EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Oneerlijke handelspraktijken

 

SAMENVATTING VAN:

Richtlijn 2005/29/EG betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten

WAT IS HET DOEL VAN DE RICHTLIJN?

  • Richtlijn 2005/29/EG:
    • definieert de oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten die in de Europese Unie (EU) verboden zijn;
    • is van toepassing op elke handeling en omissie die rechtstreeks verband houdt met de verkoopbevordering, verkoop of levering van een product* door een handelaar aan consumenten* ter bescherming van de economische belangen van consumenten vóór, gedurende en na een commerciële transactie;
    • verzekert eenzelfde niveau van bescherming voor alle consumenten, ongeacht de locatie van aankoop of verkoop in de EU.
  • Richtlijn (EU) 2019/2161 wijzigt Richtlijn 2005/29/EG met het oog op een betere handhaving en modernisering van de EU-voorschriften inzake consumentenbescherming, en pakt daarbij nieuwe ontwikkelingen op de markt aan, met name onlinemarketing.

KERNPUNTEN

  • Oneerlijke handelspraktijken zijn praktijken die:
    • niet overeenkomen met de vereisten van professionele toewijding*; en
    • het koopgedrag van de gemiddelde consument wezenlijk kunnen verstoren.
  • Bepaalde consumenten genieten een hoger beschermingsniveau door hun kwetsbaarheid voor de praktijk of het product, omwille van hun leeftijd (kinderen en ouderen), hun naïviteit of hun geestelijke of lichamelijke beperking.
  • In Richtlijn 2005/29/EG wordt onderscheid gemaakt tussen twee categorieën handelspraktijken die oneerlijk zijn indien zij de gemiddelde consument ertoe brengen een aankoopbeslissing te nemen die hij anders niet had genomen: misleidende handelspraktijken (door een handeling of een omissie) en agressieve handelspraktijken.
  • Voorts bevat bijlage I bij Richtlijn 2005/29/EG een lijst van praktijken die in alle omstandigheden verboden zijn (een “zwarte lijst”).

Misleidende commerciële handelspraktijken

Misleidende handelingen

Een handelspraktijk is misleidend indien foute of op onwaarheden berustende informatie wordt verstrekt of indien de informatie, hoewel feitelijk juist, de gemiddelde consument misleidt en waardoor de consument een aankoopbeslissing neemt die hij anders niet had genomen. Voorbeelden van zulke handelingen omvatten foute of misleidende informatie met betrekking tot:

  • het bestaan of de aard van het product;
  • de voornaamste kenmerken van het product (beschikbaarheid, voordelen, risico’s, samenstelling, geografische oorsprong, van het gebruik te verwachten resultaten enz.);
  • de reikwijdte van de verplichtingen van de handelaar (met gedragscodes waaraan de handelaar zich heeft gebonden);
  • de prijs of het bestaan van een specifiek prijsvoordeel;
  • de noodzaak van een dienst of reparatie.

In Wijzigingsrichtlijn (EU) 2019/2161 wordt een specifieke regel ingevoerd om de misleidende marketing van goederen als zijnde identiek terwijl de samenstelling ervan in werkelijkheid aanzienlijk verschilt van lidstaat tot lidstaat (dit wordt vaak de “tweevoudige kwaliteit” van goederen genoemd), aan te pakken.

Misleidende omissies

  • Een handeling is ook misleidend als essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerde aankoopbeslissing te nemen, wordt weggelaten of op onduidelijke, onbegrijpelijke, dubbelzinnige wijze dan wel laattijdig wordt verstrekt, waardoor de gemiddelde consument ertoe kan worden gebracht een aankoopbeslissing te nemen die hij anders niet had genomen.
  • Richtlijn 2005/29/EG voorziet in een algemene lijst van informatie die als essentieel moet worden beschouwd, zoals de prijs en de belangrijkste kenmerken van het product. Wijzigingsrichtlijn (EU) 2019/2161 bevat aanvullende eisen voor de onlineverkoop, zoals: verplichtingen voor onlinemarktplaatsen* om consumenten op de hoogte te brengen van de belangrijkste criteria voor het bepalen van de rangschikking* van de aanbiedingen in reactie op een zoekopdracht, en de verplichting om mee te delen of en op welke wijze de echtheid van consumentenbeoordelingen wordt gecontroleerd.

Agressieve handelspraktijken

  • Aankoopbeslissingen moeten door de consument in volledige keuzevrijheid worden genomen. Een praktijk is agressief en oneerlijk wanneer intimidatie, dwang of ongepaste beïnvloeding* een aanzienlijke invloed heeft op de keuzevrijheid van de gemiddelde consument en hij hierdoor een aankoopbeslissing neemt die hij anders niet zou hebben genomen.
  • Er moet met verschillende elementen rekening worden gehouden om te bepalen of een handelspraktijk al dan niet als agressief wordt beschouwd. Dit zijn onder andere:
    • de aard, de plaats en de duur van de praktijk;
    • het mogelijke gebruik van dreigende taal of gedragingen;
    • het uitbuiten door de handelaar van bepaalde omstandigheden van een dusdanige ernst (d.w.z. dood of ernstige ziekte) om het beoordelingsvermogen van de consument te beperken om het besluit van de consument met betrekking tot het product te beïnvloeden;
    • bovenmatige niet-contractuele voorwaarden ten aanzien van rechten die de consument uit hoofde van het contract wil uitoefenen (waaronder het recht om het contract te beëindigen of te wijzigen).
  • Bijlage I bij Richtlijn 2005/29/EG bevat een lijst van 35 handelspraktijken die in alle omstandigheden als oneerlijk worden beschouwd.

