EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Luchtvaartovereenkomsten tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten

 

SAMENVATTING VAN:

Overeenkomst inzake luchtvervoer ondertekend tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten

Besluit 2007/339/EG inzake de ondertekening en voorlopige toepassing van de Overeenkomst inzake luchtvervoer tussen de EU en de Verenigde Staten

Besluit (EU) 2020/1110 inzake de sluiting van de Overeenkomst inzake luchtvervoer tussen de EU en de Verenigde Staten

WAT IS HET DOEL VAN DE OVEREENKOMST EN DE BESLUITEN?

  • De overeenkomst voorziet in het openstellen van alle trans-Atlantische routes voor luchtvaartmaatschappijen uit de Europese Unie (EU) en de Verenigde Staten (VS). De overeenkomst is in 2010 gewijzigd bij een protocol (zie tweedefaseovereenkomst).
  • Tevens omvat de overeenkomst een voorziening voor uitbreiding met betrekking tot zaken als eigendom en controle van luchtvaartmaatschappijen.
  • Besluit 2007/339/EG en Besluit (EU) 2020/1110 markeren respectievelijk de ondertekening door de Europese Gemeenschap en de goedkeuring door de EU van de overeenkomst.

KERNPUNTEN

Toegang tot de markt: verkeersrechten en aangelegenheden in verband met commercie/exploitatie

  • De overeenkomst staat luchtvaartmaatschappijen uit de EU toe om:
    • vluchten uit te voeren naar de VS vanaf elk vliegveld in de EU, ongeacht hun vestigingsplaats binnen de EU (het concept communautaire luchtvaartmaatschappij;
    • internationale routes tussen de EU en de VS te exploiteren (derde* en vierde* recht van vrijheid), en routes buiten de EU en de VS (vijfde recht van vrijheid*), zonder beperkingen van het aantal vluchten of het type luchtvaartuig;
    • onbeperkte vrachtdiensten van de zevende vrijheid* te exploiteren (hoewel er voor luchtvaartmaatschappijen uit de VS geen aanvullende onbeperkte goederenrechten van de zevende vrijheid zullen gelden in aanvulling op de rechten die eerder werden verleend door acht EU-lidstaten);
    • onder het zevende recht van vrijheid beperkte vluchten uit te voeren voor personenvervoer tussen de VS en elke locatie in de Europese gemeenschappelijke luchtvaartruimte* (Ecaa) hoewel dergelijke rechten niet worden verleend aan luchtvaartmaatschappijen uit de VS.
  • De overeenkomst maakt vrije prijzen mogelijk (hoewel vervoerders uit de VS geen prijzen kunnen vaststellen voor routes binnen de EU) en bevat gedetailleerde regels betreffende franchising en branding om het voor luchtvaartmaatschappijen uit de EU mogelijk te maken hun netwerkaanwezigheid in de VS uit te breiden.
  • Onder de overeenkomst is tevens onbeperkte code-sharing toegestaan (waarbij twee of meer luchtvaartmaatschappijen dezelfde vlucht delen) en ontstaan nieuwe mogelijkheden voor luchtvaartmaatschappijen uit de EU om op internationale routes luchtvaartuigen met bemanning te leveren (ook wel wet-lease-overeenkomsten) aan luchtvaartmaatschappijen uit de VS.

Toegang tot de markt: eigendom en controle

  • Luchtvaartmaatschappijen uit de VS garanderen:
    • een toegestaan percentage eigendom door EU-burgers, inclusief de mogelijkheid om meer dan 50 % van het totale aandelenkapitaal te bezitten;
    • een eerlijke en vlotte behandeling van transacties van EU-investeringen in luchtvaartmaatschappijen uit de VS.
  • Luchtvaartmaatschappijen uit de EU garanderen:
    • het recht investeringen uit de VS in luchtvaartmaatschappijen uit de EU te beperken tot 25 % van de stemgerechtigde aandelen (naar het voorbeeld van het systeem in de VS);
    • acceptatie door de VS van elke luchtvaartmaatschappij uit de EU in eigendom van of beheerd door burgers uit de EU of de Ecaa.
  • Niet-EU-luchtvaartmaatschappijen garanderen:
    • eenzijdige acceptatie door de VS van EU-eigendom van en EU-controle over luchtvaartmaatschappijen in de EER, de Ecaa en 18 Afrikaanse landen.
  • Het gemengd comité dat onder de overeenkomst is ingesteld, speelt een rol in kwesties met betrekking tot eigendom en controle.

