Stemrechten in de Raad van bestuur van de ECB
SAMENVATTING VAN:
Besluit 2003/223/EG van de Raad inzake een wijziging van artikel 10.2 van de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank
WAT IS HET DOEL VAN HET BESLUIT?
- Hierin wordt een roulatiesysteem van stemrechten in de Raad van bestuur van de Europese Centrale Bank (ECB) geïntroduceerd om een eerlijke en doeltreffende besluitvorming te garanderen, ongeacht het aantal lidstaten van de Europese Unie (EU) dat de euro als valuta heeft.
- De Raad van bestuur beperkt het aantal stemrechten van presidenten van nationale centrale banken (NCB’s) tot 15 en stelt de regels vast voor hun toewijzing en rotatie.
KERNPUNTEN
Overeenkomstig de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken beschikt elk lid van de Raad van bestuur over één stem. Om de capaciteit van de Raad van bestuur met het oog op een efficiënte en tijdige besluitvorming bij de toetreding tot het eurogebied te handhaven, kwam de Raad van bestuur overeen dat het aantal presidenten van de NCB’s die hun stemrecht uitoefenen niet meer mag bedragen dan 15. Met het besluit wordt de wijze van stemmen dienovereenkomstig aangepast.
Raad van bestuur
- De Raad van bestuur is een van de drie besluitvormingsorganen van de ECB. De overige twee zijn de Directie en de Algemene Raad.
- De Raad van bestuur is het voornaamste besluitvormingsorgaan. De belangrijkste taken zijn:
- het monetaire beleid van het eurogebied bepalen;
- richtsnoeren en besluiten vaststellen om de doelstelling te behalen; en
- algemene toezichtbesluiten nemen.
- De Raad van bestuur bestaat uit de zes leden van de Directie en de presidenten van de NCB’s van de lidstaten van het eurogebied (op dit moment 20). Het aantal presidenten stijgt bijgevolg telkens wanneer een nieuwe lidstaat zich bij het eurogebied voegt.
Roulatie van stemrechten per groep
- Het totale aantal stemrechten in de Raad van bestuur van de ECB is beperkt tot 21. De zes leden van de Directie hebben een permanent stemrecht. De overige presidenten delen de overige 15 stemrechten, die elke maand tussen hen rouleren.
- De presidenten worden onderverdeeld in groepen die worden gevormd op basis van een rangschikking van de lidstaten van het eurogebied, gebaseerd op:
- hun aandeel in het geaggregeerde bruto binnenlands product tegen marktprijzen (BBP-mp)* in de lidstaten van het eurogebied;
- hun aandeel in de totale geaggregeerde balans van de monetaire financiële instellingen* van de landen in het eurogebied.
- Binnen elke groep hebben de presidenten even lang stemrechten. Een president van de eerste groep mag niet minder vaak stemmen dan een president van de tweede groep.
- Deze indicatoren staan borg voor transparantie en objectiviteit doordat zij rekening houden met het economische gewicht van de lidstaat in het eurogebied en de omvang van de financiële sector.
- Dit besluit voorziet in een tenuitvoerlegging van het roulatiesysteem voor de stemrechten in twee stappen.
Stap I (huidige fase): verdeling van stemrechten wanneer het aantal presidenten groter dan 15, maar kleiner dan 22 is
- Vanaf de datum waarop het aantal presidenten meer dan 15 en minder dan 22 bedraagt, worden de presidenten in 2 groepen onderverdeeld.
- de eerste groep bestaat uit de vijf presidenten van de NCB’s die op basis van bovengenoemde criteria het hoogst gerangschikt worden (momenteel Duitsland, Frankrijk, Italië, Spanje en Nederland);
- de tweede groep bestaat uit alle andere presidenten.
- De vijf presidenten van de eerste groep delen samen vier stemrechten en de overige presidenten van de tweede groep delen 11 stemrechten.