Praktijken die in alle omstandigheden verboden zijn (“zwarte lijst”)

  • Richtlijn 2005/29/EG bevat een lijst van handelspraktijken die in alle omstandigheden verboden zijn. Bij Wijzigingsrichtlijn (EU) 2019/2161 zijn er aan de lijst verscheidene praktijken toegevoegd, waarbij een verbod wordt ingesteld op het plaatsen van valse consumentenbeoordelingen, verborgen reclame in zoekresultaten en het doorverkopen van tickets die de handelaar heeft verkregen door gebruik te maken van geautomatiseerde middelen (bekend als bots).

Verhaal en sancties

  • Met Wijzigingsrichtlijn (EU) 2019/2161 wordt een vereiste voor lidstaten toegevoegd om ervoor te zorgen dat consumenten over het recht op individuele remedies beschikken (bijvoorbeeld vergoeding, prijsvermindering enz.) wanneer zij schade hebben geleden door oneerlijke handelspraktijken.
  • EU-lidstaten moeten doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties invoeren om handelaren te straffen die de nationale regels wat betreft oneerlijke handelspraktijken overtreden.
  • Wijzigingsrichtlijn (EU) 2019/2161 bevat criteria die moeten worden toegepast bij het opleggen van sancties. Deze richtlijn schrijft voor dat lidstaten voorzien in geldboeten van ten minste 4 % van de jaaromzet van de handelaar of 2 miljoen euro als er geen informatie over de omzet beschikbaar is in gevallen waarin nationale autoriteiten van meerdere landen samenwerken inzake grote grensoverschrijdende overtredingen die gevolgen hebben voor de consumenten in meerdere lidstaten.

Document met richtsnoeren

In 2021 heeft de Europese Commissie bijgewerkte richtsnoeren uitgegeven betreffende de uitvoering en toepassing van Richtlijn 2005/29/EG. Deze richtsnoeren bevatten de belangrijkste concepten en regels, en praktische voorbeelden uit de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie en van nationale rechtbanken en overheden om de handhaving te vereenvoudigen voor nationale autoriteiten en meer juridische zekerheid voor handelaren te garanderen. Deze richtsnoeren hebben betrekking op de wijzigingen die zijn ingevoerd bij Richtlijn (EU) 2019/2161.

VANAF WANNEER IS DE RICHTLIJN VAN TOEPASSING?

  • De lidstaten moesten Richtlijn 2005/29/EG uiterlijk 12 juni 2007 omzetten in nationaal recht. De lidstaten moesten de regels van de richtlijn uiterlijk 12 december 2007 toepassen.
  • Wijzigingsrichtlijn (EU) 2019/2161 moest vóór 28 november 2021 in de lidstaten worden omgezet in nationale wetgeving. De lidstaten moesten de regels van de richtlijn vanaf 28 mei 2022 toepassen.

ACHTERGROND

Zie voor meer informatie:

KERNBEGRIPPEN

Product. Elk goed of elke dienst, met inbegrip van onroerende goederen, digitale diensten en digitale inhoud.
Consument. Een persoon die de handelspraktijken verricht die onder Richtlijn 2005/29/EG vallen en die buiten zijn bedrijfs- of beroepsactiviteit vallen.
Professionele toewijding. Het normale niveau van bijzondere vakkundigheid en zorgvuldigheid dat redelijkerwijs van een handelaar ten aanzien van consumenten mag worden verwacht, overeenkomstig eerlijke marktpraktijken en/of het algemene beginsel van goede trouw in de sector van de handelaar.
Onlinemarktplaats. Een dienst die gebruikmaakt van door of namens een handelaar beheerde software – waaronder een website, een deel van een website of applicatie – waarmee consumenten in staat worden gesteld op afstand overeenkomsten te sluiten met andere handelaren of consumenten.
Rangschikking. Het relatieve belang dat wordt gegeven aan producten zoals gepresenteerd, georganiseerd of meegedeeld door de handelaar, ongeacht de voor die presentatie, organisatie of mededeling gebruikte technologische middelen.
Ongepaste beïnvloeding. Het uitbuiten van een machtspositie ten aanzien van de consument om, zelfs zonder gebruik van of dreiging met fysiek geweld, pressie uit te oefenen op een wijze die het vermogen van de consument om een geïnformeerd besluit te nemen, aanzienlijk beperkt.

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Richtlijn 2005/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2005 betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten op de interne markt en tot wijziging van Richtlijn 84/450/EEG van de Raad, Richtlijnen 97/7/EG, 98/27/EG en 2002/65/EG van het Europees Parlement en de Raad en van Verordening (EG) nr. 2006/2004 van het Europees Parlement en de Raad (“Richtlijn oneerlijke handelspraktijken”) (PB L 149 van11.6.2005, blz. 22-39)

Achtereenvolgende wijzigingen aan Richtlijn 2005/29/EG werden in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad en het Europees Economisch en Sociaal Comité – Een “new deal” voor consumenten (COM(2018) 183 final van 11.4.2018)

Verordening (EU) 2017/2394 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 betreffende samenwerking tussen de nationale autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2006/2004 (PB L 345 van 27.12.2017, blz. 1-26)

Zie de geconsolideerde versie.

Mededeling van de Commissie – Richtsnoeren met betrekking tot de uitlegging en toepassing van Richtlijn 2005/29/EC van het Europees Parlement en de Raad betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten op de interne markt (PB C 526 van 29.12.2021, blz. 1-129)

Laatste bijwerking 28.05.2022

Top