EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Europese veiligheidsregels voor tunnels

 

SAMENVATTING VAN:

Richtlijn 2004/54/EG inzake minimumveiligheidseisen voor tunnels in het trans-Europese wegennet

WAT IS HET DOEL VAN DE RICHTLIJN?

  • In deze richtlijn worden minimale veiligheidsnormen vastgelegd die betrekking hebben op de organisatorische, structurele, technische en operationele aspecten van tunnels die onderdeel uitmaken van de aangewezen trans-Europese vervoersinfrastructuur.

KERNPUNTEN

Veiligheidsvereisten

  • Deze richtlijn moet ervoor zorgen dat alle tunnels met een lengte van meer dan 500 m, in gebruik, in aanbouw of in de ontwerpfase, die deel uitmaken van het trans-Europese wegennet, worden onderworpen aan nieuwe geharmoniseerde veiligheidseisen.

Het bestuursorgaan

  • Elk EU-land moet een of meer bestuursorganen aanwijzen die verantwoordelijk zijn voor alle veiligheidsaspecten van tunnels en die naleving van de richtlijn verzekeren.
  • De organen kunnen op nationaal, regionaal of lokaal niveau worden opgericht. Voor tunnels die zich op het grondgebied van twee EU-landen bevinden, kunnen beide landen elk een bestuursorgaan aanwijzen of wijzen de twee landen een gemeenschappelijk bestuursorgaan aan.
  • Voor de openstelling van een nieuwe tunnel of de herbouw van een tunnel is voorafgaande toestemming van het orgaan vereist. Het orgaan is bevoegd om het gebruik van een tunnel op te schorten of te beperken als niet wordt voldaan aan de veiligheidsnormen.
  • Het orgaan zorgt ervoor dat de volgende taken worden uitgevoerd:
    • op gezette tijden testen en inspecteren van tunnels en daarmee verband houdende veiligheidseisen;
    • opstellen van organisatorische plannen en uitvoeringsplannen (met inbegrip van calamiteitenplannen);
    • vaststellen van de procedure voor onmiddellijke sluiting van tunnels in noodgevallen;
    • uitvoeren van de noodzakelijke risicobeperkende maatregelen.

De tunnelbeheerder

  • Voor elke tunnel op het grondgebied van een EU-land wordt, ongeacht of deze in de ontwerp-, de bouw- of de operationele fase verkeert, door het orgaan als tunnelbeheerder het openbaar of particulier lichaam aangeduid dat verantwoordelijk is voor de exploitatie van de tunnel in de fase in kwestie. De tunnelbeheerder stelt voor elk significant incident of ongeluk in een tunnel een toelichtend verslag op.

De veiligheidsambtenaar

  • Voor elke tunnel benoemt de tunnelbeheerder één veiligheidsambtenaar die eerst moet worden aanvaard door het bestuursorgaan en die alle preventieve en veiligheidsmaatregelen ter verzekering van de veiligheid van de tunnelgebruikers en het tunnelpersoneel coördineert. De veiligheidsambtenaar heeft onder andere de volgende taken:
    • coördineren met hulpdiensten en meewerken aan de opstelling van de uitvoeringsplannen;
    • meewerken aan de planning, uitvoering en evaluatie van acties in noodsituaties;
    • meewerken aan het opstellen van veiligheidsplannen en de specificaties van de infrastructuurinstallaties;
    • controleren of het bedieningspersoneel en de hulpdiensten getraind zijn en meewerken aan de organisatie van oefeningen die met regelmatige tussenpozen worden gehouden;
    • advies verlenen over de ingebruikstelling van de constructie, de voorzieningen en de exploitatie van tunnels;
    • controleren of tunnelconstructie en -voorzieningen worden onderhouden en gerepareerd;
    • meewerken aan de evaluatie van alle significante incidenten en ongelukken.

Periodieke inspecties

  • De EU-landen zien erop toe dat de controles, evaluaties en tests worden uitgevoerd door de inspectie-instanties.
  • Het bestuursorgaan vergewist controleert of de inspectie-instantie regelmatig inspecties uitvoert om ervoor te zorgen dat alle tunnels die onder deze richtlijn vallen aan de regelgeving daarvan voldoen.
  • De termijn tussen twee achtereenvolgende inspecties van een tunnel bedraagt ten hoogste zes jaar.

Risicoanalyse

  • Risicoanalyses worden op verzoek van het bestuursorgaan door een onafhankelijk orgaan voor een bepaalde tunnel uitgevoerd op basis van een uniforme methodologie die op nationaal niveau wordt vastgelegd. Hierbij wordt rekening gehouden met alle ontwerpaspecten en verkeersomstandigheden die van invloed zijn op de veiligheid, met name verkeerskarakteristiek, type verkeer, tunnellengte, -geometrie, alsmede het voorspelde aantal vrachtwagens per dag.

Verslagen

  • Om de twee jaar stellen de EU-landen een verslag op over tunnelbranden en ongevallen die kennelijke gevolgen hebben voor de veiligheid van weggebruikers in tunnels. Zij melden hierin de frequenties en de oorzaken van dergelijke incidenten; zij evalueren deze en verschaffen informatie over de feitelijke rol en de doeltreffendheid van de veiligheidsvoorzieningen en -maatregelen.

Aanpassing aan technische vooruitgang

  • De Commissie heeft het recht de bijlagen bij deze richtlijn aan te passen op basis van de technische vooruitgang.

VANAF WANNEER IS DE RICHTLIJN VAN TOEPASSING?

De richtlijn is van toepassing sinds 30 april 2004. EU-landen moesten deze omzetten in nationale wetgeving voor 30 april 2006.

ACHTERGROND

Tunnels vormen een belangrijk onderdeel van de infrastructuur voor langeafstandsvervoer en de ontwikkeling van regionale economieën van de EU. Ongevallen in tunnels, en heel in het bijzonder branden, kunnen echter dramatische gevolgen hebben en zijn soms extreem kostbaar in termen van mensenlevens, congestieproblemen, verontreiniging en herstelkosten.

  • Kijk voor meer informatie op: „Tunnels” op de website van de Europese Commissie.

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Richtlijn 2004/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake minimumveiligheidseisen voor tunnels in het trans-Europese wegennet (PB L 167, 30.4.2004, blz. 39-91)

Rectificatie

De opeenvolgende wijzigingen aan Richtlijn 2004/54/EC zijn opgenomen in de basistekst. Deze geconsolideerde versie heeft uitsluitend documentaire waarde.

Laatste bijwerking 20.10.2016

Top