- Stap 1 zou normaal gesproken vanaf januari 2009 van toepassing zijn, toen Slowakije als 16e lidstaat deelnam aan het eurogebied. In december 2008 besloot de Raad van bestuur echter de start van het rotatiesysteem uit te stellen, om te voorkomen dat presidenten binnen een groep een stemfrequentie van 100% hebben.
- In plaats daarvan werd stap 1 van het nieuwe roulatiesysteem op 1 januari 2015 geïntroduceerd, toen Litouwen als 19e lidstaat deelnam aan het eurogebied.
Stap 2 (toekomstige fase): verdeling van stemrechten wanneer het aantal presidenten 22 bereikt
- Vanaf de datum waarop de Raad van bestuur het aantal van 22 leden bereikt, worden de presidenten in drie groepen onderverdeeld:
- de eerste groep bestaat uit de vijf presidenten die op basis van voornoemde criteria het hoogst gerangschikt worden;
- de tweede groep bestaat uit de helft van het totale aantal presidenten. Deze groep bestaat uit de presidenten van de NCB’s van de lidstaten die in de op de voornoemde criteria gebaseerde rangorde op de eerste vijf volgen;
- de derde groep bestaat uit alle andere presidenten.
- Er worden vier stemrechten toegewezen aan de eerste groep, acht aan de tweede en drie aan de derde.
Implementatie, aanpassing en toekomstige veranderingen
ACHTERGROND
Volgens de huidige institutionele regelingen van de ECB neemt de Raad van bestuur de meeste besluiten op basis van consensus.
Bij de roulatie van de stemrechten wordt rekening gehouden met enkele fundamentele beginselen, zoals “één lid, één stem” voor de presidenten die gebruik maken van het stemrecht, onafhankelijke deelname aan de vergaderingen van de Raad van bestuur op persoonlijke titel, representativiteit, automatische aanpassing van het roulatiesysteem en transparantie.
Stemmen moeten fysiek worden uitgebracht, of, bij wijze van uitzondering, via teleconferentie. De Raad van bestuur kan alleen tot stemming overgaan, indien een quorum van tweederde van de leden met stemrecht aanwezig is. De Raad van bestuur besluit met gewone meerderheid van stemmen en in geval van een gelijke stand heeft de voorzitter de beslissende stem.
Op dit moment zijn twintig lidstaten tot het eurogebied toegetreden. Kroatië was de laatste lidstaat die aan de criteria voldeed en is op 1 januari 2023 lid geworden.
KERNBEGRIPPEN
Bruto binnenlands product tegen marktprijzen (BBP-mp). De geldelijke waarde van de totale binnenlandse productie of het binnenlands product van een land.
Monetaire financiële instellingen. Financiële instellingen zoals het
Eurosysteem (ECB en nationale centrale banken) en ingezeten kredietinstellingen, die samen de gelduitgevende sector van het eurogebied vormen.
BELANGRIJKSTE DOCUMENT
Besluit 2003/223/EG van de Raad in de samenstelling van de staatshoofden en regeringsleiders van 21 maart 2003 inzake een wijziging van artikel 10.2 van de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank (PB L 83 van 1.4.2003, blz. 66-68).
GERELATEERDE DOCUMENTEN
Besluit 2004/257/EG van de Europese Centrale Bank van 19 februari 2004 houdende goedkeuring van het reglement van orde van de Europese Centrale Bank (ECB/2004/2) (PB L 80 van 18.3.2004, blz. 33-41).
Achtereenvolgende wijzigingen aan Besluit 2004/257/EG werden in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.
Geconsolideerde versie van het Verdrag betreffende de Europese Unie — Protocol (nr. 4) betreffende de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank (PB C 202 van 7.6.2016, blz. 230-250).
Besluit 2009/5/EG van de Europese Centrale Bank van 18 december 2008 betreffende het uitstel van de start van het roulatiesysteem in de raad van bestuur van de Europese Centrale Bank (ECB/2008/29) (PB L 3, 7.1.2009, blz. 4-5).
Laatste bijwerking 13.03.2023