Samenwerking op het gebied van regelgeving

Met de overeenkomst wordt tevens de samenwerking tussen beide partijen op de volgende gebieden versterkt.

  • Beveiliging: streven naar verenigbare praktijken en normen en verschillen in regelgeving zoveel mogelijk beperken.
  • Veiligheid: beter overleg en betere samenwerking in geval van veiligheidsvraagstukken bij beide partijen.
  • Mededingingsbeleid: de belofte om samen te werken bij de toepassing van mededingingsregels bij overeenkomsten die van invloed zijn op de trans-Atlantische markt en om verenigbare regelgeving bij overeenkomsten te stimuleren.
  • Overheidssubsidies: erkenning dat dergelijke subsidies invloed kunnen hebben op het vermogen van een luchtvaartmaatschappij om eerlijk en gelijkwaardig te concurreren, en de behoefte aan overeenkomsten waarin zorgen over subsidies aan de orde kunnen worden gebracht.
  • Milieu: erkenning van het belang van bescherming van het milieu en intenties voor verregaande technische samenwerking om emissies in het van luchtverkeer te verminderen en brandstofefficiëntie te verhogen.

De overeenkomst omvat tevens een heldere routekaart met een niet-uitputtende lijst “punten die van prioritair belang zijn” voor de onderhandelingen over een tweedefaseovereenkomst.

Tweedefaseovereenkomst

In 2008 zijn verdere onderhandelingen tussen de EU en de VS gestart, die hebben geleid tot de ondertekening in 2010 van een tweedefaseovereenkomst. Dit protocol bouwt voort op de eerste overeenkomst en biedt aanvullende mogelijkheden voor investeringen en markttoegang. Daarnaast wordt het kader voor samenwerking op regelgevingsgebieden zoals veiligheid, beveiliging, sociale aspecten en, in het bijzonder, het milieu erdoor versterkt met een gezamenlijke verklaring inzake samenwerking op milieugebied.

Noorwegen en IJsland zijn in 2011 toegetreden tot de overeenkomst.

DATUM VAN INWERKINGTREDING

De overeenkomst is op 29 juni 2020 in werking getreden. De overeenkomst is evenwel voorlopig toegepast sinds 30 maart 2008 (artikel 25 van de Overeenkomst inzake luchtvervoer). Het Protocol tot wijziging van de luchtvervoersovereenkomst is op 5 mei 2022 in werking getreden.

ACHTERGROND

  • Vóór de overeenkomst van 2007 werden relaties met de VS op het gebied van luchtvervoer beheerst door bilaterale overeenkomsten tussen EU-lidstaten en de VS. Zestien EU-lidstaten hanteerden al “open skies”-overeenkomsten. Deze gefragmenteerde aanpak bleek echter een obstakel te vormen om tot een waarlijk eengemaakte markt te komen.
  • In 2002 oordeelde het Hof van Justitie van de Europese Unie in zaken die waren voorgelegd door de Europese Commissie (C-466/98, C-467/98, C-468/98, C-469/98, C-472/98, C-475/98 en C-476/98). Hierin werd de verdeling van de externe bevoegdheden tussen de EU en EU-lidstaten verhelderd en werden bepaalde vraagstukken betreffende vrijheid van vestiging verklaard.
  • Als gevolg hiervan kreeg de Commissie toestemming met de VS te onderhandelen over een luchtverkeersovereenkomst die op de EU als geheel van toepassing zou zijn.
  • Zie voor meer informatie:

