Uitstraling van lawaai door buitenshuis gebruikt materieel

 

SAMENVATTING VAN:

Richtlijn 2000/14/EG over geluidsemissie in het milieu door materieel voor gebruik buitenshuis

WAT IS HET DOEL VAN DE RICHTLIJN?

De richtlijn heeft als doel om:

• de beheersing te verbeteren van het lawaai dat wordt uitgestraald door 57 soorten buitenshuis gebruikt materieel (artikel 12 en 13, bijlage I), zoals:
  • compressoren;
  • graaflaadmachines;
  • verschillende soorten zagen;
  • mengmachines enzovoort.
• de goede werking van de interne markt van de EU te bevorderen;
• de gezondheid en het welzijn van burgers te verbeteren door het lawaai te verminderen dat wordt uitgestraald door materieel dat buitenshuis wordt gebruikt.

Met de richtlijn worden negen rechtsinstrumenten met betrekking tot de uitstraling van lawaai voor elk type bouwmaterieel en bouwmachines herroepen en vervangen, evenals Richtlijn 84/538/EEG over gazonmaaimachines.

KERNPUNTEN

Het doel van de richtlijn is viervoudig:

• het harmoniseren van de normen voor geluidsemissie;
• het harmoniseren van de procedures voor conformiteitsbeoordeling*;
• het harmoniseren van de markering over geluidsniveau;
• het verzamelen van gegevens over geluidsemissie.

Deze richtlijn is niet van toepassing op de volgende soorten materieel:

• niet-aangedreven hulpmiddelen (voor werktuigen) die afzonderlijk op de markt worden gebracht of in gebruik worden genomen* (met uitzondering van met de hand geleide betonbrekers en trilhamers);
• materieel dat bedoeld is voor het vervoer van goederen of personen over de weg, per spoor, door de lucht of over waterwegen;
• materieel dat is ontworpen en geconstrueerd voor politiedoeleinden en militaire doeleinden.

Het is de verantwoordelijkheid van de EU-landen om te controleren of de voorschriften uit de richtlijn worden toegepast. Bijlage V tot en met VIII bevatten de verschillende procedures voor conformiteitsbeoordeling die moeten worden gebruikt.

De fabrikant of de persoon die het materieel op de markt brengt of in gebruik neemt, moet er voor zorgen dat (artikel 4 en 8):

• deze een „EG-verklaring van conformiteit” heeft opgesteld waarin wordt aangegeven dat elk exemplaar van het materieel waarop de CE-markering is aangebracht, in overeenstemming is met de richtlijn;
• deze op elk exemplaar van het materieel een onuitwisbare, leesbare markering heeft aangebracht waarop het gewaarborgde geluidsvermogensniveau wordt vermeld.

Wanneer een EU-land vaststelt dat materieel niet aan deze voorwaarden voldoet, moet het het van de markt halen of het gebruik ervan verbieden.

Alle exemplaren van het materieel dat onder deze richtlijn valt, moeten worden voorzien van etiketten met daarop:

• de zichtbare, leesbare en onuitwisbare CE-markering, op elk exemplaar;
• informatie over het geluidsvermogensniveau LWA* in dB(A)* betrokken op 1 pW*.

Voor bepaalde soorten materieel werden de grenswaarden voor geluidsemissie in twee fasen ingevoerd, om bedrijven in staat te stellen zich aan te passen aan de nieuwe regelgeving. De grenswaarden voor geluidsemissie van fase 1 werden twee jaar na de inwerkingtreding van de richtlijn van kracht. In 2006 traden strengere grenswaarden in werking.

EU-landen kunnen aangemelde instanties instellen die verantwoordelijk zijn voor het toezicht houden op de grenswaarden voor geluidsemissie die van toepassing zijn op het materieel. Dit toezicht geldt zowel voor de ontwerpfase van het materieel als voor de productiefase ervan. Het is echter niet nodig om toezicht te houden op het ontwerp van materieel waarvoor alleen markering verplicht is.

Met het oog op het evalueren van de gevolgen van de richtlijn is een procedure opgesteld voor het verzamelen van gegevens over geluidsemissie. Deze informatie dient als basis voor klanten om materieel te kunnen kiezen dat minder lawaai maakt en voor het uitdenken van economische stimulansen en beloningen. Fabrikanten of hun gemachtigden zijn verplicht een kopie van de EG-verklaring van conformiteit voor het materieel dat ze op de markt brengen, toe te zenden aan de relevante autoriteiten van het EU-land, evenals aan de Europese Commissie.

De richtlijn bevat 24 artikelen en 10 bijlagen, waarin de volgende onderwerpen worden behandeld:

• definities van materieel;
• de EG-verklaring van overeenstemming;
• een methode voor het meten van door buitenshuis gebruikt materieel uitgestraald luchtgeluid;
• modellen voor de CE-markering van overeenstemming en de vermelding van het gewaarborgde geluidsvermogensniveau;
• interne productiecontrole;
• interne productiecontrole met beoordeling van de technische documentatie en periodieke controles;
• eenheidskeuring;
• volledige kwaliteitsborging;
• de minimumcriteria waar de EU-landen rekening mee moeten houden bij de aanmelding van instanties (de hierboven genoemde aangemelde instanties);
• eenheidskeuring — model van het certificaat van overeenstemming.

Mogelijke herzieningen van de wetgeving

Sinds mei 2017 loopt een onderzoek om Richtlijn 2000/14/EG te evalueren en de effecten ervan te beoordelen. De resultaten van het onderzoek zullen, samen met die van eerder voltooide onderzoeken, door de Commissie worden gebruikt als basis voor het aankomende herzieningsproces van EU-wetgeving op dit terrein. Van januari tot april 2018 werd een openbare raadpleging gehouden.

VANAF WANNEER IS DEZE RICHTLIJN VAN TOEPASSING?

De richtlijn is sinds donderdag 3 januari 2002 van toepassing en moest voor dinsdag 3 juli 2001 in de EU-landen zijn omgezet in nationale wetgeving.

ACHTERGROND

Voor meer informatie zie:

• Geluidsemissie door materieel voor gebruik buitenshuis (Europese Commissie).

KERNBEGRIPPEN

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Richtlijn 2000/14/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 mei 2000 inzake de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten betreffende de geluidsemissie in het milieu door materieel voor gebruik buitenshuis (PB L 162 van 3.7.2000, blz. 1-78)

Achtereenvolgende wijzigingen aan Richtlijn 2000/14/EG zijn opgenomen in de originele tekst. Deze geconsolideerde versie heeft slechts informatieve waarde.

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Aanbeveling van de Commissie van 6 augustus 2003 betreffende de richtsnoeren inzake de herziene voorlopige berekeningsmethoden voor industrielawaai, vliegtuiglawaai, wegverkeerslawaai en spoorweglawaai en desbetreffende emissiegegevens (PB L 212 van 22.8.2003, blz. 49-64)

Richtlijn 2002/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2002 inzake de evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai - Verklaring van de Commissie in het Bemiddelingscomité over de richtlijn inzake de evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai (PB L 189 van 18.7.2002, blz. 12-25)

Zie de geconsolideerde versie.

Laatste bijwerking 19.07.2018