EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Het gebruik van zuiveringsslib in de landbouw

 

SAMENVATTING VAN:

Richtlijn 86/278/EEG betreffende de bescherming van het milieu, in het bijzonder de bodem, bij het gebruik van zuiveringsslib in de landbouw

WAT IS HET DOEL VAN DE RICHTLIJN?

  • In deze richtlijn worden voorschriften vastgesteld voor het gebruik van zuiveringsslib* als meststof door boeren, zodat nadelige gevolgen voor het milieu en de volksgezondheid worden voorkomen, waarbij rekening wordt gehouden met de voedingsbehoeften van de planten en de kwaliteit van de bodem en het oppervlaktewater en grondwater niet wordt aangetast.
  • Daartoe worden grenswaarden vastgesteld voor de toegestane concentratie in de bodem van zeven zware metalen die giftig kunnen zijn voor planten en mensen:
    • cadmium
    • koper
    • nikkel
    • lood
    • zink
    • kwik
    • chroom.
  • De richtlijn bevat een verbod op het gebruik van zuiveringsslib dat leidt tot concentraties van deze zware metalen in de bodem die deze grenswaarden overschrijden.
  • In 2018 is de richtlijn gewijzigd bij Besluit (EU) 2018/853 wat betreft de procedureregels voor rapportage op milieugebied.
  • In 2019 werd de richtlijn gewijzigd bij Verordening (EU) 2019/1010 die de verslagleggingsverplichtingen in de milieuwetgeving op elkaar afstemt en stroomlijnt.

KERNPUNTEN

  • De specifieke grenswaarden worden vermeld in de bijlagen bij deze richtlijn:
    • Bijlage IA — zware metalen in de bodem;
    • Bijlage IB — zware metalen in slib;
    • Bijlage IC — maximale jaarlijkse hoeveelheden zware metalen die aan de bodem mogen worden toegevoegd.
  • Normaal gesproken moet slib worden behandeld* voordat het in de landbouw wordt gebruikt. Een EU-land kan het gebruik van niet-behandeld slib evenwel onder bepaalde voorwaarden toestaan indien het in de grond wordt geïnjecteerd of ondergeploegd.
  • In bepaalde omstandigheden mag er helemaal geen slib worden gebruikt in de landbouw:
    • op weideland dat zal worden begraasd door dieren of op voedergewassen die zullen worden geoogst, tenzij minimaal drie weken zijn verstreken,
    • op groente- en fruitaanplant gedurende de groeiperiode. Deze regel geldt niet voor fruitbomen,
    • op bodems welke bestemd zijn voor de teelt van groenten of vruchten die normaliter in rechtstreeks contact met de bodem staan en die normaliter rauw worden geconsumeerd. Dit verbod geldt gedurende een periode van 10 maanden voorafgaand aan de oogst en tijdens de oogst zelf.
  • De nationale autoriteiten zijn verantwoordelijk om ervoor te zorgen dat het gebruik van slib de wettelijke grenswaarden niet overschrijdt. Daartoe moeten ze monsters nemen van het slib en de bodem waarop het wordt gebruikt en die analyseren en registers bijhouden van:
    • de hoeveelheden geproduceerd en aan de landbouw geleverd slib;
    • de samenstelling en de eigenschappen van het slib;
    • de behandelingsmethode van het slib;
    • de gebruikers van het slib en de plaatsen waar het wordt gebruikt.
  • Na de vaststelling van Verordening (EU) 2019/1010 moeten de EU-landen vanaf 1 januari 2022 ook alle andere informatie over de omzetting en uitvoering van de richtlijn bijhouden, die zij aan de Europese Commissie doen toekomen. Zij moeten ook de in die registers vastgelegde informatie zo presenteren dat de digitale gegevens betrekking hebben op een specifieke locatie of een specifiek geografisch gebied.
  • De EU-landen moeten de Commissie elke drie jaar informatie verschaffen over de tenuitvoerlegging van deze richtlijn in de vorm van een sectoraal verslag dat ook andere toepasselijke richtlijnen bestrijkt, op basis van de vragenlijst uiteengezet in Beschikking 94/741/EG van de Commissie. Op grond van Besluit (EU) 2018/853 moeten deze sectorale verslagen worden opgesteld aan de hand van een vragenlijst of een door de Commissie in de vorm van een uitvoeringshandeling vastgesteld schema. Het verslag moet binnen negen maanden na afloop van de periode van drie jaar waarop het betrekking heeft, aan de Commissie worden toegezonden.
  • Verordening (EU) 2019/1010, waarvan de wijzigingen aan deze richtlijn van toepassing zijn vanaf 1 januari 2022, vereenvoudigt het verslagleggingsproces. Ook wordt getracht ervoor te zorgen dat de EU-landen transparanter zijn met betrekking tot de informatie die zij verstrekken en dat het publiek zo snel mogelijk toegang heeft tot deze informatie. De hierboven bedoelde gegevens moeten voor elk kalenderjaar binnen acht maanden na afloop van het betreffende kalenderjaar beschikbaar en gemakkelijk toegankelijk zijn voor het publiek, en moeten eveneens aan de Commissie worden voorgelegd.
  • De Commissie publiceert regelmatig een rapport over het gebruik van slib in de EU-landbouw, waarin ze de informatie samenbrengt die de verschillende landen over dit onderwerp hebben gerapporteerd.

VANAF WANNEER IS DE RICHTLIJN VAN TOEPASSING?

De richtlijn is sinds 18 juni 1986 van toepassing en moest voor 18 juni 1989 in de EU-landen zijn omgezet in nationale wetgeving.

ACHTERGROND

Voor meer informatie zie:

KERNBEGRIPPEN

Zuiveringsslib: slib afkomstig van zuiveringsinstallaties voor huishoudelijk of stedelijk afvalwater, sceptische tanks en gelijkaardige waterzuiveringsinstallaties.
Behandeld slib: slib dat is behandeld langs biologische, chemische of thermische weg, door langdurige opslag of volgens enig ander geschikt procedé, om de vergistbaarheid en de gezondheidsrisico’s van het gebruik ervan aanzienlijk te verminderen.

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Richtlijn 86/278/EEG van de Raad van 12 juni 1986 betreffende de bescherming van het milieu, in het bijzonder de bodem, bij het gebruik van zuiveringsslib in de landbouw (PB L 181 van 4.7.1986, blz. 6-12)

Achtereenvolgende wijzigingen aan Richtlijn 86/278/EEG werden in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Verordening (EU) 2019/1010 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende de onderlinge afstemming van de verslagleggingsverplichtingen op het gebied van de milieuwetgeving, en tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 166/2006 en (EU) nr. 995/2010 van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijnen 2002/49/EG, 2004/35/EG, 2007/2/EG, 2009/147/EG en 2010/63/EU van het Europees Parlement en de Raad, Verordeningen (EG) nr. 338/97 en (EG) nr. 2173/2005 van de Raad, en Richtlijn 86/278/EEG van de Raad (PB L 170 van 25.6.2019, blz. 115-127)

Laatste bijwerking 19.06.2020

Top