;
  • de rechtsverhoudingen tussen de verschillende insolventieprocedures die tegen dezelfde schuldenaar geopend zijn; en
  • de indiening van vorderingen door buitenlandse schuldeisers.

Toepassingsgebied

De wet is van toepassing op collectieve insolventieprocedures waarbij schuldenaars het beheer en de beschikking over hun vermogen geheel of ten dele verliezen en waarbij een curator aangewezen wordt. De betreffende nationale procedures staan vermeld in de bijlage van de wet.

Het is niet van toepassing op procedures met betrekking tot verzekeringsondernemingen en kredietinstellingen, beleggingsondernemingen die diensten verrichten welke het houden van geld of effecten van derden behelzen, en instellingen voor collectieve belegging.

Hoofd- en secundaire procedures

Rechtbanken in het EU-land waar de schuldenaar zijn/haar centrum van de voornaamste belangen heeft (d.w.z. waar de zetel van het bedrijf is gevestigd, zolang het tegendeel niet is bewezen) hebben de bevoegdheid om een hoofdprocedure te openen. Deze procedure heeft een wereldwijd bereik en is ontworpen om het wereldwijde vermogen van een schuldenaar te dekken en om van belang te zijn voor de schuldeisers, waar deze zich ook mogen bevinden.

Naast de hoofdprocedure mogen rechters in andere EU-landen een secundaire procedure openen indien de schuldenaar economische activiteiten op zijn grondgebied heeft, maar dit is beperkt tot het vermogen van de schuldenaar dat zich op dat grondgebied bevindt.

Om ervoor te zorgen dat de boedel van de schuldenaar effectief beheerd wordt, eist de wet dat de hoofd- en secundaire procedure gecoördineerd worden. De curatoren die voor elk hiervan aangewezen zijn, zijn verplicht om nauw samen te werken, met name door het delen van informatie. De curator van de hoofdprocedure kan ook ingrijpen in de secundaire procedures, bijvoorbeeld om een herstelplan voor te stellen of om opschorting van de verkoop van activa te verzoeken.

Toepasselijk recht

Als algemene regel geldt dat de wet van het EU-land waarin de insolventieprocedure wordt geopend van toepassing is. Deze regel geldt zowel voor de hoofd- als de secundaire procedure.

De wet van het EU-land waar de procedures worden geopend, bepaalt in het bijzonder:

  • de voorwaarden voor het openen, het verloop en het beëindigen;
  • de definitie van schuldenaars en vermogen, de respectieve bevoegdheden van de schuldenaar en de curator, de gevolgen van de procedure op contracten, individuele schuldeisers, vorderingen, enz.

Uitzonderingen

Er zijn voorschriften die zorgen voor de zekerheidsrechten van derden met betrekking tot het materiële en immateriële vermogen van de schuldenaar en het recht van een verkoper op basis van eigendomsvoorbehoud, zodanig dat de rechten niet worden aangetast door het openen van de procedure als het vermogen zich in een ander land bevindt dan waar de insolventieprocedure is geopend.

Rechten op onroerende goederen worden uitsluitend geregeld door de wetgeving van het EU-land waar het onroerend goed zich bevindt. Ook de rechten van de curator om arbeidsovereenkomsten te beëindigen, het recht van de schuldeiser om om een verrekening te verzoeken, rechten en verplichtingen van partijen aan een betalingssysteem of een financiële markt worden enkel geregeld door de wetgeving van het EU-land dat daarop van toepassing is.

Erkenning van een insolventieprocedure

Als een rechter van een EU-land een insolventieprocedure besluit te openen, eist de wet dat dit besluit in alle andere EU-landen wordt erkend.

De wet zorgt er ook voor dat beslissingen die nauw verbonden zijn met insolventieprocedures, zoals activiteiten die nadelige handelingen (d.w.z. handelingen die schadelijk zijn voor schuldeisers) tegengaan, erkend worden in het andere land.

De gevolgen van deze beslissingen zijn voorzien in de wetgeving van het land waar de procedure wordt geopend. Erkenning kan alleen geweigerd worden indien de gevolgen tegenstrijdig zijn met de openbare orde van dat land.

Het indienen van vorderingen

De wet geeft iedere schuldeiser die woonachtig is in een EU-land het recht om hun vorderingen in te dienen in een insolventieprocedure die in een ander EU-land geopend is.

Dit recht geldt ook voor de belastingdienst en de sociale verzekeringsinstellingen. Wanneer er verschillende procedures zijn geopend in verhouding tot het vermogen van de schuldenaar eist de wet dat de uitdeling van de opbrengst gecoördineerd wordt tussen de verschillende procedures om ervoor te zorgen dat alle schuldeisers gelijke behandeling krijgen.

REFERENTIES

Besluit

Datum van inwerkingtreding

Uiterste datum voor omzetting in nationaal recht

Publicatieblad van de Europese Unie

Verordening (EG) nr. 1346/2000

31.5.2002

-

PB L 160 van 30.6.2000, blz. 1-18

Achtereenvolgende wijzigingen en correcties aan Verordening (EG) nr. 1346/2000 werden in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie dient alleen voor referentiedoeleinden.

GERELATEERDE BESLUITEN

Aanbeveling 2014/135/EU van de Commissie van 12 maart 2014 inzake een nieuwe aanpak van faillissement en insolventie (PB L 74 van 14.3.2014, blz. 65-70).

Deze aanbeveling bevat een reeks beginselen voor de nationale insolventieprocedures voor ondernemingen in financiële moeilijkheden. De nadruk ligt op het stimuleren van levensvatbare bedrijven om in een vroeg stadium te hervormen om faillissement te voorkomen. De Commissie is van oordeel dat hervorming van nationaal faillissementsrecht kan helpen om gezonde ondernemingen in leven te houden en daarmee werkgelegenheid te behouden en tegelijkertijd het milieu voor de schuldeisers te verbeteren die zo een groter deel van hun investering kunnen terugverdienen dan wanneer de schuldenaar failliet zou zijn gegaan.

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad en het Europees Economisch en Sociaal Comité: Een nieuwe Europese aanpak van faillissement en insolventie (COM(2012) 742 final van 12.12.2012).

Laatste wijziging: 02.09.2014

Top