KERNBEGRIPPEN

Derde recht van vrijheid. Met betrekking tot geregelde internationale luchtvaartdiensten, het recht of voorrecht, verleend door het ene land aan het andere, om op het grondgebied van het eerste land verkeer af te zetten dat afkomstig is uit het thuisland van de luchtvaartmaatschappij.
Vierde recht van vrijheid. Met betrekking tot geregelde internationale luchtvaartdiensten, het recht of voorrecht, verleend door het ene land aan het andere, om op het grondgebied van het eerste land verkeer aan boord te nemen met als bestemming het thuisland van de luchtvaartmaatschappij.
Vijfde recht van vrijheid. Met betrekking tot geregelde internationale luchtvaartdiensten, het recht of voorrecht, verleend door het ene land aan het andere, om op het grondgebied van het eerste land verkeer af te zetten en aan boord te nemen dat afkomstig is uit of als bestemming heeft een niet-EU-land.
Zevende recht van vrijheid. Met betrekking tot geregelde internationale luchtvaartdiensten, het recht of voorrecht, verleend door het ene land aan het andere, om verkeer te vervoeren tussen het grondgebied van het verlenende land en elk niet-EU-land. Het is hiervoor niet vereist dat de dienst aansluit op of een verlenging is van enige dienst naar/vanuit het thuisland van de luchtvaartmaatschappij.
Europese Gemeenschappelijke Luchtvaartruimte. Omvat de lidstaten Albanië, Bosnië-Herzegovina, IJsland, Kosovo*, Montenegro, Noord-Macedonië, Noorwegen en Servië.

BELANGRIJKSTE DOCUMENTEN

Overeenkomst inzake luchtvervoer (PB L 134 van 25.5.2007, blz. 4-41)

Achtereenvolgende wijzigingen van de Overeenkomst inzake luchtvervoer zijn in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.

Besluit 2007/339/EG van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten van de Europese Unie, in het kader van de Raad bijeen van 25 april 2007 inzake de ondertekening en voorlopige toepassing van de Overeenkomst inzake luchtvervoer tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Verenigde Staten van Amerika, anderzijds (PB L 134 van 25.5.2007, blz. 1-3)

Besluit (EU) 2020/1110 van de Raad van 23 januari 2018 inzake de sluiting, namens de Europese Unie, van de Overeenkomst inzake luchtvervoer tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Verenigde Staten van Amerika, anderzijds (PB L 244 van 29.7.2020, blz. 6-7)

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Informatie over de inwerkingtreding van het Protocol tot wijziging van de luchtvervoersovereenkomst tussen de Verenigde Staten van Amerika en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten (PB L 126, 29.4.2022, blz. 1)

Informatie over de inwerkingtreding van de luchtvaartovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Verenigde Staten van Amerika, anderzijds (PB L 261 van 11.8.2020, blz. 1)

Besluit 2011/708/EU van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten van de Europese Unie, in het kader van de Raad bijeen van 16 juni 2011 inzake de ondertekening, namens de Unie, en voorlopige toepassing van de Overeenkomst inzake luchtvervoer tussen ten eerste, de Verenigde Staten van Amerika, ten tweede, de Europese Unie en haar lidstaten, ten derde, IJsland en ten vierde, het Koninkrijk Noorwegen; en inzake de ondertekening, namens de Unie, en voorlopige toepassing van de Aanvullende Overeenkomst tussen ten eerste, de Europese Unie en haar lidstaten, ten tweede, IJsland en ten derde, het Koninkrijk Noorwegen betreffende de toepassing van de Overeenkomst inzake luchtvervoer tussen ten eerste, de Verenigde Staten van Amerika, ten tweede, de Europese Unie en haar lidstaten, ten derde, IJsland en ten vierde, het Koninkrijk Noorwegen (PB L 283 van 29.10.2011, blz. 1-2)

Besluit 2010/465/EU van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten van de Europese Unie, in het kader van de Raad bijeen van 24 juni 2010 inzake de ondertekening en voorlopige toepassing van het Protocol tot wijziging van de luchtvervoersovereenkomst tussen de Verenigde Staten van Amerika, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds (PB L 223 van 25.8.2010, blz. 1-2)

Protocol tot wijziging van de luchtvervoersovereenkomst tussen de Verenigde Staten van Amerika en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, ondertekend op 25 en 30 april 2007 (PB L 223 van 25.8.2010, blz. 3-19)


* Deze benaming laat de standpunten over de status van Kosovo onverlet, en is in overeenstemming met Resolutie 1244/99 van de VN-veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.

Laatste bijwerking 06.05.2022

Top